dashboard Peugeot Boxer 2015.5 Handleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2015.5, Model line: Boxer, Model: Peugeot Boxer 2015.5Pages: 276, PDF Size: 8.99 MB
Page 80 of 276

78
boxer_nl_Chap03_Ergo-et-confort_ed01-2015
gekoeld dashboardkastje
Het gekoelde dashboardkastje bevindt zich
rechts boven in het dashboard.
De lucht die de aanjager in het
dashboardkastje verspreidt, is dezelfde
als de lucht uit de ventilatieroosters in het
interieur.
dashboardkastje aan
passagierszijde
Opbergvakken in de voorportieren
Afhankelijk van het land van bestemming
kan in een van de opbergvakken van de
voorportieren de bandenreparatieset zijn
opgeborgen.
Praktische voorzieningen
Page 82 of 276

80
boxer_nl_Chap03_Ergo-et-confort_ed01-2015
De bestuurder kan met
behulp van de bediening
aan de onderzijde aan de
bestuurderszijde van het
dashboard het lampje aan
passagierszijde in-/uitschakelen.
leeslampjes
De leeslampjes kunnen met een schakelaar
worden in- en uitgeschakeld.
Met de schakelaar aan bestuurderszijde kunnen
beide leeslampjes gelijktijdig worden bediend.
Met de schakelaar aan passagierszijde kunnen de
leeslampjes aan bestuurders- en passagierszijde
afzonderlijk worden in- en uitgeschakeld.
Plafonnier
Deze kan worden ingeschakeld:
-
met de schakelaars op de plafonnier
, bij
aangezet contact (stand MAR),
-
door het openen of sluiten van de
voorportieren,
-
door het vergrendelen/ontgrendelen van
de auto.
De plafonnier gaat automatisch uit:
-
als zowel de rechter als de linker
schakelaar niet is ingedrukt,
-
in alle gevallen na 15
minuten, als de
portieren open blijven,
-
of zodra het contact is aangezet.
Opbergvak boven de voorruit
Dit opbergvak bevindt zich boven de
zonnekleppen.
Maximale belasting: ongeveer 20 kg.
Praktische voorzieningen
Page 92 of 276

90
boxer_nl_Chap04_Technologie-a-bord_ed01-2015
Via het audio-/telematicasysteem
met touchscreen
Via dit bedieningspaneel van de autoradio,
in het midden van het dashboard, hebt
u toegang tot de menu's waarin u de
persoonlijke instellingen van de uitrusting
van de auto kunt wijzigen.
De desbetreffende informatie wordt
weergegeven op het touchscreen.
U kunt kiezen uit negen talen: Duits,
Engels, Frans, Italiaans, Nederlands, Pools,
Portugees, Spaans, Turks.Om veiligheidsredenen kunnen
sommige menu's uitsluitend worden
weergegeven bij afgezet contact. Met deze toets van het
bedieningspaneel kunt u het
menu "Instellingen" openen.
Menu "Instellingen"
1. "Weergave".
2.
"Gesproken commando's".
3.
"T
ijd en datum".
4. "Veiligheid/hulp".
5. "Verlichting".
6.
"Portieren & vergrendeling".
7.
"Audio".
8. "Telefoon/Bluetooth".
9. "Radio-instellingen".
10.
"Standaardinstellingen" om terug te
gaan naar de standaardinstellingen van
de fabrikant.
11 .
"Wissen pers. geg." om al uw
persoonlijke gegevens met betrekking
tot de Bluetooth-apparatuur uit het
audiosysteem te wissen.
Met deze schermtoets
kunt u omhooggaan in de
menustructuur of een waarde
verhogen.
Met deze schermtoets kunt u
omlaaggaan in de menustructuur
of een waarde verlagen.
Voor meer informatie over het
audiosysteem, de telefoon, de radio
en het navigatiesysteem worden in
de rubriek "Audio en telematica" de
submenu's 2, 7, 8, 9
en 11 behandeld.
De parameters van de submenu's
4,
5
en 6
zijn verschillend afhankelijk van
de uitrusting van uw auto.
Configuratie van de auto
Page 103 of 276

101
boxer_nl_Chap05_Securite_ed01-2015
STABIlITeITSCOnTROleSySTeMen
Uitschakelen
De bestuurder kan dit systeem niet
uitschakelen.
dynamische stabiliteitscontrole
(C d S)
De dynamische stabiliteitscontrole grijpt in
via de remmen van één of meer wielen en
via het motorkoppel om de auto (binnen de
natuurkundige grenzen) weer in de juiste
koers te brengen.
Als uw auto is voorzien van het CDS-
systeem, stuur dan niet tegen om de auto in
de juiste koers te houden.
Inschakelen
Het CDS-systeem wordt automatisch
ingeschakeld zodra de motor wordt gestart. Storing
Als dit verklikkerlampje
brandt, in combinatie met een
geluidssignaal en een melding ter
bevestiging op het display van het
instrumentenpaneel, wijst dit op een storing
in het CDS-systeem.
Laat het systeem controleren door het
PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats. Inschakelen
Als de motor wordt gestart, wordt dit
systemen automatisch ingeschakeld.
Dit systeem treedt in werking als de auto
grip verliest of uit de koers dreigt te raken.
Uitschakelen
In bijzondere omstandigheden (als de auto
vastzit in de modder, sneeuw, in mulle
grond, ...) kan het nuttig zijn het ASR-
systeem uit te schakelen, zodat de wielen
kunnen spinnen en weer grip kunnen
krijgen.
-
Druk op deze knop in het midden van
het dashboard om dit systeem uit te
schakelen.
Antislipregeling (ASR)
De antislipregeling zorgt voor een optimale
tractie. Het systeem voorkomt het spinnen
van de wielen door in te grijpen op de
remmen van de aangedreven wielen en op
het motormanagement.
Als het verklikkerlampje van de knop brandt
en er een melding op het display van het
instrumentenpaneel verschijnt, is het ASR-
systeem uitgeschakeld.
Het systeem wordt geactiveerd zodra
de wielen te weinig grip hebben of de
koers van de auto afwijkt van de door
de bestuurder gewenste richting.
In dat geval gaat dit verklikkerlampje op het
instrumentenpaneel knipperen.
5
Veiligheid tijdens het rijden
VEILIGHEID
Page 105 of 276

103
boxer_nl_Chap05_Securite_ed01-2015
Intelligent Traction Control
Systeem dat zorgt voor extra tractie in
situaties met weinig grip (sneeuw, ijzel,
modder...).
Dit systeem signaleert situaties met weinig
grip en zorgt ervoor dat u onder deze
omstandigheden kunt wegrijden en kunt
blijven rijden.
In dergelijke omstandigheden neemt de
Intelligent Traction Control het over van
het ASR-systeem door de aandrijfkracht
over te brengen op het wiel met de
meeste grip, waardoor de tractie en de
bestuurbaarheid optimaal zijn. Inschakelen
Bij het starten van de auto is dit systeem
uitgeschakeld.
Druk op deze knop in het midden van het
dashboard om het systeem in te schakelen;
het lampje van de knop gaat branden.
Het systeem blijft actief tot ongeveer
30
km/h.
Zodra u sneller rijdt dan 30
km/h, wordt het
systeem automatisch uitgeschakeld, maar
blijft het lampje van de knop branden.
Het systeem wordt automatisch weer
ingeschakeld zodra u weer langzamer dan
30
km/h rijdt.Uitschakelen
Druk op deze knop in het midden van het
dashboard om het systeem uit te schakelen.
Het lampje van de knop gaat uit en de ASR
is weer actief.
Storing
Bij een storing in de Intelligent
Traction Control gaat dit lampje
branden.
Laat het systeem controleren door het
PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
5
Veiligheid tijdens het rijden
VEILIGHEID
Page 106 of 276

104
boxer_nl_Chap05_Securite_ed01-2015
Hill descent Control
Hulpsysteem bij het afdalen van een helling
op wegdek met weinig grip (modder, gravel
enz.) of bij het afdalen van een steile helling.
Dit systeem beperkt de kans op wegglijden
van de auto en de kans dat de auto te veel
vaart maakt tijdens een afdaling.
Door autonoom elke rem individueel te
activeren zorgt het systeem ervoor dat de
auto met een constante snelheid een helling
afdaalt.Uitschakelen
Druk op deze knop in het midden van het
dashboard om het systeem uit te schakelen.
Het verklikkerlampje van de knop gaat uit.
Als de wagensnelheid hoger wordt dan 50
km/h,
wordt de functie volledig uitgeschakeld; het
verklikkerlampje van de knop gaat uit.
Storing
Bij een storing in de Hill Descent
Control gaat dit verklikkerlampje
branden.
Laat het systeem controleren door het
PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Inschakelen
Bij het starten van de motor is het systeem
uitgeschakeld.
Druk, bij een wagensnelheid tot 30
km/h, op
deze knop in het midden van het dashboard
om het systeem in te schakelen; het
verklikkerlampje van de knop gaat branden.
Zodra de auto de helling begint af te dalen,
kunt u het gaspedaal en het rempedaal
loslaten; het verklikkerlampje van de knop
knippert.
De remlichten worden automatisch
ingeschakeld als de functie is geactiveerd.
Als de wagensnelheid hoger wordt dan
30
km/h, wordt het systeem automatisch
uitgeschakeld. Het verklikkerlampje van de
knop blijft echter branden.
Het systeem wordt automatisch weer
ingeschakeld zodra de wagensnelheid lager
wordt dan 30
km/h.Het systeem werkt slechts bij hellingen
van meer dan 8%.
Gebruik het systeem niet met de
versnellingsbak in de neutraalstand.
Schakel een voor de wagensnelheid
geschikte versnelling in om te voorkomen
dat de motor afslaat.
U kunt op elk gewenst moment het
gaspedaal of het rempedaal weer
intrappen. Als de remmen oververhit zijn, kan
de functie niet worden geactiveerd.
Wacht enkele minuten om de remmen te
laten afkoelen en probeer het vervolgens
opnieuw.
Veiligheid tijdens het rijden
Page 112 of 276

11 0
boxer_nl_Chap05_Securite_ed01-2015
AlgeMene InFORMATIe OVeR AIRBAg S
De airbags zijn speciaal ontworpen voor een
betere veiligheid van de inzittenden bij een
ernstige aanrijding: ze vormen een aanvulling
op de werking van de veiligheidsgordels met
gordelkrachtbegrenzers.
De elektronische schoksensoren registreren
een plotselinge vertraging van de auto:
-
bij een zware aanrijding worden de airbags
onmiddellijk opgeblazen om de inzittenden
van de auto optimaal te beschermen.
Direct na de aanrijding lopen de airbags
snel leeg om het zicht niet te beperken
en ervoor te zorgen dat de inzittenden de
auto ongehinderd kunnen verlaten,
-
bij een lichte aanrijding, bij een
aanrijding van achteren en in bepaalde
gevallen als de auto over de kop slaat, worden de airbags niet opgeblazen; in
deze gevallen biedt de veiligheidsgordel
voldoende bescherming.
d
e airbags werken alleen als het contact
aan is.Airbags voor
Deze zijn voor de bestuurder in het midden
van het stuurwiel en voor de voorpassagiers in
het dashboard aangebracht. Ze worden bij een
aanrijding beide geactiveerd, behalve als de
airbag aan passagierszijde is uitgeschakeld.
Het afgaan van de airbag(s) gaat gepaard
met een lichte rookontwikkeling en een
knal; dit wordt veroorzaakt door de activering
van de pyrotechnische lading van het systeem.
Het bij het afgaan van de airbags
ontsnappende gas is onschadelijk, maar
kan irriterend zijn voor mensen die hiervoor
gevoelig zijn.
De knal die bij het afgaan wordt
geproduceerd, kan het gehoor gedurende
een korte periode enigszins verminderen. Storing
Als dit verklikkerlampje gaat
branden, laat het systeem dan
controleren door het PEUGEOT-
netwerk.
Airbags
Page 114 of 276

11 2
boxer_nl_Chap05_Securite_ed01-2015
gebruiksvoorschrift
Houd u aan de onderstaande veiligheidsvoorschriften voor een maximale ef\
fectiviteit van de airbags (volgens uitvoering):
Draag altijd een correct afgestelde
veiligheidsgordel.
Maak er een gewoonte van om normaal
rechtop te zitten.
Zorg dat er zich niets bevindt tussen
de airbag en de inzittenden (kinderen,
huisdieren, objecten...). Bevestig geen
voorwerpen vlak bij of op de plaats waar de
airbags naar buiten komen. Deze kunnen
als de airbags worden geactiveerd ernstige
verwondingen veroorzaken.
Wijzig niets aan het oorspronkelijke ontwerp
van uw auto, vooral niet in de directe
omgeving van de airbags.
Werkzaamheden aan airbagsystemen
mogen alleen door het PEUGEOT-netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats worden
uitgevoerd.
Laat na een aanrijding of diefstal van uw
auto de airbagsystemen controleren.Airbags voor
Houd het stuurwiel niet aan de spaken
vast en laat uw handen niet op het
stuurwielkussen rusten.
Laat aan passagierszijde uw voeten niet op
het dashboard rusten.
Tracht roken in de auto zoveel mogelijk te
vermijden. Als de airbag wordt opgeblazen,
kunnen brandende sigaretten of een pijp
brandwonden of ander letsel veroorzaken.
Verwijder het stuurwiel nooit, maak geen gaten
in de stuurwielbekleding en sla er niet op.
Zij-airbags
Bedek de stoelen alleen met goedgekeurde
stoelhoezen die het opblazen van de zij-
airbags niet hinderen. Neem contact op met
het PEUGEOT-netwerk voor meer informatie
over het gamma van voor uw auto geschikte
stoelhoezen.
Bevestig nooit iets aan de rugleuning van de
stoelen, dit zou bij het opblazen van de zij-
airbags kunnen leiden tot verwondingen aan
armen of middel.
Ga niet onnodig dicht tegen het
portierpaneel zitten.Window-airbags
Bevestig nooit iets op de stijlen of op de
hemelbekleding, dit zou bij het afgaan
van de window-airbags kunnen leiden tot
hoofdletsel.
Schroef nooit de handgrepen van het dak
los; deze maken deel uit van de bevestiging
van de window-airbags.
Airbags
Page 129 of 276

127
boxer_nl_Chap07_Verifications_ed01-2015
Binnenzijde
Deze handeling mag alleen worden uitgevoerd
als de auto stilstaat en het bestuurdersportier
geopend is.
Trek aan de hendel aan de zijkant van het
dashboard.
Buitenzijde
Duw de veiligheidshaak aan de bovenzijde
van de grille omhoog en til de motorkap op.Plaats de motorkapsteun in de houder
alvorens de motorkap te sluiten.
Laat de motorkap voorzichtig zakken en laat
deze aan het einde van de slag in het slot
vallen.
MOTORkAP
OP enen
Open de motorkap niet als het hard
waait.
Wees bij warme motor voorzichtig met het
bedienen van de veiligheidshaak en de
motorkapsteun (kans op brandwonden).
Zet het contact altijd met de sleutel af
als u handelingen onder de motorkap
wilt uitvoeren om letsel door het automatisch
activeren van de START-stand van het Stop
& Start-systeem te voorkomen.
MOTORkAP S l UIT en
Motorkapsteun
Maak de motorkapsteun los en steek deze
in de eerste en vervolgens de tweede
uitsparing van de motorkap.
In verband met de aanwezigheid
van elektrische uitrustingen in
de motorruimte wordt geadviseerd om
blootstelling aan water (regen, wassen, ...)
te beperken.
7
Motorruimte
ONDERHOUD
Page 137 of 276

135
boxer_nl_Chap07_Verifications_ed01-2015
OndeRBRekIng
BRA
nd STOFTO e VO e R
Controleer om brand te voorkomen
voordat u na de aanrijding de
brandstoftoevoer en elektrische voeding
herstelt of er geen brandstof lekt en of er
geen vonken zichtbaar zijn. Bij een aanrijding worden de
brandstoftoevoer en de elektrische voeding
van de auto automatisch onderbroken.
Bovendien worden de alarmknipperlichten
en de plafonniers ingeschakeld en worden
de portieren ontgrendeld. Herstel de brandstoftoevoer door op de
eerste knop onder het dashboardkastje te
drukken.
Druk vervolgens op de tweede knop in
het accucompartiment onder de vloer aan
bestuurderszijde (minibus) om de elektrische
voeding te herstellen.
Bij de andere uitvoeringen is de tweede
knop vervangen door een zekering.
Neem in dat geval contact op met het
PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Brandstof
7
ONDERHOUD