PEUGEOT EXPERT 2018 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2018, Model line: EXPERT, Model: PEUGEOT EXPERT 2018Pages: 416, PDF Size: 14.27 MB
Page 281 of 416

279
Derde remlicht (achterdeuren)
Type A, W5W-5W
F
O
pen de linker achterdeur. F
V
erwijder de lamp.
F
D
raai de lamphouder los door hem een
kwart omwenteling linksom te draaien.
F V er vang de defecte lamp.
Druk op de lamp tot hij vastklikt om hem weer
te bevestigen.
Kentekenplaatverlichting
(achterdeuren)
Type A , W5W-5W
F
S
teek een kleine schroevendraaier in een van
de buitenste openingen van het lampglas.
F
D
uw de schroevendraaier naar buiten om het
lampglas los te maken.
F
V
erwijder het lampglas.
F
V
er vang de defecte lamp.
Druk het lampglas vast in de houder om het
weer te monteren.
Plafonniers (voor en achter)
F Ver wijder de kunststof kap met behulp van een kleine schroevendraaier.
F
S
teek een schroevendraaier door de
opening en druk de lamp naar buiten.
F
M
aak de stekker los. Type A
, W5W-5W
F
M
aak het lampglas los door een kleine
schroevendraaier in de openingen aan de
buitenzijde van de plafonnier te steken.
F
V
er wijder de lamp en ver vang deze.
F
B
evestig het lampglas in de behuizing en
controleer of het goed is vastgeklikt.
8
Storingen verhelpen
Page 282 of 416

280
Achterlichten (achterklep)
Zie de desbetreffende rubriek voor meer
informatie over het ver vangen van lampen en
in het bijzonder de typen lampen.1. Remlichten/parkeerlichten.
Type B , P21/5W-21/5W
2. Richtingaanwijzers.
Type B , PY21W-21W (amberkleurig)
3. Achteruitrijlicht.
Type B , P21W-21W
4. Mistachterlichten/parkeerlichten.
Type B , P21/4W-21/4W
Raadpleeg voor auto's met
binnenbekleding het PEUGEOT-netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats om de
werkzaamheden te laten uitvoeren. F
B
ekijk welke lamp defect is en open de
achterklep.
F
V
erwijder aan de binnenzijde het deksel,
indien aanwezig.
F
D
ruk aan de buitenzijde op de binnenste
clips van het kunststof sierdeel en kantel dit
naar buiten om het te ver wijderen.
F
D
raai de twee bevestigingsbouten los.F
H
oud de lichtunit vast, druk op de clip aan
de binnenzijde en verwijder de lichtunit
vervolgens voorzichtig.
F
M
aak de stekker los.
F
D
ruk de 3 borglippen iets naar buiten en
verwijder vervolgens de lamphouder.
F
D
ruk de defecte lamp iets in en draai hem
een kwart omwenteling rechtsom om hem te
verwijderen.
F
V
ervang de gloeilamp.
Storingen verhelpen
Page 283 of 416

281
Voer het monteren uit in de omgekeerde
volgorde van demonteren.
Derde remlicht (achterklep)
Type A, W5W-5W
F
O
pen de achterklep. F
M
aak het bekledingspaneel aan beide
uiteinden los door het omhoog te kantelen.
F
T
rek aan het bekledingspaneel om de
middelste bevestigingen los te maken en
verwijder het vervolgens.
F
S
teek een schroevendraaier door de
opening en druk de lamp naar buiten.
F
M
aak de stekker los.
F
V
erwijder de lamp.
F
D
raai de lamphouder los door hem een
kwart omwenteling linksom te draaien.
F
V
er vang de defecte lamp.
Voer voor de montage dezelfde handelingen in
omgekeerde volgorde uit.
Druk op de lamp en het bekledingspaneel tot
ze vastklikken om ze weer te bevestigen.
Kentekenplaatverlichting
(achterklep)
Type A , W5W-5W
F
S
teek een kleine schroevendraaier in
een van de buitenste openingen van het
lampglas.
F
D
uw de schroevendraaier naar buiten om
het lampglas los te maken.
F
V
erwijder het lampglas.
F
V
er vang de defecte lamp.
Druk het lampglas vast in de houder om het
weer te monteren.
8
Storingen verhelpen
Page 284 of 416

282
Neem voor het ver vangen van dit type lamp
met LED’s en lichtgeleiders contact op met het
PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Het PEUGEOT-netwerk kan u voor de LED's
een vervangingsset leveren.
Plancher Cabine
Achterlichten
Zie de desbetreffende rubriek voor meer
informatie over het ver vangen van lampen en
in het bijzonder de typen lampen.
1.Richtingaanwijzer.
Type B , P21W-21W
2. Remlicht.
Type B , P21W-21W
3. Parkeerlicht.
Type B , R10W-10W
4. Achteruitrijlicht.
Type B , P21W-21W
5. Mistachterlicht.
Type B , P21W-21W F
B
ekijk welke lamp defect is.
F
V
erwijder de vier bevestigingsbouten van de
lichtunit.
F
T
rek de lichtunit naar u toe.
F
D
ruk de defecte lamp iets in en draai hem
een kwart omwenteling rechtsom om hem te
verwijderen.
F
V
ervang de lamp.
Voer het monteren uit in de omgekeerde
volgorde van demonteren.
Plafonniers (voor en achter)
Storingen verhelpen
Page 285 of 416

283
Een zekering vervangen
Toegang tot het
gereedschap
F Trek het deksel eerst linksboven en dan rechtsboven los.
F
V
erwijder het deksel en keer het om,
F
H
aal de tang uit de houder.
Een zekering vervangen
Voordat u een zekering ver vangt, dient u:
F d e oorzaak van de storing op te sporen en
te (laten) verhelpen,
F
a
lle stroomverbruikers uit te schakelen,
F
d
e auto stil te zetten en het contact af te
zetten,
F
d
e defecte zekering op te sporen aan de
hand van de beschikbare zekeringtabellen
en schema's.
Bij het werken aan een zekering geldt:
F
g
ebruik een speciale tang om de zekering
uit de zekeringkast te ver wijderen en
controleer of het smeltdraadje van de
zekering intact is,
F
V
er vang een defecte zekering altijd door
een zekering met dezelfde stroomsterkte
(zelfde kleur): een afwijkende stroomsterkte
kan storingen veroorzaken (kans op brand).
Mocht de storing kort na het ver vangen van de
zekering terugkeren, laat dan de elektrische
uitrusting controleren door het PEUGEOT-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats. OK
Nog te doen
Ta n g
Het vervangen van een zekering
door een andere dan in de volgende
tabellen genoemd, kan tot ernstige
storingen leiden. Neem contact op
met het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
De tang voor het verwijderen van zekeringen
bevindt zich achter het deksel van de
zekeringkast.
8
Storingen verhelpen
Page 286 of 416

284
Elektrische accessoires monteren
Bij het ontwerp van het elektrische circuit van uw auto
is reeds rekening gehouden met de montage van
zowel de standaarduitrusting als eventuele opties.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats voordat u andere
elektrische voorzieningen of accessoires in de auto
monteert of laat monteren.
PEUGEOT is niet aansprakelijk voor
kosten die voortvloeien uit storingen
veroorzaakt door het monteren van extra
accessoires die niet door PEUGEOT
aanbevolen en geleverd worden, en
niet volgens haar voorschriften zijn
gemonteerd. Dit geldt met name als
het totale stroomverbruik van alle extra
accessoires meer dan 10
milliampère
bedraagt.
Neem voor meer informatie over de montage
van een trekhaak of een taxi-uitrusting
contact op met het PEUGEOT-netwerk.
Zekeringen interieur
Toegang tot de zekeringen
F Trek het deksel eerst linksboven en dan rechtsboven los.
Storingen verhelpen
Page 287 of 416

285
ZekeringN r.Stroomsterkte (A)Functies
F1 10Elektrische stuurbekrachtiging, koppelingspedaalschakelaar.
F4 15Claxon.
F5 20Ruitensproeierpomp voor en achter.
F6 20Ruitensproeierpomp voor en achter.
F7 1012V-aansluiting achter.
F8 20Ruitenwisser(s) achter.
F10/F11 30Interne/externe sloten, voor en achter.
F13 10Bediening airconditioning vóór, bediening audiosysteem,
keuzeschakelaar transmissie, head-up display.
F14 5Inbraakalarm, Urgence- en Assistance-oproep.
F17 5Instrumentenpaneel.
F19 3Stuurkolomschakelaars.
F21 3"Keyless entry and start" of diefstalbeveiliging.
F22 3Regen-/lichtsensor, multifunctionele detectiecamera.
F23 5
Pictogrammendisplay veiligheidsgordels losgemaakt/niet vastgemaakt.
F24 5Touchscreen, achteruitrijcamera en parkeerhulp.
F25 5Airbags.
F29 20Audiosysteem, touchscreen, CD-speler, navigatiesysteem.
F31 15Audiosysteem (+ accu).
F32 1512V-aansluiting vóór
F34 5Dodehoekbewaking, elektrische functies buitenspiegels.
F35 5Ruitensproeierverwarming, hoogteverstelling koplampen.
F36 5Opladen uitneembare lamp, plafonnier achter.
Versie 1 (Eco)
De aanwezigheid van de hieronder beschreven
zekeringen is afhankelijk van de uitrusting van
uw auto.
8
Storingen verhelpen
Page 288 of 416

286
Versie 2 (Full)Zekering
Nr.Stroomsterkte (A)Functies
F1 3"Keyless entry and start" of diefstalbeveiliging.
F5 5Touchscreen, achteruitrijcamera en parkeerhulp.
F7 10Bediening airconditioning achter, hifi-versterker.
F8 20Ruitenwisser(s) achter.
F10/F11 30Interne/externe sloten, voor en achter.
F12 3Alarm.
F17 1012V-aansluiting achter.
F18 5Urgence- en Assistance-oproep.
F21 3Opladen uitneembare lamp, plafonnier achter.
F22 3Verlichting dashboardkastje, plafonniers achter.
F23 5Dodehoekbewaking, elektrische functies buitenspiegels.
F24 5Stuurkolomschakelaars.
F25 5Hoogteverstelling koplampen.
F26 3
Pictogrammendisplay veiligheidsgordels losgemaakt/niet vastgemaakt.
F273Regen-/lichtsensor, multifunctionele detectiecamera.
F28 10Bediening airconditioning vóór, bediening autoradio,
keuzeschakelaar transmissie, head-up display.
F30A of B 15Audiosysteem (+ accu).
F31 5Airbags.
F33 1512V-aansluiting vóór
F35 5Instrumentenpaneel.
F36 20Audiosysteem, touchscreen, CD-speler, navigatiesysteem.
De aanwezigheid van de hieronder beschreven
zekeringen is afhankelijk van de uitrusting van
uw auto.
Storingen verhelpen
Page 289 of 416

287
Zekeringkast in de
motorruimte
De zekeringkast bevindt zich onder de
motorkap, naast de accu.
Toegang tot de zekeringen
De aanwezigheid van de hieronder beschreven zekeringen is
afhankelijk van de uitrusting van uw auto.
F
M
aak de twee vergrendelingen A los.
F
V
erwijder het deksel.
F
V
ervang de zekering.
F
S
luit na het ver vangen van de zekering
zorgvuldig het deksel en zet de twee
vergrendelingen A vast voor een goede
afdichting van de zekeringkast. Zekering
N r.
Stroomsterkte (A)Functies
F12 5Ruitensproeierverwarming.
F14 25Ruitensproeierpomp voor en achter.
F15 5Radar vóór automatisch noodremsysteem, elektrische
stuurbekrachtiging.
F17 10Intelligente servicecentrale (BSI).
F19 30Ruitenwissermotor vóór.
F20 15Ruitensproeierpomp voor en achter.
F21 20Koplampsproeierpomp.
F22 15Claxon.
F23 15Grootlicht rechts.
F24 15Grootlicht links.
8
Storingen verhelpen
Page 290 of 416

288
12V- ac c u
Procedure voor het gebruik van een hulpaccu
voor het starten van de motor met behulp van
startkabels en voor het laden van een lege
accu.
12V-loodaccuToegang tot de accu
De accu bevindt zich onder de motorkap.
F
O pen de motorkap via hendel in het
interieur en gebruik ver volgens de
veiligheidshaak aan de buitenzijde.
Raadpleeg de desbetreffende rubrieken
voor meer informatie over de motorkap
en de motor .
Starten van de motor
met een hulpaccu en
startkabels
Als de accu van uw auto ontladen is, kan
de motor worden gestart met een hulpaccu
(externe accu of een accu van een andere
auto) en startkabels of een startbooster.
Start de motor nooit door een acculader
aan te sluiten.
Gebruik nooit een startbooster van 24
V
o f h o g e r.
Controleer eerst of de hulpaccu een
nominale spanning van 12
V en een
capaciteit minimaal gelijk aan die van de
ontladen accu heeft.
De twee auto's mogen elkaar niet raken.
Schakel alle stroomverbruikers
(audiosysteem, ruitenwissers, verlichting
enz.) van beide auto's uit.
Zorg er voor dat de startkabels zich niet
in de buurt van bewegende delen van
de motor (ventilator, aandrijfriemen enz.)
bevinden.
Maak de (+) klem niet los bij draaiende
motor.
F
Be
vestig de motorkapsteun.
F
V
er wijder, indien uw auto hiermee is
uitgerust, het kunststof kapje voor toegang
tot de pluspool (+).
De minpool (-) van de accu is niet bereikbaar.
In plaats daar van kunt u gebruikmaken van een
massapunt aan de voorzijde van de auto.
Accu's bevatten giftige stoffen zoals
zwavelzuur en lood.
Ze moeten worden ver werkt conform
de regelgeving en mogen in geen geval
met het huishoudelijke afval worden
weggegooid.
Lever lege batterijen en accu's in bij
een speciaal afvalstoffendepot.
Bescherm uw ogen en gezicht voordat u
handelingen aan de accu uitvoert.
Voer ingrepen aan de accu uitsluitend
uit in een goed geventileerde ruimte, ver
van open vuur of vonken veroorzakende
bronnen, om elk risico van brand- of
explosiegevaar uit te sluiten.
Was uw handen als de werkzaamheden
beëindigd zijn.
Storingen verhelpen