air filter PEUGEOT EXPERT 2018 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2018, Model line: EXPERT, Model: PEUGEOT EXPERT 2018Pages: 416, PDF Size: 14.27 MB
Page 22 of 416

20
Waarschuwings- resp.
verklikkerlampjeStatus
Oorzaak Acties / Opmerkingen
Airbags Brandt tijdelijk. Het lampje brandt gedurende
enkele seconden en dooft als
het contact wordt aangezet. Het lampje moet na het starten van de motor uitgaan.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats als dit niet het geval is.
Permanent. Er is een storing in een van de
airbags of de pyrotechnische
gordelspanners. Laat het systeem controleren door het PEUGEOT-
netwerk of door een gekwalificeerde werkplaats.
Airbag vóór aan
passagierszijde Permanent op het
pictogrammendisplay
voor de
veiligheidsgordels en
de airbag vóór aan
passagierszijde. De schakelaar op de zijkant van
het dashboard aan passagierszijde
staat in de stand OFF.
De airbag vóór aan
passagierszijde is gedeactiveerd.
U kunt een kinderzitje met de "rug
in de rijrichting" plaatsen, behalve
in het geval van een storing in het
airbagsysteem (brandend lampje
Airbags). Zet de schakelaar in de stand ON om de airbag vóór
aan passagierszijde in te schakelen. Bevestig in dit
geval op deze zitplaats geen kinderzitje met de "rug
in de rijrichting".
Roetfilter
(diesel)
Permanent, in combinatie
met een geluidssignaal
en een melding van de
kans op verstopping van
het roetfilter..Dit geeft aan dat het roetfilter
verzadigd begint te raken.
Ga om het roetfilter te regenereren, zodra de
omstandigheden het toelaten, met een snelheid van
minimaal 60
km/h rijden tot het lampje dooft.
Permanent, in
combinatie met een
geluidssignaal en de
melding van een te
laag additiefniveau
voor het roetfilter. Dit geeft aan dat het niveau in
het additiefreser voir te laag is.
Laat zo snel mogelijk vloeistof bijvullen door het
PEUGEOT-netwerk of door een gekwalificeerde
werkplaats.
Instrumentenpaneel
Page 125 of 416

123
Advies
Neem voor een optimale werking van deze
systemen de volgende gebruiksadviezen in
acht:
F
L
et erop dat voor een gelijkmatige
verdeling van de lucht naar het
interieur de uitstroomopening
onder de voorruit, de verschillende
luchtkanalen, ventilatieroosters en
overige uitstroomopeningen alsmede de
ventilatieopening achterin vrij blijven.
F
D
ek de zonnesensor boven in de voorruit
niet af; deze wordt gebruikt voor het
regelen van het airconditioningssysteem.
F
Z
et de airconditioning minstens één tot
twee keer per maand 5
tot 10 minuten
aan om het systeem in per fecte staat te
houden.
F
O
m te voorkomen dat de ruiten beslaan en
de luchtkwaliteit in het interieur achteruit
gaat, dient u het systeem niet te lang uit
te schakelen en langdurig gebruik van het
luchtrecirculatiesysteem tijdens het rijden
te vermijden.
F
C
ontroleer regelmatig de staat van het
interieurfilter en laat de filterelementen
periodiek vervangen. Wij raden u een gecombineerd interieurfilter
aan. Dankzij het toegevoegde speciale
actieve middel draagt het bij tot een
gezuiverde lucht voor de inzittenden en
een schoon interieur (vermindering van
allergische reacties, stank en vetaanslag).
F
L
aat de airconditioning regelmatig
controleren volgens de aanbevelingen in
het garantie- en onderhoudsboekje, om
het systeem in per fecte staat te houden.
F
G
ebruik de airconditioning niet als deze
niet koelt en raadpleeg het PEUGEOT-
netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Bij een zware belasting van de motor (trekken
van een aanhanger op een steile helling
bij een hoge buitentemperatuur) kan de
airconditioning tijdelijk worden uitgeschakeld
voor een optimale trekkracht van de motor. Ventilatieroosters
Beweeg de knop naar de buitenzijde van de
auto om het ventilatierooster te sluiten. Er kan
enige weerstand voelbaar zijn.
3
Ergonomie en comfort
Page 252 of 416

250
Brandstofadditiefniveau
(dieseluitvoering met
roetfilter)
Een te laag additiefniveau wordt
aangegeven door dit lampje in
combinatie met een geluidssignaal
en een melding op het display van
het instrumentenpaneel.
Bijvullen
Het reser voir moet snel worden bijgevuld
door het PEUGEOT-netwerk of door een
gekwalificeerde werkplaats.
Controles
Raadpleeg, tenzij anders aangegeven, het
onderhoudsschema van de fabrikant dat
betrekking heeft op de motoruitvoering van
uw auto voor het controleren van bepaalde
onderdelen.
Laat de controles eventueel uitvoeren door
het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
12V-accu
De accu is onderhoudsvrij.
Niettemin is het raadzaam om regelmatig
te controleren of de accupoolklemmen
goed vastzitten (bij uitvoeringen zonder
snelsluiting voor de accupoolklemmen) en
of de aansluitingen schoon zijn.
Raadpleeg voordat u werkzaamheden
uitvoert aan de 12V-accu de
desbetreffende rubriek voor
meer informatie en de te nemen
voorzorgsmaatregelen.
Luchtfilter
Raadpleeg het onderhoudsschema
van de fabrikant voor het
vervangingsinterval van dit
onderdeel. Als de omgeving (veel stof...) en het gebruik
(veel stadsverkeer...) daartoe aanleiding
geven, moeten het twee keer zo vaak
worden vervangen
.
Interieurfilter
Raadpleeg het onderhoudsschema
van de fabrikant voor het
vervangingsinterval van dit
onderdeel.
Als de omgeving (veel stof...) en het gebruik
(veel stadsverkeer...) daartoe aanleiding
geven, moeten het twee keer zo vaak
worden vervangen .
Oliefilter
Laat bij het olie ver versen tevens het
oliefilter vervangen.
Raadpleeg het onderhoudsschema
van de fabrikant voor het
vervangingsinterval van dit
onderdeel.
Een verstopt interieur filter kan de
prestaties van de airconditioning verstoren
en onaangename geuren veroorzaken.
Praktische informatie
Page 253 of 416

251
Roetfilter (diesel)
Als het roetfilter verzadigd begint te
raken, wordt u hierop geattendeerd
door het tijdelijk branden van dit
lampje in combinatie met een
waarschuwingsmelding over het
risico van verstopping van het filter.
Ga om het roetfilter te regenereren, zodra
de omstandigheden het toelaten, met een
snelheid van minimaal 60
km/h rijden tot
het lampje dooft.
Als het lampje blijft branden, is het
minimum dieseladditiefniveau bereikt.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over het controleren van
de niveaus . Bij een nieuwe auto kunt u de eerste paar
keer dat het roetfilter geregenereerd wordt
een brandlucht ruiken; dit is volkomen
normaal.
Als langdurig met zeer lage snelheid wordt
gereden of de motor langdurig stationair
draait, kan bij gasgeven soms waterdamp
uit de uitlaat komen. Dit heeft geen invloed
op de prestaties en heeft geen gevolgen
voor het milieu.
Handgeschakelde
versnellingsbak
De versnellingsbak is onderhoudsvrij
(olie verversen niet noodzakelijk).
Automatische transmissie
De transmissie is onderhoudsvrij
(olie verversen niet noodzakelijk).
Remblokken
De slijtage van de remblokken is
sterk afhankelijk van de rijstijl, vooral
bij stadsverkeer en veel korte ritten.
Hierdoor kan het noodzakelijk blijken
om de remblokken vaker, tussen
twee onderhoudscontroles door, te
laten controleren.
Als het remsysteem vrij is van lekkages, duidt
een te laag remvloeistofniveau erop dat de
remblokken versleten zijn.
Elektronisch gestuurde versnellingsbak
De versnellingsbak is onderhoudsvrij
(olie verversen niet noodzakelijk).
Parkeerrem
Als de parkeerrem een te grote
slag heeft of als het systeem
minder goed werkt, moet de
parkeerrem, zelfs tussen twee
onderhoudsbeurten door, worden
afgesteld.
Laat het systeem controleren door het
PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
7
Praktische informatie
Page 407 of 416

309
Laadschot ....................................................................11 2
Laadzone ........................................................... 3
9 - 40, 62
Laden accu
.......................................................... 289-290
Lampen (vervangen)
..........................272-273, 278, 280
Lamp vervangen (achterdeuren)
...............................278
Lamp vervangen (kofferklep)
.....................................280
Lane Departure Warning System (LDWS)
......... 2
6, 222
Lekke band
.......................................................... 260-265
Lendensteun .................................................................. 88
Lichtschakelaar
.................................................... 26, 13 0
Lokaliseren van de auto
............................................... 43
Luchtfilter (vervangen)
................................................ 250
Luchttoevoer (bediening)
.............................117-11 8 , 12 0
Luchtrecirculatie
........................................... 11
7-11 8 , 12 0
Luchtverdeling
...................................................... 117-11 8L
Make-upspiegel .......................................................... 109
Matten .................................................................. 108, 181
Meldingen
...................................................................... 32
Menu
........................................................................\
...... 13
Menu's (audio)
..................................................... 4-5, 4-6
Menustructuren display
................................................ 13
Milieu
...................................................................... 4 6, 127
Mistachterlicht
.................................... 1
31, 278, 280, 282
Mistlampen vóór
....................26, 131, 134-135, 274, 277
Moduwork
................................................................ 94-97
Monteren allesdragers
........................................ 24
3 -244
Motoren ........................................................................\
294
Motorkap
...................................................................... 246
Motorkap, openen
....................................................... 24
6
Motorkapsteun
............................................................ 246
Motorolie
........................................................ 15, 248-249
Motoroliedruk
................................................................ 15
Motorolieniveaumeter
................................................... 30
Motorolieniveau, controle
............................................. 30
Motorruimte
................................................................. 247
M P3
(CD)
....................................................................... 10
M
ultifunctioneel display (met autoradio)
........................4M
Niveau brandstofadditief diesel ..........................250-251Niveau koelvloeistof ........................................... 2 9 -30, 249Niveau koplampsproeiervloeistof .....................140, 249
Niveau remvloeistof .................................................... 249
Niveau ruitensproeiervloeistof
.........................140, 249
Niveaus controleren
............................................ 24
7, 249
Niveaus en controles
.......................................... 247, 249
Niveau stuurbekrachtigingsvloeistof
..........................249
Noodbediening achterklep
........................................... 8
0
Noodbediening portieren
............................ 4
4 - 4 5 , 57- 5 9
Noodoproep
........................................................ 14
3 -14 4
Noodprocedure starten
.............................................. 288
Noodremassistentie
.................................... 145 -14 6, 2 21
Nulstelling dagteller
~ Dagteller resetten
............................................. 33
-34
N
Oliefilter (vervangen) .................................................. 250
Olieniveau ...................................................... 3
0, 248-249
Oliepeilstok
.................................................... 30, 248-249
Olieverbruik
......................................................... 248-249
Onderhoudscontroles
................................................... 27
Onderhoudsindicator
.............................................. 2 7, 2 9
Onderhoudsindicator resetten
.....................................29
Ontdooien
............................................................. 8 6, 120
Ontgrendelen
................................. 39-42, 46-48, 50-54
Ontgrendelen van binnenuit
........................61- 62, 67-70
Ontluchten brandstofsysteem
....................................257
Ontwasemen
............................................................... 12
0
Opbergvakken
................. 9
4, 98, 10 6 -107, 10 6 -109, 110
Opbergvakken portieren .....................................108, 110
Openingshoek 90/180/250°
......................................... 78
O
pschakelindicator
..................................................... 18
8
Opslaan van de snelheid
............................................ 202
Overzicht gewichten
..........................295-296, 298-299
Overzicht zekeringen
.......................................... 283-287O
Parkeerhulp achter ............................................. 22 7-229
Parkeerhulp achter met grafische weergave en geluidssignalen
..........................228-229
Parkeerhulp vóór
................................................. 228-229
Parkeerlichten
....................130, 273 -275, 278, 280, 282
Passagiersairbag
.......................................................... 20
Passagiersairbag uitschakelen
..................15 4, 159 -16 0
PEUGEOT Connect Nav
................................................ 1
PEUGEOT Connect Radio
............................................. 1
Plafonniers
.......................................... 128 -12 9, 279, 282
Plancher cabine
.......................................................... 282
Portieren
........................................................................\
63
Portieren openen
........................... 3
9, 50, 63, 66 -70, 79
Portieren ontgrendelen ............................................6 8 -70
Portieren sluiten
............ 50, 54-55, 63 - 66, 69 -70, 77-79
Profielen
.................................................................. 3 4, 18
Programmeerbare verwarming
.................... 81, 125 -127
Pyrotechnische gordelspanners
................................ 15
3
P
Radio ................................................. 23 -24, 27, 7, 11, 4- 6
Radiozender .................................................... 23 -25, 7, 4
RDS
..................................................................... 2
4-25, 7
Regelmatige controles
........................................ 250-252
Regeneratie roetfilter
.................................................. 2 51
Remblokken
........................................................ 2
51-252
Remlichten ........................................................... 278-282
Remmen
.................................................. 14, 19, 251-252
Remschijven
........................................................ 251-252
Reservewiel
....................... 234, 260, 266-268, 271, 305
Reservoir koplampsproeiers
......................................249
Reservoir ruitensproeiers
........................................... 249
Resetten bandenspanningscontrolesysteem
........... 23
5
Resetten van het traject
................................................ 36
Richtingaanwijzers
........... 2
6, 132, 273, 276 -278, 280, 282
Rijadviezen
........................................................... 17
6 -178
Rijverlichting
................................................................ 13 0
Roetfilter
.............................................................. 25
0-251
Ruitensproeier achter
................................................. 13 9
Ruitensproeiers
........................................................... 140R
.
Trefwoordenregister