Peugeot iOn 2011 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2011, Model line: iOn, Model: Peugeot iOn 2011Pages: 164, PDF Size: 4.9 MB
Page 121 of 164

9
i
Onderhoud
119
Controles Controleer, tenzij anders aangegeven, de onderdelen aan de hand van het onderhoudsboekje.
Laat anders de controles uitvoeren door het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Interieurfilter
Laat het filter periodiek ver vangen
volgens de in het onderhoudsboekje
aangegeven intervallen.
Als de omgeving (veel stof...) enhet gebruik (veel stadsverkeer...) daartoe aanleiding geven, moet het filter twee keer
zo vaak ver vangen worden. Een verstopt interieurfilter kan de prestaties
van de airconditioning verstoren en
onaan
gename geuren veroorzaken.
De slijtage van de remblokken
is sterk a
fhankelijk van de rijstijl,
vooral bij stadsverkeer en veel kor teritten. Hierdoor kan het noodzakelijk
blijken om de remblokken vaker, tussen twee
onderhoudscontroles door, te laten controleren.
Als het remsysteem vrij is van lekkages, duidteen te laag remvloeistofniveau erop dat de
rem
blokken versleten zijn.
Remblokken
Gebruik uitsluitend door PEUGEOTaanbevolen producten of gelijkwaardige kwaliteitsproducten. Om de werking van belangrijke organenals het remsysteem te optimaliseren,selecteer t en biedt PEUGEOT specifieke producten aan.
Handrem
Als de handrem een te grote slagheeft of als het systeem minder goed
werkt, moet de handrem zelfs tussen
twee onderhoudscontroles door worden afgesteld.Laat het systeem controleren door het PEUGEOT- net wer k of een gekwalificeerde werkplaats.
Staat van remschijven /
remtrommels
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats voor
informatie over het controleren van
de slijtage van de remschijven en/of
remtrommels.
Page 122 of 164

Technische gegevens
120
MODEL:MOTOR EN TRACTIEBATTERIJ
Type variant uitvoering:1 N ZK Z Z
ElektromotorY4F1
Technologie Synchrone elektromotor met permanente neodymium magneten
Maximum vermo
gen: EU (kW)
49
Toerental bi
j maximum vermogen (tr/min)2500 - 8000
Maximum koppel: EU
(Nm)
18 0
Toerental bij maximum koppel (tr/min)0 - 2500
TractiebatterijLithium-Ion
Capaciteit
(kWh)
16
Normaal laadsysteem
Spanning (V)
220
Laadtijd (*)(**):
- 16 A
- 13 A
- 1
0 A
6 uur
7 uur
9 uur
Snellaads
ysteem
Spanning (V)330
Laadti
jd (80% van max. capaciteit) **
30 minuten
*
Afhankeli
jk van het lokale elektriciteitsnet.
**
Tijd gemeten bij een buitenluchttemperatuur tussen 20 en 25°C. De actieradius van de auto is a
fhankelijk van de klimatologische omstandigheden, de rijstijl van de bestuurder, het gebruik van elektrische uitrustingen,
de frequentie van het laden (normaal en snelladen) en de leeftijd van de tractiebatterij.
Page 123 of 164

10
!
Technische gegevens
121
GEWICHTEN (in kg)
ElektromotorY4 F1
TractiebatterijLithium-Ion
Type variant uitvoering:1 N ZK Z Z
Ledig gewicht
112 0
Ledig gewicht rijklaar
1195
Maximaal technisch toe
gestane massa totaal (MTAC)
1450
Maximaal toe
gestaan treingewicht (MTRA) 1450
Maximaal toegestane daklast
(inclusief allesdragers) 43
Montage van een trekhaak op deze auto is niet mogelijk. Het trekken van een aanhanger is niet mogelijk.
Page 124 of 164

Technische gegevens
122
Afmetingen (in mm)
Page 125 of 164

10
i
i
Technische gegevens
123
Identifi catie
De auto is voorzien van verschillende zichtbare merktekens voor de identificatie en registratie van de auto.
A. Identificatieplaatj
e. Dit plaatje is met popnagels bevestigd aan de
achterkant van de voorklep. Controleer de bandenspanning minstens één keer per maand, als de banden koud zijn.
Een te lage bandenspanning
veroorzaakt een hoger verbruik en verkleint daardoor de actieradius vande auto. B.
Sticker banden.Deze sticker is op de middenstijl aan
bestuurderszijde bevestigd.
Op de sticker staan de volgende gegevens:
- de bandenspanning (in bar),
- de specificatie van de banden,
- het type band. C. Constructeursplaat
je. Dit plaatje is met behulp van popnagels op de linker middenstijl bevestigd.
D.VIN(Voertuig Identificatie Nummer). Dit nummer is in de bagageruimte op de rand
van de rechter wielkast gegraveerd.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats voor meer informatie over het gebruik vansneeuwkettingen.
De belan
grijkste informatie op dit plaatje:
- het type auto,
- de kleurcode,
- t
ype, variant, uitvoering…
Page 126 of 164

124
Page 127 of 164

125
URGENCE-OPROEP OF ASSISTANCE-OPROEP
Page 128 of 164

126
URGENCE-OPROEP OF ASSISTANCE-OPROEP
Druk in geval van nood langer dan 2 seconden op deze
toets. Het knipperen van het groene LED-lampje en een geluidssignaal bevestigen dat de oproep naar de alarmcentrale PEUGEOT-Urgence is verstuurd * .
Door deze toets meteen opnieuw in te drukken, wordt de oproep
geannuleerd. Het groene LED-lampje dooft.
Wanneer u deze toets op een willekeuri
g moment langer dan 8 seconden ingedrukt houdt, annuleert u de oproep.
Bij het aanzetten van het contact, gaat het groene lampje 3 seconden branden. Dit duidt op een goede werking van het systeem.
Het oranje lampje knippert: er is eenstoring in het systeem.
Het oranje lampje blijft branden: denoodbatterij moet vervangen worden.
Raadpleeg in beide gevallen het PEUGEOT-netwerk.
Door deze toets meteen opnieuw in te drukken, wordt de aanvraaggeannuleerd.
Dit wordt bevesti
gd door een gesproken bericht.
Druk lan
ger dan 2 seconden op deze toets voor het
aanvragen van hulp bij het stranden van de auto.
Een
gesproken bericht bevestigt dat de oproep is
verstuurd. *
WERKING VAN HET SYSTEEM Het groene LED-lampje blijft branden (zonder te knipperen) wanneer de verbindingtot stand is gebracht. Aan het einde van het gesprek gaat het lampje uit.
Deze oproep wordt beheerd door de PEUGEOT-Urgence alarmcentrale
die de informatie over de lokalisatie van de auto ontvangt en een
waarschuwing kan zenden naar de gekwalifi ceerde hulpdiensten.
In landen waar de alarmcentrale niet operationeel is of wanneer
de lokalisatie uitdrukkelijk is geweigerd, wordt de oproep meteen
doorgestuurd naar de hulpdiensten (11 2), zonder lokalisatie.
Wanneer de elektronische eenheid airba
gs een botsing heeft
waargenomen, wordt onafhankelijk van het eventueel afgaan van
de airbags, automatisch een noodoproep gedaan.
*
Deze diensten zijn afhankelijk van bepaalde voorwaarden en beschikbaarheid.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk. Wanneer u uw auto buiten het PEUGE
OT-netwerk hebt gekocht, raden
wij u aan de aanwezigheid van deze diensten bij het netwerk te latencontroleren en eventueel confi gureren. In een meertalig land kunt u het
systeem laten confi gureren in de offi ciÎle landstaal van uw voorkeur.
Om technische redenenen, zoals het verbeteren van de diensten
PEUGEOT CONNECT aan de klant, behoudt de constructeur zich het
recht voor om op elk willekeurig moment het telematicasysteem in de auto
te wijzigen.
Als u geabonneerd bent op PEUGEOT Electric, dan beschikt u over extraservices via uw persoonlijke pagina MyPeugeot van de internetsite van PEUGEOT voor uw land; surf hiervoor naar www.peugeot.com.
Page 129 of 164

127
Het systeem is zodanig gecodeerd dat het alleen in uw
auto werkt. Raadplaag het PEUGEOT-netwerk als u het systeem voor gebruik in een andere auto wilt laten confi gureren.
AUDIO-INSTALLATIE/BLUETOOTH
01 Basisfuncties
Om veiligheidsredenen mag de bestuurder handelingen
die zijn volledige aandacht vragen uitsluitend uitvoeren
bij stilstaande auto.
Enk
ele minuten na het afzetten van de motor kan de autoradio zichzelf uitschakelen om te voorkomen dat deaccu ontladen raakt.
INHOUD
02 Radio
03 Audio
04 Telefoon
05 Audio-instellingen
06 Configuratie
07 Menustructuur display
Veelgestelde vragen blz.
blz.
blz.
blz.
blz.
blz.
blz.
blz. 128
129
132
138
144
145
146
147
Na het losnemen van de accukabels moet een code
ingevoerd worden om de radio weer te kunnen gebruiken.
U kunt maximaal vi
jf pogingen doen om de code in te
voeren. Bij de laatste twee pogingen moet u 15 minuten
wachten voordat u een nieuwe poging kunt doen.
Aan het eind van dit document vindt u de sticker met decode:
Page 130 of 164

1
2
74
5
6
3
8
9
7
01
128
BASISFUNCTIES
1. Aan/uit en volumeregeling.
2. Uitwer
pen van de CD.
3. Selecteren van de
geluidsbron:
FM1, FM
@, CD, USB, AUX, Streaming.
Binnenkomend gesprek aannemen.
Lang indrukken:
- toe
gang tot het logboek gesprekken van
de gekoppelde telefoon .
- of beëindi
gen van het telefoongesprek .
4. Selecteren van een opgeslagen
voorkeuzezender.
Radio: lang indrukken: opslaan van een
zender als voorkeuzezender.
Andere geluidsbron: zie het desbetreffendehoofdstuk.
5. Weergave van de lijst met radiozenders, de
nummers van een CD/USB.
Lang indrukken: lijst met voorkeuzezenders
wijzigen.
6. Annuleren van de bewerking.
Omhoog in de menustructuur (menu of
afspeellijst).7. A
utomatisch zoeken naar zenders in
afl opende/oplopende volgorde.
Selecteren van het vori
ge/volgende nummer
van de CD, USB.
Navigeren in een lijst.
In
gedrukt houden: snel vooruit of terug.
8. Naar het hoo
fdmenu.
9. Instellen van de audio-opties:
klankkleur, ho
ge tonen, bassen, loudness,
balans, fader, automatische volumeregeling.