ESP Peugeot iOn 2011 Handleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2011, Model line: iOn, Model: Peugeot iOn 2011Pages: 164, PDF Size: 4.9 MB
Page 3 of 164
i !
WELKOM
Symbolen
Waarschuwing:
dit symbool geeft waarschuwingen weer die u absoluut dient te respecteren omwille van uw veiligheid en die van anderen en om schade aan uw auto te voorkomen.
Informatie:
dit symbool vestigt uw aandacht opaanvullende informatie die u helpt de gebruiksmogelijkheden van uw autooptimaal te benutten.
Bescherming van het
milieu:
dit symbool verschijnt bij adviezen met betrekking tot de bescherming van het milieu.
Verwijzing:
dit symbool ver wijst naar de bladzijde
waar meer informatie over de desbetreffende functie is te vinden. Wi
j danken u voor uw keuze voor de ION, synoniem voor vertrouwen, passie en inspiratie.
De iOn is de eerste 100% elektrische auto van
PEUGEOT. D e ION stoot tijdens het rijden geen schadelijke stoffen uit en is buitengewoon stil.
Dit instructieboekje is ontwikkeld om u in de gelegenheid te stellen onder alle
omstandigheden optimaal gebruik te maken
van de mogelijkheden van uw ION.
In het eerste deel van het boekje is de
belangrijkste informatie samengevat om u in
kor te tijd ver trouwd te maken met de bedieningvan uw elektrische auto.
Ver volgens komen alle details van uw ION op het gebied van comfort, veiligheid en rijden
uitgebreid aan bod, zodat u en uw passagiersmaximaal van de auto kunnen genieten.
Uw auto kan, a
fhankelijk van het
uitrustingsniveau en de specifieke kenmerken
voor het land waarvoor uw auto bestemdis, slechts van een deel van de in dit boekje
vermelde uitrustingen zijn voorzien.
Neem voor meer in
formatie contact op met het
PEUGEOT- net wer k .
Page 6 of 164
In één oogopslag
4
Klepje van het systeem voor
normaal laden
Achter dit klepje zit de aansluiting om de batterij van de auto via het gewone elektriciteitsnet op te laden.
Klepje snellaadsysteem
Achter dit klepje zit de aansluiting om de
batteri
j van de auto via het snellaadsysteem
op te laden.
8
084
Bandenreparatieset
Met deze set, bestaande uit een compressor en een flacon met afdichtmiddel, kunt u een
noodreparatie aan een band uitvoeren.
90
Buitenzijde
ASR / ESP
Deze systemen houden uw auto in het juiste spoor binnen de grenzen van de natuurkundige
wetten.
72
Page 9 of 164
.In één oogopslag
7
Cockpit
1.
Schakelaar verlichting enrichtingaanwijzers. 2.Instrumentenpaneel.
3.Airbag bestuurder.
Claxon. 4. USB-aansluiting.
5. Openen klepje snellaadsysteem (linkerzijde
van auto).
6.Schakelaars ruitbediening en blokkerring ruitbediening passagierszijde en achterin.
7. Zekeringkast. 8.Openen klepje van systeem voor normaal
laden (rechterzijde van auto).9. Koplamphoogteverstelling
ASR-/ESP-schakelaar.10.Schakelaars bediening buitenspiegels.11. Bekerhouders. 12.
Zijventilatieroosters.13.Ventilatierooster en ruitontwaseming.
Page 12 of 164
In één oogopslag
10
Comfort
Buitenspiegels
A.
Selecteren van de buitenspiegel.B.Verstellen van de buitenspiegel.C.Inklappen / Uitklappen
42
Binnenspiegel
Uitvoering met handbediende
dag-/nachtstandinstelling
1.Selecteren van de dagstand van de spiegel.
2. Verstellen van de binnenspiegel.
43
1.
Gordel verstellen. 2.Gordel vastgespen. 3.Controle van de vergrendeling door aan degordel te trekken.
Veiligheidsgordels
73
Page 16 of 164
In één oogopslag
14
Controle tijdens het rijden
1.
Als het contact wordt aangezet, gaan de
oranje en rode waarschuwingslampjes branden. 2. Als de motor draait, gaan deze lampjes uit.
Raadplee
g de desbetreffende bladzijde als er lampjes blijven branden.
Controlelampjes
19A
. Neutrale stand.
B. Energieverbruik. C.
Zone "Eco". D.Zone "Charge".
Verbruiks-/
energieopwekkingsindicator
27
Naarmate de beschikbare hoeveelheid energie van de
tractiebatterij geringer wordt, krijgt de bestuurder vier
waarsc
huwingen achter elkaar:
- als nog slechts 2 streepjes op deenergievoorraadmeter branden gaat het symbooltje(brandstofpomp met stekker) knipperen:
de reservevoorraad wordt aangesproken.
- Het laatste streepje van de energievoorraadmeter knippert.
- Het laatste streepje gaat uit:
de actieradius wordt niet meer weergegeven,
de ver warming en de airconditioning wordenuitgeschakeld.
Waarschuwing lage
energievoorraad
- Dit symbooltje gaat op hetinstrumentenpaneel branden:
Geleidelijk aan is er steeds minder
vermogen beschikbaar.
26
Page 24 of 164
Controle tijdens het rijden
22
Controlelampjes uitgeschakelde functies
De volgende lampjes geven aan dat de desbetreffende functie handmatig is uitgeschakeld. Soms klinkt er ook een geluidssignaal.
ControlelampjeStatusOorzaakActies / Opmerkingen
PassagiersairbagBrandt constant, op demiddenconsoleDe schakelaar in het dashboardkastjestaat in de stand "OFF".De frontairbag aan passagierszijde is
uitgeschakeld.
Zet de schakelaar in de stand " ON" om de frontairbagaan passagierszijde in te schakelen. Bevestig in ditgeval op deze zitplaats geen kinderzitje met de "rug inde rijrichting".Controleer altijd de status van de passagiersairbag
voordat u de motor start.
ESP/ASRBrandt constant. De ESP/ASR-schakelaar op het
dashboard (bestuurderszijde)is ingedrukt. Het ESP/ASR is
uitgeschakeld.
L' ESP/ASR est désactivé.
ESP: Electornic Stability Program .
ASR: Anti Spin Regeling.Druk de E
SP/ASR-schakelaar op het dashboardnogmaals in om het ESP/ASR weer in te schakelen.
De systemen worden automatisch opnieuw
in
geschakeld bij het starten van de auto.
Page 26 of 164
Controle tijdens het rijden
24
ControlelampjeStatusOorzaakActies / Opmerkingen
Electronic StablilityProgram en AntiSpinRegeling(ESP/ASR)
Knippert. In werking treden van ESP/ASR.Het systeem zorgt voor maximale grip en houdt de
auto in het juiste spoor. Matig uw snelheid en pas uw rijstijl aan.
Br
andt constant. Storing in ESP/ASR. Laat de systemen door het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats controleren.
+
Een of meer portierengeopendBrandt constant, in combinatie met een geluidssignaal. Een portier of de achterklep is niet goed gesloten. Sluit het desbetreffende carrosseriedeel.
12V-accu ladenBrandt constant. Er is een storing in het
laadstroomcircuit van de 12V-accu(ver vuilde of losgeraakte klemmen,
omvormer defect…). Het lampje moet bij het starten van de motor uitgaan.
Raadplee
g het PEUGEOT-netwerk of eengekwalificeerde werkplaats als het lampje niet uitgaat.
Elektrische stuurbekrachtigingBrandt constant. Er is een storing in de de elektrischestuurbekrachtiging. Rijd voorzichtig en met lage snelheid.
Laat het systeem nakijken door het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Page 27 of 164
1
Controle tijdens het rijden
25
ControlelampjeStatusOorzaakActies / Opmerkingen
Airbags
Brandt tijdelijk. Als u het contact aanzet, gaat dit lampje een paar seconden branden en dan uit. Raadplee
g het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats als het lampje blijft branden.
Br
andt constant. Er is een storing in een van de
airbags of de pyrotechnische gordelspanners. Laat dit controleren door het PEU
GEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Beveiliging
van de
tractiebatterij
Brandt constant.De laadtoestand van de tractiebatterijis laag of de tractiebatteij is te koud... Beperking van het beschikbare vermogen.
Laad de tractiebatterij zo snel mogelijk op.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats als het lampje blijft branden.
Zelfdiagnose van
het
hoogspanningscircuit
Brandt constant. Een storing in het elektrischehoogspanningscircuit Stop onmiddellijk.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Veiligheidsgordelvóór niet vastgemaakt /
losgemaaktt
Brandt eerst constanten gaat dan knipperen
in combinatie met een
geluidssignaal.De bestuurder en/of de passa
gier
voorin heeft zijn veiligheidsgordel niet
vastgemaakt of losgemaakt. Doe de
gordel om en steek de gesp in degordelsluiting.
Veiligheidsgordelrechtachter los
Brandt constant. De rechter achterpassagier heeft zijn
veiligheidsgordel niet vastgemaakt of
losgemaakt.
Doe de gordel om en steek de gesp in degordelsluiting. Veiligheidsgordellinksachter los
Brandt constant. De linker achterpassagier heeft zijn
veiligheidsgordel niet vastgemaakt of
losgemaakt.
Page 28 of 164
Controle tijdens het rijden
26
Energievoorraadindicator
Weergave
Naarmate de beschikbare hoeveelheid energie
van de tractiebatterij geringer wordt, krijgt debestuurder vier waarschuwingen achter elkaar:
- als nog slechts 2 streepjes op deenergievoorraadindicator branden, gaat hetsymbooltje (brandstofpomp met stekker)knipperen: de reser vevoorraad wordt
aangesproken.
- Het laatste streepje van deenergievoorraadindicator knippert.
- Het laatste streepje gaat uit: de actieradius
wordt niet meer weergegeven, de
ver warming en de airconditioning wordenuitgeschakeld.
Waarschuwing lage energievoorraad
- Dit symbooltje gaat op het
instrumentenpaneel branden:
geleidelijk aan is er steedsminder vermogen beschikbaar. De laadtoestand van de tractiebatteri
j wordt
voortdurend op het instrumentenpaneel
weergegeven.
Page 70 of 164
!
Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
68
De onjuiste bevestiging van een kinderzitjebrengt de veiligheid van het kind in gevaar in geval van een botsing. Wanneer u een kinderzitje met de veiligheidsgordelin de auto installeert, let er dan wel op dat degordel goed gespannen is; het zitje moet namelijkstrak aan de autostoel zijn bevestigd.
Zorg er voor dat de veiligheidsgordels of het tuigje van het kinderzitje, zelfs bij kor te ritten,worden vastgemaakt waarbij de speling ten opzichte van het lichaam van het kind zoveelmogelijk moet worden beperkt.
Zorg er voor een optimale bevestiging van hetkinderzitje "met het gezicht in de rijrichting"voor dat de rugleuning van het zitje tegen derugleuning van de stoel van de auto aandrukt en dat de hoofdsteun geen belemmering vormt. Als de hoofdsteun verwijderd moetworden, berg deze dan zorgvuldig op om te voorkomen dat de hoofdsteun door de autovliegt bij krachtig afremmen.
Kinderen jonger dan 10 jaar mogen niet met hetgezicht in de rijrichting op de passagiersstoel voor worden ver voerd, behalve als de achterzitplaatsen albezet zijn door andere kinderen of als de achterbank niet bruikbaar, neergeklapt of verwijderd is. Schakel de airbag aan passagierszijde *uit zodra een kinderzitje met de rug in derijrichting op de voorstoel wordt geplaatst. Het kind kan anders bij het afgaan van de airbag levensgevaarlijk gewond raken.
Adviezen voor kinderzitjes
Plaatsen van eenstoelverhoger
Het bovenste gedeelte van de
veiligheidsgordel moet over de schouder van het kind liggen zonder de hals te raken.Controleer of de heupgordel goed over de bovenbenen van het kind ligt. PEUGEOT beveelt aan een stoelverhoger met rugleuning te gebruiken voorzienvan een gordelgeleider ter hoogte van de schouder.Laat uit veiligheidsoverwegingen:- geen kinderen zonder toezicht achter in een auto,- nooit een kind of een dier in een autoachter wanneer alle ruiten gesloten zijn en de auto in de zon staat,- de sleutels nooit binnen bereik van de kinderen achter in de auto.Gebruik de kindersloten om te voorkomendat de por tieren per ongeluk geopendworden. Zorg er voor dat de achterzijruiten nietverder dan voor 1/3 deel geopend worden. Plaats zonneschermen om uw jonge kinderen tegen de zon te beschermen.
*
Volgens land van bestemming en de wetgeving in uw land.
Kinderslot
Elk achterportier is voorzien van een kinderslot
om het openen van binnenuit te verhinderen.
De knop bevindt zich op de zi
jkant van beide
achterportieren.
Vergrendelen
)Beweeg de knop Aomlaag in stand 1.
Ontgrendelen
)Beweeg de knop Aomhoog in stand 2.