alarm Peugeot iOn 2018 Handleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2018, Model line: iOn, Model: Peugeot iOn 2018Pages: 136, PDF Size: 5.83 MB
Page 4 of 136
2
.
.
Instrumentenpaneel 7
Waarschuwings- en verklikkerlampjes 7
I
ndicator laadtoestand tractiebatterij
1
4
Energieverbruiks-/
energieopwekkingsindicator
14
Kilometerteller
15
Dagteller
15
Dimmer dashboardverlichting
1
6
Onderhoudsindicator
16
Actieradiusindicator
18Sleutel met afstandsbediening
1
9
Portieren
2
1
Achterklep
21
Ruitbediening
22
Klepjes laadsystemen
2
3
Voor stoelen
24
Achterbank
25
Spiegels
26
V
oorzieningen interieur
2
7
Ventilatie
29
Verwarming
31
Airconditioning
32
Ontwasemen – ontdooien voorruit en
voorste
zijruiten
3
4
Ontwasemen – ontdooien achterruit
3
4
Afstandsbediening
3
4Lichtschakelaar
4
0
Automatische verlichting
4
2
Koplampen in hoogte verstellen
4
2
Ruitenwisserschakelaar
4
2
Plafonnier
4
3
Algemene aanbevelingen met
betrekking tot de veiligheid
4
5
Alarmknipperlichten
46
Automatisch inschakelen van de remlichten
4
6
Claxon
46
Geluidssignaal voor voetgangers
4
6
Noodoproep of pechhulpoproep
4
7
Remhulpsystemen
48
Stabiliteitscontrolesystemen
49
Verklikkerlampje verminderde werking
motorrem
50
Veiligheidsgordels
51
Airbags
54
Kinderzitjes
57
Uitschakelen van de airbag vóór
aan
passagierszijde
5
8
ISOFIX-kinderzitjes
63
Kinderbeveiliging
67
Overzicht
Instrumentenpaneel Toegang
Ergonomie en comfort Veiligheid
Verlichting en zicht
Eco-rijden
Inhoudsopgave
Page 7 of 136
5
Cockpit (vervolg)1
Instrumentenpaneel
Verklikkerlampjes
Meters:
-
i
ndicator laadtoestand tractiebatterij
-
energieverbruiks-/
energieopwekkingsindicator
-
snelheidsmeter
-
kilometerteller
-
dagteller
-
d
immer dashboardverlichting
-
onderhoudsindicator
-
actieradiusindicator
2
Lichtschakelaar
Richtingaanwijzers
Automatisch inschakelen van de remlichten
3
Buitenspiegels
Koplamphoogteverstelling
Geluidssignaal voor voetgangers
4
Ruitenwisserschakelaar
5
Alarmknipperlichten
6
Noodoproep of pechhulpoproep
7
Contactslot, starten/afzetten van de auto
8
Claxon
.
Overzicht
Page 15 of 136
13
Waarschuwings- resp. verklikkerlampjeStatusOorzaak Acties/Opmerkingen
Richtingaanwijzer
links Knippert, met
geluidssignaal. De lichtschakelaar is naar beneden
bewogen.
Richtingaanwijzer
rechts Knippert, met
geluidssignaal. De lichtschakelaar is naar boven bewogen.
AlarmknipperlichtenKnippert, met
geluidssignaal.De schakelaar voor de alarmknipperlichten
op het dashboard is ingedrukt.De richtingaanwijzers links en rechts en de bijbehorende
verklikkerlampjes knipperen tegelijkertijd.
Parkeerlicht en/of
dimlichtPermanent.
Het parkeerlicht en/of dimlicht is
ingeschakeld.
Mistlampen vóór Permanent. De mistlampen vóór zijn ingeschakeld met
de ring van de lichtschakelaar. Draai de ring twee standen naar achteren
om de mistlampen vóór uit te schakelen.
Grootlicht Permanent. U hebt de lichtschakelaar naar u toe
getrokken. Trek aan de lichtschakelaar om terug te
schakelen naar dimlicht.
Verminderde
motorremwerking Knippert.
Omdat de tractiebatterij volledig is
opgeladen, is de motorremwerking tijdelijk
verminderd. Anticipeer zo goed mogelijk op het remmen:
gebruik het rempedaal om de auto af te
remmen of volledig tot stilstand te brengen.
Ready
(klaar om te rijden)
Brandt permanent, in combinatie
met een geluidssignaal als het
gaat branden.De auto is klaar om weg te rijden, u kunt het
gaspedaal intrappen.
Het lampje brandt net zo lang als het
systeem onder spanning staat.
Groene lampjes
Zwarte lampjes Blauwe lampjes
1
Instrumentenpaneel
Page 48 of 136
46
Alarmknipperlichten
F Wanneer u deze rode knop indrukt, knipperen alle vier de richtingaanwijzers tegelijkertijd.
De alarmknipperlichten werken ook als het
contact is afgezet.
Automatisch inschakelen
van de remlichten
De remlichten gaan in bepaalde gevallen
automatisch branden als u het gaspedaal
loslaat.
Dit is afhankelijk van de mate van deceleratie.
Geluidssignaal voor
voetgangers
(Afhankelijk van de uitvoering.)
Met dit systeem worden voetgangers
geattendeerd op het naderen van de auto.
Als de auto wordt gestart, gaat het lampje van de
toets gedurende enkele seconden branden om
aan te geven dat het systeem is geactiveerd.
Werking
Claxon
F Druk op het middelste gedeelte van het stuurwiel. Het geluidssignaal voor voetgangers is te horen
bij een wagensnelheid van 0 tot 35
km/h.
Uitschakelen
Bij bepaalde rijomstandigheden kunt u het
systeem uitschakelen.
Druk op deze toets.
Het lampje van de toets gaat branden en het
geluidssignaal stopt.
Wanneer u hier nog een keer op drukt, wordt
het systeem weer ingeschakeld.
Het lampje van de toets gaat uit. Schakel het systeem alleen uit als u in een
gebied rijdt waar weinig voetgangers zijn.
Het systeem wordt automatisch opnieuw
ingeschakeld bij iedere nieuwe start.
Storing
Bij een storing in het systeem gaat het lampje
van de toets branden. Neem contact op met
het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats om het systeem te laten
controleren.
Veiligheid
Page 49 of 136
47
Noodoproep of
pechhulpoproep
Peugeot Connect SOS-noodoproep
* In overeenstemming met de algemene gebruiksvoor waarden, die u bij uw
verkooppunt kunt opvragen, en de
technische beperkingen van het systeem
** Afhankelijk van de geografische dekking van "Peugeot Connect SOS", "Peugeot Connect
Assistance" en van de officiële landstaal die
door de eigenaar van de auto is gekozen.
De lijst van de landen waar het systeem
werkzaam is en de lijst van beschikbare
diensten PEUGEOT CONNECT kunt u bij uw
verkooppunt opvragen of op de website voor
uw land bekijken.
Druk in geval van nood langer
dan 2 seconden op deze toets.
Het knipperen van het groene ledlampje en een
geluidssignaal bevestigen dat de oproep naar
de alarmcentrale "Peugeot Connect SOS"* is
verstuurd. Door deze toets meteen opnieuw
in te drukken, wordt de oproep
geannuleerd.
Het groene ledlampje dooft.
Het groene ledlampje blijft branden (zonder te
knipperen) wanneer de verbinding tot stand is
gebracht.
Aan het einde van het gesprek gaat het lampje uit.
de oproep meteen doorgestuurd naar de
hulpdiensten (112), zonder lokalisatie.
"Peugeot Connect SOS" lokaliseert
onmiddellijk uw auto, spreekt u toe in uw
landstaal** en roept indien nodig de hulp in van
de bevoegde hulpdiensten**. In landen waar de
alarmcentrale niet operationeel is of wanneer
de lokalisatie uitdrukkelijk is geweigerd, wordt Als een aanrijding wordt gedetecteerd
door de elektronische eenheid airbags,
wordt ongeacht of er airbags worden
geactiveerd automatisch een noodoproep
verstuurd.
Indien u gebruikmaakt van de dienst
Peugeot Connect Packs met SOS-pakket
en pechhulpser vice, beschikt u over
aanvullende diensten via uw persoonlijke
pagina op de website voor uw land.Werking van het systeem
Bij het aanzetten van het
contact gaat het groene lampje
3
seconden branden. Dit duidt
op een goede werking van het
systeem.
Het knipperen en vervolgens
doven van het oranje lampje duidt
op een storing in het systeem.
Als het oranje lampje blijft branden, moet de
noodbatterij worden vervangen.
In beide gevallen kan er mogelijk geen
noodoproep of pechhulpoproep worden
verstuurd.
Raadpleeg zo snel mogelijk een erkend
reparateur.
Bij een storing in het systeem kan er wel
met de auto worden gereden.
Peugeot Connect
Assistance-pechhulpoproep
Druk langer dan 2 seconden op
d eze toets voor het aanvragen
van hulp bij het stranden van de
auto.
Een gesproken bericht bevestigt dat de oproep
is verstuurd**.
Door deze toets meteen opnieuw
in te drukken, wordt de oproep
geannuleerd.
5
Veiligheid
Page 107 of 136
105
Slepen van de auto
Procedure voor het slepen van uw auto met
behulp van een vast sleepoog.Algemene aanwijzingen
Volg de huidige wetgeving in uw land op.
Controleer of het gewicht van de
trekkende auto hoger is dan van de auto
die wordt gesleept.
Er moet iemand achter het stuur wiel van
de gesleepte auto blijven zitten. Deze
persoon moet beschikken over een geldig
rijbewijs.
Gebruik bij het slepen met 4 wielen op de
grond altijd een goedgekeurde sleepstang;
touwen en riemen zijn verboden.
De bestuurder van de slepende auto moet
voorzichtig wegrijden.
Als de auto wordt gesleept met
uitgeschakelde motor, werken ook de rem-
en stuurbekrachtiging niet.
Schakel in de volgende gevallen een
professioneel bergingsbedrijf in:
-
a
ls de auto is gestrand op de
autosnelweg of autoweg,
-
b
ij auto's met vier wielaandrijving,
-
a
ls het niet mogelijk is de
versnellingsbak in de neutraalstand te
zetten, het stuurslot te ontgrendelen of
de parkeerrem vrij te zetten,
-
b
ij takelen met slechts twee wielen op
de grond,
-
b
ij het ontbreken van een
goedgekeurde sleepstang.
Slepen van uw auto
Het sleepoog is onder de voorbumper aan het
chassis gelast.
F
Be
vestig de sleepstang.
F
S
tart de auto (lampje "Ready" brandt).
F
Z
et de transmissie met de selectiehendel in
de stand N .
F
Z
et de parkeerrem vrij.
F
S
chakel de alarmknipperlichten van uw
auto
in.
F
L
aat de auto slepen met een snelheid van
maximaal 30
km/h en over een afstand
van hoogstens 30
km.
Als deze aanwijzingen genegeerd worden,
bestaat er kans op ernstige schade aan
het remsysteem en/of de elektromotor.
Slepen van een andere auto
Uw auto mag nooit gebruikt worden om
een andere auto te slepen.
8
Storingen verhelpen
Page 127 of 136
111
12V- ac c u ....................................... 85-86, 88-89
AAansluiting 12V .......................................... 27-2 8
ABS ........ ......................................................... 48
ABS met elektronische remdrukregelaar
....... 48
A
ccessoires ..................................................... 45
Accu
.................................................................. 9
Achtercompartiment
....................................... 84
Achterklep sluiten
......................................21-22
Achterlichten
...............................
....................99
Achterruitverwarming
..................................... 34
Achteruitrijlicht
.............................................. 10 0
Actieradius
................................................ 15, 18
Afmetingen
.................................................... 108
Afstandsbediening
.............................. 20,
34-39
Airbags
...............................
.............9, 54 , 58-59
Airbags vóór
........................................ 54-56, 59
Airconditioning
.......................................... 30-33
Alarmknipperlichten
........................................ 46
A
ntiblokkeersysteem (ABS)
............................48
Antispinregeling (ASR) ~ Antislipregeling
...... 49
A
utomatisch branden remlichten
.................... 46
A
utomatisch inschakelen verlichting
..............42
Automatisch uitschakelen van de verlichting ......42
BBanden ................ .............................. 70 -72, 109
Bandenreparatieset .................................. 90-93
Bandenspanning
............................... 70 -72, 109
Bandenspanningscontrole (met set)
......... 9
0-93
Bandenspanning te laag (detectie)
...........70 -72
Bekerhouder
..............................
.....................27
Binnenspiegel ................................................. 27
Bluetooth (handsfree set) .................................6
Buitenspiegels ................................................. 26
CCD MP3 ......................................................... 3- 4
CD-/MP3-speler ............................... .............3-4
Claxon
............................................................. 46
Controle-eenheid
...............................
.............77
Controles
............................................. 84,
86 - 87
DDerde remlicht ............................................... 10 0
Detectie te lage bandenspanning ~
Bandenspanning, detectie
......12, 17-18 , 70 -72
Dimlicht
........................................................... 98
Dimmer dashboardverlichting ~ Dashboardverlichting (dimmer)
............15 -16
Display
....................................................... 15 -16
EElectronic Stability Program (ESP) ................49
E lektromotor .................................................. 10 6
Elektronische remdrukregelaar (REF) ~ Electronic Brake
Force Distribution (EBD)
..............................48
Elektronische startblokkering ~ Startblokkering, elektronische
............ 19
-20
GGeluidssignaal voor voetgangers ...................46
Gewichten ..................................................... 10
7
Grootlicht
................................................... 13,
97
HHandsfree set .................................................... 6
Hoofdsteunen ............................................ 24-26
Hoofdsteunen verstellen
.................................24
Hulpoproep
................................................ 47- 4 8
IIdentificatie (stickers) .................................... 109
Identificatiegegevens .................................... 109
Indeling interieur ~ Interieurindeling
...............27
Inklappen/uitklappen buitenspiegels ~
Buitenspiegels, in- en uitklappen
.................27
Instrumentenpaneel
.......................................... 7
Interieurfilter
.................................................... 86
Interieurfilter (vervangen)
...............................86
ISOFIX
............................................................ 64
ISOFIX (bevestigingen) .............................63, 65
ISOFIX-bevestigingen
..............................63, 65
ISOFIX-kinderzitjes ................................... 63-65
KKentekenplaatverlichting ..............................10 0
Kilometerteller ................................................. 15
Kinderbeveiliging
...................................... 65, 67
Kinderen
.................................................... 62- 65
.
Trefwoordenregister