dashboard Peugeot Partner 2010 Handleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2010, Model line: Partner, Model: Peugeot Partner 2010Pages: 183, PDF Size: 6.6 MB
Page 88 of 183

85
VEILIGHEID
4
Airbags
Gebruiksvoorschrift
Maak er een gewoonte van om normaal rechtop in de voorstoelen te zitten.
Draag altijd een correct afgestelde veiligheidsgordel.
Zorg dat er zich niets bevindt tussen de airbag en de inzittenden (kinderen, huisdieren, objecten...). Dit kan de goede werking van de airbag belemmeren en/of de inzittende bij het opblazen van de airbag verwonden.
Laat na een aanrijding of diefstal van uw auto de airbagsystemen controleren.
Het is beslist niet toegestaan om werkzaamheden uit te voeren aan airbagsystemen, raadpleeg hiervoor het PEUGEOT -netwerk.
Zelfs als alle bovenstaande voorschriften worden nageleefd, blijft de kans bestaan op letsel of lichte brandwonden aan het hoofd, de borst of de armen als de airbag wordt geactiveerd. De airbag wordt namelijk zeer snel opgeblazen (binnen enkele milliseconden) en loopt vervolgens even snel leeg, waarbij de warme gassen via de daarvoor bestemde openingen naar buiten stromen.
Zij-airbags
Bedek de stoelen uitsluitend met de goedgekeurde stoelhoezen. Deze belemmeren het activeren van de zij-airbags niet. Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk.
Bevestig nooit iets aan de rugleuning van de stoelen, dit zou bij het afgaan van de airbags kunnen leiden tot verwondingen aan armen of middel.
Ga niet onnodig dicht tegen het portierpaneel zitten.
Airbags vóór
Houd het stuurwiel niet aan de spaken vast en laat uw handen niet op het stuurwielkussen rusten.
Zorg ervoor dat de passagier zijn voeten niet op het dashboard laat rusten, hij kan anders ernstig letsel oplopen als de airbag wordt opgeblazen.
Het is raadzaam niet te roken in de auto. Als de airbag wordt opgeblazen, kunnen brandende sigaretten of een pijp brandwonden of ander letsel veroorzaken.
Verwijder het stuurwiel nooit, maak geen gaten in de stuurwielbekleding en sla er niet op.
De airbags werken alleen als het contact aan is.
De airbags werken slechts eenmaal. Als er een tweede aanrijding plaatsvindt (tijdens hetzelfde of een volgend ongeval), werken de airbags niet meer.
Het activeren van de airbags gaat gepaard met wat onschadelijke rook en een knal, als gevolg van de activering van de pyrotechnische lading die in het systeem is geïntegreerd.
De rook is niet schadelijk, maar kan voor gevoelige personen irriterend zijn.
De knal die bij de ontsteking wordt geproduceerd, kan het gehoor gedurende een korte periode enigszins verminderen.
Wanneer een kinderzitje met de rug in de rijrichting op de passagiersstoel is geplaatst, moet de airbag aan passagierszijde zijn uitgeschakeld. Zie in rubriek 4 het gedeelte "Kinderen aan boord".
Page 99 of 183

96
Motorkap openen
MOTORKAP OPENEN
Motorkapsteun
Zet om de motorkap open te houden de
motorkapsteun vast in de met een sticker
aangegeven houder in het plaatdeel aan
de linkerzijde van de auto.
Plaats voordat u de motorkap sluit
de motorkapsteun terug in de klem,
zonder te forceren.
Buitenzijde
Til de motorkap met één hand iets
op en steek uw andere hand met de
palm omlaag naar binnen, zodat u
gemakkelijk bij de haak kunt.
Duw met deze hand de veiligheidshaak
naar links. Open de motorkap.
Binnenzijde
Trek aan de hendel onder het
dashboard. De motorkap is
ontgrendeld.
Sluiten
Laat de motorkap voorzichtig zakken
en laat deze aan het einde van de
slag in het slot vallen. Controleer of de
motorkap goed vergrendeld is.
Open de motorkap liever niet als het
hard waait.
Page 103 of 183

100
Niveaus
Koelvloeistofniveau
Gebruik om ernstige motorschade
te voorkomen uitsluitend door de
constructeur aanbevolen koelvloeistof.
Als de motor warm is, wordt de
temperatuur van de koelvloeistof
geregeld door de koelventilator.
Wacht voor werkzaamheden aan het
koelsysteem ten minste 1 uur nadat
de motor gedraaid heeft, omdat de
koelventilator nog kan (gaan) werken
als de sleutel uit het contactslot is
verwijderd en het koelsysteem onder
druk staat.
Draai de dop eerst een kwart
omwenteling los om de druk te laten
dalen en te voorkomen dat de hete
koelvloeistof uit het koelsysteem spuit.
Trek, als de druk eenmaal gedaald is,
de dop los en vul koelvloeistof bij.
Laat het koelsysteem, als vaak
koelvloeistof moet worden bijgevuld,
zo snel mogelijk controleren door het
PEUGEOT-netwerk.
Vloeistofniveau stuurbekrachtiging
Controleer het niveau van de
stuurbekrachtigingsvloeistof als de
auto op een vlakke ondergrond staat
en de motor koud is. Draai de dop
met geïntegreerde peilstok los en
controleer of het niveau tussen de
merktekens MINI en MAXI staat. O m h e t fi l t e r t e r e g e n e r e r e n , w o r d t
geadviseerd zo snel mogelijk, indien
de omstandigheden dit toelaten,
gedurende minstens 5 minuten met
een snelheid van 60 km/uur of hoger te
rijden (totdat de melding op het display
verdwijnt en het verklikkerlampje
service uit gaat).
Tijdens het regenereren van het
r o e t fi l t e r , k u n n e n e n k e l e g e l u i d e n
van het relais hoorbaar zijn onder het
dashboard.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk als
de melding niet verdwijnt en het lampje
service blijft branden.
Bijvullen
Het niveau dient steeds tussen
de merktekens MINI en MAXI van
het expansievat te staan. Laat het
koelsysteem, als meer dan 1 liter moet
worden bijgevuld, controleren door het
PEUGEOT netwerk. Vloeistofniveau ruiten- en
koplampsproeiers
Wij adviseren u voor een optimale
reiniging en voor uw eigen veiligheid
de producten van PEUGEOT te
gebruiken.
Bovendien mag het vloeistofniveau
niet worden bijgevuld met of worden
vervangen door water om bevriezing te
voorkomen en een goede reiniging te
garanderen.
Inhoud reservoir ruitensproeiers:
ongeveer 4,5 liter.
Als uw auto is voorzien van
koplampsproeiers, bedraagt de inhoud
van het reservoir 7,5 liter.
Niveau brandstofadditief
(diesel met roetfilter)
Een te laag additiefniveau
wordt aangegeven door het
verklikkerlampje service in combinatie
met een geluidssignaal en een melding
op het multifunctionele display.
Als dit bij draaiende motor gebeurt,
k o m t d i t d o o r d a t h e t r o e t fi l t e r v e r s t o p t
dreigt te raken (uitzonderlijke
rij-omstandigheden: veelvuldig
stadsverkeer, lage snelheid, lange
fi l e s , . . . ) . Bijvullen
Laat het bijvullen zo spoedig mogelijk
uitvoeren door het PEUGEOT-netwerk.
Afgewerkte producten
Vermijd langdurig huidcontact met
afgewerkte olie.
Remvloeistof is schadelijk voor de
gezondheid en is een erg bijtend
middel.
Gooi afgewerkte olie, remvloeistof en
koelvloeistof niet in het riool, in het
water of op de grond, maar deponeer
deze in de daarvoor bestemde
containers bij het PEUGEOT-netwerk.
Page 121 of 183

116
Zekering vervangen
ZEKERINGEN VERVANGEN
De zekeringenkasten bevinden zich:
- in het onderste gedeelte van de linkerzijde van het dashboard
(achter het deksel),
- in de motorruimte (vlakbij de accu).
Als uw auto is voorzien van
een trekhaak of aansluitingen
voor carrosserie- en plancher
cabine-ombouw wordt een extra
zekeringenkast gemonteerd rechts
achter de scheidingswand.
In de tabellen staan alleen de
nummers van de zekeringen vermeld
die de gebruiker met behulp van
de tang en de reservezekeringen
die zich achter het opbergvakje in
de rechterzijde van het dashboard
bevinden, kan vervangen. Raadpleeg
voor alle andere werkzaamheden het
PEUGEOT-netwerk. Vervangen van een zekering
Vervang een defecte zekering altijd
door een zekering met dezelfde
stroomsterkte.
PEUGEOT is niet aansprakelijk voor
kosten van herstel van uw auto of
storingen die worden veroorzaakt door
het monteren van extra accessoires
die niet door het PEUGEOT-netwerk
aanbevolen en geleverd worden en
niet volgens de voorschriften zijn
gemonteerd. Dit geldt met name voor
apparatuur met een gezamenlijk
stroomverbruik van meer dan
10 milliampère.
Informatie voor monteurs:
raadpleeg via het netwerk de
schema's van de "Methoden" voor
volledige informatie over de zekeringen
en relais. Voordat een zekering wordt vervangen,
moet eerst de oorzaak van de storing
opgespoord en verholpen zijn.
- Gebruik de tang.
Page 122 of 183

117
SNEL WEER OP WEG
7
Zekering vervangen
ZEKERINGEN DASHBOARD
Kantel het deksel om bij de zekeringen
te komen. Zekering
F Ampère
A Functies
1 15 Ruitenwisser achter
2 - Vrij
3 5 Airbag
4 10 Airconditioning, diagnoseaansluiting, bediening
buitenspiegel, hoogteverstelling koplampen
5 30 Ruitbediening
6 30 Sloten
7 5 Plafonnier achter, kaartleeslamp vóór, dakconsole
8 20 Autoradio, display, waarschuwing lage
bandenspanning, alarm en sirene
9 30 12V-aansluiting voor en achter
10 15 Middenkolom
11 15 Contactslot (zwakstroom)
12 15 Regen- en lichtsensor, airbag
13 5 Instrumentenpaneel
14 15 Parkeerhulp, bediening automatische airconditioning,
handsfree set
15 30 Sloten
16 - Vrij
17 40 Achterrruit-/spiegelverwarming