Peugeot Partner 2011 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2011, Model line: Partner, Model: Peugeot Partner 2011Pages: 200, PDF Size: 6.5 MB
Page 181 of 200

9.45
06
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
PEUGEOT CONNECT BLUETOOTH
Het koppelen van de Bluetooth-telefoon aan het Bluetooth-systeem
van uw autoradio mag om veiligheidsredenen en vanwege het
feit dat deze handeling de volledige aandacht van de bestuurder
vraagt, uitsluitend worden uitgevoerd bij stilstaande auto en met
aangezet contact.
Druk op de toets MENU.
Er wordt een venster weer
gegeven met de tekst "Bezig met zoeken...".
A
ctiveer de functie Bluetooth van uw telefoon.
Ki
es in het menu:
- Bl
uetooth-telefoon - Audio
- Bluetooth confi
guratie
-
Zoeken via Bluetooth
De beschikbare functies zijn afhankelijk van het netwerk, de SIM-kaart en
de compatibiliteit van de gebruikte Bluetooth-apparatuur.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van uw telefoon of neem contact op met uw provider
voor meer informatie over de beschikbare functies. Een overzicht van de meest geschikte telefoons is verkrijgbaar via het netwerk. Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk.. jg p g
BLUETOOTH-TELEFOON DISPLAY C
Met het menu TELEF
OON krijgt u onder andere toegang tot de
volgende functies: Adresboek * , Logboek gesprekken, Beheer van
de koppelingen.
De eerste vier herkende telefoons worden in dit venster weer
gegeven.
Op het scherm wordt een toetsenbord
weergegeven: voer een code van
minimaal 4 ci
jfers in.
Bevesti
g met OK.
Op het scherm verschijnt "Koppeling Naam_telefoon geslaagd".
Selecteer in de li
jst de te koppelen telefoon. U kunt slechts één
telefoon per keer koppelen.
Op het scherm van de geselecteerde telefoon wordt een
bericht weergegeven: voer, om de koppeling te accepteren, in de telefoon dezelfde code in en bevestig vervolgens met OK.
De toegestane automatische verbinding wordt geactiveerd nadat
de telefoon is geconfi gureerd.
Het adresboek en het logboek gesprekken zijn na de
synchronisatie beschikbaar.
KOPPELEN VAN EEN TELEFOON
U kunt ook via de tele
foon de koppeling tot stand brengen.
(AFHANKELIJK VAN MODEL EN UITVOERING)
*
Als uw telefoon volledi
g compatibel is.
Mocht de koppeling niet gelukt zijn dan kunt u het, gggg
een onbeperkt aantal keren, nogmaals proberen.
Page 182 of 200

9.46
06
2
1
2
2
3
EEN GESPREK ONTVANGEN
verschijnen van een venster op het multifunctionele display. Start de koppelingsprocedure tussen de telefoon
en de auto. Deze procedure kan gestart worden via
h
et telefoonmenu van de auto of via het toetsenbord
van de telefoon; zie hiervoor de eerder beschrevenstappen 1 t/m 10. Tijdens de koppeling moet de autostilstaan en het contact aanstaan.
Selecteer in het telefoonmenu de te ko
ppelen telefoon.
Het audios
ysteem wordt automatisch verbonden met de zojuistgekoppelde telefoon.
Selecteer met behulp van de
toetsen de knop JA op het scherm
en bevestig met OK.
Druk op de toets
OK op het stuurwiel om het gesprek te accepteren.
BLUETOOTH STREAMING AUDIO
Draadloze overdracht van muziekbestanden van de telefoon naar
het audiosysteem van de auto. De telefoon moet de desbetreffende
Bluetooth-profi elen (A2DP/AVRCP) kunnen ondersteunen.
*
In sommige gevallen moet het afspelen van audiobestanden via het
toetsenbord worden geactiveerd.
**
Al
s de telefoon deze functie ondersteunt.
Activeer de bron
Streaming door opde toets SOURCE *
te drukken. Via
de toetsen op het bedieningspaneel
van de radio en de bediening op het
stuurwiel kunt u op de gebruikelijke
wijze de muziekstukken aansturen ** .
De informatie over de muziekstukkenkan op het display worden
weergegeven.
PEUGEOT CONNECT BLUETOOTH
BELLEN
Selecteer in het menu Bluetooth-telefoon - Audio, Beheer van het
telefoongesprek en vervolgens Bellen, Logboek gesprekken of
Adresboek.
Druk gedurende meer dan twee seconden op het uiteinde van de hendel aan de stuurkolom om
toegang te krijgen tot uw adresboek.
Of
Gebruik, als de auto stilstaat, het toetsenbord van
uw telefoon om een nummer in te voeren.
Page 183 of 200

9.47
07
1
2
3
4
5
6
7
8
CONFIGURATIE
Druk op de toets MENU.
Selecteer met de pi
jltoetsen
de functie PERSOONLIJKE
INSTELLING - CONFIGURATIE.
Druk op de toets om de selectie te
bevestigen.
Selecteer met de pi
jltoetsen
de functie CONFIGURATIE
BEELDSCHERM.Druk op de toets om de selectie te
bevesti
gen.
Druk op de toets om de selectie te
bevestigen.
Selecteer met de pijltoetsen de functie DATUM EN TIJD
INSTELLEN.
Stel de
parameters één voor één in
door deze te bevestigen met de toetsOK. Selecteer vervolgens de knop OK op het scherm om de instellingen
te bevestigen.
DATUM EN TIJD INSTELLEN
DISPLAY C
Page 184 of 200

9.48
1
08
AAls de knop op het uiteinde van deruitenwisserschakelaar meermaals wordtingedrukt, worden de verschillende functies van deboordcomputer achtereenvolgend weergegeven ophet display.
-
het tabblad "auto "
met:
●
de actieradius, het huidi
ge verbruik en de nog af te leggen afstand,
-
de stand "1"(traject 1) met:
●
de
gemiddelde snelheid, het gemiddelde verbruik en de afgelegde
afstand berekend over het traject "1" ,
- de stand "2"(traject 2) met dezelfde gegevens voor een tweede
traject.
ENKELE DEFINITIES
Op 0 zetten
Druk de knop langer dan twee seconden in zodra het gewenste
traject wordt aangegeven.
BOORDCOMPUTER
Actieradius:in deze stand geeft de computer aan hoeveel kilometer u
nog met de resterende hoeveelheid brandstof kunt rijden, berekend op
basis van het gemiddelde verbruik over de laatste afgelegde kilometers.
De weergegeven waarde kan sterk vari
ëren door een verandering in de
wagensnelheid of het landschap.
Als de actieradius minder dan
30 km bedraagt, verschijnen streepjes op het
display. Na het tanken van minimaal 5 liter brandstof wordt de actieradius
opnieuw berekend en weergegeven zodra deze meer dan 100 km bedraagt.
Raadplee
g het PEUGEOT-netwerk als tijdens het rijden voortdurend
streepjes worden weergegeven in plaats van cijfers.
Momenteel verbruik: dit verbruik wordt berekend en weergegeven vanaf 30 km/h.
Gemiddeld verbruik:dit is het gemiddelde verbruik sinds de laatste
nulstellin
g van de boordcomputer.
Gemiddelde snelheid
: dit is de gemiddelde snelheid sinds de laatste
nulstelling van de boordcomputer (contact aan).
Afgelegde afstand:deze afstand wordt berekend sinds de laatste
nulstelling van de boordcomputer.
No
g af te leggen afstand:dit is de afstand tot de door de gebruiker ingevoerde eindbestemming. Als het navigatiesysteem in gebruik is, wordt
deze afstand op elk moment tijdens het rijden opnieuw berekend.
Page 185 of 200

9.49
09 MENUSTRUCTUREN DISPLAYS
RADIO-CD
BASISFUNCTIE
*
De parameters variëren afhankelijk van de auto.
KEUZE
A
KEUZE B....
MONOCHROOM A
Keuze A1
Keuze A2
MODE REG
CD HERHALEN
RANDOM PLAY
CONFIG AUTO *
RW ACHTER AAN
OPTIES
FOLLOW-ME-HOMEDIAGNO
SE
RDS VOLGENRAADPLEGEN
BEËINDIGEN
EENHEDEN
TEMPERATUUR: °CELSIUS/°FAHRENHEIT
BRANDSTOFVERBRUIK: KM/L -
L/100 - MPG
1
2
3
31
2
2
2
2
1
2
3
2
3
1
2
2
1
2
2
Page 186 of 200

9.50
09
INST. WEERG
MAAND
DAG
UREN
MINUTEN
JAAR
12 H/24 H WEERGAVE
TALEN
ITALIANO
NEDERLANDS
PORTUGUES
PORTUGUES-BRASIL
FRANCAIS
DEUTSCH
ENGLISH
ESPANOL
1
2
2
2
2
2
2
1
2
2
2
2
2
2
2
2
Page 187 of 200

9.51
09 MENUSTRUCTUREN DISPLAYS
Wanneer u op de toets OK drukt, komt u in de verkorte menu's terecht, afhankelijk
van de weergave op het scherm:
MONOCHROOM DISPLAY C
aanzetten/uitzetten RDS
aanzetten/uitzetten modus REG
aanzetten/uitzetten radiotext
RADIO
aanzetten/uitzetten Intro
CD/MP3-CD
aanzetten/uitzetten herhalen tracks(de hele huidige CD voor CD, de hele
huidige map voor MP3-CD)
aanzetten/uitzetten random play (de hele huidige CD voor CD, de hele
huidige map voor MP3-CD)
aanzetten/uitzetten herhalen van tracks (van de map / artiest / genre / huidige afspeellijst)
USB
aanzetten/uitzetten random play (shuffl e) (van de map / artiest / genre / huidige afspeellijst)
1
1
1
1
1
1
1
1
Page 188 of 200

9.52
09
MONOCHROOM
DISPLAY C MENUSTRUCTUREN DISPLAYS
AUDIOFUNCTIES
RDS-functie
inschakelen/uitschakelen
VOORKEUZE FM
REG-functi
e
inschakelen/uitschakelen
weer
gave radiotext (RDTXT)
inschakelen/uitschakelen
1
2
3
4
3
4
3
4
AFSPEELMOGELIJKHEDEN
RPT-functie
(CD herhalen)
inschakelen/uitschakelen
RDM-functie
(random)
inschakelen/uitschakelen
2
3
4
3
4
BOORDCOMPUTER
Afstand: xkm
INVOEREN AFSTAND TOT EINDBESTEMMING
Diagnose
LOGBOEK WAARSCHUWINGEN
Functies in- of uitgeschakeld
STATUS VAN DE FUNCTIES *
1
2
3
3
2
3
2
regeling weergave
CONFIGURATIE BEELDSCHERM PARAMETERS VAN DE AUTO DEFINIËREN *
PERSOONLIJKE INSTELLING - CONFIGURATIE
normale weergave
om
gekeerde weergave
re
geling helderheid (- +)
datum en tijd instellen
da
g/maand/jaar instellen
uren/minuten instellen
keuze c
yclus 12u/24u
keuze van eenheden
l/100 km - mp
g - km/l
°
Celsius / °Fahrenheit
TA ALKEUZE
1
2
4
3
2
4
4
3
3
4
4
2
3
4
4
Door het indrukken van de toets MENU is de
volgende weergave mogelijk:
*
De parameters variëren afhankeli
jk van de auto.
Page 189 of 200

9.53
09 MENUSTRUCTUREN DISPLAYS
BLUETOOTH-TELEFOON
Toestel aansluiten/afkoppelen
Raadple
gen gekoppelde toestellen Confi
guratie Bluetooth
Telefoonfunctie
Streaming audio functie
Verwijderen gekoppeld toestel
Zoeken via Bluetooth
Gesprekkenlijst
Bellen
Contactenlijst
Huidige gesprek be
ëindigen
Beheer van een gesprek
Inschakelen mutefunctie
1
2
3
3
3
4
4
4
2
3
4
2
3
3
Page 190 of 200

9.54
VEELGESTELDE VRAGEN
VRAAG ANTWOORDOPLOSSING
Er is een verschil in geluidskwaliteit tussende verschillende geluidsbronnen (radio, CD...).
Voor een optimaal luistergenot kunt u de audio-instellingen (volume,bassen, hoge tonen, geluidssfeer, loudness) voor elke geluidsbronafzonderlijk instellen. Hierdoor kunnen bij het selecteren van een anderegeluidsbron (radio, CD...) verschillen in de geluidskwaliteit hoorbaar zijn.
Controleer of de audio-instellingen (volume, bassen,hoge tonen, geluidssfeer, loudness) zijn afgestemd op de verschillende geluidsbronnen. Het israadzaam de AUDIO-functies (bassen, hoge tonen, balans V-A, balans L-R) in de middelste stand tezetten, de geluidssfeer "Geen" te selecteren en defunctie Loudness in de stand "Actief" te zetten als deCD-speler is geselecteerd en in de stand "Inactief" tezetten als de radio is geselecteerd.
De CD wordt steeds uitgeworpen of kan niet worden afgespeeld door de CD-speler.
De CD is ondersteboven in de speler geplaatst, kan niet worden gelezen,bevat geen audiobestanden of bevat audiobestanden die niet door de autoradio gelezen kunnen worden.
De CD is voorzien van een beveiligingssysteem dat niet door de autoradio wordt herkend.
- Controleer of de CD met de juiste zijde bovenin de speler is geplaatst.
- Controleer de staat van de CD: de CD kan niet worden gelezen als deze te veel is beschadigd.
- Controleer de inhoud van de CD als deze zelf is gebrand: raadpleeg de tips in het hoofdstuk Audio.
- De CD-speler van de autoradio kan geen DVD's afspelen.
- De kwaliteit van sommige zelfgebrande CD'sis onvoldoende om deze door de autoradio te laten afspelen.
Op het display wordt de melding "Storing USB-randapparatuur" weergegeven.
De Bluetooth-verbinding wordt onderbroken.
De batterijspanning van de randapparatuur is misschien te laag. Laad de batterij van de randapparatuur op.
De USB-stick wordt niet herkend.
De stick is misschien defect.
Formateer de stick opnieuw.
De CD-speler levert een slechte geluidskwaliteit. De gebruikte CD is gekrast of van slechte kwaliteit.
Gebruik alleen CD's van goede kwaliteit en berg ze zorgvuldig op.
De audio-instellingen (bassen, hoge tonen, geluidssfeer) zijn niet op de CD-speler afgestemd.
Zet het niveau van de bassen of de hoge tonen op 0, zonder een geluidssfeer te selecteren.