audio Peugeot Partner 2011 Handleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2011, Model line: Partner, Model: Peugeot Partner 2011Pages: 200, PDF Size: 6.5 MB
Page 102 of 200

100
Uitrusting
Inbraakalarm, graveren
van ruiten, verbanddoos,
veiligheidsvest, parkeerhulp
achter, gevarendriehoek,
slotbouten voor lichtmetalen
wielen...
Stoelhoezen geschikt voor
voorstoelen met zij-airbags,
passagiersbank, rubber
mat, moquettestoffen mat,
sneeuwkettingen, zonnescherm,
fi etsendrager op achterklep,...
Autoradio's, handsfree-sets,
luidsprekers, CD-wisselaar,
navigatiesysteem USB-box,
Videoset, ... Om te voorkomen dat de werking van
de pedalen wordt gehinderd:
- controleer of de mat goed op zijn
plaats ligt en goed bevestigd is,
- gebruik nooit meer dan één mat per
plaats.
Voordat nieuwe audio- en/of
telematica-apparatuur wordt
gemonteerd, moet aan de hand
van de specifi caties altijd worden
gecontroleerd of deze kan
worden gecombineerd met de
standaarduitrusting van de auto en of
het elektrische systeem van de auto er
niet door wordt overbelast. Raadpleeg
eerst het PEUGEOT-netwerk.
Maximaal toegestaan gewicht op
dakdragers
- Imperiaal: 120 Kg.
- Dwarsstangen op het dak: 100 Kg.
- Dwarsstangen op in lengte
gemonteerde dakstangen: 75 Kg.
Monteren van zenders voor
radiocommunicatie
Alvorens achteraf een zender voor
radiocommunicatie in te bouwen met
externe antenne op uw auto, adviseren
wij u contact op te nemen met een
vertegenwoordiger van het merk
PEUGEOT.
Het PEUGEOT-netwerk zal u
informeren over de gegevens van
de zenders (frequentie, maximum
vermogen, stand antenne, specifi eke
montagevoorschriften) die kunnen
worden gemonteerd, conform
de Richtlijn Elektromagnetische
compatibiliteit automobielen
(2004/104/CE).
Spatlappen vóór, spatlappen
achter, 15/17 inch lichtmetalen
velgen, bekleding van
wielkasten, lederen stuurwiel, ...
Ruitensproeiervloeistof,
reinigings-/
onderhoudsmiddelen voor
interieur en exterieur, lampen, ...
Het monteren van elektrische
uitrustingen of accessoires die
niet onder een artikelnummer
in het assortiment van PEUGEOT
voorkomen, kan storingen in het
elektronische systeem van uw
auto veroorzaken. Houd rekening
met deze bijzonderheid en wij
raden u aan contact op te nemen
met een vertegenwoordiger van
het Merk om u te laten informeren
over het assortiment uitrustingen
en accessoires voorzien van een
artikelnummer.
Afhankelijk van het land van
bestemming is de aanwezigheid
van een veiligheidsvest, een
gevarendriehoek en een lampenset in
de auto verplicht.
Telematica-eenheid "Active Fleet
Data"
De telematica-eenheid die via het
"Full CAN"-netwerk rechtstreeks met
het hart van de auto verbonden is, is
onmiddellijk in staat om de volgende
informatie te geven:
- afgelegde afstand,
- nog af te leggen afstand voor de
volgende onderhoudsbeurt,
- waarschuwingen en storingen
(oliepeil, koelvloeistofniveau,
olietemperatuur,
koelvloeistoftemperatuur, enz...).
Fleetowners kunnen hiermee hun
bedrijfswagenpark beter volgen en
beheren.
Raadpleeg, afhankelijk van het
land, voor meer informatie het
PEUGEOT-netwerk.
Page 140 of 200

9.4
01
1
55
101
22
334466
131
111
99
144155
77881212161
1. Motor afgezet: - Kort indrukken: aan/uit - Lang indrukken: CD pauzeren, geluidsweergave radio onderbreken. gpgp
Draaiende motor: - Kort indrukken: CD pauzeren,geluidsweergave radio onderbreken. pp
- Lang indrukken: resetten van het systeem. 2. Volumeregeling (individueel voor iedere geluidsbron, inclusief berichten en waarschuwingen van het navigatiesysteem). 3. To egang tot het Menu "Radio". Weergave van het zenderoverzicht.4. Toegang tot het Menu "Muziek". Weergave van tracks.
5. To egang tot het Menu "SETUP". Lang indrukken: toegang tot het GPS-bereik en de demo-modus.6. To egang tot het Menu "Telefoon". Weergave van het logboek gesprekken. 7. Toegang tot het Menu "MODE". Selecteren van het achtereenvolgens weergeven van: Radio, Kaart, NAV (tijdens navigatie), Telefoon(tijdens een gesprek), Boordcomputer. Lang indrukken: black-panelfunctie (DARK).8. To egang tot het Menu "Navigatie". Weergave van de laatst gekozen bestemmingen. 9. To egang tot het Menu "Verkeer". Weergave vande actuele verkeersinformatie.10. ESC: huidige bewerking afbreken. 11. CD uitwerpen.
12. Selecteren van de vorige/volgende radiozender inhet overzicht. Selecteren van de vorige/volgende MP3-afspeellijst. Selecteren van het vorige/volgende pagina in een lijst.
13. Selecteren van de vorige/volgende radiozender. Selecteren van de vorige/volgende titel van eenCD of vorig/volgend MP3-bestand. gggg
Selecteren van het vorige/volgende item in een lijst.
14. Toetsen 1 t/m 6: Selecteren van een in het geheugen opgeslagen radiozender. Lang indrukken: in het geheugen opslaan van de huidige radiozender.gg
15. SD-kaartlezer, uitsluitend voor navigatie.
16. Selectieknop voor de weergave op het display,afhankelijk van de context van het menu. pgppgp
Kort indrukken: contextmenu of bevestigen. Lang indrukken: specifi ek contextmenu van de weergegeven lijst.
BASISFUNCTIES
BEDIENINGSPANEEL Peugeot Connect Nav
3 - 4. Lang indrukken: toegang tot de audio-instellingen: geluidsverdeling voor/achter, links/rechts, lage-/hogetonenregeling, sfeerinstellingen, loudness,automatische volumecorrectie, standaardinstellingen.
Page 156 of 200

9.20
07MULTIMEDIASPELERS
CD, CD MET MP3- OF WMA-BESTANDEN
INFORMATIE EN TIPS
Selecteer bij het branden van een CD-R of CD-RW de standaardISO 9660 niveau 1, 2 of bij voorkeur Joliet om deze te kunnenafspelen.
Als de
CD in een ander formaat is gebrand, kan het zijn dat dezeniet goed wordt afgespeeld.
Het is raadzaam voor één
CD niet meer dan één standaard voor het branden te gebruiken. Stel de laagst mogelijke snelheid in (maximaal 4 x) voor een optimale geluidskwaliteit.
Voor het branden van een multisessie-
CD is het raadzaam de
standaard Joliet te gebruiken.
De P
C Nav speelt bestanden met de extensie ".mp3" en een bitrate
van 8 tot 320 Kbps en bestanden met de extensie ".wma" en een
bitrate van 5 tot 384 Kbps af.
Ook bestanden met een VBR (Variable Bit Rate) kunnen worden
afgespeeld.
Geluidsbestanden met een andere extensie
(.mp4, .m3u...) kunnen
niet worden afgespeeld. De
formaten MP3 (afkorting van MPEG 1, 2 & 2.5 Audio Layer 3) en WMA (afkorting van Windows Media AudioM, eigendom van Microsoft) zijn standaarden voor het comprimeren van geluid die
de mogelijkheid bieden enkele tientallen nummers op één CD teplaatsen.
Gebruik voor bestandsnamen maximaal 20 karakters en verwi
jder speciale tekens (bijv.: " " ? ; ù) om problemen met het afspelen of de weergave te voorkomen.
Page 158 of 200

9.22
07
43 1
2
MULTIMEDIASPELERS
Sluit het externe apparaat (mp3-/
WMA-speler…) met de JACK-RCA audiokabel aan op
de audioaansluitingen (wit en
rood, type RCA).
Druk op de toets MU
SIC en druk
nogmaals op de toets of selecteer de
functie Menu Muziek en druk op de
draaiknop om te bevestigen.
Selecteer de
geluidsbron AUXen druk op de draaiknop om tebevestigen, waarna het afspelen automatisch begint.
Selecteer de functie "Aux-ingang" en
druk op de draaiknop om het externe
apparaat te activeren.
Aux-ingang
De weergave- en bedieningsfuncties verlopen via de externe
apparatuur zelf.
AUX-INGANG GEBRUIKEN
AUDIOKABEL JACK-RCA NIET
BIJGELEVERD
Menu Muziek
Page 167 of 200

9.31
VEELGESTELDE VRAGEN
VRAAG ANTWOORD
OPLOSSING
Er is een verschil in geluidskwaliteit tussende verschillende
geluidsbronnen (radio, CD...). Voor een optimaal luister
genot kunt u de audio-instellingen (volume,bassen, hoge tonen, geluidssfeer, loudness) voor elke geluidsbronafzonderlijk instellen. Hierdoor kunnen bij het selecteren van een andere
geluidsbron (radio, CD...) verschillen in de geluidskwaliteit hoorbaar zijn. Controleer of de audio-instellin
gen (volume,
bassen, hoge tonen, geluidssfeer, loudness) zijn
afgestemd op de verschillende geluidsbronnen. Het is raadzaam de AUDIO-functies (bassen,hoge tonen, fader, balans) in de middelste stand
te zetten, de geluidssfeer Geen te selecteren en de functie Loudness in de stand "Actief" te zetten
als de CD-speler is geselecteerd en in de stand"Inactief" te zetten als de radio is geselecteerd.
D
e CD wordt steeds
uitgeworpen of kan niet
worden afgespeeld door
de CD-speler. De
CD is ondersteboven in de speler geplaatst, kan niet worden gelezen,bevat geen audiobestanden of bevat audiobestanden die niet door de autoradio gelezen kunnen worden.
De CD is voorzien van een beveili
gingssysteem dat niet door de autoradio wordt herkend.
-
Controleer of de CD met de juiste zijde boven
in de speler is geplaatst.
- Controleer de staat van de CD: de CD kan niet
worden gelezen als deze te veel is beschadigd.
- Controleer de inhoud van de CD als deze zelf
is gebrand: raadpleeg de tips in het hoofdstuk "Audio".
- De CD-speler van de autoradio kan geen
DVD's afspelen.
- De kwaliteit van sommige zelfgebrande CD's
is onvoldoende om deze door de autoradio te laten afspelen.
De CD-speler levert een
slechte geluidskwaliteit. De gebruikte CD is bekrast of van slechte kwaliteit. Gebruik alleen CD's van goede kwaliteit en berg
ze zorgvuldig op.
De audio-instellingen
(bassen, hoge tonen, geluidssfeer) zijn niet op de CD-speler afgestemd. Zet het niveau van de bassen of de hoge tonen op 0, zonder een geluidssfeer te selecteren.
Page 171 of 200

9.35
PEUGEOT CONNECT SOUND
Uw Peugeot Connect Sound is zodanig gecodeerd dat
deze uitsluitend in uw auto functioneert. Raadplaag het PEUGEOT-netwerk als u het systeem voor gebruik in een andere auto wilt laten confi gureren.
Om veiligheidsredenen mag de bestuurder handelingen
die zijn volledige aandacht vragen uitsluitend uitvoeren
bij stilstaande auto.
Enk
ele minuten na het afzetten van de motor kan deautoradio zichzelf uitschakelen om te voorkomen dat de accu ontladen raakt.
AUTORADIO / BLUETOOTH
01 Basisfuncties
02 Stuurkolomschakelaars
03 Hoofdmenu
04 Audio
05 Peugeot Connect USB
06 Peugeot Connect Bluetooth
07 Configuratie
08 Boordcomputer
09 Menustructuur displays blz.
blz.
blz.
blz.
blz.
blz.
blz.
blz.
blz. 9.36
9.37
9.38
9.39
9.42
9.45
9.47
9.48
9.49
INHOUD
Veelgestelde vragen blz. 9.54
Page 172 of 200

9.36
01
1
22
10101111
133144155
33445566778899
122
BASISFUNCTIES
1. Aan/uit en volumeregeling.2. Uitwerpen van de CD. 3. Selecteren van de weergave op het display: Audiofuncties (AUDIO), Boordcomputer (TRIP) en Telefoon (TEL).4. Selecteren van de geluidsbron: radio, audio-CD-/MP3-CD-speler, USB, Jack-aansluiting, streaming audio. 5. Selecteren van het golfbereik FM1, FM2,FMast en AM.6. Instellen van de geluidsweergave: geluidsverdelingvoor/achter, links/rechts, loudness, geluidssferen. 7. Weergave van de lijst radiozenders, de nummers van de CD of de MP3-afspeellijsten.
8. Annuleren van de bewerking.
9. Functie TA (verkeersinformatie) AAN/UIT.
Lang indrukken: toegang tot de PTY-functie(programmatypen radio).
10. Bevestigen.
11. Automatisch zoeken naar zenders inafl opende/oplopende volgorde.
Selecteren van het vorige/volgende nummer van de CD, MP3 of USB.
12. Selecteren van een lagere/hogere radiofrequentie.
Selecteren van de vorige/volgende MP3-afspeellijst.
Selecteren van bestandenlijst / muziekstijl / artiest / vorige of volgende afspeellijst van het USB-apparaat.
13. Weergave van het algemene menu.
14. Toetsen 1 t/m 6:
Selecteren van een opgeslagen voorkeuzezender
Lang indrukken: opslaan van een zender alsvoorkeuzezender.
15. Met de toets DARK kan de weergave vanhet display worden gewijzigd voor extrarijcomfort 's nachts.
1 keer indrukken: alleen verlichting van het bovenste gedeelte.
2 keer indrukken: display volledig uitschakelen.
3 keer indrukken: terugkeren naar de normale weergave.
Page 175 of 200

9.39
04
1
2
3
4
1
2
3
4
AUDIO
Druk herhaalde malen op de toetsSOURCE om de radiofunctie teselecteren.
Druk op de toets BAND A
ST om het golfbereik te selecteren: FM1, FM2,
FMast of AM.
Druk kort op een van de toetsen om
automatisch naar zenders te zoeken.
Druk op een van de toetsen om
handmatig naar zenders te zoeken.
Druk op de toets LI
ST REFRESH
voor een lijst van de beschikbare zenders in het gebied waar u zich
bevindt (maximaal 30 zenders).
Druk lan
ger dan 2 seconden op de
toets om deze lijst bij te werken.
Er kunnen storingen in de ontvangst optreden door obstakels in de omgeving (bergen, gebouwen, tunnels, parkeergarages, enz.), ook als de
RDS-functie is ingeschakeld. Dit is een normaal verschijnsel en heeft niets
te maken met een storing in de autoradio.
RDS
RADIO
SELECTEREN VAN EEN ZENDER
Druk op de toets MENU.
Selecteer AUDIOFUNCTIES en druk
op OK.
Selecteer de functie VOORKEUZE
FM-BAND en druk op OK.
Selecteer RDS VOLGENACTIVEREN en druk op OK. Op het display verschijnt de aanduiding
RDS.
Als de RDS-functie is ingeschakeld, zoekt de radio steeds naar
de sterkste frequentie van een zender, zodat u ernaar kunt blijven luisteren. Sommige RDS-zenders zijn echter niet in het hele land te
ontvangen, omdat de frequenties van de zender niet het hele land dekken. Dit verklaart dat de zender tijdens het rijden kan wegvallen.
Page 176 of 200

9.40
04
1
2
3
AUDIO
Gebruik alleen CD's met een ronde vorm.
Bepaalde beveili
gingssystemen op de originele CD of zelfgebrandeCD's kunnen storingen veroorzaken, ongeacht de kwaliteit van deCD-speler.
Plaats zonder op de toets EJECT te drukken een CD in de CD-
speler; deze zal de CD automatisch afspelen.
CD
EEN CD AFSPELEN
Als er in de CD-speler al een CD is geplaatst die u wilt beluisteren, druk dan herhaalde malen op de
toets SOURCE om de CD-functie te selecteren.
Druk op een van de toetsen om een
nummer van de
CD te selecteren.
Druk op de toets LI
ST REFRESH om de lijst met nummers van deCD weer te geven.
Houd een van de toetsen ingedrukt om versneld vooruit of terug tespoelen.
VERKEERSINFORMATIE
BELUISTEREN
Druk op de toets TA om de weergave
van verkeersinformatie te activeren of uit te schakelen.
De
functie TA (Traffi c Announcement) geeft voorrang aan het
luisteren naar de verkeersinformatie. Om te worden geactiveerd moet deze functie een radiozender die deze berichten uitzendt, goed kunnen ontvangen. Zodra er een bericht wordt uitgezonden,wordt de geluidsbron die op dat moment wordt weergegeven (Radio, CD, ...) automatisch onderbroken en wordt de
verkeersinformatie doorgegeven. Zodra het bericht is afgelopen,wordt de weergave van de oorspronkelijke geluidsbron hervat.
Page 177 of 200

9.41
04
1
2
3
Het formaat MP3 (afkorting van MPEG 1,2 & 2.5 Audio Layer 3)is een standaard voor het comprimeren van geluid die demogelijkheid biedt enkele tientallen speellijsten op één CD teplaatsen.
Selecteer voor het branden van een CD-R of CD-RW de standaardISO 9660 niveau 1,2 of bij voorkeur Joliet om deze te kunnen
afspelen.
Als de CD in een ander formaat is gebrand, kan het zijn dat deze niet goed wordt afgespeeld.
Het is raadzaam voor één
CD niet meer dan één standaard voor het branden te gebruiken. Stel de laagst mogelijke snelheid(maximaal 4x) in voor een optimale geluidskwaliteit.
Voor het branden van een multisessie-
CD is het raadzaam destandaard Joliet te gebruiken.
De autoradio speelt uitsluitend bestanden met de extensie
".mp3" en een samplingfrequentie van 22,05 kHz of 44,1 kHz af.
Geluidsbestanden met een andere extensie (.wma, .mp4, .m3u...)
kunnen niet worden afgespeeld.
Gebruik voor bestandsnamen maximaal 20 karakters en verwi
jder speciale tekens (bijv.: " ", ?, ù) om problemen met het afspelen of
de weergave te voorkomen.
CD MP3
INFORMATIE EN TIPS
AUDIO
Lege CD's worden niet herkend en kunnen het audiosysteem
beschadigen.
Plaats een MP3-
CD in de speler.
De
CD-speler scant vervolgens de CD tot alle nummers zijngevonden, hierdoor kan het enkele tot enkele tientallen seconden
duren voordat het afspelen begint.
MP3-CD
EEN MP3-CD AFSPELEN
De CD-speler kan CD's met maximaal 255 MP3-bestanden,
verdeeld over 8 speellijsten, afspelen. Het is echter raadzaam het
aantal afspeellijsten tot twee te beperken om een lange laadtijd
van de CD te voorkomen.
Bij het afspelen wordt geen rekening gehouden met de mappenstructuur.
Alle bestanden worden op hetzelfde niveau weergegeven.
Als er al een CD in het apparaatzit die u wilt beluisteren, druk
dan herhaalde malen op de toets SOURCE om de CD-functie te selecteren.
Druk op een van de toetsen om een
nummer van de
CD te selecteren.
Druk op de toets LI
ST REFRESH om de speellijsten van de MP3-CD weer te geven.
Houd een van de toetsen in
gedrukt
om snel vooruit of terug te spoelen.