radio Peugeot Partner Tepee 2009 Handleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2009, Model line: Partner Tepee, Model: Peugeot Partner Tepee 2009Pages: 197, PDF Size: 6.68 MB
Page 15 of 197
30
Cockpit
Verklikkerlampje status signaleert Oplossing - actie
Koelvloeistof-
temperatuur
en -niveau brandt en
wijzer in het
rode gebied.
een abnormale verhoging
van de temperatuur. Zet de auto stil, zet het contact af en laat de
koelvloeistof afkoelen. Controleer visueel het
niveau.
knippert. een te laag
koelvloeistofniveau. Zie in de rubriek 6 het gedeelte "Niveaus".
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk.
Service blijft kort
branden.
kleine storingen of
waarschuwingen.
Raadpleeg het "Logboek meldingen" op het
display. Zie in rubriek 9 het gedeelte "Autoradio -
Boordcomputer" (volgens uitvoering). Raadpleeg
het PEUGEOT-netwerk.
blijft branden. ernstige storingen.
Veiligheidsgordel
niet vastgemaakt
brandt en gaat
vervolgens
knipperen. de bestuurder heeft zijn
veiligheidsgordel niet
vastgemaakt.
Doe de gordel om en steek de gesp in de
gordelsluiting.
knippert in
combinatie met een
geluidssignaal en blijft
vervolgens branden. de bestuurder rijdt terwijl
de veiligheidsgordel niet is
vastgemaakt. Trek aan de gordel om de vergrendeling van de
gesp te controleren. Zie in rubriek 4 het gedeelte
"Veiligheidsgordels".
Page 21 of 197
36
Cockpit Lekke band
Stop onmiddellijk, maar vermijd
abrupte manoeuvres met het stuur en
de remmen.
Vervang de beschadigde band (lekke
band of veel te lage bandenspanning)
en laat de bandenspanning zo snel
mogelijk controleren. Sensor(en) niet gedetecteerd
Dit betekent dat de bandenspanning
van één of meerdere wielen niet meer
gecontroleerd wordt. Raadpleeg het
PEUGEOT-netwerk om de defecte
sensor(en) te vervangen.
Deze melding wordt ook weergegeven
als één van de wielen niet op de auto
aanwezig is (bij reparatie) of als er een
wiel zonder sensor op de auto wordt
gemonteerd.
Alle reparaties aan een wiel dat met dit
systeem is uitgerust en het vervangen
van een band moeten worden uitgevoerd
door het PEUGEOT-netwerk.
Het detectiesysteem voor te lage
bandenspanning is een hulpmiddel
voor de bestuurder die desondanks
waakzaam moet blijven en
verantwoordelijk is.
Ondanks dit systeem moet de
bandenspanning nog regelmatig worden
gecontroleerd (ook van het reservewiel)
voor een optimale wegligging en een
langere levensduur van de banden,
zeker wanneer er vaak onder zware
omstandigheden wordt gereden
(zware belading, hoge snelheden).
Het systeem kan tijdelijk worden
verstoord door radiogolven in hetzelfde
frequentiegebied.
DETECTIESYSTEEM TE LAGE
BANDENSPANNING
EMISSIEREGELING Te lage bandenspanning
Controleer dan zo snel mogelijk de
bandenspanning.
Zie in rubriek 7 het gedeelte "Wiel
verwisselen".
Als de beschadigde band in de auto
wordt gelegd, zal deze de melding
opnieuw uitzenden, om u eraan
te herinneren de band te laten
repareren. Hierdoor kan een eventuele
andere waarschuwingsmelding over
de bandenspanning niet worden
weergegeven.
Sensoren controleren tijdens het rijden
(met een snelheid hoger dan 20 km/h)
de bandenspanning en zenden een
waarschuwingssignaal uit als de
bandenspanning te laag is of een band
lek is.
Als er een probleem
wordt gesignaleerd (te
lage bandenspanning
of lekke band, storing
van een sensor), wordt
dit aangegeven door
een afbeelding, een
geluidssignaal en een
melding op het display.
EOBD (European On Board
Diagnosis) is een Europees
diagnosesysteem dat de
emissieregeling bewaakt
en ervoor zorgt dat de auto
voldoet aan de normen voor de uitstoot
van:
- CO (koolmonoxide),
- HC (koolwaterstoffen),
- NOx (stikstofoxide) of roetdeeltjes, de samenstelling van de uitstoot
wordt gecontroleerd door de
lambdasondes voor en achter de
katalysator.
In het geval van een storing in de
emissieregeling wordt de bestuurder
gewaarschuwd door het branden van
d i t s p e c i fi e k e v e r k l i k k e r l a m p j e o p h e t
instrumentenpaneel.
De katalysator kan beschadigd raken.
Laat het systeem controleren door het
PEUGEOT-netwerk.
Page 112 of 197
120
Uitrusting
Er is tevens een aanbod van
accessoires beschikbaar, gerangschikt
in comfort, vrije tijd en onderhoud: Inbraakalarm, graveren
van ruiten, verbanddoos,
veiligheidsvest, parkeerhulp
achter, gevarendriehoek, ...
Stoelhoezen geschikt voor
voorstoelen met zij-airbags,
banken, rubbermatten, moquette
matten, sneeuwkettingen,
z o n n e s c h e r m e n , fi e t s d r a g e r v o o r
de achterklep, ... Autoradio's, handsfree set,
luidsprekers, CD-wisselaar,
navigatiesysteem, ...
Voordat nieuwe audio- en/
of telematica-apparatuur
wordt gemonteerd, moet aan de
h a n d v a n d e s p e c i fi c a t i e s a l t i j d
worden gecontroleerd of deze
kan worden gecombineerd met de
standaarduitrusting van de auto en of
het elektrische systeem van de auto er
niet door wordt overbelast. Raadpleeg
eerst het PEUGEOT -netwerk.
Om te voorkomen dat de werking van
de pedalen wordt gehinderd:
- controleer of de mat goed op zijn plaats ligt en goed is bevestigd,
- leg nooit meerdere matten boven op elkaar. Maximaal gewicht op allesdragers
- Dwarsstangen op dakdragers: 75 kg
(montage van deze dwarsstangen
is niet mogelijk bij uitvoeringen met
multifunctioneel dak).
OVERIGE ACCESSOIRES
Deze accessoires en onderdelen zijn
getest en goedgekeurd ten aanzien
van bedrijfszekerheid en veiligheid. Ze
zijn volledig aangepast aan uw auto. Er
wordt een ruime keuze aan accessoires
en originele onderdelen, voorzien van
een artikelnummer, aangeboden. Installeren van
radiocommunicatiezenders
Raadpleeg, voordat u een
radiocommunicatiezender met
buitenantenne in uw auto laat
installeren, een vertegenwoordiger van
het merk PEUGEOT .
Het PEUGEOT -netwerk stelt u de
technische gegevens (frequentieband,
maximaal uitgangsvermogen,
p o s i t i e a n t e n n e , s p e c i fi e k e
installatievoorschriften) van de voor
montage geschikte zenders ter
beschikking, volgens de Richtlijn
Elektromagnetische Compatibiliteit
Automobielen (2004/104/EG).
Page 122 of 197
131
Accu
SNEL WEER OP WEG
7
ACCU
Wacht 2 minuten na het uitzetten van
het contact alvorens de accu los te
koppelen.
Maak de accupoolklemmen niet los bij
draaiende motor.
Laad de accu niet op zonder de
accukabels los te nemen.
Zet, elke keer nadat de accukabels
weer zijn aangesloten, het contact
AAN en wacht 1 minuut alvorens de
motor te starten, zodat de elektronische
systemen geïnitialiseerd kunnen worden.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk
als er zich na deze handeling toch nog
problemen voordoen.
Wacht ongeveer 3 minuten na het
vervangen van een lamp alvorens de
accu aan te sluiten. Het is raadzaam de accu los te
koppelen als uw auto langer dan
een maand buiten gebruik is.
ECO-MODE
Laden met behulp van een
acculader:
- maak de accupoolklemmen los,
- volg de aanwijzingen van de
fabrikant op de acculader,
- sluit de accukabels weer aan, te beginnen met de (-) kabel,
- controleer of de accupolen en de klemmen schoon zijn. Indien
ze bedekt zijn met een (witte of
groene) oxidatielaag, neem dan de
accukabels los en reinig de polen
en de klemmen.
Starten met een hulpaccu:
- sluit eerst de rode kabel aan op de (+) polen van de beide accu's,
- sluit de groene of zwarte kabel aan op de (-) pool van de hulpaccu,
- sluit het andere uiteinde van de groene of zwarte kabel aan op
een zo ver mogelijk van de accu
verwijderd massapunt van de te
starten auto,
- stel de startmotor in werking en laat de motor draaien,
- wacht tot de motor stationair draait en neem dan de kabels los. Nadat de motor is afgezet wordt bij
aangezet contact na 30 minuten een
aantal elektrische voorzieningen
(ruitenwissers, ruitbediening,
plafonniers, autoradio, enz.)
automatisch uitgeschakeld om te
voorkomen dat de accu ontladen raakt.
Op dat moment knippert het
verklikkerlampje voor het laden van de
accu en verschijnt er een melding op
het display.
Start de motor en laat deze enige
tijd draaien om de bovengenoemde
voorzieningen weer te kunnen
gebruiken.
De beschikbare tijd bedraagt het
dubbele van de tijd dat de motor heeft
gedraaid. Deze tijd zal echter altijd
tussen de 5 en 30 minuten bedragen.
Als de accu ontladen is, kan de motor
niet gestart worden.
Page 136 of 197
144
Zekering vervangen
ZEKERINGEN DASHBOARD
Kantel het opbergvak omlaag om bij de
zekeringen te komen. Zekering
F Ampère
A Functies
1 15 Ruitenwisser achter
2 - Niet gebruikt
3 5 Airbag
4 10 Airconditioning, diagnoseaansluiting, bediening el
ektrisch
verstelbare buitenspiegels, draadbundel koplampen
5 30 Elektrische ruitbediening
6 30 Sloten
7 5 Plafonnier achter, kaartleeslampje vóór
8 20 Autoradio, CD-wisselaar, display, controlesysteem
bandenspanning, sirene en inbraakalarm
9 30 12V-aansluiting voor en achter
10 15 Middenconsole 11 15 Contactslot circuit lage stroomsterkte
12 15 Regen-/lichtsensor, airbag
13 5 Instrumentenpaneel
14 15 Parkeerhulp, bediening automatische airconditioning,
handsfree set
15 30 Soten
16 - Niet gebruikt
17 40 Achterruitverwarming, buitenspiegelverwarming