dashboard Peugeot Partner Tepee 2012 Handleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2012, Model line: Partner Tepee, Model: Peugeot Partner Tepee 2012Pages: 240, PDF Size: 7.44 MB
Page 119 of 240

 11 7
VEILIGHEID
4
 11 7
Airbags
   
Frontairbags 
 
Deze zijn voor de bestuurder in 
het midden van het stuurwiel en 
voor de passagier in het dashboard 
aangebracht. 
   
Activering 
  Ze worden tegelijkertijd geactiveerd, 
behalve als de airbag aan 
passagierszijde is uitgeschakeld, bij 
een ernstige frontale aanrijding binnen 
de impactzone  A 
, in de lengterichting 
van de auto en vanaf de voorzijde 
richting de achterzijde van de auto, die 
zich op een horizontale ondergrond 
moet bevinden. 
  De frontairbag wordt opgeblazen 
tussen de inzittende vóór en het 
dashboard om te voorkomen dat de 
inzittende naar voren wordt geworpen.     
Uitschakelen 
  Alleen de airbag aan passagierszijde 
kan worden uitgeschakeld: 
   
 
-   Zet het contact af 
, steek de sleutel 
in de schakelaar voor uitschakelen 
van de airbag aan passagierszijde, 
   
-   draai deze in de stand  "OFF" 
, 
   
-   verwijder de sleutel zonder de 
stand van de sleutel te veranderen.  
  Het verklikkerlampje op 
het instrumentenpaneel 
brandt zolang de airbag is 
uitgeschakeld.   Als de twee verklikkerlampjes 
airbag permanent branden, plaats 
dan geen kinderzitje met de rug 
in de rijrichting. Neem contact op 
met het PEUGEOT-netwerk of 
een gekwalifi ceerde werkplaats.  
     
Storing airbag vóór 
  Schakel voor de veiligheid van uw 
kind de airbag aan passagierszijde 
altijd uit als u een kinderzitje met 
de rug in de rijrichting op de voorstoel 
plaatst. Anders kan een kind bij het 
afgaan van de airbag levensgevaarlijk 
gewond raken.     
Inschakelen 
  In de stand  "OFF" 
 werkt de airbag 
aan passagierszijde bij een eventuele 
aanrijding niet. 
  Als u het kinderzitje hebt verwijderd, 
zet dan de schakelaar weer op  "ON" 
 
om de airbag opnieuw in te schakelen 
en zo de veiligheid van uw passagier 
te garanderen.  
   
Als dit verklikkerlampje op 
het instrumentenpaneel gaat 
branden in combinatie met 
een geluidssignaal en een 
melding op het display, laat het 
systeem dan controleren door 
het PEUGEOT-netwerk of een 
gekwalifi ceerde werkplaats.  
Page 134 of 240

132
   
 
Motorkap openen  
 
 
 
 
MOTORKAP OPENEN
   
Motorkapsteun 
 
Zet om de motorkap open te houden de 
motorkapsteun vast in de met een sticker 
aangegeven houder in het plaatdeel aan 
de linkerzijde van de auto. 
  Plaats voordat u de motorkap sluit 
de motorkapsteun terug in de klem, 
zonder te forceren.  
 
 
Buitenzijde 
 
Til de motorkap met één hand iets 
op en steek uw andere hand met de 
palm omlaag naar binnen, zodat u 
gemakkelijk bij de haak kunt. 
  Duw met deze hand de veiligheidshaak 
naar links. Open de motorkap.  
 
 
Binnenzijde 
 
Trek aan de hendel onder het 
dashboard. De motorkap is 
ontgrendeld.  
 
 
Sluiten 
 
Laat de motorkap voorzichtig zakken 
en laat deze aan het einde van de 
slag in het slot vallen. Controleer of de 
motorkap goed vergrendeld is. 
  Open de motorkap liever niet als het 
hard waait.   
Page 138 of 240

136
   
 
Niveaus  
 
 
 
Koelvloeistofniveau 
 
Gebruik om ernstige motorschade 
te voorkomen uitsluitend door de 
constructeur aanbevolen koelvloeistof. 
  Als de motor warm is, wordt de 
temperatuur van de koelvloeistof 
geregeld door de koelventilator. 
  Wacht voor werkzaamheden aan het 
koelsysteem ten minste 1 uur nadat 
de motor gedraaid heeft, omdat de 
koelventilator nog kan (gaan) werken 
als de sleutel uit het contactslot is 
verwijderd en omdat het koelsysteem 
onder druk staat. 
  Draai de dop eerst een kwart 
omwenteling los om de druk te laten 
dalen en om te voorkomen dat de hete 
koelvloeistof uit het koelsysteem spuit. 
Trek, als de druk eenmaal gedaald is, 
de dop los en vul koelvloeistof bij. 
  Laat het koelsysteem, als vaak 
koelvloeistof moet worden bijgevuld, 
zo snel mogelijk controleren door het 
PEUGEOT-netwerk. 
   
Vloeistofniveau stuurbekrachtiging 
 
Controleer het niveau van de 
stuurbekrachtigingsvloeistof als de auto op 
een vlakke ondergrond staat en de motor 
koud is. Draai de dop met geïntegreerde 
peilstok los en controleer of het niveau 
tussen de merktekens MINI en MAXI staat.  
 
Om het fi lter te regenereren, wordt 
geadviseerd zo snel mogelijk, indien 
de omstandigheden dit toelaten, 
gedurende minstens 5 minuten met 
een snelheid van 60 km/uur of hoger te 
rijden (totdat de melding op het display 
verdwijnt en het verklikkerlampje 
service uit gaat). 
  Tijdens het regenereren van het 
roetfi lter, kunnen enkele geluiden 
van het relais hoorbaar zijn onder het 
dashboard. 
  Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of 
een gekwalifi ceerde werkplaats als de 
melding niet verdwijnt en het lampje 
Service blijft branden. 
   
Bijvullen 
  Het niveau dient steeds tussen 
de merktekens MINI en MAXI van 
het expansievat te staan. Laat het 
koelsysteem, als meer dan 1 liter 
moet worden bijgevuld, controleren 
door het PEUGEOT-netwerk of een 
gekwalifi ceerde werkplaats.  
 
 
 
Vloeistofniveau ruiten- en 
koplampsproeiers 
  Wij adviseren u voor een optimale 
reiniging en voor uw eigen veiligheid de 
producten van PEUGEOT te gebruiken. 
  Bovendien mag het vloeistofniveau 
niet worden bijgevuld met of worden 
vervangen door water om bevriezing te 
voorkomen en een goede reiniging te 
garanderen. 
  Inhoud reservoir ruitensproeiers: 
ongeveer 3 liter. 
  Als uw auto is voorzien van 
koplampsproeiers, bedraagt de inhoud 
van het reservoir 6 liter.  
 
 
Niveau brandstofadditief 
(diesel met roetfilter) 
  Een te laag additiefniveau 
wordt aangegeven door het 
verklikkerlampje service in combinatie 
met een geluidssignaal en een melding 
op het multifunctionele display. 
  Als dit bij draaiende motor gebeurt, 
komt dit doordat het roetfi lter verstopt 
dreigt te raken (uitzonderlijke 
rij-omstandigheden: veelvuldig 
stadsverkeer, lage snelheid, lange 
fi les, ...).    
Bijvullen 
  Laat het bijvullen zo spoedig mogelijk 
uitvoeren door het PEUGEOT-netwerk 
of een gekwalifi ceerde werkplaats.  
 
 
 
Afgewerkte producten 
 
Vermijd langdurig huidcontact met 
afgewerkte olie. 
  Remvloeistof is schadelijk voor 
de ; het is bovendien een erg bijtend 
middel. 
  Gooi afgewerkte olie, remvloeistof en 
koelvloeistof niet in het riool, in het 
water of op de grond, maar deponeer 
deze in de daarvoor bestemde 
containers bij het PEUGEOT-netwerk.   
Page 139 of 240

 137
ONDERHOU
D
6
   
 
Controles  
 
 
CONTROLES
   
Koolstoffilter en interieurfilter 
 
Via een luikje onder het 
dashboardkastje kunnen de fi lters 
worden vervangen. 
  Het koolstoffi lter zorgt ervoor dat 
stofdeeltjes permanent en krachtig 
gefi lterd worden. 
  Een verstopt interieurfi lter vermindert 
de prestaties van de airconditioning 
en kan nare geuren in het interieur 
veroorzaken. 
  Wij adviseren u een gecombineerd 
interieurfi lter de gebruiken. Danzij het 
specifi eke tweede actieve fi lter, draagt 
het bij aan de zuivering van de door de 
inzittenden ingeademde lucht en aan 
een schoon interieur (vermindering van 
allergische reacties, onaangename 
geuren en vette aanslag). 
   
Roetfilter (diesel) 
 
Onderhoudswerkzaamheden aan het 
roetfi ler moeten worden uitgevoerd 
door het PEUGEOT-netwerk. 
  Als langdurig met zeer lage snelheid 
wordt gereden of de motor langdurig 
stationair draait, kan bij gasgeven 
soms rook uit de uitlaat waargenomen 
worden. Dit heeft geen invloed op de 
prestaties van de auto en heeft geen 
gevolgen voor het milieu.  
 
 
Accu 
 
Laat uw accu voor de winter door 
het PEUGEOT-netwerk of een 
gekwalifi ceerde werkplaats controleren.  
 
 
Remblokken 
 
De slijtage van de remblokken is 
sterk afhankelijk van de rijstijl, vooral 
bij stadsverkeer en veel korte ritten. 
Hierdoor kan het noodzakelijk blijken 
om de remblokken vaker, tussen twee 
onderhoudscontroles door, te laten 
controleren. 
  Als het remvloeistofniveau te laag is, 
kan dit behalve door lekkage van het 
remsysteem ook veroorzaakt worden 
door slijtage van de remblokken.  
 
 
Slijtage remschijven/-trommels 
 
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk 
voor meer informatie over de controle 
van uw remschijven/-trommels.  
 
 
Handrem 
 
Als de handrem een te grote slag 
heeft of als het systeem minder goed 
werkt, moet de handrem zelfs tussen 
twee onderhoudscontroles worden 
afgesteld. 
  Laat het systeem controleren door 
het PEUGEOT-netwerk of een 
gekwalifi ceerde werkplaats.  
 
 
Oliefilter 
 
Vervang het oliefi lterelement periodiek, 
volgens het onderhoudsschema.     Raadpleeg het onderhoudsboekje voor 
informatie over het vervangingsinterval 
van de fi lterelementen. 
  Als de omgeving (veel stof) en de 
gebruiksomstandigheden van de auto 
(veel stadsverkeer) daartoe aanleiding 
geven, moeten de fi lters twee keer zo 
vaak worden vervangen.   
Page 156 of 240

154
   
 
Zekering vervangen  
 
 
ZEKERINGEN VERVANGEN
 
De zekeringkasten bevinden zich: 
   
 
-   links aan de onderzijde van het 
dashboard (achter de klep), 
   
-   in de motorruimte (bij de accu).  
  De aanwijzingen in dit boekje hebben 
uitsluitend betrekking op zekeringen 
die met behulp van de speciale 
tang (achter het opbergvak aan de 
rechterzijde van het dashboard) door 
de gebruiker vervangen kunnen 
worden. Raadpleeg voor overige 
werkzaamheden het 
PEUGEOT-netwerk of een 
gekwalifi ceerde werkplaats. 
 
 
Zekeringen vervangen 
 
 
Vervang een defecte zekering altijd 
door een zekering met dezelfde 
stroomsterkte. 
 
    Voor technici: raadpleeg voor 
alle informatie met betrekking tot 
zekeringen en relais de elektrische 
schema's van de "Reparatiemethoden" 
die verkrijgbaar zijn via het netwerk. 
  PEUGEOT is niet aansprakelijk voor 
kosten die voortvloeien uit storingen 
veroorzaakt door het monteren van 
extra accessoires die niet door het 
PEUGEOT-netwerk geleverd en 
aanbevolen zijn en niet volgens haar 
voorschriften gemonteerd zijn. Dit geldt 
met name voor apparatuur met een 
totaal stroomverbruik van meer dan 
10 milliampère. 
     Voordat u een zekering vervangt, dient 
u eerst de oorzaak van de storing op te 
sporen en te (laten) verhelpen. 
   
 
● 
  Gebruik de tang.   
Page 157 of 240

155
SNEL WEER OP WE
G
7
   
 
Zekering vervangen  
 
 
 
ZEKERINGEN DASHBOARD 
 
Kantel het opbergvak omlaag om bij de 
zekeringen te komen.    Zekering   
  F 
   Ampère   
  A 
   Functies 
  1  15  Ruitenwisser achter 
  2  -  Niet gebruikt 
  3  5  Airbag 
  4  10   Airconditioning, diagnoseaansluiting, bediening elektrisch 
verstelbare buitenspiegels, draadbundel koplampen 
  5  30  Elektrische ruitbediening 
  6  30  Sloten 
  7  5  Plafonnier achter, kaartleeslampje vóór 
  8  20   Autoradio, display, controlesysteem bandenspanning, 
sirene en inbraakalarm 
  9  30  12V-aansluiting voor en achter 
  10  15  Middenconsole 
  11   15  Contactslot circuit lage stroomsterkte 
  12  15  Regen-/lichtsensor, airbag 
  13  5  Instrumentenpaneel 
  14  15   Parkeerhulp, bediening automatische airconditioning, 
handsfree set 
  15  30  Sloten 
  16  -  Niet gebruikt 
  17  40  Achterruitverwarming, buitenspiegelverwarming  
Page 232 of 240

170
Cockpit
   
Versnellingsbak   41      
ESP   108 
  Parkeerhulp   105-106 
  Elektrisch verstelbare 
buitenspiegels   101 
  Koplampverstelling   52 
  Stop & Start  45     
Contactslot   48      
Schakelaar ruitenwissers   53-54 
  Automatische ruitenwissers   53 
  Ruitensproeier/
koplampsproeiers   54, 136 
  Boordcomputer   Rubriek 9  
   
Snelheidsregelaar   55-57 
  Snelheidsbegrenzer   58-60      
Lichtschakelaars   50-51 
  Automatische verlichting   51 
  Mistlampen   51 
  LED-dagrijverlichting   51  
 
BESTUURDERSPLAATS
 
 
Zekeringen dashboard, 
interieur   155, 156 
  Motorkapontgrendeling   132  
   
Handrem   104     
Instrumentenpanelen, 
klokken, displays, tellers   29-30 
  Verklikkerlampjes   31-36 
  Meters, display   37 
  Klok instellen via 
instrumentenpaneel   30 
  Dimmer 
dashboardverlichting   40 
Schakelindicator  41  
 
 
   
Bediening op stuurwiel 
autoradio   Rubriek 9  
   
Stuurwiel verstellen   44 
  Claxon   104  
 
  
Page 233 of 240

 171
   
 
Cockpit  
 
WEGWIJZE
R
10
 
 
Verwarming, ventilatie 
   
 
-  verwarming   61 
   
-  airconditioning   62  
  Automatische 
airconditioning   63-64 
  Ontdooien/ontwasemen   65-66      
Uitschakelen 
passagiersairbag   117      
Plafonniers   94, 151  
   
Voorzieningen vóór   84-86 
   
 
-  dashboardkastje, 
   
-  dakconsole, 
   
-  middenconsole, 
   
-  zonneklep, 
   
-  fl essenhouder, 
   
-  tashouder, 
   
-  opbergladen, 
   
-  opbergvakken.  
 
     
Displays, 
weergave   29, Rubriek 9 
  Klok instellen via 
display   Rubriek 9      
Binnenspiegel   102 
  Parkeer-/tolkaarten   102 
  Spiegel naar 
achterpassagiers   102  
   
Technologie aan boord   Rubriek 9 
   
 
-   Peugeot Connect Sound 
   
-   Peugeot Connect Nav  
 
   
Schakelaars 
   
 
-   centrale vergrendeling   28 
   
-  elektrische 
kinderbeveiliging   125 
   
-  ruitbediening   103 
   
-  alarmknipperlichten   104  
     
Noodoproep Rubriek 9  
   
EGS-versnellingsbak 42     
"Grip control"  109-110