Peugeot Traveller 2016 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: PEUGEOT, Model Year: 2016, Model line: Traveller, Model: Peugeot Traveller 2016Pages: 528, PDF Size: 12.72 MB
Page 81 of 528

79
Traveller-VP_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2016
Als de linker achterdeur niet goed is
gesloten (bij de rechter achterdeur
wordt dit niet gesignaleerd):
-
b
randt bij stilstaande auto
en draaiende motor dit
verklikkerlampje in combinatie
met een waarschuwingsmelding
die gedurende enkele seconden
wordt weergegeven,
-
b
randt tijdens het rijden
(wagensnelheid hoger dan
10 km/h) dit verklikkerlampje
in combinatie met een
geluidssignaal en een
waarschuwingsmelding die
gedurende enkele seconden
wordt weergegeven.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek
voor meer informatie over de sleutel
,
de afstandsbediening of het Keyless
entr y and star t -systeem en in het
bijzonder het ontgrendelen van de auto.
Achterdeuren
De twee achterdeuren zijn symmetrisch.
De linker achterdeur is voorzien van een slot.
F
Trek, als de achterdeuren zijn ontgrendeld
(afhankelijk van de uitvoering met de sleutel, met de
afstandsbediening of via het Keyless entry and start-
systeem), aan de handgreep van de achterdeur.F Trek nadat u de linker achterdeur hebt geopend de hendel A naar u toe om de
rechter achterdeur te openen.
Van buitenaf
Sluiten
F Sluit eerst de rechter en vervolgens de linker achterdeur.
Als eerst de linker achterdeur
wordt gesloten, voorkomt een
aanslag op de zijkant van de
rechter achterdeur dat deze kan
worden gesloten.
2
Toegang tot de auto
Page 82 of 528

80
Traveller-VP_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2016
Als de kinderbeveiliging is
ingeschakeld, werkt de hendel niet.
Raadpleeg de desbetreffende
rubriek voor meer informatie over de
kinderbeveiliging.Van binnenuit
Openen
Sluiten
Auto vergrendeld en kinderbeveiliging
uitgeschakeld.
F
B
eweeg deze hendel omlaag om de auto
volledig te ontgrendelen en de rechter
achterdeur te openen.
De deurvangers (afhankelijk van de uitvoering)
maken het mogelijk de achterdeuren met een
hoek van ongeveer 90° tot 180° te openen.
Bij het parkeren van de auto met
de achterdeuren 90° geopend,
bedekken de deuren de achterlichten.
geb
ruik een gevarendriehoek
of een andere signalering die
door de regelgeving en wetten
van uw land voorgeschreven is
om andere weggebruikers, die in
dezelfde richting rijden en anders
niet opmerken dat u stilstaat, te
waarschuwen.
Openen tot ongeveer 180°
F Trek als de deur is geopend aan de gele hendel.
Bij het sluiten van de deur komt de deurvanger
automatisch in zijn oorspronkelijke stand terug. F
S
luit eerst de rechter achterdeur en
vervolgens de linker achterdeur.
Auto ontgrendeld en kinderbeveiliging
uitgeschakeld.
F
B
eweeg deze hendel omlaag om de rechter
achterdeur te openen.
Toegang tot de auto
Page 83 of 528

81
Traveller-VP_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2016
Raadpleeg de desbetreffende rubriek
voor meer informatie over de sleutel,
de afstandsbediening of het Keyless
entr y and star t -systeem en in het
bijzonder het ontgrendelen van de auto. Raadpleeg de desbetreffende rubriek
voor meer informatie over de sleutel
,
de afstandsbediening of het Keyless
entr y and star t-systeem en in het
bijzonder het vergrendelen van de auto.
Achterklep
F Trek, als de achterklep is ontgrendeld (afhankelijk van de uitvoering met de
sleutel, met de afstandsbediening of via
het Keyless entry and start-systeem), aan
de handgreep en beweeg de achterklep
vervolgens omhoog.
Openen
F Trek de achterklep omlaag met behulp van de lus
aan de binnenzijde en vergrendel de achterklep.
Sluiten Noodbediening
Hiermee kan bij een lege accu of een eventuele
storing in het systeem van de centrale
vergrendeling de achterklep mechanisch
ontgrendeld worden.
Ontgrendelen
F Klap indien nodig de achterbank (indien
aanwezig) naar voren om van binnenuit bij
het slot te komen.
Vergrendeling na het sluiten
Wanneer de achterklep weer wordt gesloten,
wordt deze weer vergrendeld als het probleem
niet is verholpen.
Als de achterklep niet goed is gesloten:
-
b
randt bij stilstaande auto
en draaiende motor dit
verklikkerlampje in combinatie met
een waarschuwingsmelding die
gedurende enkele seconden wordt
weergegeven,
F
S
teek een kleine schroevendraaier in de
opening A van het slot om de achterklep te
ontgrendelen.
F
V
erplaats de nok naar rechts.
-
brandt tijdens het rijden (wagensnelheid hoger dan
10 km/h) dit verklikkerlampje in combinatie met een
geluidssignaal en een waarschuwingsmelding die
gedurende enkele seconden wordt weergegeven.
2
Toegang tot de auto
Page 84 of 528

82
Traveller-VP_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2016
Raadpleeg de desbetreffende rubriek
voor meer informatie over de sleutel,
de afstandsbediening of het Keyless
entr y and star t -systeem en in het
bijzonder het ontgrendelen van de auto. Raadpleeg de desbetreffende rubriek
voor meer informatie over de sleutel
,
de afstandsbediening of het Keyless
entr y and star t -systeem en in het
bijzonder het vergrendelen van de auto.
De achterklep en de achterruit kunnen
niet gelijktijdig worden geopend. Ze
zouden anders beschadigd kunnen
raken.
Ruit van de achterklep
De ruit van de achterklep kunt u openen, zodat
u het achtercompartiment rechtstreeks kunt
bereiken zonder dat u de achterklep hoeft te
openen.
Openen Sluiten
Druk, nadat u de auto hebt ontgrendeld
(afhankelijk van de uitvoering met de sleutel,
de afstandsbediening of het Keyless entry and
start-systeem), op deze knop en til de achterruit
op om hem te openen. Sluit de achterruit door op het midden van de
ruit te drukken totdat deze volledig gesloten is.
Als de ruit van de achterklep niet
goed is gesloten:
- b ij stilstaande auto en
draaiende motor brandt dit
verklikkerlampje in combinatie
met een waarschuwingsmelding
die enkele seconden wordt
weergegeven,
-
t
ijdens het rijden (wagensnelheid
hoger dan 10 km/h) brandt dit
verklikkerlampje in combinatie
met een geluidssignaal en
waarschuwingsmelding
die enkele seconden wordt
weergegeven.
Toegang tot de auto
Page 85 of 528

83
Traveller-VP_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2016
Dit systeem beveiligt uw auto tegen inbraak en
diefstal.
AlarmOmtrekbeveiliging
Dit systeem houdt de te openen carrosseriedelen van de auto in de gaten.
Het alarm gaat af als iemand een van de te openen carrosseriedelen
(waaronder ook de motorkap) probeert te openen.
Automatische beveiligingsfunctie
Dit systeem treedt in werking als iemand
probeert het alarm te saboteren.
Het alarm gaat af als iemand probeert de
accu, de knop of de kabels van de sirene
uit te schakelen of te beschadigen.
Raadpleeg het PeugeoT -netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats alvorens wijzigingen
aan het alarmsysteem aan te brengen.
Interieurbeveiliging
Dit systeem treedt in werking als er
bewegingen in het interieur worden
waargenomen.
Het alarm gaat af als er een ruit wordt
ingeslagen, als iets of iemand de auto
binnendringt of als iets of iemand in de auto
beweegt.
Als uw auto is uitgerust met een
programmeerbaar verwarmings-/
ventilatiesysteem en dit systeem is
ingeschakeld, kan de interieurbeveiliging
niet worden gebruikt.
Raadpleeg de desbetreffende
rubriek voor meer informatie over het
programmeerbare verwarmings-/
ventilatiesysteem . F
V
ergrendel de auto met het "Keyless entry
and start"-systeem.
Totale beveiliging
Inschakelen
F Vergrendel de auto met de afstandsbediening.
of
Het alarmsysteem is geactiveerd: het
verklikkerlampje van de knop zal één keer per
seconde knipperen en de richtingaanwijzers
knipperen gedurende ongeveer 2 seconden.
Na het vergrendelverzoek met de
afstandsbediening of met het "Keyless entry
and start"-systeem wordt de omtrekbeveiliging
na 5 seconden en de interieurbeveiliging na
45
seconden geactiveerd.
Indien een van de te openen carrosseriedelen
(portier, schuifdeur, achterklep/achterdeur,
motorkap) niet goed is gesloten, wordt de auto
niet vergrendeld, maar wordt de beveiliging na
45 seconden wel ingeschakeld. F
Z
et het contact af en verlaat de auto.
2
Toegang tot de auto
Page 86 of 528

84
Traveller-VP_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2016
Interieurbeveiliging
UitschakelenF
Z
et het contact af en druk binnen
10 seconden op deze toets en
houd deze ingedrukt tot het
verklikkerlampje blijft branden.
F
S
tap uit.
Inschakelen
Het verklikkerlampje van de knop gaat uit. F
V
ergrendel onmiddellijk de auto
met de afstandsbediening of met
het "Keyless entry and start"-
systeem.
Alleen de omtrekbeveiliging wordt
ingeschakeld: het verklikkerlampje van de knop
zal één keer per seconde knipperen.
om d
e interieurbeveiliging uit te schakelen
moet deze procedure elke keer na het afzetten
van het contact worden uitgevoerd.
F
S
chakel de omtrekbeveiliging
uit door de auto te ontgrendelen
met de afstandsbediening of met
het "Keyless entry and start"-
systeem. F
S
chakel het alarmsysteem
weer volledig in door de
auto te vergrendelen met de
afstandsbediening of met het
"Keyless entry and start"-systeem.
Het verklikkerlampje van de knop knippert weer
één keer per seconde.
Afgaan van het alarm
Als het alarm afgaat, treedt de sirene in
werking en knipperen de richtingaanwijzers
gedurende dertig seconden.
Als het alarm voor de 11
e keer afgaat, worden
de alarmsystemen uitgeschakeld.
Als het verklikkerlampje van de knop
snel knippert bij het ontgrendelen van
de auto met de afstandsbediening of
met het "Keyless entry and start"-
systeem, is het alarm tijdens uw
afwezigheid afgegaan.
Het lampje stopt met knipperen als
het contact wordt aangezet.
Uitschakelen
F Druk op deze ontgrendelknop van de afstandsbediening.
of
F
o
n
tgrendel de auto met het "Keyless entry
and start"-systeem.
Als de auto automatisch opnieuw wordt
vergrendeld (als 30 seconden zijn
verstreken zonder dat een van de te
openen carrosseriedelen is geopend),
wordt het alarmsysteem automatisch
weer ingeschakeld.
Het alarmsysteem is uitgeschakeld: het
verklikkerlampje van de knop is uit en de
richtingaanwijzers knipperen gedurende
ongeveer 2 seconden.
Beveiliging - met alleen de
omtrekbeveiliging ingeschakeld
Schakel de interieurbeveiliging uit om te
voorkomen dat het alarm onnodig wordt
ingeschakeld als bijvoorbeeld:
-
i
emand in de auto aanwezig is,
-
e
en ruit op een kier blijft staan,
-
d
e auto wordt gewassen,
-
e
en wiel wordt ver wisseld,
-
d
e auto wordt gesleept,
-
d
e auto op een boot wordt vervoerd.
Toegang tot de auto
Page 87 of 528

85
Traveller-VP_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2016
Storing afstandsbediening
om de alarmsystemen uit te schakelen:
F on tgrendel de auto met de sleutel (in de
afstandsbediening bij uitvoeringen met
Keyless entry and start) in het slot van het
bestuurdersportier.
F
o
p
en het portier; het alarm gaat af.
F
Z
et het contact aan, het alarm stopt. Het
verklikkerlampje van de knop gaat uit.
Vergrendelen van de auto zonder
het alarm in te schakelen
F Vergrendel de auto of schakel de supervergrendeling in met de sleutel (in
de afstandsbediening bij uitvoeringen met
Keyless entry and start) in het slot van het
bestuurdersportier.
Storing
Als bij het aanzetten van het contact
het verklikkerlampje van de knop blijft
branden, duidt dit op een storing in
het systeem.
Laat het systeem controleren door
het P
e
ugeo
T
-netwerk of door een
gekwalificeerde werkplaats.
Automatisch inschakelen
Deze functie is niet beschikbaar, optioneel of
standaard.
Het systeem wordt 2 minuten nadat het
laatste te openen carrosseriedeel is gesloten,
automatisch ingeschakeld.
F
o
m h
et afgaan van het alarm bij het
openen van een portier of de achterklep
te voorkomen, moet eerst op de
ontgrendelknop van de afstandsbediening
worden gedrukt of moet de auto
ontgrendeld worden met het "Keyless entry
and start"-systeem.
2
Toegang tot de auto
Page 88 of 528

86
Traveller-VP_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2016
1. Schakelaar ruitbediening bestuurderszijde
2. Schakelaar ruitbediening passagierszijde
Resetten
Nadat de accukabels los zijn geweest, moet de
ruitbediening opnieuw gereset worden.
F
o
p
en de ruit volledig en sluit de ruit.
Telkens als de schakelaar omhoog wordt
getrokken, sluit de ruit enkele centimeters.
F
L
aat de schakelaar los en trek hem
opnieuw omhoog totdat de ruit volledig is
gesloten.
F
H
oud de schakelaar na het sluiten nog
minimaal één seconde vast.elektrisch bedienbare ruiten
u kunt de ruiten op twee manieren bedienen: T ijdens deze handelingen is de beveiliging
tegen beknellen uitgeschakeld.
Neem bij het verlaten van de auto, zelfs
voor een korte periode, altijd de sleutel
mee.
Wanneer tijdens het bedienen van de ruit
iets tussen de ruit en de sponning bekneld
raakt, moet de ruit weer worden geopend.
Druk daarvoor op de desbetreffende
schakelaar.
Wanneer de bestuurder de ruiten van de
passagiers bedient, moet hij er zeker van zijn
dat niets het correcte sluiten van de ruiten
hindert.
De bestuurder moet er zeker van zijn dat
de passagiers op de juiste manier gebruik
maken van de elektrische ruitbediening.
Let er goed op dat kinderen zich tijdens het
bedienen van de ruiten niet kunnen bezeren.
Handbediening
Duw of trek de schakelaar tot aan het zware
punt om de ruit te openen of te sluiten. De ruit
stopt zodra de schakelaar wordt losgelaten.
Automatische bediening
Duw of trek de schakelaar voorbij het zware
punt. Als u de schakelaar hebt losgelaten, opent
of sluit de ruit volledig. Druk nogmaals op de
schakelaar om het openen of sluiten te stoppen.
De elektrische ruitbediening wordt
uitgeschakeld:
-
o
ngeveer 45 seconden na het afzetten van
het contact.
-
a
ls bij afgezet contact een voorportier
wordt geopend.
Beveiliging tegen beknellen
(volgens uitvoering)
Als de ruit sluit en tegen een obstakel stuit,
stopt de ruit en gaat deze direct gedeeltelijk
weer open.
Als de ruit niet wil sluiten, druk dan op de
schakelaar om de ruit helemaal te openen. Trek
vervolgens binnen 4 seconden de schakelaar
omhoog tot de ruit volledig is gesloten.
Tijdens deze handelingen is de beveiliging
tegen beknellen uitgeschakeld.
Toegang tot de auto
Page 89 of 528

87
Traveller-VP_nl_Chap03_ergonomie-et-confort_ed01-2016
Stuurwielverstelling
F Zorg dat de auto stilstaat en duw de hendel omlaag om het stuur wiel te
ontgrendelen.
F
V
erstel het stuur wiel in hoogte en diepte
voor een optimale zithouding.
F
T
rek aan de hendel om het stuur wiel te
vergrendelen.
Voer deze handelingen om
veiligheidsredenen uitsluitend uit bij
stilstaande auto.
Handmatig verstelbare voorstoelen
F Til de beugel op en schuif de stoel in de gewenste stand. F
T rek de hendel omhoog of duw deze
omlaag tot de gewenste stand bereikt is.
Verstelling in lengterichtingHoogteverstelling (volgens uitvoering)
uit veiligheidsoverwegingen mogen de stoelen uitsluitend bij stilstaande auto worden versteld.
Zorg er bij het verstellen van de stoel naar achteren voor dat het schuiven van de stoel niet
wordt verhinderd door personen of hinderlijke voor werpen op de vloer achter de stoel om te
voorkomen dat de stoel wordt geblokkeerd.
o
n
derbreek het schuiven van de stoel meteen
als dit het geval is.
3
ergonomie en comfort
Page 90 of 528

88
Traveller-VP_nl_Chap03_ergonomie-et-confort_ed01-2016
F Draai aan de draaiknop om de rugleuning te verstellen.
Rugleuningverstelling
F Draai aan de knop om de lendensteun in de gewenste stand te zetten.
Lendensteun
Raadpleeg de desbetreffende
rubriek voor meer informatie over de
veiligheidsgordels . F
T
rek de hendel zo ver mogelijk omhoog en
kantel de rugleuning naar voren of naar
achteren.
ergonomie en comfort