Seat Alhambra 2017 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: SEAT, Model Year: 2017, Model line: Alhambra, Model: Seat Alhambra 2017Pages: 340, PDF Size: 6.99 MB
Page 171 of 340

Vervoeren en praktische uitrustingen
●
Pa s
de basisdragers of het dakdragersys-
teem nooit aan of repareer ze nooit. Let op
Lees de bij het ingebouwde dakdragersys-
t eem de mee g
eleverde instructies aandachtig
door en neem ze in acht. Neem ze altijd mee
in de wagen. Dakdragersysteem met lading
De lading kan alleen op een veilige manier
w
or
den
vastgemaakt als het dakdragersys-
teem correct ingebouwd is ››› .
M ax
im
aal toelaatbare lading op dak
De maximaal toelaatbare lading op het dak is
100 kg (220 pond). De lading op het dak be-
staat uit het gewicht van het dakdragersys-
teem en de op het dakdragersysteem ge-
transporteerde lading ››› .
Z or
g altijd d
at u weet wat het gewicht van het
dakdragersysteem en de te transporteren la-
ding is, en weeg de lading indien nodig.
Overschrijd de maximum toelaatbare lading
op het dak nooit.
Bij het gebruik van dakdragersystemen met
een geringer draagvermogen kan de toelaat-
bare dakbelasting niet worden benut. In dit
geval mag het dakdragersysteem alleen tot de gewichtsgrens worden belast die in de
montage-in
structie is aangegeven.
Last verdelen
Verdeel de lading gelijkmatig en maak de
last op de juiste wijze vast ››› .
B ev
e
stigingspunten controleren
U moet nadat u de basisdragers en het dak-
dragersysteem heeft ingebouwd, na een kor-
te afstand en daarna met regelmatige inter-
vallen de bevestigingspunten controleren. ATTENTIE
Als de maximum toelaatbare lading op het
dak o
verschreden wordt, kan dit leiden tot
ongevallen en schade aan de wagen.
● Respecteer altijd het toelaatbare gewicht
voor het d
ak, de toelaatbare belasting op as-
sen en het toelaatbare totaalgewicht van de
wagen.
● Overschrijd de capaciteit van het dakdra-
gersy
steem niet, ook al bereikt u de maxi-
mum toelaatbare lading niet.
● Altijd de zwaarste voorwerpen vooraan be-
ves
tigen en de lading in het algemeen gelijk-
matig verdelen. ATTENTIE
Losse lading en niet correct vastgemaakte la-
ding k an
van het dakdragersysteem vallen en
ongevallen en letsel veroorzaken. ●
Gebruik a
ltijd geschikte of onbeschadigde
touwen of spanbanden.
● Maak de lading op de juiste wijze vast. Opbergvakken
Inl eidin
g tot thema De opbergvakken mogen alleen gebruikt wor-
den om licht
e of
kleine voorwerpen op te ber-
gen.
In het vak voorin in de middenarmsteun be-
vinden zich de ingangen voor de verbindin-
gen USB/AUX-IN, gemonteerd af fabriek.
In het linkeropbergvak in de bagageruimte
bevindt zich de Cd-wisselaar af fabriek. ATTENTIE
Bij bruusk remmen of plotselinge manoeu-
vre s, k
unnen losse voorwerpen door het inte-
rieur geslingerd worden. Dit kan ernstig let-
sel veroorzaken bij de inzittenden en leiden
tot het verlies van de controle over de wagen.
● Geen dieren vervoeren noch harde, zware of
scherpe
voorwerpen in het interieur van de
wagen plaatsen in: open opbergvakken,
dashboard, hoedenplank, kleding of tassen.
● Zorg ervoor dat tijdens het rijden de op-
bergv
akken altijd gesloten blijven. » 169
Technische gegevens
Aanwijzingen
Bedienen
Noodgevallen
Veiligheid
Page 172 of 340

Bedienen
ATTENTIE
Het plaatsen van voorwerpen in de voeten-
ruimte v
an de bestuurder kan het bedienen
van de pedalen belemmeren. Dit kan leiden
tot het verlies van de controle over de wagen
en zo het risico op een ernstig ongeval verho-
gen.
● Zorg ervoor dat de pedalen op elk moment
bediend kunnen w
orden en dat er geen voor-
werpen onder kunnen rollen.
● De vloermat moet altijd vast liggen.
● Plaats nooit andere vloermatten of vloerbe-
dekking
en op de af fabriek gemonteerde
vloermat.
● Zorg ervoor dat geen enkel voorwerp in de
voetenruimt
e van de bestuurder kan vallen
onder het rijden. VOORZICHTIG
● De v
erwarmingsdraden van de achterruit
kunnen door schurende voorwerpen op de
hoedenplank beschadigd raken.
● Bewaar geen voorwerpen, voedsel of medi-
cijnen in de wag
en die gevoelig zijn voor
warmte. Hoge of lage temperaturen kunnen
deze beschadigen of onbruikbaar maken.
● Doorzichtige voorwerpen die in de wagen
gele
gd worden, zoals brillen, vergrootglazen
of doorzichtige zuignappen op de ruiten kun-
nen de zonnestralen bundelen en schade ver-
oorzaken aan de wagen. Let op
Om lucht uit de wagen te kunnen laten ont-
sn ap
pen, mag de ontluchtingsgleuf tussen de
achterruit en de hoedenplank niet worden af-
gedekt. Brillenhouder in de dakconsole
Afb. 175
In de dakconsole: brillenvak. Om te open
en, drukt u kort op de knop
› ›
› afb. 175 (pijl).
Om te sluiten, duwt u de klep naar boven tot
hij vastklikt.
Om de werking van de interieurbewaking te
garanderen, moet de brillenhouder gesloten
zijn wanneer de wagen vergrendeld wordt
››› pag. 122. Vak in de dakconsole
Afb. 176
In de dakconsole: opbergvak. Om te open
en, kort op de knop
›
›
› afb. 176
drukken.
Om te sluiten, het opbergvak naar boven
drukken tot het vastklikt.
Om de werking van de interieurbewaking te
garanderen, moeten de opbergvakken geslo-
ten zijn wanneer de wagen wordt vergrendeld
››› pag. 122.
170
Page 173 of 340

Vervoeren en praktische uitrustingen
Vak in het dashboard* Afb. 177
Opbergvak in het dashboard. Het opbergvak van het dashboard kan voor-
z
ien
z
ijn van een klep.
Om te openen, drukt u op de knop van de
klep ››› afb. 177 (pijl).
Om te sluiten, duwt u de klep naar onderen
tot hij vastklikt. Vak in de middenconsole voorin Afb. 178
Vak voorin in de middenconsole. Voorin in de middenconsole bevindt zich een
open
v
ak
››› afb. 178 waarin een 12 V stop-
contact kan zitten ››› pag. 177.
Vak voorin in de middenarmsteun Afb. 179
Opbergvak voorin in de middenarm-
s t
eu
n. Om te open
en, tilt u de middenarmsteun vol-
l edig op
, in de richting van de pijl ››› afb.
179.
Om te sluiten, beweegt u de middenarm-
steun omlaag. ATTENTIE
De middenarmsteun kan de bewegingsvrij-
heid v an de arm
van de bestuurder beperken
en daardoor een ernstig ongeval veroorzaken.
● Tijdens het rijden moeten de vakken van de
middenarms
teun steeds gesloten blijven. ATTENTIE
De middenarmsteun is niet bestemd voor het
ver v
oeren van kinderen! Vak voor kaarten*
Afb. 180
Onderaan middenconsole: vak voor
k aar
t
en. » 171
Technische gegevens
Aanwijzingen
Bedienen
Noodgevallen
Veiligheid
Page 174 of 340

Bedienen
Aan de onderzijde van de middenconsole be-
v indt
zich een vak ››› afb. 180 1 voor het op-
ber g
en
van munten, kaarten, parkeerbewij-
zen en dergelijke. Let op
Om diefstal of gebruik door derden te vermij-
den, mag het
vak niet gebruikt worden om
creditcards, bankpasjes enz. te bewaren. Dashboardkastje
Afb. 181
Dashboardkastje. Afb. 182
Geopend dashboardkastje. Dashboardkastje openen en sluiten
Z
o nodig het
d
ashboardkastje ontgrendelen.
Wanneer de gleuf van het slot in verticale po-
sitie staat, is het dashboardkastje gesloten.
Trek aan de hendel om te openen ››› afb. 181.
Duw de klep naar boven om te sluiten.
Opbergvak voor wagendocumentatie
Het dashboardkastje is tevens geschikt om
de wagendocumentatie in op te bergen.
De wagendocumentatie moet altijd in dit op-
bergvak worden bewaard. Leg de documen-
tatie dwars in het dashboardkastje.
Dashboardkastje afkoelen
In het achterpaneel bevindt zich een lucht-
rooster ››› afb. 182 A om verse lucht van de
air c
onditionin
g (indien die ingeschakeld is)
in het dashboardkastje te laten stromen. Het luchtrooster wordt geopend en gesloten door
het te dr
aaien. ATTENTIE
Wanneer het dashboardkastje open staat,
verhoog t
het risico op ernstig letsel bij een
ongeval, bruusk remmen of plotselinge ma-
noeuvres.
● Tijdens het rijden moet het dashboardkas-
tje st
eeds gesloten blijven. VOORZICHTIG
Om constructieredenen zijn in een aantal ver-
sie s
van het model openingen voorzien in het
dashboardkastje waardoor kleine voorwerpen
achter de bekleding kunnen vallen. Dit kan
vreemde geluiden en schade aan de wagen
veroorzaken. Daarom wordt aanbevolen geen
bijzonder kleine voorwerpen te bewaren in
het dashboardkastje. 172
Page 175 of 340

Vervoeren en praktische uitrustingen
Vakken in de voetenruimte achterin* Afb. 183
Vakken in de voetenruimte van de
tw eede
z
itrij. Naast de vloermat (indien aanwezig).
Om t
e
open
en, trekt u de klep achteraan in
het midden naar boven ›››
afb. 183 (pijl).
Om te sluiten, duwt u de klep naar onderen. ATTENTIE
Kinderen die niet beveiligd of niet correct
va s
tgemaakt zijn, lopen het risico op ernstig
of zelfs dodelijk letsel tijdens de rit.
● Als u een kinderzitje met basis of voet ge-
bruikt, dan moet u er a
ltijd voor zorgen dat
deze basis of voet correct en veilig inge-
bouwd is.
● Als de wagen een opbergvak heeft in de
voetruimte
van de laatste zitrij, dan kan dit vak tijdelijk niet gebruikt worden. Het vak
moet op
g
evuld worden met een speciaal ac-
cessoire zodat de plaat of voet correct kan
steunen op het gesloten opbergvak en correc-
te bevestiging van het kinderzitje mogelijk is.
Als u een kinderzitje met basis of voet ge-
bruikt en dit opbergvak niet goed vastmaakt,
kan het opbergvak tijdens een ongeval bre-
ken en wordt het kind uit het stoeltje gelan-
ceerd. Dit kan leiden tot ernstig letsel.
● Lees de gebruiksaanwijzingen van de fabri-
kant
van het kinderzitje en volg ze op. Schuifladen*
Afb. 184
Opberglade onder de voorstoel. Onder de voorstoelen kan zich een lade be-
v
inden. D
e l
ade openen en sluiten
Om te open
en, drukt u op de knop in het
handvat van de lade en trekt u aan de lade.
Om te sluiten, duwt u de lade onder de stoel
tot ze vastklikt. ATTENTIE
Indien de lade open staat, kan ze de bedie-
ning v
an de pedalen belemmeren. Dit kan
ernstige ongevallen tot gevolg hebben.
● Tijdens het rijden moeten de lades steeds
ges
loten blijven. Anders kunnen de lade en
voorwerpen die eruit vallen in de voetenruim-
te van de bestuurder terechtkomen en de pe-
dalen blokkeren. Uitklapbaar tafelblad*
Afb. 185
Uitklapbaar tafelblad aan de voor-
s t
oel
. » 173
Technische gegevens
Aanwijzingen
Bedienen
Noodgevallen
Veiligheid
Page 176 of 340

Bedienen
Uitklappen v an het
t afelblad door ze naar bo-
ven te trekken ››› afb. 185 (pijl).
Het tafelblad bevat tevens een blikjeshouder
››› pag. 175.
Om het tafelblad in te klappen, duwt u het zo
ver mogelijk naar onderen ››› afb. 185. ATTENTIE
Tijdens het rijden moet het uitklapbaar tafel-
bl a
d steeds opgeborgen zijn om elk risico op
letsel te vermijden. Uitneembaar prullenbakje*
Afb. 186
Bekleding van de linkse schuifdeur:
uit neemb
aar pru
llenbakje. Het uitneembare prullenbakje kan in de fles-
senhouder
v
an de bek
leding van de linkse
schuifdeur geplaatst worden. ATTENTIE
Om elk risico op brand te vermijden, mag het
uitneemb ar
e prullenbakje niet gebruikt wor-
den als asbak. Overige opbergvakken
Afb. 187
In de bagageruimte: zijopbergvak. Afb. 188
Bijkomende vakken in de kofferruim-
tevloer . Zijvakken van de kofferruimte
Aan de
z
ijk
ant van de kofferruimte zijn er bij-
komende vakken ››› afb. 187 1 en
2 . Draai
de s luitin
g r
echtsom om het vak 1 te ope-
nen. Ti
l
het deksel op om het vak 2 te ope-
nen. In het
v
ak 1 kan zich de
Cd-w
i sselaar
af fabriek bevinden. In het deksel van het vak 1 kunt u op een veilige manier de deksels
v an de hoedenp
l
ank bewaren.
Vakken in de kofferruimtevloer
In de vloer van de kofferruimte kunnen zich
nog vakken bevinden voor het opbergen van
voorwerpen.
FunctieNodige handelingen
Het vak achterin ope-
nen ››› afb. 188 4:
De achterzijde van de koffer-
ruimtevloer met het handvat
optillen. 174
Page 177 of 340

Vervoeren en praktische uitrustingenFunctieNodige handelingen
Het vak achterin open
houden:
De haak aan de rechterzijde
van de kofferruimte achterin
uittrekken en de vloer van de
kofferruimte eraan hangen
››› pag. 157.
Het vak sluiten:
De haak opbergen en het
achterste deel van de koffer-
ruimtevloer naar onderen du-
wen 4
. Extra opbergmogelijkheden:
●
In de middenconsole, voorin en achterin.
● In de portierbekledingen, voorin en achter-
in.
● Kledinghaken in de mid dens
tijlen van de
portieren en de dakhandgrepen achterin.
● Tashaken in de bagag
eruimte ›››
pag. 157. ATTENTIE
Opgehangen kledingstukken kunnen het
zic ht
van de bestuurder beperken en ernstige
ongevallen veroorzaken.
● Hang de kleding zo aan de haken op dat het
zicht
van de bestuurder er niet door wordt be-
perkt.
● Gebruik de kledinghaken alleen voor het
ophang
en van lichte kleding. Plaats nooit
zware, harde of scherpe voorwerpen in de
tassen. VOORZICHTIG
Houd het vak van de cd-wisselaar gesloten
tijdens het
rijden, aangezien de trillingen de
cd-wisselaar kunnen beschadigen. Let op
In het vak aan de linkerzijde van de koffer-
ruimte ac ht
erin bevindt zich de verbandtrom-
mel. Bekerhouder
In l
eidin
g tot thema Flessenhouder
In de open
v
akk
en van de bestuurders- en
bijrijdersportieren, alsook in dat van de
schuifdeur, bevindt zich een flessenhouder. ATTENTIE
Verkeerd gebruik van de bekerhouders kan
leiden t ot
letsel.
● Geen hete dranken in de blikjeshouder zet-
ten. Tijden
s het rijden kunnen door remmen
of bruusk manoeuvreren hete dranken om-
slaan en brandwonden veroorzaken.
● Zorg ervoor dat tijdens het rijden geen fles-
sen of andere
voorwerpen in de voetenruimte
van de bestuurder kunnen vallen. Die zouden
de pedalen kunnen blokkeren. ●
Plaat s
nooit grote verpakkingen, voedsel of
andere zware voorwerpen in de bekerhouder.
Bij een ongeval kunnen deze zware voorwer-
pen "door het interieur" geslingerd worden
en ernstig letsel veroorzaken. ATTENTIE
Gesloten flessen in het interieur van de wa-
g en k u
nnen bij hoge of lage temperaturen
barsten of ontploffen.
● Laat nooit een gesloten fles in de wagen
achter a
ls het er te heet of te koud is. VOORZICHTIG
Laat tijdens het rijden geen open verpakkin-
gen in de b lik
jeshouders. Die kunnen tijdens
het remmen bijv. uitlopen en schade veroor-
zaken in de wagen en aan het elektrische
systeem. Let op
De blikjeshouders kunnen uitgenomen wor-
den om z e t
e reinigen. 175
Technische gegevens
Aanwijzingen
Bedienen
Noodgevallen
Veiligheid
Page 178 of 340

Bedienen
Bekerhouders in de middenconsole Afb. 189
Middenconsole voorin: bekerhouder. ●
Om te open en, verplaatst u het deksel naar
ac ht
eren ››› afb. 189.
● Om te sluiten, verplaatst u het deksel naar
vor
en. Blikjeshouders, achter* Afb. 190
Achterste gedeelte van middencon-
so l
e: de b
likjeshouder openklappen. De blikjeshouder van de middenconsole ach-
t
erin openen en s
luit
en
● Om te openen, klapt u de blikjeshouder
naar onder
en, in de richting van de pijl
››› afb. 190.
● Om te sluiten, beweegt u de blikjeshouder
naar bo
ven.
De derde zitrij is uitgerust met een blikjes-
houder in het vak van de zijbekleding, ach-
terin links. Asbak en sigarettenaansteker*
Asbak Afb. 191
Middenconsole voorin: asbak geslo-
t en. In het voorste gedeelte van de middenconso-
l
e
›
›
› afb. 191 en in de zijbekleding van de
achterportieren kan een asbak ingebouwd
zijn.
Asbak openen of sluiten
● Om te openen heft u het deksel van de as-
bak
op.
● Om te sluiten, duwt u het deksel van de as-
bak
naar onderen.
Asbak legen
● Haal de asbak uit de bekerhouder of de zij-
bekledin
g van de portieren door deze omh-
oog te trekken.
176
Page 179 of 340

Vervoeren en praktische uitrustingen
● Zet
n
a het legen de asbak van boven af in
de bekerhouder of zijbekleding van de por-
tieren. ATTENTIE
Verkeerd gebruik van de sigarettenaansteker
kan br and of
brandwonden, en ander ernstig
letsel veroorzaken.
● Leg nooit papier of andere brandbare voor-
werpen in de as
bak.Sigarettenaansteker
Afb. 192
Middenconsole voorin: sigarette-
n aan
s
teker. Afhankelijk van de uitvoering kan er in het
v
oor
s
te gedeelte van de middenconsole
››› afb. 192, of in het voorste gedeelte van de
middenconsole een sigarettenaansteker in-
gebouwd zijn. ●
Druk de knop v
an de sigarettenaansteker in
met het contact ingeschakeld ››› afb. 192.
● Wachten tot de knop terugspringt.
● Trek de sigarettenaansteker uit en houd de
gloeiende kop te
gen de sigaret ››› .
● Plaats de aansteker terug in de houder. ATTENTIE
Verkeerd gebruik van de sigarettenaansteker
kan br and of
brandwonden, en ander ernstig
letsel veroorzaken.
● De sigarettenaansteker mag alleen gebruikt
worden om s
igaretten en andere rookwaar
aan te steken.
● Laat kinderen nooit zonder toezicht in de
wagen ac
hter. Wanneer het contact is inge-
schakeld, zouden zij de sigarettenaansteker
kunnen gebruiken. Let op
De sigarettenaansteker kan ook gebruikt wor-
den al s
12 V stopcontact ››› pag. 177. Stopcontacten
In l
eidin
g tot thema De stopcontacten van de wagen kunnen ge-
bruikt
w
or
den voor elektrische apparaten. Aangesloten apparaten moeten zich in per-
fecte s
taat bevinden zonder storingen. ATTENTIE
Verkeerd gebruik van stopcontacten en elek-
tris c
he apparaten kan tot ernstig lichamelijk
letsel leiden en brand veroorzaken.
● Laat kinderen nooit zonder toezicht in de
wagen ac
hter. Wanneer het contact is inge-
schakeld, zouden zij de stopcontacten en
aangesloten apparaten kunnen gebruiken.
● Indien een aangesloten elektrisch apparaat
te warm w
ordt, dient u het onmiddellijk uit te
zetten en los te koppelen. VOORZICHTIG
● Om bes c
hadiging van het elektrische sys-
teem van de wagen te voorkomen, mogen
nooit accessoires voor extra stroomvoorzie-
ning, zoals zonnepanelen of acculaders, aan-
gesloten worden op het 12 V stopcontact.
● Gebruik uitsluitend accessoires waarvan de
elektrom
agnetische compatibiliteit goedge-
keurd is volgens de geldende voorschriften.
● Om schade door spanningsvariaties te ver-
mijden, moeten al
le stroomverbruikers aan-
gesloten op de 12 V stopcontacten uitgezet
worden alvorens het contact wordt in- en uit-
geschakeld, en alvorens de motor in werking
wordt gesteld.
● Sluit nooit een apparaat aan op het 12 V
stopc
ontact waarvan het verbruik hoger is
dan het aangegeven vermogen in Watt. » 177
Technische gegevens
Aanwijzingen
Bedienen
Noodgevallen
Veiligheid
Page 180 of 340

Bedienen
Indien de maximale vermogensopname over-
sc
hr
eden wordt, kan het elektrische systeem
van de wagen beschadigd raken. Milieu-aanwijzing
Laat de motor niet draaien terwijl de wagen
s ti l
staat. Let op
● Wanneer het c
ontact is ingeschakeld en de
accessoires aan staan terwijl de motor niet
draait, zal de accu van de wagen ontladen
worden.
● De toestellen zonder afscherming kunnen
interf
erenties veroorzaken met de radio en
elektronica van de wagen.
● Als elektrische apparaten bij de achterruit-
antenne wor
den gebruikt, kan de ontvangst
op het AM-frequentiebereik van de radio ge-
stoord zijn. Stopcontacten van de wagen
Afb. 193
Achterste gedeelte van middencon-
so l
e: 12-
volt stopcontact Afb. 194
Deel van de middenconsole achter-
in: eur oc
onnect
or-contact van 230 V. Afhankelijk van de wagenversie kan uw wa-
g
en
v
oorzien zijn van een 12 V stopcontact
en/of een 230 V stopcontact. Maximaal stroomverbruik
StopcontactMaximaal stroomverbruik
12 volt120 watt
230 volt150 watt (piek van 300 watt)
De maximale capaciteit van elk stopcontact
mag niet
o
verschreden worden. Op het ho-
mologatieplaatje van elk apparaat staat het
stroomverbruik ervan vermeld.
Indien twee of meer apparaten tegelijk aan-
gesloten worden, mag het totale verbruik van
alle verbonden toestellen nooit 190 watt
overschrijden ››› .
12 V
s
topcontact
Het 12 V stopcontact werkt enkel wanneer
het contact is ingeschakeld.
Wanneer het contact is ingeschakeld en de
elektrische apparaten aan staan terwijl de
motor niet draait, zal de accu van de wagen
ontladen worden. Daarom mogen alleen op
het stopcontact aangesloten stroomverbrui-
kers gebruikt worden wanneer de motor
draait.
Om schade door spanningsfluctuaties te
voorkomen, moet de stroomverbruiker aan-
gesloten op het 12 V stopcontact uitgezet
worden alvorens het contact wordt in- en uit-
geschakeld, en alvorens de motor in werking
wordt gesteld.
178