radio Seat Alhambra 2017 Handleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: SEAT, Model Year: 2017, Model line: Alhambra, Model: Seat Alhambra 2017Pages: 340, PDF Size: 6.99 MB
Page 28 of 340

De essentieHendel in de gewenste stand zetten
6
Intervalwissen bij de achterruit. De ach-
terruitwisser werkt ongeveer om de 6 se-
conden.
7
Wis/was-automaat om de achterruit
schoon te maken met ingedrukte hen-
del.
››› in Ruitenwisserhendel op pag. 140
›››
pag. 140
››› pag. 54 SEAT-informatiesysteem
In l
eidin
g tot themaBij ingeschakeld contact is het mogelijk de
v
er
s
chillende functies van het display te
raadplegen door te navigeren door de me-
nu's.
In wagens met multifunctiestuurwiel verdwij-
nen de toetsen in de ruitenwisserhendel. De
multifunctie-indicatie kan dan enkel bediend
worden met de toetsen van het multifunctie-
stuurwiel*. Het aantal menu's dat weergegeven wordt op
het dis
play van het instrumentenpaneel vari-
eert naargelang de elektronica en uitvoering
van de wagen.
In een gespecialiseerde werkplaats kunnen
functies geprogrammeerd of gewijzigd wor-
den volgens de uitvoering van de wagen.
SEAT raadt u aan de Technische Dienst te
raadplegen.
Een aantal opties van het menu kan enkel ge-
raadpleegd worden wanneer het voertuig stil-
staat.
Zolang een waarschuwing met hoogste prio-
riteit 1 weergegeven wordt op het scherm,
kunnen de menu's niet getoond worden. Om
de menu's weer te geven, dient de waarschu-
wing bevestigd te worden met de toets OK .
Overzicht structuur van de menu's ■
Mu ltif
unctie-indicatie (MFA) ›››
pag. 28
■ Rijtijd
■ Actueel brandstofverbruik
■ Gemiddeld verbruik
■ Actieradius
■ Afgelegde afstand
■ Gemiddelde snelheid
■ Digitale indicatie van de snelheid
■ Digitale olietemperatuurmeter
■ Snelheidswaarschuwing ■
Audio ›››
brochure Radio of ››› brochure Na-
vigatiesysteem
■ Navigatie ››› brochure Navigatiesysteem
■ Telefoon ››› brochure Radio of ››› brochure
Navigatiesysteem
■ Interieurvoorverwarming ›››
pag. 184
■ Activering
■ Programma On / Off
■ Uitschakelen
■ Timer 1-3
■ Dag
■ Tijd
■ Minuut
■ Activeren
■ Tijdsduur
■ Werkwijze
■ Verwarmen
■ Ventileren
■ Dag
■ Fabrieksinstellingen
■ Status wagen ››› pag. 28
■ Configuratie ››› pag. 30
■ Gegevens van de multifunctie-indicatie
■ Rijtijd
■ Actueel brandstofverbruik
■ Gemiddeld verbruik
■ Afgelegde afstand
■ Actieradius
■ Gemiddelde snelheid 26
Page 30 of 340

De essentie
● Al
s
er een melding of pictogram van de wa-
gen verschijnt, op de toets OK (
›››
afb
. 44 A o bien
›››
afb
. 45
) drukken.
● In geval van bediening met de ruitenwisser-
hendel:
de lijst van het hoofdmenu zal ver-
schijnen.
● In geval van bediening met het multifunc-
ties
tuurwiel: de lijst van het hoofdmenu zal
niet verschijnen. Om te bladeren tussen de
verschillende opties van het hoofdmenu,
drukt u verschillende malen op de pijltoet-
sen of
› ››
p
ag. 28.
E
en submenu selecteren
● Duw de tuimelschakelaar ›››
afb. 44 B naar
bo v
en of
onderen, of draai aan het kartelwiel-
tje van het multifunctiestuurwiel tot de ge-
wenste optie van het menu aangeduid is.
● De aangeduide optie wordt weergegeven
tus
sen twee horizontale lijnen. Daarnaast
verschijnt aan de rechterzijde een driehoek .
● Om het submenu te selecteren, drukt u op
de toets OK .
In s
t
ellingen uitvoeren naargelang het menu
● De gewenste wijzigingen kunnen doorge-
voerd w
orden met behulp van de tuimelscha-
kelaar in de ruitenwisserhendel of het kartel-
wieltje van het multifunctiestuurwiel. Om de
waarden sneller te laten veranderen, houdt u
de tuimelschakelaar ingedrukt of draait u sneller aan het kartelwieltje (snel vooruit of
achteruit).
●
M
arkeer of bevestig de keuze met de
toets OK .
Hoofdmenu
MFA
Informatie en configuratiemogelijkhe-
den van de multifunctie-indicatie
(MFA).
››› pag. 28
Audio
Weergave van de zender, indien de ra-
dio aan staat.
Weergave van de cd die afgespeeld
wordt, in de cd-functie.
››› brochure Radio of ››› brochure navi-
gatiesysteem
Navigatie
Wanneer de navigatie naar de eindbe-
stemming actief is, worden de pijlen
voor de richtingswijziging en een balk-
je voor de nabijheid weergegeven. De
voorstelling is vergelijkbaar met de
symbolen weergegeven in het naviga-
tiesysteem.
Indien de navigatie naar de eindbe-
stemming uitgeschakeld is, worden de
rijrichting (kompas) en de naam van
de straat waardoor men rijdt weerge-
geven.
››› brochure Navigatiesysteem
Telefoon
Informatie en configuratiemogelijkhe-
den van de mobiele-telefoonvoorbe-
reiding.
››› brochure Radio of ››› brochure Navi-
gatiesysteem
Interieurvoor-
verwarming
Informatie en configuratiemogelijkhe-
den van de interieurvoorverwarming:
interieurvoorverwarming in- of uit-
schakelen. De duur en werkwijze se-
lecteren.
››› pag. 184
Status wagen
Actuele waarschuwings- of informatie-
teksten.
Deze optie verschijnt enkel indien een
van deze teksten beschikbaar is. Op
het scherm wordt het aantal beschik-
bare berichten weergegeven. Voor-
beeld 1/1 of 2/2.
››› pag. 103
Configuratie
Verschillende instellingsopties, zoals
de menu's Comfort, Licht & Zicht, als-
ook de tijd, snelheidswaarschuwing
met winterbanden, taal, meeteenhe-
den of "Indicator off".
››› pag. 30 Menu MFA
(multif
u
nctie-indicatie) De multifunctie-indicatie (MFA) is uitgerust
met
tw
ee aut
omatisch werkende geheugens:
1 - Deelgeheugen en 2 - Totaal geheugen .
Rechtsboven op het display wordt het op dat
moment weergegeven geheugen aangege-
ven. 28
Page 36 of 340

De essentie
Service-intervalindicatie.›››
pag.
106
Mobiele telefoon gekoppeld via
Bluetooth met origineel hand-
sfree apparaat.›››
brochu-
re Radio
of ››› bro-
chure Na-
vigatiesys-
teem
Indicatie ladingstoestand accu
mobiele telefoon. Uitsluitend
beschikbaar voor apparaten die
zijn gemonteerd af fabriek.
IJzelwaarschuwing. Buitentem-
peratuur is lager dan +4 °C
(+39 °F).›››
pag.
105
››› in Controle- en waarschuwingslamp-
jes op pag. 108
››› pag. 108 Versnellingshendel
Handg e
s
chakelde versnellingsbak Afb. 47
Schakelschema van handgeschakelde
6- v
er
snellingsbak. In de versnellingshendel zijn de standen van
de
v
er
snellingen aangeduid ››› afb. 47.
● Houd het koppelingspedaal helemaal inge-
trapt.
● Z
et de versnellingshendel in de gewenste
stand.
● Laat
het koppelingspedaal los.
Acht
eruitversnelling inschakelen
● Houd het koppelingspedaal helemaal inge-
trapt.
● Druk
de versnellingshendel in neutrale
stand om
laag, beweeg hem dan helemaal
naar links en daarna naar voren om de ach-
teruitversnelling ››› afb. 47 R te selecteren.●
Laat het
k
oppelingspedaal los.
››› in Handgeschakelde versnellings-
bak op pag. 201
››› pag. 201 Automatische versnellingsbak*
Afb. 48
Automatische versnellingsbak: keuze-
hendel s
t
anden. Parkeervergrendeling
A
c
ht
eruitversnelling
Neutrale stand (vrijloop)
Permanente stand voor vooruitversnel-
ling
Tiptronic-modus: hendel naar voren ( +)
trekken om op te schakelen of naar ach-
teren (–) om terug te schakelen.
P
R
N
D/S
+/–
34
Page 103 of 340

Bestuurdersruimte
Bedienen
B e
s
tuurdersruimte
Overzicht Slotgreep
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 123
Knop voor het centraal ver- en ont-
grendel en
van de wagen . . . . 115
Schakelaar voor het verstellen van
de buiten
spiegels . . . . . . . . . . . . . . . . 142
– Afs t
elling buitenspiegels
– Verwarming buitenspiegels
– Buitenspiegels naar binnen klap-
pen
Regelaar van de lichtsterkte van het
instrumentenpaneel en de bedie-
ningselementen . . . . . . . . . . . . . . .133
Regelaar van de lichtbundelhoog-
te . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 133
Lic hts
chakelaar . . . . . . . . . . . . . . . . 133
– Licht uit
--
– Automatische rijlichtregeling -
-
– Stads-/dimlicht
– Mistlicht
Hendel voor . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 133
– Grootlicht
– Grootlichtsignaal
1 2
3
4
5
6
7 –
Knip perlic
ht
en
– Parkeerlicht
Instrumentenpaneel: – Instrumenten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 103
– Disp
lay . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 103
– Waars
chuwings- en controlelamp-
jes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 108
Stuur met claxon en – Bes
tuurdersairbag . . . . . . . . . . . . . . 17
– Bediening
voor boordcomputer .26
– Bedienin g
stoetsen voor radio, te-
lefoon, navigatiesysteem en
spraakbedieningssysteem ››› bro-
chure Radio
– Hendels voor tiptronic-bediening
(automatische transmissie) . . . . .203
Ruitensproeier- en ruitenwisserhen-
del . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 140
– Ruiten
wissers –
– Interval-wissen
– "Tipwissen" x
– Ruitenwissers
– Automatisch wissen voor was-
sen/reinigen van ruitenwissers
– Ruitenwisser achter
– Automatisch wissen voor was-
sen/reinigen van de achterruit
8
9
10 –
Hendel met
knop
pen voor het be-
dienen van het SEAT-informatie-
systeem - , / . . . . . . . . . . .26
Regelaar voor linkerstoelverwar-
ming . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 149
R
adio- of navigatiesysteem (gemon-
teerd af
fabriek) ››› brochure Radio
of ››› brochure Navigatiesysteem
Opbergvak . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 169
Schakelaar voor aan- en uitzetten
van de alarm
lichten . . . . . . . . . . . . 83
Schakelaars voor: – Handbediende elektris
che aircon-
ditioning . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 180
– Clim atr
onic . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 180
Regelaar voor rechterstoelverwar-
ming . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 149
T oets
voor:
– Aandrijfslipr
egeling
(ASR) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 194
– Werk in
g Start-Stop . . . . . . . . . . .214
– Parkeerhu
lp (ParkPilot) . . . . . .218
– Inparkeer
systeem (Park As-
sist) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 221
– Indicator b
andenspan-
ning . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 243
– Dyn
amische onderstelregeling
(DCC)
– Openen van de achterklep . . . 126»
11 12
13
14
15
16
17
101
Technische gegevens
Aanwijzingen
Bedienen
Noodgevallen
Veiligheid
Page 111 of 340

Communicatie en multimedia
Communicatie en multimedia
B edienin
g
selementen op het stuurwiel*
Bediening van het audio+telefoon systeem Afb. 120
Bedieningselementen aan het stuurwiel. Het stuurwiel bevat multifunctiemodulen van
w
aaruit
f
uncties van audio, telefoonuitrus-
ting en radionavigatie van de wagen gecon- troleerd kunnen worden zonder de aandacht
van de bes
turing af te leiden. ●
om de besc hikbare audiofuncties (radio,
audio-cd, mp3-cd, iPod ®1)
, USB 1)
, SD 1)
) en
het Bluetooth-systeem vanaf het stuur te be-
dienen.
KnopRadioMedia (behalve AUX)AUXTelefoon a)Navigatiesysteem a)
ADraaien: volume omhoog/om-
laag brengen
Indrukken: StilteDraaien: volume omhoog/om- laag brengen
Indrukken: PauzeDraaien: volume omhoog/om- laag brengen
Indrukken: StilteDraaien: volume omhoog/om- laag brengen
Indrukken: StilteDraaien: volume omhoog/om- laag brengen
Indrukken: Stilte
» 1)
Afhankelijk van de wagenuitrusting.
109
Technische gegevens
Aanwijzingen
Bedienen
Noodgevallen
Veiligheid
Page 112 of 340

BedienenKnopRadioMedia (behalve AUX)AUXTelefoon
a)Navigatiesysteem a)
B
Kort indrukken:
toegang tele-
foonmenu in instrumentenpa- neela)
.
Lang indrukken: nummer her- halena)Kort indrukken:
toegang tele-
foonmenu in instrumentenpa- neela)
.
Lang indrukken: nummer herha- lena)Kort indrukken:
toegang tele-
foonmenu in instrumentenpa- neela)
.
Lang indrukken: nummer herha- lena)
Kort indrukken:
beantwoor-
den / ophangen actieve ge-
sprek / telefoonmenu openen.
Lang indrukken: binnenkomen- de oproep afwijzen/privémo-
dus inschakelen of terugkeren
naar handenvrij/nummerherha- ling
Kort indrukken: toegang tele-
foonmenu in instrumentenpa- neela)
.
Lang indrukken: nummer her- halena)
CZoekopdracht vorige zenderKort indrukken:
terug naar vori-
ge track
Lang indrukken: snel achteruitGeen functieGeen functie b)Functie Radio / Media (behalve
AUX)
DVolgende zender zoekenKort indrukken: naar volgende
track
Lang indrukken: snel vooruitGeen functieGeen functie b)Functie Radio / Media (behalve
AUX)
E, FVeranderen van menu in het in-
strumentenpaneelVeranderen van menu in het in-strumentenpaneelVeranderen van menu in het in-strumentenpaneelVeranderen van menu in het in-strumentenpaneelVeranderen van menu in het in-strumentenpaneel
GSpraakbediening in- / uitscha- kelena)Spraakbediening in- / uitscha-
kelena)Spraakbediening in- / uitscha-
kelena)Geen functie b)Spraakbediening in- / uitscha-
kelen
H
Draaien: volgende / vorigevoorselectie c)
Indrukken: Werkt op de MFA of bevestigt de menu-optie van
het instrumentenpaneel afhan- kelijk van de menu-optieDraaien: volgende / vorige trackc)
Indrukken: Werkt op de MFA of bevestigt de menu-optie van
het instrumentenpaneel afhan- kelijk van de menu-optieDraaien: werkt op het menu vanhet instrumentenpaneel afhan-kelijk van dat waarin u zich be- vindt
Indrukken: Werkt op de MFA of bevestigt de menu-optie van
het instrumentenpaneel afhan- kelijk van de menu-optieDraaien: werkt op het menu
van het instrumentenpaneel af- hankelijk van dat waarin u zich bevindt
Indrukken: Werkt op de MFA of bevestigt de menu-optie van
het instrumentenpaneel afhan- kelijk van de menu-optieDraaien: werkt op het menu
van het instrumentenpaneel af- hankelijk van dat waarin u zich bevindt
Indrukken: Werkt op de MFA of bevestigt de menu-optie van
het instrumentenpaneel afhan- kelijk van de menu-optie
a)Afhankelijk van de uitrusting van de wagen.
b) Bij actief telefoongesprek, zo niet functie van Radio/Media (behalve AUX).
c) Uitsluitend indien het instrumentenpaneel zich in het menu Audio bevindt.
110
Page 116 of 340

Bedienen
stuurinrichting kan vergrendeld raken en het
st
uur
wiel kan niet meer worden gedraaid. VOORZICHTIG
Alle wagensleutels bevatten elektronische
onder delen. B
escherm ze tegen schade,
schokken en vocht. Let op
● Druk de knop v
an de autosleutel alleen in
wanneer de bijbehorende functie echt ge-
bruikt moet worden. Als de knop onnodig
wordt ingedrukt, is het mogelijk dat de wa-
gen onbedoeld wordt ontgrendeld of dat het
alarm wordt geactiveerd. Dit is ook mogelijk
wanneer u denkt dat u zich buiten de actiera-
dius van de sleutel bevindt.
● De werking van de wagensleutel wordt voor
een groot deel
beïnvloed door de overlapping
van zenders die zich in de buurt van de wa-
gen bevinden en die met dezelfde frequentie-
marge werken (bijv. radio's, mobiele tele-
foons).
● Door obstakels tussen de autosleutel en de
wagen, s
lechte weersomstandigheden en
leeg rakende batterijen kan het bereik hier-
van minder worden. Controlelampje in wagensleutel
Afb. 126
Controlelampje in autosleutel. Als een knop op de autosleutel kort wordt in-
g
edrukt, knip
per
t ››› afb. 126 (pijl) het contro-
lelampje een keer kort. Als een knop langer
wordt ingedrukt, knippert het controlelampje
enkele keren (bijvoorbeeld in de comfortope-
ning).
Als het controlelampje na het indrukken van
de knop niet gaat branden, moeten de batte-
rijen van de autosleutel worden vervangen
››› pag. 114. Batterij vervangen Afb. 127
Autosleutel: deksel van het batterij-
v ak. Afb. 128
Autosleutel: de batterij vervangen. SEAT raadt aan om de batterij door een ge-
s
pec
i
aliseerde werkplaats te laten vervan-
gen.
De batterij bevindt zich aan de achterzijde
van de wagensleutel, onder een deksel
››› afb. 127.
114
Page 122 of 340

Bedienen
gebeurt in functie van de instellingen die
w er
den in
geschakeld in het menu Configu-
ratie - Comfort ›››
pag. 26. VOORZICHTIG
De sensoroppervlaken van de portiergrepen
ku nnen g
eactiveerd worden wanneer ze ge-
raakt worden door een waterstraal of hoge-
drukspuit wanneer er een passende autosleu-
tel in de omgeving aanwezig is. Als ten min-
ste één van de ruiten geopend is en het sen-
soroppervlak B van een van de portiergre-
pen con s
tant ingeschakeld is, worden alle
ruiten gesloten. Als de waterstraal of hoge-
drukspuit even niet gericht wordt op het sen-
soroppervlak A van een van de portiergre-
pen en daarn a er opnieu
w op gericht wordt,
dan worden alle ruiten waarschijnlijk geo-
pend ››› pag. 119, Comfortfuncties. Let op
● Als
de accu van de wagen nog weinig span-
ning heeft of helemaal leeg is, of de batterij
van de autosleutel bijna leeg of leeg is, dan is
het mogelijk dat de wagen niet ontgrendeld
of vergrendeld kan worden met het Keyless
Access systeem. De wagen kan handmatig
worden ontgrendeld of vergrendeld ››› pag.
91.
● Als er zich geen enkele passende sleutel
binnenin de wag
en bevindt of het systeem
hem niet herkent, zal er een melding verschij-
nen op het display van het instrumentenpa-
neel. Dit zou kunnen gebeuren als er een an- der radiofrequentiesignaal zou interfereren
met het
s
ignaal van de sleutel (bijv. van een
of andere accessoire voor mobiele apparaten)
of als de sleutel afgedekt wordt door een
voorwerp (bijv. door een metalen koffer).
● De werking van de sensoren aan de portier-
grepen v
an de deuren kan aangetast geraken
als de sensoren veel vuil vertonen, bijvoor-
beeld, een laagje zout. Zo nodig, reinig de
wagen ››› pag. 264.
● Als de wagen uitgerust is met een automa-
tisc
he versnellingsbak, kan hij enkel vergren-
deld worden als de versnellingspook in de
stand P staat. Safe-beveiligingssysteem
FunctieNodige handelingen
De wagen vergrendelen
en het "Safe"-veilig-
heidssysteem active-
ren.Een keer de knop van de
autosleutel indrukken.
FunctieNodige handelingen
De wagen vergrendelen
zonder het "Safe"-vei-
ligheidssysteem te ac-
tiveren.
Twee keer de knop van de
wagensleutel indrukken.
Tik tweemaal op het senso-
roppervlak van de vergrende-
ling van het sluit- en startsys-
teem zonder sleutel Keyless
Access aan de buitenzijde
van de portiergreep ››› pag.
118.
De drukknop voor de centrale
vergrendeling in de be-
stuurdersportier een keer in-
drukken. Naargelang van de wagen kan er bij het star-
t
en
v
an het contact op het display van het in-
strumentenpaneel een melding verschijnen
dat het "Safe"-veiligheidssysteem ingescha-
keld is ( Vergrendelen SAFE of SAFE-
LOCK ).
Het "Safe"-beveiligingsysteem inschakelen
Het "Safe"-veiligheidssysteem kan uitgescha-
keld worden op een van de volgende manie-
ren: ● Twee keer de knop van de autosleutel in-
drukk en.
● Tik tw
eemaal op het sensoroppervlak van
de v
ergrendeling van het sluit- en startsys-
teem zonder sleutel Keyless Access aan de
buitenzijde van de portiergreep ›››
pag. 118.
120
Page 180 of 340

Bedienen
Indien de maximale vermogensopname over-
sc
hr
eden wordt, kan het elektrische systeem
van de wagen beschadigd raken. Milieu-aanwijzing
Laat de motor niet draaien terwijl de wagen
s ti l
staat. Let op
● Wanneer het c
ontact is ingeschakeld en de
accessoires aan staan terwijl de motor niet
draait, zal de accu van de wagen ontladen
worden.
● De toestellen zonder afscherming kunnen
interf
erenties veroorzaken met de radio en
elektronica van de wagen.
● Als elektrische apparaten bij de achterruit-
antenne wor
den gebruikt, kan de ontvangst
op het AM-frequentiebereik van de radio ge-
stoord zijn. Stopcontacten van de wagen
Afb. 193
Achterste gedeelte van middencon-
so l
e: 12-
volt stopcontact Afb. 194
Deel van de middenconsole achter-
in: eur oc
onnect
or-contact van 230 V. Afhankelijk van de wagenversie kan uw wa-
g
en
v
oorzien zijn van een 12 V stopcontact
en/of een 230 V stopcontact. Maximaal stroomverbruik
StopcontactMaximaal stroomverbruik
12 volt120 watt
230 volt150 watt (piek van 300 watt)
De maximale capaciteit van elk stopcontact
mag niet
o
verschreden worden. Op het ho-
mologatieplaatje van elk apparaat staat het
stroomverbruik ervan vermeld.
Indien twee of meer apparaten tegelijk aan-
gesloten worden, mag het totale verbruik van
alle verbonden toestellen nooit 190 watt
overschrijden ››› .
12 V
s
topcontact
Het 12 V stopcontact werkt enkel wanneer
het contact is ingeschakeld.
Wanneer het contact is ingeschakeld en de
elektrische apparaten aan staan terwijl de
motor niet draait, zal de accu van de wagen
ontladen worden. Daarom mogen alleen op
het stopcontact aangesloten stroomverbrui-
kers gebruikt worden wanneer de motor
draait.
Om schade door spanningsfluctuaties te
voorkomen, moet de stroomverbruiker aan-
gesloten op het 12 V stopcontact uitgezet
worden alvorens het contact wordt in- en uit-
geschakeld, en alvorens de motor in werking
wordt gesteld.
178
Page 182 of 340

Bedienen
Airconditioning
Klim aatr
e
geling
Inleiding tot thema De informatie van de Climatronic weergeven
Op het di
s
play van de radio of het navigatie-
systeem, geïnstalleerd af fabriek, wordt kort
informatie met betrekking tot de Climatronic
getoond.
De meeteenheden van de temperatuur kun-
nen weergegeven worden op de radio of het
navigatiesysteem, geïnstalleerd af fabriek, en
naargelang de uitvoering van de wagen aan-
gepast worden in het menu Configuratie
op het instrumentenpaneel. ATTENTIE
Als het zicht door alle ruiten van de wagen
niet g oed i
s, neemt het risico op ongevallen
met ernstige gevolgen toe.
● Zorg ervoor dat alle ruiten ijs- en sneeuw-
vrij zijn, en d
at ze niet beslagen zijn om goed
te kunnen zien wat er buiten de wagen alle-
maal gebeurt.
● Het maximale verwarmingsvermogen en de
snell
e ontwaseming van de ruiten worden
verkregen wanneer de motor zijn normale
werkingstemperatuur bereikt. Ga alleen rij-
den als het zicht goed is. ●
Zor g er a
ltijd voor dat u de airconditioning
en de achterruitverwarming correct gebruikt
om goed te kunnen zien wat er buiten de wa-
gen allemaal gebeurt.
● Laat de luchtcirculatie nooit gedurende een
lang
e periode aan. Wanneer het koelsysteem
niet werkt en de circulatiefunctie aan staat,
kunnen de ruiten snel beslaan en kan het
zicht zo aanzienlijk beperkt worden.
● Schakel de circulatiefunctie uit wanneer u
deze niet nodig heef
t. ATTENTIE
Gebruikte lucht verhoogt de vermoeidheid en
leidt t
ot concentratieverlies van de bestuur-
der. Dit kan een ernstig ongeval tot gevolg
hebben.
● Schakel de ventilator nooit gedurende lan-
gere tijd uit
en gebruik de luchtcirculatiefunc-
tie niet gedurende een lange tijd omdat de
lucht in de wagen niet ververst wordt. VOORZICHTIG
● Als
u vermoedt dat de airconditioning de-
fect is, moet u deze onmiddellijk uitzetten.
Hierdoor wordt bijkomende schade voorko-
men. Laat de wagen door een gespecialiseer-
de werkplaats nakijken.
● Reparatiewerkzaamheden aan de aircondi-
tioning v
ereisen bijzondere vakkennis en
speciaal gereedschap. SEAT raadt u aan de
Technische Dienst te raadplegen. ●
In wag en
s met airconditioning mag niet ge-
rookt worden wanneer de luchtcirculatiefunc-
tie is ingeschakeld. De aangezogen rook kan
neerslaan op de verdamper van het koelsys-
teem en op het actieve koolpatroon van het
stof- en pollenfilter, wat leidt tot een perma-
nente onaangename geur. Let op
● Als
het koelsysteem uitgeschakeld is,
wordt de lucht die van buiten wordt aangezo-
gen, niet ontvochtigd. Om te voorkomen dat
de ruiten beslaan raadt SEAT aan de koeling
(compressor) ingeschakeld te laten. Druk
hiervoor op de toets A/C . Het controlelampje
in de toet s
moet gaan branden.
● Bij hoge luchtvochtigheid buiten en hoge
buitent
emperaturen kan condenswater van de
verdamper van de airconditioning lekken en
onder de wagen een waterplas vormen. Dit is
normaal en betekent niet dat er een lek is!
● De luchtinlaat voor de voorruit moet vrij van
ijs, sneeu
w of bladeren zijn, opdat verwar-
ming en airconditioning optimaal kunnen functioneren en het beslaan van de ruiten
wordt voorkomen. Knoppen
Lees aandachtig de aanvullende informatie
› ›
›
pag. 36
180