oil Seat Alhambra 2018 Handleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: SEAT, Model Year: 2018, Model line: Alhambra, Model: Seat Alhambra 2018Pages: 340, PDF Size: 7.15 MB
Page 198 of 340

Bedienen
het Keyless Access-systeem moet de auto-
s l
eut
el zich buiten de wagen bevinden
››› pag. 120.
Daarom kan de motor alleen met een passen-
de, gecodeerde en originele SEAT-sleutel
worden gestart. De gecodeerde sleutels zijn
verkrijgbaar bij Technische Diensten ››› pag.
115.
Als u een niet-geautoriseerde sleutel ge-
bruikt, wordt op het display van het instru-
mentenpaneel het bericht SAFE of Wegrij-
blokkering actief weergegeven. De wa-
gen kan dan niet worden gestart. Let op
Een goede werking van de wagen kan alleen
gew aarbor
gd worden met originele SEAT-
sleutels. Remmen en parkeren
In l
eidin
g tot themaDe r
emhulpsystemen zijn het antiblokkeer-
sy s
teem (ABS), de remkrachtassistent (BAS),
de elektronische differentieelvergrendeling
(EDS), de antislipregeling (ASR) en de Elek-
tronische Stabiliserings Controle (ESC). ATTENTIE
Als u met versleten remblokken of met storin-
gen in het r
emsysteem rijdt, kunt u een ern-
stig ongeval veroorzaken.
● Als de gaat branden, apart of in combi-
natie met
een bericht op het display van het
instrumentenpaneel, ga dan onmiddellijk
naar een gespecialiseerde werkplaats om de
remblokken te controleren en eventuele ver-
sleten remblokken te vervangen. ATTENTIE
Als u de wagen op de verkeerde manier par-
keer t, k
an dit tot ernstig letsel leiden.
● Trek de sleutel nooit uit het contactslot zo-
lang de w
agen nog in beweging is. De stuur-
kolom kan worden vergrendeld waarna het
stuurwiel niet meer gedraaid en de wagen
niet meer bestuurd kan worden.
● Parkeer de wagen zo dat geen enkel onder-
deel v
an het uitlaatsysteem in contact kan
komen met brandbare materialen (zoals hout,
bladeren, droog gras, gemorste brandstof
enz.).
● Telkens wanneer u de wagen stilzet of par-
keert, moet
u de elektronische parkeerrem in-
schakelen.
● Laat kinderen of hulpbehoevenden nooit al-
leen acht
er in de wagen. Zij kunnen de elek-
tronische parkeerrem uitschakelen, de keuze-
hendel of de versnellingshendel bedienen en
de wagen in beweging zetten. Dit kan ernsti-
ge ongevallen tot gevolg hebben. ●
Neem telk en
s wanneer u de wagen verlaat
alle sleutels mee. Iemand zou de motor kun-
nen aanzetten en elektrische uitrustingen,
zoals bijv. de ruiten, kunnen bedienen. Dit
kan tot ernstig letsel leiden.
● Laat kinderen of hulpbehoevenden nooit al-
leen in de wag
en achter. Zij zijn in een nood-
geval niet in staat de wagen zelfstandig te
verlaten of zichzelf te redden. In een afgeslo-
ten wagen kan het bijvoorbeeld, afhankelijk
van het jaargetijde, zo extreem warm of koud
worden dat dit, vooral bij kleine kinderen, tot
ernstig letsel, ziekte of zelfs de dood kan lei-
den. VOORZICHTIG
● Wee s
extra voorzichtig op plaatsen met een
verhoogde stoeprand of vaste afsluitingen.
Voorwerpen die uitsteken uit de grond kun-
nen de bumper en andere delen van de wagen
tijdens het manoeuvreren beschadigen. Stop
voordat de wielen de stoeprand of afsluiting
raken om schade te voorkomen.
● Let in het bijzonder op voor inritten, hellin-
gen, st
oepranden en ander voorwerpen, enz.
De onderste delen van de wagen zoals bum-
pers, spoilers en elementen van het onder-
stel, alsook de motor en het uitlaatsysteem,
kunnen beschadigd raken wanneer erover-
heen wordt gereden. 196
Page 201 of 340

Rijden
ATTENTIE
Als u de elektronische parkeerrem onjuist ge-
bruikt, kan dit een ern
stig ongeval tot gevolg
hebben.
● Gebruik de elektronische parkeerrem nooit
om de wagen t
e remmen - alleen in noodge-
vallen. De remweg is veel langer omdat alleen
de achterwielen worden afgeremd. Gebruik
altijd het rempedaal.
● Geef nooit gas vanuit de motorruimte als de
motor draait
en een versnelling of rijstand in-
geschakeld is. De wagen kan zich verplaatsen
zelfs als de elektronische parkeerrem inge-
schakeld is. Let op
● Bij wag en
s met handgeschakelde versnel-
lingsbak: Als u het koppelingspedaal loslaat
en tegelijkertijd gas geeft, wordt de elektro-
nische parkeerrem automatisch uitgescha-
keld.
● Als de wagenaccu ontladen is, kan de elek-
tronis
che parkeerrem niet uitgeschakeld wor-
den. Gebruik de starthulp ›››
pag. 54.
● Tijdens het in- of uitschakelen van de par-
keerrem
zijn geluiden te horen.
● Als de elektronische parkeerrem gedurende
lang
e tijd niet gebruikt is, controleert het
systeem als de wagen stilstaat af en toe
hoorbaar automatisch de elektronische par-
keerrem. Parkeren
Houd rekening met de wettelijke bepalingen
wanneer u de w
ag
en parkeert.
Inparkeren
Voer de handelingen uitsluitend in de aange-
geven volgorde uit.
● Parkeer de wagen op een geschikte, stevi-
ge ondergr
ond ››› .
● Trap het rempedaal in en houd het inge-
trapt t
ot de motor is afgezet.
● Schakel de elektronisch parkeerrem in
›› ›
pag. 198.
● Zet in geval van een automatische versnel-
lings
bak de keuzehendel in stand P.
● Zet de motor uit en haal uw voet van het
rempedaal
.
● Trek de sleutel uit het contact.
● Draai zo nodig het stuurwiel een klein beet-
je om de st
uurkolom te vergrendelen.
● Schakel op vlak terrein en hellingen de 1e
vers
nelling van de schakelbak, of de achter-
uitversnelling op hellingen in, en haal uw
voet van het koppelingspedaal.
● Let er op dat de andere inzittenden de wa-
gen v
erlaten, en let speciaal op kinderen.
● Neem bij het uitstappen alle autosleutels
mee.
● Sluit de wagen af. Ook op steile hellingen
Draai v
oordat u de motor uitzet het stuurwiel
zodanig dat, als de geparkeerde wagen in
beweging zou komen, de wagen tegen de
stoeprand rolt.
● Draai de voorwielen op hellingen zodanig
dat
ze tegen de stoeprand drukken.
● Draai de voorwielen op hellingen zodanig
dat
ze naar het midden van de weg wijzen. ATTENTIE
De onderdelen van het uitlaatsysteem kun-
nen enorm heet w or
den. Dit kan brand of aan-
zienlijke schade veroorzaken.
● Parkeer de wagen zodanig dat geen enkel
onderdeel
van het uitlaatsysteem in contact
kan komen met brandbare materialen (zoals
hout, bladeren, droog gras of gemorste
brandstof). VOORZICHTIG
● Wee s
extra voorzichtig op plaatsen met een
verhoogde stoeprand of vaste afsluitingen.
Voorwerpen die uitsteken uit de grond kun-
nen de bumper en andere delen van de wagen
tijdens het manoeuvreren beschadigen. Stop
voordat de wielen de stoeprand of afsluiting
raken om schade te voorkomen.
● Let in het bijzonder op voor inritten, hellin-
gen, st
oepranden, enz. De onderste delen van
de wagen zoals bumpers, spoilers en elemen-
ten van het onderstel, alsook de motor en het » 199
Technische gegevens
Aanwijzingen
Bedienen
Noodgevallen
Veiligheid
Page 203 of 340

Rijden
ATTENTIE
Als de remmen heet worden, remmen ze min-
der goed en neemt de r
emweg toe.
● Tijdens het rijden op hellingen worden de
remmen met n
ame overbelast en worden ze
snel heet.
● Verlaag de snelheid of schakel terug voor
lang
e en steile hellingen. Op deze wijze
maakt u gebruikt van de remmende werking
van de motor en belast u het remsysteem
minder.
● Voorspoilers die niet af fabriek gemonteerd
zijn of die be
schadigd zijn, kunnen ertoe lei-
den dat er minder lucht bij de remmen komt
en dat de remmen oververhit raken. ATTENTIE
Als de remmen nat of koud zijn of als er een
zoutl aag op de r
emblokken zit, dan remt de
wagen later en neemt de remweg toe.
● Probeer de remmen voorzichtig uit.
● Droog de remmen altijd en verwijder ijs en
zout door
zacht enkele keren te remmen als
het weer, het wegdek en het verkeer dat toe-
laten. ATTENTIE
Als u zonder rembekrachtiger rijdt, neem de
rem w
eg aanzienlijk toe, wat ernstige onge-
vallen tot gevolg kan hebben.
● Laat de wagen nooit vooruit rijden terwijl
de motor uits
taat. ●
Als
de rembekrachtiger niet werkt of de wa-
gen gesleept moet worden, moet u het rem-
pedaal krachtiger intrappen omdat de rem-
weg groter wordt als de rembekrachtiger niet
werkt. VOORZICHTIG
● Laat de r emmen nooit
"aanlopen" door het
rempedaal langdurig licht in te trappen als u
niet echt hoeft te remmen. Als u het rempe-
daal constant intrapt, worden de remmen
heet. Hierdoor kan het remvermogen aan-
zienlijk verminderen, de remweg toenemen of
het remsysteem helemaal beschadigd raken.
● Verlaag de snelheid of schakel terug voor
lang
e en steile hellingen. Op deze wijze
maakt u gebruikt van de remmende werking
van de motor en belast u het remsysteem
minder. Als u dit niet doet, kunnen de rem-
men te heet worden en niet meer goed wer-
ken. Gebruik de remmen alleen wanneer u
snelheid wilt minderen of om de wagen stil te
zetten. Let op
Als u de voorste remblokken laat controleren,
maak d
an van de gelegenheid gebruik door
tegelijkertijd de achterste remblokken te la-
ten controleren. U kunt de dikte van de rem-
blokken regelmatig visueel controleren via de
openingen in de wielen of via de onderkant
van de wagen. Bouw indien nodig de wielen
uit om de remblokken goed te kunnen contro- leren. SEAT raadt u aan de Technische Dienst
te r
aa
dplegen. Schakelen
Inl eidin
g tot thema Wanneer de achteruitversnelling en het con-
tact
in
geschakeld zijn, gebeurt het volgende:
● Achteruitrijverlichting gaat branden.
● Als u achteruitrijdt, schakelt de airconditio-
ning aut om
atisch over op de luchtcirculatie-
modus.
● De achterruitwisser wordt ingeschakeld
wanneer de ruiten
wisser aangestuurd is.
● De parkeerhulp, het optische parkeersys-
teem en de acht
eruitrijcamera worden ook in-
geschakeld. ATTENTIE
Snel accelereren kan leiden tot aandrijvings-
verlie s
en slippen van wagen, met name op
een glad wegdek. U kunt hierdoor de controle
over de wagen verliezen wat kan leiden tot
een ongeval of tot aanzienlijke schade.
● Gebruik alleen de kickdown of accelereer
all
een snel als het zicht optimaal is en het
weer, het wegdek en het verkeer het toelaten. » 201
Technische gegevens
Aanwijzingen
Bedienen
Noodgevallen
Veiligheid
Page 269 of 340

Verzorging en onderhoud
Verzorging en reiniging van de
w ag
en, b
uitenzijde
Inleiding tot thema Door de wagen regelmatig te wassen en goed
te
v
erzorgen blijft de waarde van de wagen
behouden. Dit kan één van de voorwaarden
zijn voor het behoud van garantie-aanspra-
ken bij eventuele corrosie en lakschade aan
de carrosserie.
Bij elke technische dienst zijn geschikte ver-
zorgingsproducten verkrijgbaar. ATTENTIE
Verzorgingsproducten van de wagen kunnen
giftig en g ev
aarlijk zijn. Als de verzorgings-
producten niet geschikt zijn of verkeerd ge-
bruikt worden, kunnen ze ongevallen, ernstig
letsel, brandwonden en vergiftigingen veroor-
zaken.
● Daarom mogen de verzorgingsproducten al-
leen goed af
gesloten in de originele verpak-
king bewaard worden.
● Neem de aanwijzingen van de fabrikant in
acht.
● B
ewaar verzorgingsproducten nooit in lege
blikken w
aarin voedingsmiddelen hebben ge-
zeten, lege flessen of andere verpakkingen
om verwarring te voorkomen.
● Houd alle verzorgingsproducten uit de
buurt
van kinderen. ●
Tijdens het
gebruik kunnen er schadelijke
dampen ontstaan. Gebruik de verzorgings-
producten daarom alleen in de buitenlucht of
in goed geventileerde ruimtes.
● Gebruik nooit brandstof, terpentine, motor-
olie, acet
on of andere heel vluchtige vloei-
stoffen voor het wassen, verzorgen of
schoonhouden van de wagen. Deze zijn giftig
en snel ontvlambaar. ATTENTIE
Als u onderdelen van de wagen op de verkeer-
de m anier v
erzorgt en schoonhoudt, kan dit
de veiligheid van de wagen benadelen. Hier-
door neemt het risico op ernstig letsel toe.
● De onderdelen van de wagen mogen alleen
vol
gens de richtlijnen van de fabrikant wor-
den schoongemaakt en verzorgd.
● Gebruik goedgekeurde of aanbevolen ver-
zorgin
gsproducten. VOORZICHTIG
Schoonmaakmiddelen met oplosmiddel tas-
ten het m
ateriaal aan en kunnen het bescha-
digen. Milieu-aanwijzing
● Wa s
de auto alleen op speciaal daarvoor
bedoelde wasplaatsen opdat het eventueel
door olie, vet of brandstof verontreinigde wa-
ter niet in het riool terechtkomt. In bepaalde gebieden is autowassen buiten zulke was-
pl
aat
sen verboden.
● Geef de voorkeur aan milieuvriendelijke
producten.
● D
e resten van verzorgingsproducten horen
niet bij het
huisvuil. Neem de aanwijzingen
van de fabrikant in acht. Wassen van de wagen
Hoe langer insectenresten, uitwerpselen van
vog
el
s, boomhars, straat- en industriestof,
teer, strooizout en andere agressieve stoffen
op de lak blijven zitten, hoe groter de scha-
delijke werking ervan is. Hoge temperaturen,
bijvoorbeeld door intensieve zonnestralen,
versterken de bijtende werking ervan. De bo-
demplaat van de wagen moet ook regelmatig
grondig worden gewassen.
Wasstraat
Let op de aanwijzingen op de poster bij de
wasstraat. Neem de gebruikelijke voorzorgs-
maatregelen voor het automatisch wassen
(alle ruiten en het dak sluiten, buitenspiegels
inklappen) om schade te voorkomen. Als er
speciale onderdelen op de wagen gemon-
teerd zijn (spoilers, bagagerek, antenne
enz.), praat dan eerst met de leidinggevende
van de wasstraat ››› .
»
267
Technische gegevens
Aanwijzingen
Bedienen
Noodgevallen
Veiligheid