air filter Seat Arona 2017 Handleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: SEAT, Model Year: 2017, Model line: Arona, Model: Seat Arona 2017Pages: 320, PDF Size: 6.73 MB
Page 49 of 320
De essentie
Niet verder rijden!
Met de volgende melding:
portier(en), achterklep of mo-
torkap geopend of niet correct
gesloten.››› pag. 129
››› pag. 16
››› pag. 278
Ingeschakeld: Rijd niet ver-
der! Motorkoelvloeistofpeil te
laag, koelvloeistoftempera-
tuur te hoog
››› pag. 284
Knippert: Storing in het motor-
koelvloeistofsysteem.
Niet verder rijden!
De motoroliedruk is te laag.››› pag. 281
Storing aan de accu.›››
pag. 287
Rijlicht geheel of gedeeltelijk
defect.›››
pag. 104
Fout in het systeem van de
bochtenverlichting.››› pag. 142
Roetfilter verstopt.›››
pag. 201
Knippert: Storing bij de detec-
tie van het oliepeil. Handma-
tig controleren.
›››
pag. 281
Ingeschakeld: Motoroliepeil te
laag.
storing aan de versnellings-
bak.›››
pag. 196
Startblokkering actief.›››
pag. 174
Service-intervalindicatie.›››
pag. 41
Mobiele telefoon gekoppeld
via Bluetooth met origineel
handsfree apparaat.
›››
brochure
Radio of
››› brochure
Navigatie-
systeem
Indicatie ladingstoestand ac-
cu mobiele telefoon. Uitslui-
tend beschikbaar voor appa-
raten die zijn gemonteerd af
fabriek.
IJzelwaarschuwing. Buiten-
temperatuur is lager dan +4°C
(+39°F).›››
pag. 40
Start-stopsysteem ingescha-
keld.
›››
pag. 203 Start-stopsysteem niet be-
schikbaar.
Staat van rijden met laag ver-
bruik Op het dashboard
Afb. 55
Controlelampje voor het buiten werk-
in g s
t
ellen van de bijrijdersairbag.
De voorairbag van de bijrijder is
uitgeschakeld (
).
››› pag.
89
De voorairbag van de bijrijder is
ingeschakeld (
).
››› pag.
89
››› in Waarschuwingssymbolen op
pag. 120
››› pag. 119 47
Page 165 of 320
Airconditioning
De bevestigingen controleren
Na het mont
er
en van de dwarsdragers en het
dakdragersysteem, de schroefverbindingen
en de bevestigingen na een kort traject nakij-
ken en daarna regelmatig. ATTENTIE
Als de maximaal toelaatbare lading op het
dak o
verschreden wordt, kan dit leiden tot
ongevallen en aanzienlijke schade aan de wa-
gen.
● De aangeduide daklading, de op de assen
toeg
estane ladingen noch het maximaal toe-
laatbare gewicht van de wagen overschrijden.
● Het laadvermogen van de dwarsdragers en
van het d
akdragersysteem niet overschrijden,
zelfs als de maximaal toelaatbare daklading
niet bereikt werd.
● Altijd de zwaarste voorwerpen vooraan be-
ves
tigen en de lading in het algemeen gelijk-
matig verdelen. ATTENTIE
Is de lading los of niet correct bevestigd, dan
kan z
e van het dakdragersysteem vallen en
ongevallen en verwondingen veroorzaken.
● Altijd geschikte riemen en banden gebrui-
ken die in een goede s
taat verkeren.
● De lading correct bevestigen. Airconditioning
V er
w
arming, ventilatie en koe-
ling
Algemene aanwijzingen Lees aandachtig de aanvullende informatie
›› ›
pag. 49
Filter tegen schadelijke stoffen
Het interieurluchtfilter (roet- en absorptie-
koolfilter) zorgt ervoor dat verontreinigingen
in de buitenlucht (bijv. stof of pollen) worden
verminderd resp. tegengehouden.
Het interieurluchtfilter moet volgens de in het
onderhoudsprogramma aangegeven interval-
len worden vervangen, zodat de prestaties
van de airconditioning niet verminderen.
Als de werking van het filter door het gebruik
van de wagen in een gebied met veel lucht-
verontreiniging voortijdig afneemt, moet het
interieurluchtfilter vaker worden vervangen
dan in het Serviceplan staat aangegeven. ATTENTIE
Als het zicht door alle ruiten van de wagen
niet g oed i
s, neemt het risico op ongevallen
met ernstige gevolgen toe.
● Zorg ervoor dat alle ruiten ijs- en sneeuw-
vrij zijn, en d
at ze niet beslagen zijn om goed te kunnen kijken wat er buiten de wagen alle-
maa
l
gebeurt.
● Het maximale verwarmingsvermogen en de
zo snel
mogelijke ontwaseming van de ruiten
worden verkregen wanneer de motor zijn nor-
male werkingstemperatuur bereikt. Ga alleen
rijden als het zicht goed is.
● Zorg er altijd voor dat u het verwarmings-
en venti
latiesysteem, de airconditioning en
de achterruitverwarming gebruikt om goed te
kunnen zien wat er buiten de wagen allemaal
gebeurt.
● Laat de luchtcirculatie nooit gedurende een
lang
e periode aan. Wanneer het koelsysteem
niet werkt en de circulatiefunctie aan staat,
kunnen de ruiten snel beslaan en kan het
zicht zo aanzienlijk beperkt worden.
● Schakel de circulatiefunctie uit wanneer u
deze niet nodig heef
t. ATTENTIE
Gebruikte lucht verhoogt de vermoeidheid en
leidt t
ot concentratieverlies van de bestuur-
der. Dit kan een ernstig ongeval tot gevolg
hebben.
● Schakel de ventilator nooit gedurende lan-
gere tijd uit
en gebruik de luchtcirculatiefunc-
tie niet gedurende een lange tijd omdat de
lucht in de wagen niet ververst wordt. » 163
Technische gegevens
Aanwijzingen
Bedienen
Noodgevallen
Veiligheid
Page 203 of 320
Rijden
zwavelgehalte van de brandstof af. Vaak is
het k
iez
en van een ander brandstofmerk ge-
noeg. Roetfilter
3 Geldt voor wagens met dieselmotor
Het r
oetfilter voor dieselmotoren filtert vrijwel
alle roetdeeltjes uit de uitlaatgassen. Tijdens
normaal rijden wordt het filter vanzelf gerei-
nigd. Het roetfilter bij dieselmotoren regene-
reert automatisch; er is geen controlelampje
dat dit aangeeft. Het is mogelijk dat u
een verhoging van het motortoerental bij sta-
tionair draaien opmerkt en een bepaalde
geur ruikt.
Als de automatische reiniging van het filter
niet wordt uitgevoerd (bijv. omdat u steeds
korte afstanden rijdt met de wagen), hopen
zich roetdeeltjes op in het filter en gaat het
controlelampje van het roetfilter bij die-
selmotoren branden.
Om dan de automatische reiniging van het
filter mogelijk te maken, gaat u als volgt te
werk: rijd gedurende ca. 15 minuten met een
snelheid van minimaal 60 km/u (37 mph) in
de 4e of 5e versnelling (automatische trans-
missie: keuzehendelstand S). Houd het mo-
tortoerental op ca. 2000 tpm. Door de tempe-
ratuurverhoging wordt het roet in het filter
verbrand. Zodra de reiniging is afgerond,
gaat het controlelampje uit. Mocht het con- trolelampje niet uitgaan, ga dan naar de
werkp
l
aats van een officiële SEAT dealer en
laat het defect herstellen.
Motorregeling* Het controlelampje dient ter controle van de
motorr
e
geling bij benzinemotoren.
Het controlelampje (Electronic Power Con-
trol) gaat ter controle branden als u het con-
tact inschakelt. Het lampje moet na het aan-
slaan van de motor uitgaan.
Treedt tijdens het rijden een storing op in de
elektronische motorregeling, dan gaat het
controlelampje branden. Zo snel mogelijk
een gespecialiseerde werkplaats opzoeken
en de motor laten controleren.
Uitlaatgascontrolesysteem* Controlelampje knip
per
t:
Door een s
lecht draaiende motor kan de ka-
talysator worden beschadigd. Snelheid min-
deren en voorzichtig naar de dichtstbijzijnde
gespecialiseerde werkplaats rijden en de mo-
tor laten controleren.
Het controlelampje gaat branden:
Als zich tijdens het rijden een storing voor-
doet die de kwaliteit van de uitlaatgassen doet afnemen (bijv. lambdasonde defect).
Snelheid minderen en v
oorzichtig naar de
dichtstbijzijnde gespecialiseerde werkplaats
rijden en de motor laten controleren.
Voorgloeisysteem / motorstoring* Dit controlelampje brandt tijdens het voorver-
warmen
v
an de dieselmotor.
Het controlelampje gaat branden
Wanneer het contact wordt ingeschakeld en
het controlelampje brandt, wordt er voor-
gegloeid. Wanneer het controlelampje uit
gaat, kunt u de motor direct weer starten.
Controlelampje knippert
Treedt tijdens het rijden een storing op in de
motorregeling, dan wordt dit aangegeven
door het knipperen van het controlelampje
van het voorgloeisysteem . Zo snel moge-
lijk een gespecialiseerde werkplaats opzoe-
ken en de motor laten controleren.
Aanwijzingen voor het rijden Rijden in het b uit
enland Voor reizen naar het buitenland dient u ook
met
het
onder
staande rekening te houden: »
201
Technische gegevens
Aanwijzingen
Bedienen
Noodgevallen
Veiligheid
Page 284 of 320
Aanwijzingen
hoogstens 0,5 liter eenmalig worden bijge-
v u
l
d.
Wagens met roetfilter voor dieselmotoren*
In het Onderhoudsprogramma staat of uw
wagen met een roetfilter voor dieselmotoren
is uitgerust.
Bij wagens die zijn uitgerust met een roetfil-
ter voor dieselmotoren mag uitsluitend mo-
torolie volgens specificatie VW 507 00 wor-
den bijgevuld. Dat is een low SAPS-motor-
olie. Het gebruik van andere typen motorolie
kan ertoe leiden dat het roetfilter eerder ver-
stopt raakt, waardoor de levensduur ervan
wordt verminderd. Daarom:
● Niet vermengen met andere oliesoorten.
● Alleen bij uitzondering, als het motorolie-
peil t
e laag is ››› pag. 282 en de voor uw wa-
gen voorgeschreven olie niet beschikbaar is,
mag met oliesoorten volgens specificatie
VW 506 00 resp. VW 506 01 of VW 505 00
resp. VW 505 01 of ACEA B3 resp. ACEA B4
hoogstens 0,5 liter eenmalig worden bijge-
vuld. Let op
Alvorens een lange reis te gaan maken, advi-
seren w ij u
voor vertrek motorolie met de
overeenkomstige VW specificatie te kopen en
in uw wagen mee te nemen. Zo beschikt u al-
tijd over de juiste motorolie om bij te vullen
indien dit nodig mocht zijn. Waarschuwingslampje
Als het controlelampje
rood gaat
bran-
den, betekent dit dat de motoroliedruk te
laag is.
Als het symbool knippert en er klinken tege-
lijkertijd drie waarschuwingssignalen, de
motor afzetten en het oliepeil controleren. Zo
nodig olie bijvullen ››› pag. 283.
Als het lampje knippert hoewel het oliepeil in
orde is, niet verder rijden. De motor mag ook
niet stationair draaien. Roep de hulp in van
een vakman.
Oliepeil controleren
Als het controlelampje geel gaat branden,
moet het motoroliepeil zo snel mogelijk wor-
den gecontroleerd. Bij de eerstvolgende gele-
genheid olie bijvullen ›››
pag. 283.
Oliepeilsensor defect*
Als het controlelampje geel knippert, moet
u een gespecialiseerde werkplaats opzoeken
en de oliepeilsensor laten controleren. Veilig-
heidshalve het oliepeil elke keer bij het tan-
ken controleren. Motoroliepeil controleren
Afb. 237
Oliepeilstok. Lees aandachtig de aanvullende informatie
› ›
›
pag. 56
Oliepeil controleren
– De wagen in horizontale stand parkeren.
– De motor kort stationair laten draaien en
uitzetten w
anneer de bedrijfstemperatuur
bereikt is.
– Ca. twee minuten wachten.
– Oliepeilstok uit de geleidingspijp trekken.
Oliepeil
stok met een schone doek afvegen
en tot de aanslag weer in de geleidingspijp
duwen.
– Vervolgens de oliepeilstok er weer uittrek-
ken en het o
liepeil controleren. Indien no-
dig motorolie bijvullen.
282
Page 308 of 320
Trefwoordenlijst
Diesel roetfi
lt
er . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 200
Dieselolie roetfilter . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 200
tanken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 277
Digitale klok . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 115
Display van de radio: schoonmaken . . . . . . . . . . 272
Dodehoekhulp (BSD) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 228 aanhangwagen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 233
aanwijzing in de buitenspiegel . . . . . . . . . . . . 229
Controlelampjes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 228
functiestoring . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 228
rijsituaties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 231
Werking . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 229
Dop van brandstoftank openen en sluiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 55
DSG . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 189
DSG-versnellingsbak zie Automatische versnellingsbak . . . . . . . . . . 189
Dynamische lichtbundel-hoogteverstelling . . . . 146
Dynamo waarschuwingslampje . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 288
E E10 zie Ethanol (brandstof) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 276
Easy Connect . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33, 120
Easy Connect-systeem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 120
EDS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 185 zie ook Elektronisch sperdifferentieel . . . . . . . 185
Een lampje vervangen achterlicht in achterklep . . . . . . . . . . . . . . . . . 108
achterlicht in zijpaneel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 107
algemene aanwijzingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . 104
bagageruimteverlichting . . . . . . . . . . . . . . . . . 110
derde remlicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 109
dimlicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 106 DRL-/stadslicht (daglicht) . . . . . . . . . . . . . . . . 106
grootlicht
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 105
interieurverlichting en leeslampje . . . . . . . . . 109
kentekenverlichting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 109
knipperlicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 106
mistlamp . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 107
Een wiel verwisselen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 62 afsluitende werkzaamheden . . . . . . . . . . . . . . . 66
wielbouten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 64
Efficiencyprogramma besparingstips . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 40
extra verbruikers . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 40
Elektrische ruitbediening . . . . . . . . . . . . . . . 18, 139 comfortopenen en -sluiten . . . . . . . . . . . . . . . 140
Elektronisch beheer van het aandrijfkoppel (XDS) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 187
Elektronische Stabiliseringscontrole (ESC) . . .182, 184
Elektronisch sperdifferentieel . . . . . . 182, 184, 185 controlelampje . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 186, 187
Emissiegegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 296
ESC . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 182 elektronische stabiliseringscontrole . . . 182, 184
Sport-modus . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 185
zie ook Elektronische
Stabiliseringscontrole (ESC) . . . . . . . . . . . . 182
Ethanol (brandstof) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 276
Event Data Recorder . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 94
Extra verbruikers (efficiencyprogramma) . . . . . . . 40
F Filter tegen schadelijke stoffen . . . . . . . . . . . . . . 163
Frontale botsingen en natuurkundige wetten . . . 81
Front Assist aanwijzingen op het scherm . . . . . . . . . . . . . . 212
bedienen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 213
beperkingen van het systeem . . . . . . . . . . . . . 214
City noodremfunctie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 215 functiestoring . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 212
rad
arsensor . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 212
tijdelijk uitschakelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 214
zie ook Bewakingssysteem Front Assist . . . . . 211
Functie Coming Home . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 144
Functie Leaving Home . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 144
Functiestoringen automatische afstandsregeling . . . . . . . . . . . . 219
bewakingssysteem Front Assist . . . . . . . . . . . 212
front Assist . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 212
inparkeersysteem (Park Assist) . . . . . . . . . . . . 236
katalysator . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 200
koppeling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 196
roetfilter . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 200
versnellingsbak . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 196
G Geluiden automatische afstandsregeling . . . . . . . . . . . . 219
banden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 66
Geluidssignaal veiligheidsgordel niet vastgegespt . . . . . . . . . . 78
waarschuwings- en controlelampjes . . . . . . . . 119
Gevarendriehoek . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 95, 146
Gewichten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 297
Gordel spannen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 83
Gordelspanners . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20, 83 Controlelampje . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 86
Grootlichthendel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 143
H
Handbediende airconditioning . . . . . . . . . . . . . . 168
Handgeschakelde versnellingsbak . . . . . . . . . . . 189
Handrem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 180, 181 Controlelampje . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 181
HBA . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 186
Het contact in- en uitschakelen . . . . . . . . . . 30, 173
306
Page 309 of 320
Trefwoordenlijst
Hoedenplank opber g
en
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 158
Hoofdairbags beschrijving . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22
veiligheidsaanwijzingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22
Hoofdsteun . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19 achterin . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 77
Hoofdsteunen achterin . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 77
Hoofdsteunen voorin . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 76
verstellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 151
voorin . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 76
Hoofdsteunen regelen hoofdsteunen achterin . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 77
Hoofdsteunen uit- en inbouwen . . . . . . . . . . . . . 152
Hoofdsteunen verstellen hoofdsteunen voorin . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 151
Hulpsystemen ACC . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 217
automatische afstandsregeling . . . . . . . . . . . . 217
dodehoekhulp (BSD) met uitparkeerhulp(RCTA) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 228
inparkeersysteem (Park Assist) . . . . . . . . . . . . 236
omgevingsbewakingssysteem Front Assist . . 211
parkeerhulp . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 244, 246
snelheidsbegrenzer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 207
snelheidsregelsysteem . . . . . . . . . . . . . . . . . . 205
systeem voor voetgangersherkenning . . . . . . 216
uitparkeerhulp (RCTA) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 228
vermoeidheidsherkenning . . . . . . . . . . . . . . . . 235
Hydraulische remkrachtassistent automatisch oplichten van de alarmlichten . . 186
I Indicatie van de versnellingen . . . . . . . . . . . . . . . 40
Inertiestand . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 195
Infotainmentsysteem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33 Inparkeersysteem (Park Assist) . . . . . . . . . . . . . . 236
automati sche remingreep . . . . . . . . . . . . . . . . 244
automatisch onderbreken . . . . . . . . . . . . . . . . 238
functiestoring . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 236
recht parkeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 241
schuin parkeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 241
uitparkeren (enkel rechte parkeerplaatsen) . . 243
voortijdig beëindigen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 238
voorwaarden om te parkeren . . . . . . . . . . . . . . 241
voorwaarden om uit te parkeren . . . . . . . . . . . 243
Inrijden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 289 banden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 197
motor . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 197
remblokken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 197
Inschakelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30, 173
Inspectiebeurt . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 281
Inspectie Service . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 281
Instellen CAR-menu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33, 120
hoofdsteunen achterin . . . . . . . . . . . . . . . 77, 152
hoofdsteunen voorin . . . . . . . . . . . . . . . . 76, 151
lichten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 146
stoelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 73
Instrumenten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 115
Instrumentenpaneel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 115 display . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 115, 116
instrumenten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 115
kilometerteller . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 118
service-intervalindicatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 41
waarschuwings- en controlelampjes . . . . . . . . 119
Interieurbewaking en wegsleepbeveiliging . . . . 138 Activering . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 137
Interieurluchtfilter . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 163
Interieurverlichting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 147
Interieur verwarmen of koelen . . . . . . . . . . . . . . . 169
ISOFIX . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26, 28
ISOFIX-systeem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26, 28 J
Juist e zithouding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 73
bestuurder . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 73
Bijrijder . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 74
passagiers achterin . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 75
K
Katalysator . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 200 functiestoring . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 200
Keuzehendelvergrendeling . . . . . . . . . . . . . . . . . 191
Keuzehendel (automatische versnellingsbak) functiestoring . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 191
noodontgrendeling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 48
standen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 189
Keyless-Entry zie Keyless Access . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 133
Keyless-Exit zie Keyless Access . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 133
Keyless Access bijzonderheden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 135
de motor starten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 178
de wagen ontgrendelen en vergrendelen . . . . 133
Keyless-Entry . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 133
Keyless-Exit . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 133
Press & Drive . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 177
Kick-down automatische versnellingsbak . . . . . . . . . . . . 193
handgeschakelde versnellingsbak . . . . . . . . . 235
Kilometerteller . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 118 dagteller . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 115
Resetknop . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 118
totaal . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 115
Kinderslot elektrische ruitbediening . . . . . . . . . . . . . . . . . 139
Kinderzitjes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23, 92 bevestiging met de veiligheidsgordel . . . . . . . 24
Indeling in klassen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 92 307
Page 314 of 320
Trefwoordenlijst
Toerenteller . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 115, 117
T op
T
ether . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26, 29
Top Tether-systeem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26, 29
Trekhaak voor aanhangwagen . . . . . . . . . . . . . . 253 beschrijving . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 254
kogelkop . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 261
naderhand monteren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 263
werking en behandeling . . . . . . . . . . . . . . . . . 259
Typeplaatje . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 297
Tyre Mobility System zie Bandenafdichtset . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 96
U Uitlaatgascontrolesysteem controlelampje . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 201
Uitlaatgasreinigingssysteem . . . . . . . . . . . . . . . . 200 katalysator . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 200
roetfilter . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 200
Uitparkeerhulp (RCTA) . . . . . . . . . . . . . . . . 228, 232 controlelampje . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 228
Uitparkeren met het inparkeersysteem . . . . . . . 243
Uitrustingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 265
USB . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 126
USB/AUX-IN-ingang . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 126
V Veiligheid kinderzitjes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 90
uitschakeling van de bijrijdersairbag . . . . . . . . 21
veiligheid van kinderen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 90
veilig rijden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 72
Veiligheidsaanwijzingen gebruik van de kinderzitjes . . . . . . . . . . . . . 23, 91
gebruik van de veiligheidsgordels . . . . . . . . . . 80
gordelspanners . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 83
hoofdairbags . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22
Koelvloeistoftemperatuur . . . . . . . . . . . . . . . . 284 voorairbags . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 87
zij-airb
ags . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 87
Veiligheidsgordels . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 78 beschermende werking . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 79
Controlelampje . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 78
doel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 78, 84
Niet omgegespt . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 81
veiligheidsaanwijzingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . 80
verstellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19, 82
Veiligheidsgordels losgespen . . . . . . . . . . . . . 19, 82
Veiligheidsvoorzieningen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 73
Veilig rijden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 72
Velgen een wiel verwisselen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 62
Ventileren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 167
Verbanddoos . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 95
Vergrendelen en ontgrendelen in de slotcilinder . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15
met de knop voor de centrale vergrendeling . 132
met Keyless Access . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 133
Vergroten bagageruimte . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 154
Verkeerde zithouding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 75
Verlichting van het instrumentenpaneel . . . . . . 147
Vermoeidheidsherkenning . . . . . . . . . . . . . . . . . 235
Versnelling ingeschakeld . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 48
Versnellingshendel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 48
Verstelbare bodem van de bagageruimte . . . . . 160
Verstelling van de stoel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 151
Vervoer van kinderen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 90
Verwarmen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 167 voorruit en zijruiten wasemvrij houden . . . . . 167
voorruit ijsvrij maken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 167
Verwarming en ventilatie . . . . . . . . . . . . . . . 53, 166 bedieningselementen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 166
Verzorgen en schoonhouden . . . . . . . . . . . . . . . . 265
Verzorging en schoonmaak . . . . . . . . . . . . . . . . . 265 Vloeistofniveaus controleren
motorruimte . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 280
Vloermatten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 77
Voetgangersbescherming zie Systeem voor voetgangersherkenning . . . 216
Voorairbags . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21, 87 veiligheidsaanwijzingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . 87
Voorairbag van de bijrijder buiten werking stellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21
Controlelampje . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 86
Voorairbag van de bijrijder buiten werking stellen . . .21
Vóór elke rit . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 72
Voorgloeisysteem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 175 controlelampje . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 201
Voorruit ontwasemen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 167
Voorstoel handmatig verstellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
Voorstoelen verstellen Lendensteun verstellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . 151
Vulhoeveelheden brandstoftank . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 119
W Waar moet u op letten voordat u gaat rijden? . . . 72
Waarschuwings- en controlelampjes . . . . . . . . . 119 Airbags . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 89
Antiblokkeersysteem ABS . . . . . . . . . . . . . . . . 187
ASR . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 184
automatische afstandsregeling . . . . . . . . . . . . 219
banden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 293
Dashboard . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 47
display van het instrumentenpaneel . . . . . . . . 46
dynamo . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 288
EDS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 186
emissiecontrole . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 201
ESC . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 182
instrumentenpaneel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 45
312
Page 315 of 320
Trefwoordenlijst
koelvloeistof . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 284
lic ht
en
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 142
motorolie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 282
motorregeling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 201
rempedaal intrappen . . . . . . . . . . . . . . . 212, 219
remsysteem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 181
roetfilter . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 200
schakelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 196
snelheidsregelsysteem (SRS) . . . . . . . . . . . . . 205
Start-Stop . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 203
stuurslot . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 172
van de gordel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 78
voorgloeisysteem / motorstoring . . . . . . . . . . 201
zoemer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 119
Waarschuwingslampjes snelheidsbegrenzer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 207
Waarschuwingsmeldingen in geel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 120
in rood . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 119
Waarschuwingssymbolen . . . . . . . . . . . . . . . . . . 119 zie ook Waarschuwings- en controlelampjes . 119
Waden door ondergelopen wegdelen . . . . . . . . . 202
Wagen chassisnummer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 296
identificatienummer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 296
omhoogbrengen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 65
ont- en vergrendelen met Keyless Access . . . . 133
sticker met wagengegevens . . . . . . . . . . . . . . 296
voornaamste kenmerken . . . . . . . . . . . . . . . . . 296
Wagenaccu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 58, 287 accuvloeistofpeil . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 288
laden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 289
los- en vastmaken . . . . . . . . . . . . . . . . . . 42, 287
starthulp . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 69
verversensnellingsbak . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 289
winterse omstandigheden . . . . . . . . . . . . . . . . 287
wagengereedschap . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 62 Wagengereedschap
plaats . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 95
Wagenlak code . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 296
conservering . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 269
onderhoudsmiddelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 267
polijsten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 269
Wagen omhoogbrengen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 65
Wagen opkrikken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 65
Wagen wassen hogedrukreinigers . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 268
kleeffolie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 269
sensoren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 236
Wassen verzorging van de wagen, buitenzijde . . . . . . 267
Wassen van de wagen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 267
Wat beïnvloedt de rijveiligheid negatief? . . . . . . . 72
Waxbehandeling zie Schoonmaken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 266
Wegrijblokkering . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15, 174
Wielbouten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 64, 298 aantrekmoment . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 66, 293
Diefstalbeveiliging . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 64
doppen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 63
Wieldop verwijderen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 63
Wielen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 289, 298 centrale wieldop . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 62, 63
nieuwe banden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 292
sneeuwkettingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 67
uit- en inbouwen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 65
wijzigen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 62
Winterbanden maten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 295
Winterse omstandigheden Accu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 287
banden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 295 diesel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 277
ruiten ijs
vrij maken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 270
sneeuwkettingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 67
Wireless Charger . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 126
Wisselen onderdelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 265
Wisserbladen schoonmaken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 270
servicestand . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 70
Wisserbladen achterruit schoonmaken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 71
verversen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 71
X XDS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 187
Z Zekeringen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 59, 102 doorgebrande zekeringen herkennen . . . . . . . . 60
onderscheiden aan de hand van kleuren . . . . . 59
vervangen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 59
voorbereiding voor vervanging . . . . . . . . . . . . . 59
zekeringkast . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 102
Zendapparatuur . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 266
Zij-airbags beschrijving . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22
veiligheidsaanwijzingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . 87
Zitplaatsen van de wagen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 78
Zoemer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 144
Zonnekleppen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 148
313