sensor TESLA MODEL 3 2019 Handleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: TESLA, Model Year: 2019, Model line: MODEL 3, Model: TESLA MODEL 3 2019Pages: 202, PDF Size: 9.1 MB
Page 4 of 202

Exterieur
1.Verlichting ( Verlichting op pagina 58)
2. Autopilot-camera ( Over Autopilot op pagina 78)
3. Voorportiergreep ( Portierkrukken buitenzijde gebruiken op pagina 14)
4. Sleutelkaartsensor ( Sleutels op pagina 8), Autopilot-camera ( Over Autopilot op pagina
78)
5. Achterportiergreep ( Portierkrukken buitenzijde gebruiken op pagina 14)
6. Laadcontact ( Instructies voor het laden op pagina 144)
7. Autopilot-camera
Page 47 of 202

Werking van airbags
Airbags worden opgeblazen wanneer
sensoren een botsing detecteren die de
drempels voor activering overschrijdt. Deze
drempels bestaan om de ernst van een
botsing op tijd te voorspellen zodat de
airbags de inzittenden van de auto kunnen
beschermen.
Een airbag wordt met een luide knal in een fractie van een seconde opgeblazen. De
airbag zorgt er samen met de
veiligheidsgordel voor dat de inzittenden niet
naar voren schieten en beperken zo de kans
op ernstig letsel.
Frontairbags zijn zodanig ontworpen dat ze
gewoonlijk niet afgaan bij aanrijdingen van
achteren, bij het over de kop slaan van de
auto, aanrijdingen van opzij en bij een
noodstop, noch bij het rijden over drempels of gaten. Op dezelfde wijze worden frontairbags
mogelijk niet altijd geactiveerd bij alle botsingen aan de voorzijde, aan de onderzijde,
of botsingen met smalle objecten (zoals palen
of bomen). Het kan voorkomen dat de auto ernstig beschadigd raakt terwijl de airbags
niet afgaan en omgekeerd, dat de schade
relatief beperkt blijft maar de airbags wel
geactiveerd worden. Daarom kan niet aan het
uiterlijk van de auto aan de buitenkant worden
vastgesteld of de frontairbags geactiveerd
hadden moeten worden.Attentie: Neem contact op met Tesla als u
de auto zodanig wilt aanpassen voor een
persoon met een handicap dat dit van
invloed zou kunnen zijn op de werking
van het airbagssysteem.Soorten airbags
Model 3 heeft de volgende typen airbags:
Page 71 of 202

Parkeerhulp
Werking van parkeerhulp
Model 3 is uitgerust met diverse sensoren die
objecten detecteren. Als u langzaam voor- of
achteruit rijdt (bijvoorbeeld tijdens parkeren),
waarschuwen deze sensoren u voor eventuele
objecten in de directe nabijheid van de Model
3. Er worden alleen objecten in de gekozen
rijrichting gedetecteerd: objecten v
Page 72 of 202

Als het geluid is ingeschakeld (zie Hoorbare
feedback regelen op pagina 71), hoort u een
waarschuwingssignaal tijdens het
manoeuvreren. U kunt dit geluid tijdelijk
uitschakelen door op de scrolltoets links op
het stuur te drukken, of door op de dempknop
te tikken in de linkerbenedenhoek van het parkeerhulpbeeld.
Opmerking: Als een sensor geen signaal
doorgeeft, verschijnt er een waarschuwing op
het touchscreen.Let op!: Zorg ervoor dat sensoren schoon
zijn en vrij van sneeuw, modder en vuil.
Richt een hogedrukspuit niet rechtstreeks
op de sensoren en reinig ze niet met een scherp of schurend voorwerp, dat
veroorzaakt krassen en kan het oppervlak
beschadigen.Let op!: Plak geen stickers op de
parkeersensoren en monteer ook geen accessoires voor de sensoren.
Hoorbare feedback regelen
U kunt de parkeerhulp met en zonder
geluidssignaal gebruiken. Om het geluid in of uit te schakelen, tikt u op Controls > Safety &
Security > Park Assist Chimes .
U kunt het geluid tijdelijk uitschakelen door op de scrolltoets links op het stuur te drukken, of
door op de dempknop te tikken in de hoek
van het parkeerhulpbeeld. Het geluid blijft
uitgeschakeld tot u de selectiehendel in een
andere stand zet of tot u harder rijdt dan
5 mph (8 km/h).
Beperkingen en valse
waarschuwingen
In de volgende omstandigheden functioneert
de parkeerhulp mogelijk niet naar behoren:
Page 76 of 202

Achteruitrijcamera
Plaats van camera
Model 3 is uitgerust met een
achteruitrijcamera die zich boven de
kentekenplaat achter bevindt.
Zodra de selectiehendel in stand R (Achteruit)
wordt gezet, wordt het beeld van de camera
op het touchscreen weergegeven. Lijnen laten
uw traject zien op basis van de positie van het
stuur. Deze lijnen worden aangepast in
overeenstemming met uw stuurbewegingen.
Opmerking: Onder het camerabeeld wordt
visuele feedback van de parkeersensoren
weergegeven op het touchscreen (zie Parkeerhulp op pagina 70).
Om op elk moment het beeld van de camera
weer te geven:
Tik op het camerapictogram in
het gedeelte "Cards" op het
touchscreen.Open het opstartprogramma van
de app en tik vervolgens op het
camerapictogram.Attentie: Bepaal nooit op basis van de
achteruitrijcamera of de zone achter u vrij
is van voorwerpen en/of mensen wanneer u achteruitrijdt. Houd in gedachten dat
obstakels die letsel of schade zouden kunnen veroorzaken, mogelijk buiten hetbereik van de camera vallen. Daarnaast
kunnen verschillende externe factoren de
prestaties van de camera be
Page 79 of 202

Autopilot
Over Autopilot
Hoe het werkt
Uw Model 3 is uitgerust met de volgende Autopilot-componenten, die actief de weg rondom de auto bewaken:
1. Er is een camera boven de kentekenplaat achter gemonteerd.
2. Ultrasone sensoren in de voor- en achterbumper.
3. Er is een camera in elke portierstijl gemonteerd.
4. Er zijn drie camera
Page 93 of 202

Autopark
Als u het optionele Enhanced Autopilot- of
Full Self-Driving Capability-pakket hebt
aangeschaft, gebruikt Autopark informatie van
de ultrasone sensoren en het GPS-systeem
voor het volgende:
Page 94 of 202

In situaties waarin Autopark niet werkt
vanwege onvoldoende sensorgegevens, wordt
op het touchscreen een bericht weergegeven
dat aangeeft dat u de Model 3 zelf moet parkeren.
Opmerking: Als u het rempedaal intrapt
wanneer Autopark de Model 3 actief parkeert,
zal de parkeerprocedure worden onderbroken
totdat u op Resume op het touchscreen tikt.
Opmerking: Autopark detecteert mogelijke
haakse parkeerplekken die ten minste 9,5 feet (2,9 meter) breed zijn met een geparkeerd
voertuig aan weerszijden. Autopark detecteert parkeerplekken voor fileparkeren die ten
minste 20 (6 meter) lang zijn maar korter dan 30 feet (9 meter). Autopark werkt niet met
schuine parkeerplekken.Attentie: U mag er niet op vertrouwen dat
Autopark een parkeerplek vindt die legaal, geschikt en veilig is. Autoparkdetecteert mogelijk niet altijd objecten
die op de parkeerplek staan. Kijk altijd
goed of een parkeerplaats geschikt en veilig is.Attentie: Wanneer Autopark de Model 3
actief bestuurt, draait het stuur
overeenkomstig de aanwijzingen van
Autopark. Hinder de bewegingen van het
stuur niet. Als u dat doet, wordt Autopark
geannuleerd.Attentie: Gedurende de parkeerprocedure
moet u voortdurend uw omgeving in de gaten houden. Wees paraat om te
remmen om auto
Page 95 of 202

Gebruik van Summon
Opmerking: Summon is een BETA-functie.
Summon is uitsluitend bedoeld voor gebruik
op eigen terrein, waar de omgeving vertrouwd
en voorspelbaar is. Wanneer u Summon
gebruikt, moet u voortdurend op de auto
letten. De bestuurder is verantwoordelijk voor
een veilig en verantwoord gebruik van deze
functie, in overeenstemming met het beoogde gebruiksdoel.
Met Summon kunt u de Model 3 laten in- en
uitparkeren van buiten het voertuig met
behulp van de mobiele app.. Summon maakt
gebruik van de informatie van de ultrasone
sensoren om de Model 3 vooruit of achteruit in
een parkeerplek te manoeuvreren. Wanneer het parkeren is voltooid, schakelt Summon de
Model 3 in de stand P (Parkeren). Het
parkeren is voltooid wanneer:
Page 155 of 202

Banden en wielen vervangenBanden verouderen onder invloed van
ultraviolet licht, extreme temperaturen, zware
belastingen en milieuomstandigheden.
Vervang de banden daarom eens per 6 jaar of
eerder als nodig blijkt.
Wielen en banden worden gecombineerd om de beste rijeigenschappen te bieden. Vervang
banden alleen door banden die voldoen aan
de originele technische specificaties. Als u
andere banden laat monteren, zorg dan dat ze minimaal dezelfde belastings- en
snelheidsindex hebben (zie Betekenis van
markeringen op banden op pagina 174) als de
originele banden.
Laat bij voorkeur alle banden tegelijk
vernieuwen. Als dit niet mogelijk is, vervang
de banden dan per as en plaats de nieuwe
banden achter. Balanceer altijd het wiel nadat
een band is verwisseld.
Wanneer u een band verwisselt, moet u de
sensoren van het
Bandenspanningscontrolesysteem (TPMS)
opnieuw instellen om zeker te zijn dat ze de
juiste waarschuwingen geven wanneer de bandenspanning te hoog of te laag is (zie Automatisch opnieuw instellen van TPMS-sensoren op pagina 155).
Raadpleeg Velgen en banden op pagina 173
voor de technische gegevens van de originele
banden en wielen van de Model 3.Attentie: Gebruik in het belang van de
veiligheid alleen banden en wielen die aan de originele technische specificaties
voldoen. Het gebruik van banden die niet aan de oorspronkelijke specificaties
voldoen, kan de goede werking van het
TPMS verstoren.Attentie: Nooit de snelheidscategorie van
uw voertuigbanden overschrijden. De
snelheidscategorie staat op de zijwand
van uw banden (zie Betekenis van
markeringen op banden op pagina 174).
Asymmetrische banden
Model 3 is uitgerust met asymmetrische
banden, die op slechts