air conditioning TESLA MODEL S 2015 Handleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: TESLA, Model Year: 2015, Model line: MODEL S, Model: TESLA MODEL S 2015Pages: 164, PDF Size: 22.08 MB
Page 50 of 164

InstrumentenpaneelInstrumentenpaneel
4.10GEBRUIKERSHANDLEIDING MODEL S
InstrumentenpaneelOverzicht instrumentenpaneelOPMERKING: De onderstaande afbeelding is uitsluitend bedoeld ter verduidelijking. Afhankelijk van de opties, de softwareversie en het land van bestemming kan de informatie op het touchscreen enigszins afwijken.
1.De cirkel in het midden van het instrumentenpaneel verandert van vorm, afhankelijk van het feit of auto is uitgeschakeld of klaar is om weg te rijden. Als de auto is uitgeschakeld, wordt op dit display de status van de portieren en het energieniveau weergegeven, Trap het rempedaal in om de Model S te starten—de controlelampjes knipperen even en de cirkel in het midden van het instrumentenpaneel toont een snelheidsmeter, een energiemeter, de geschatte actieradius (zie 9) en de gekozen versnelling. Als de auto op een laadstation is aangesloten, wordt op het instrumentenpaneel ook de status van het laden weergegeven (zie blz. 6.8).
2.Gebruik de toetsen links op het stuur om de audio-installatie te bedienen. Of druk het scrollwieltje in en draai het omhoog of omlaag om te kiezen wat er op het linker gedeelte van het instrumentenpaneel wordt weergegeven (zie blz. 4.3).
3.Let op belangrijke berichten die hier worden weergegeven.
4.Als u het rempedaal intrapt, knipperen alle controlelampjes even ter bevestiging. De lampjes moeten uitgaan tenzij ze vanwege een bestaande situatie (zie blz. 4.11) worden aangestuurd.
5.Gebruik de toetsen aan de rechterzijde op het stuur voor het bedienen van de telefoon, de spraakbediening en sommige andere functies. U kunt de functies van het rechter scrollwieltje
naar eigen wens instellen (zie blz. 4.4).
6.Status portiervergrendeling
7.KM-teller
8.Buitentemperatuur
9.Geschatte actieradius
De geschatte actieradius is gebaseerd op de resterende hoeveelheid energie in de batterij. U kunt de weergave op het display zelf instellen door te tikken op Controls > Settings > Language & Units en dan te kiezen:
•Rated - gebaseerd op ECE R101 tests.
•Ideal - op basis van ideale omstandigheden zoals rijden met een constante snelheid van 89 km/h op een vlakke weg, zonder extra verbruikers (stoelverwarming, airconditioning enz.).
OPMERKING: Gebruik de geschatte actieradius alleen als een algemene richtlijn om uit te vinden wanneer u de Model S moet opladen.
10.Let goed op belangrijke waarschuwingen die aan de onderzijde van het instrumentenpaneel worden weergegeven. Als er waarschuwingen zijn, kunt u aanvullende informatie opvragen door het icoontje (uitroepteken) op de statusbalk aan de bovenzijde van het touchscreen aan te raken.
11.Gekozen versnelling P (Parkeren), R (Achteruit), N (Neutraal) of D (Rijden).
12.Datum en tijd
Page 63 of 164

Energieverbruik
RIJDEN4.23
EnergieverbruikWeergave energieverbruik
Tik op de Energy-app aan de bovenzijde van het touchscreen voor een grafische weergave van het energieverbruik van de Model S.
De grafiek toont het energieverbruik en de resterende actieradius. De actieradius wordt berekend op basis van de verbruik van de laatste 0,16 km.
Snel accelereren en rijden op hoge snelheid zorgen voor pieken in het verbruik. Rustig rijden spaart energie. Momenten waarop er meer energie werd teruggewonnen dan verbruikt (een overschot dat gebruikt wordt om de batterij op te laden) worden in het groen aangegeven.
U kunt de schaal van de weergave veranderen door in of uit te zoomen met de gebruikelijke vingerbewegingen op het scherm. U kunt het energieverbruik van de laatste 10, 25, of 50 km bekijken. U kunt de schaal ook veranderen door op Controls > Settings > Apps > Energy te tikken.
OPMERKING: U kunt de grafiek ook op het instrumentenpaneel laten weergeven, gebruik daarvoor het scrollwieltje op het stuur (zie blz. 4.3).
Tips om actieradius te vergroten
U kunt uw actieradius vergroten door zuinig te rijden op dezelfde manier als u deed om benzine te besparen.
Het energieverbruik is sterk afhankelijk van de rijstijl van de bestuurder en externe omstandigheden (koud weer, zware belading, rijden in bergen enz.). Houd de volgende punten in gedachten als u het maximale uit een lading wilt halen:
•Rijden op hoge snelheid kost veel energie en verkort de actieradius.
•Vo o r ko m v a a k e n s n e l a c c e l e r e re n .
•Neem bijtijds de voet van het gaspedaal in plaats van te remmen. Elke keer dat u tijdens het rijden de voet van het gas neemt, verliest de auto door regeneratief remmen snelheid terwijl de daarbij opgewekte energie wordt gebruikt om de batterij op te laden (zie blz. 4.25).
•Zorg voor de juiste bandenspanning (zie blz. 7.4).
•Neem geen onnodige bagage mee.
•Beperk het gebruik van elektrische verbruikers zoals de verwarming en de airconditioning. Het gebruik van de stoelverwarming is efficiënter dan het hele interieur verwarmen.
De energiemeter op het instrumentenpaneel en de Energy-app (zie blz. 4.23) geven informatie over het energieverbruik. Dankzij deze informatie weet u al snel hoeveel invloed uw rijstijl en de externe omstandigheden hebben op het energieverbruik van de Model S.
Page 77 of 164

Touchscreen - Instellingen
TOUCHSCREEN5.7
1.Hier stelt u de voorkeuren van de geïnstalleerde apps instellen. Apps waarvan u de instellingen niet kunt instellen, worden in het grijs weergegeven.
2.Driver profiles (zie blz. 4.2)
3.Language & Units
Vo o r h e t i n s te l l e n va n d e we e rg ave va n :
•Taal: Voor het instellen van de taal waarin waarschuwingen, berichten en navigatie-aanwijzingen (indien van toepassing) worden weergegeven.
OPMERKING: Als u de taal verandert, zal het touchscreen even sluiten en opnieuw opstarten.
•Regio: Voor het selecteren van een regio voor het formaat van datum en (mm dd jj/dd-mm-jj, enz,) en de weergave van decimalen (5.123, 5,123 enz.).
•Afstand: Eenheden voor de actieradius (mijl of km), snelheidsmeter, energiegrafiek, dagteller en Google map zoekfuncties en navigatieroutes.
•Tijd: 12- of 24-uursnotatie.
•Te m p e r a t u u r : oF of oC.
•Laadeenheden: Weergave van energie (kWh) of afstand (mijl/km).
•Actieradius: Berekende actieradius (op basis van ECE R101) of Ideale actieradius (op basis van ideale omstandigheden zoals rijden met een constante snelheid van 89 km/h op een vlakke weg, zonder extra verbruikers (stoelverwarming, airconditioning enz.).
4.Ve h i c l e
•Drive-away vergrendeling: Als deze optie op ON staat, worden alle portieren vergrendeld als de auto een snelheid van meer dan 8 km/h bereikt (zie blz. 2.5).
•Walk-away vergrendeling: Als deze optie op ON staat, worden alle portieren vergrendeld als u van de auto wegloopt en de sleutel meeneemt (zie blz. 2.5). Alleen beschikbaar als de auto is uitgerust met het optionele Tech-pakket.
•Child-Protection Locks: A l s d e z e o p t i e o p ON staat, kunnen de achterportieren en de achterklep niet van binnenuit geopend worden.
•Auto-Present Handels: Als deze optie op ON staat komen de portiergrepen automatisch naar buiten als u met een afstandsbediening naar de auto loopt, ongeacht of de auto vergrendeld is of niet (zie blz. 2.4).
•Mirrors Auto-Tilt: Als deze optie op ON staat, kantelen de buitenspiegels automatisch omlaag bij het inschakelen van de achteruit (zie blz. 4.6). Alleen beschikbaar als de auto is uitgerust met het optionele Tech-pakket.
•Headlights After Exit Als deze optie op ON staat, blijven de koplampen nog 2 minuten na het verlaten van de auto branden of tot u de auto vergrendelt (zie blz. 4.16).
•Range mode: Als deze optie op ON staat, wordt het vermogen van de airconditioning beperkt om energie te besparen. De verwarming/airconditioning kan dan minder effectief zijn.
5.Safety & Security
Voor het in- of uitschakelen van veiligheidsfuncties:
•Passagiersairbag (zie blz. 3.17).
•Alarminstallatie en veiligheidsopties van de auto (zie blz. 5.25).
•To e g a n g o p a f s t a n d t o t m o b i e l e a p p s v a n Te s l a ( z i e b l z . 5 . 2 8 ) .
6.HomeLink
Gebruik HomeLink voor radiografisch werkende bediening van garagedeuren, verlichting of beveiligingssystemen (zie blz. 5.26).
WA A R S C H U W I N G : K i j k n i e t n a a r h e t touchscreen onder het rijden. Dit vergroot de kans op een aanrijding. Alles wat van belang is tijdens het rijden wordt op het instrumentenpaneel weergegeven.
Page 78 of 164

Climate ControlClimate Control
5.8GEBRUIKERSHANDLEIDING MODEL S
Climate ControlOverzicht Climate control
De bediening van de Climate control wordt permanent weergegeven aan de onderzijde van het touchscreen. Standaard staat de airconditioning altijd op Auto On, dat zorgt voor een maximaal comfort onder alle normale omstandigheden. Als u de temperatuur aanpast, past het systeem automatisch de temperatuur, de luchtverdeling, de luchtrecirculatie, de luchthoeveelheid en de aanjagersnelheid aan om de ingestelde temperatuur te bereiken en aan te houden. Tik op Auto On om deze instellingen te overrulen (zie blz. 5.10).
De aanjager, de verwarming en de airconditioning worden alle door de batterij gevoed. Dat betekent dat langdurig gebruik van deze systemen de actieradius kan verminderen.
OPMERKING: De onderstaande afbeelding is uitsluitend bedoeld ter verduidelijking. Afhankelijk van de opties, de softwareversie en de instellingen kan de informatie op het touchscreen enigszins afwijken.
1.De voorstoelen zijn uitgerust met thermostatisch geregelde stoelverwarming met 3 standen (1 = laagste stand, 3=hoogste stand).
Als de verwarming is ingeschakeld, branden de controlelampjes rood en wordt aangegeven in welke stand de verwarming staat.
OPMERKING: Als de Model S is uitgerust met het optionele Cold weather-pakket, zijn ook de drie zitplaatsen op de achterbank voorzien van verwarming en kan de verwarming van alle stoelen bediend worden door op Controls > Cold Weather te tikken.
OPMERKING: De stoelverwarming gebruikt veel minder energie dan de Climate control.
2.Tik op het pijltje omhoog of pijltje omlaag om de temperatuur in te stellen (van LO, 17 °C tot HI, 32 °C). Tik op SYNC TEMP in de pop-up die verschijnt als u op het pijltje tikt. Op deze manier kunt u de temperatuur voor bestuurder en passagier tegelijkertijd instellen.
OPMERKING: De temperatuur kan worden weergegeven in oC of oF (Controls > Settings > Language & Units).
3.Automatische/handbediende Climate control (zie blz. 5.10).
4.De voorruitontwaseming richt de luchtstroom op de voorruit en zet de verwarming en de aanjagersnelheid in de hoogste stand. Een keer tikken voor de normale werking (icoontje wordt blauw). Tw e e k e e r t i k k e n v o o r d e m a x i m a l e w e r k i n g (icoontje wordt rood). Tik nog een keer op het icoontje om de voorruitontwaseming uit te schakelen en de luchtverdeling, de verwarming en de aanjagersnelheid terug te zetten in de vorige standen.
5.Climate control AAN/UIT zetten.
6.De achterruitverwarming* werkt gedurende 15 minuten en wordt dan automatisch uitgeschakeld.
*A l s d e M o d e l S i s u i t g e r u s t m e t h e t optionele Tech-pakket, zijn de buitenspiegels voorzien van spiegelverwarming.
Page 80 of 164

Climate ControlClimate Control
5.10GEBRUIKERSHANDLEIDING MODEL S
Climate control instellen
Het systeem zorgt volledig automatisch voor een maximaal comfort onder alle normale omstandigheden. Als u de temperatuur naar eigen wens instelt, past het systeem automatisch de temperatuur, de luchtverdeling, de luchtrecirculatie, d e l u c h t h o e v e e l h e i d e n d e a a n j a g e r s n e l h e i d a a n om de ingestelde temperatuur te bereiken en aan te houden.
Tik op Auto On om de automatische instelling te overrulen en de eigen instellingen te bekijken. Tik vervolgens op de instelling die u wilt veranderen. Als u dit doet, zal het blauwe Auto On-icoontje grijs worden en verschijnt Reset Auto op het scherm.
1.Tik op Reset Auto om het systeem weer volledig automatisch te laten werken.
2.Tik op A/C On of A/C Off om de airconditioning aan of uit te zetten. Het uitschakelen zal leiden tot minder koeling maar het spaart ook energie waardoor de actieradius toeneemt.
Omdat de Model S veel stiller is dan een auto met een gewone verbrandingsmotor, kan het zijn dat u de compressor hoort werken. Verlaag de aanjagersnelheid of schakel de luchtrecirculatie in om het geluid te beperken.
OPMERKING: Het uitschakelen kan er onder bepaalde omstandigheden toe leiden dat de ruiten beslaan.
3.Tik op een van de icoontjes om de aanvoer van buitenlucht in te stellen.
4.Tik op een van de icoontjes om de luchtstroom te regelen. U hebt keuze uit:
5.Tik op het schuifje en sleep dit in de gewenste stand om de aanjagersnelheid te regelen.
OPMERKING: Verhoog de aanjagersnelheid bij hoge temperaturen. Dan zal de airconditioning minder hard hoeven te werken.
Va n b u i t e n a f w o r d t e r ve r s e l u c h t aangevoerd (zie blz. 5.11). Alhoewel minder efficiënt dan bij het recirculeren van de lucht bij extreme hitte of kou, wordt er nu meer lucht aangezogen en naar achteren gevoerd. Deze stand wordt dan ook aanbevolen als er kinderen op de achterste zitrij worden vervoerd.
De aanvoer van buitenlucht is afgesloten en de lucht in het interieur wordt gerecirculeerd. Daarmee kunt u voorkomen dat uitlaatgassen en stank het interieur binnendringen maar de kans dat de ruiten beslaan, neemt wel toe. Het recirculeren van de lucht is de meest effectieve manier om het interieur te koelen maar het maakt wel lawaai. Zet de luchtrecirculatie uit om het beslaan van de ruiten onder bepaalde omstandigheden te voorkomen.
Ve n t i l a t i e ro o s t e r s b e e n r u i m t e
Ve n t i l a t i e ro o s t e r s d a s h b o a rd
Vo o r r u i t o n t w a s e m i n g
Page 81 of 164

Climate Control
TOUCHSCREEN5.11
Ventilatie
De buitenlucht wordt aangezogen via een rooster onder de voorruit. Houd dit rooster vrij van bladeren, sneeuw e.d.
Richt de ventilatieroosters omhoog, omlaag, naar links of naar rechts om de luchtstroom te regelen.
OPMERKING: De buitenste ventilatieroosters kunnen ook op de zijruiten gericht worden om deze te ontwasemen.
Interieurfilter
De Model S heeft een interieurfilter dat stof, roet, pollen en andere deeltjes opvangt.
Dit filter moet elke 40.000 km vervangen worden.
Tips voor de bediening
•Als de Climate control te veel lawaai maakt, verlaag dan de aanjagersnelheid of zet de luchtrecirculatie uit.
•De airconditioning koelt niet alleen het interieur maar ook de batterij. Daardoor kan het gebeuren dat de airconditioning bij erg warm weer vanzelf inschakelt. Dit is normaal omdat het koelen van de batterij de grootste prioriteit heeft. Door de batterij op de juiste temperatuur te houden, bent u zeker van optimale prestaties en een lange levensduur.
•De airconditioning werkt het beste als uruiten dichthoudt en er voor zorgt dat het rooster onder de voorruit vrij is van bladeren, sneeuw e.d.
•Rijd de eerste minuten na het starten met de ruiten een stukje open om de hitte uit het interieur te laten ontsnappen. Zo krijgt u het interieur sneller op een aangename temperatuur.
•In een vochtige omgeving kan de voorruit bij het inschakelen van de airconditioning een beetje beslaan, dat is een normaal verschijnsel. Dit zal binnen een paar seconden verdwijnen.
•Als u de auto parkeert, kan er zich een klein plasje water onder de auto vormen. Dit is een normaal verschijnsel. Het aan de lucht onttrokken water wordt aan de onderkant van de auto afgevoerd.
Page 98 of 164

Mobiele appMobiele app
5.28GEBRUIKERSHANDLEIDING MODEL S
Mobiele appModel S Mobiele app
Met de mobiele app van Tesla voor de Model S kunt u met een iPhone® of Android™ Smartphone op afstand communiceren met de auto. Met behulp van deze app kunt u het laadproces controleren, het opladen starten en stoppen, de verwarming/airconditioning bedienen, de auto lokaliseren of volgen, de lichten/claxon bedienen, de auto vergrendelen/ontgrendelen en nog meer.
Download de app op uw telefoon en log in. Umoet er wel voor zorgen dat de auto met de mobiele app kan communiceren door dit in te stellen. Tik op Controls > Settings > Safety & Security > Remote Access > On.
Page 108 of 164

OnderhoudsschemaOnderhoudsschema
7.2GEBRUIKERSHANDLEIDING MODEL S
ONDERHOUDOnderhoudsschemaOnderhoudsintervallen
Regelmatig onderhoud is de beste garantie om er altijd op te kunnen vertrouwen dat uw Model S onder alle omstandigheden veilig en efficiënt blijft functioneren.
Breng uw auto voor het reguliere onderhoud eens per jaar of elke 20.000 kms, al naar gelang wat het eerst wordt bereikt, naar een Tesla Servicecentrum.
Laat onderhoud en reparatie uitsluitend door erkende Tesla-technici uitvoeren. Schades en defecten tengevolge van onderhoud of reparaties door niet-erkende Tesla-technici vallen niet onder garantie.
Vloeistoffen vervangen
Ve r v a n g d e ko e l v l o e i s t o f vo o r d e b a t t e r i j e n d e remvloeistof niet zelf en vul dit ook niet zelf bij. Te s l a - t e c h n i c i d o e n d i t v o l g e n s h e t voorgeschreven onderhoudsschema:
•Remvloeistof - elke 2 jaar of 40.000 kms, al naar gelang wat het eerst wordt bereikt.
•Koelvloeistof batterij - elke 4 jaar of 80.000 kms, al naar gelang wat het eerst wordt bereikt.
OPMERKING: Schade tengevolge van het openen van het koelvloeistofreservoir van de batterij valt niet onder garantie.
Dagelijkse en maandelijkse
controles
Naast het voorgeschreven onderhoud door Tesla moet u zelf regelmatig ook een paar eenvoudige controles doen.
Dagelijkse controles
•Controleer het laadniveau van de batterij, aangegeven op het instrumentenpaneel.
•Controleer de werking van de verlichting, de claxon, de richtingaanwijzers, de ruitenwissers en de ruitensproeiers.
•Controleer de werking van de remmen en de parkeerrem.
•Controleer de werking van de veiligheidsgordels (zie blz 3.5).
•Controleer onder de auto of er niets lekt. Er kan er zich een klein plasje water onder de auto vormen (afkomstig van de airconditioning).
Maandelijkse controles
•Controleer de staat van de banden en de bandenspanning van elke band (zie blz 7.4).
•Controleer het niveau van de ruitensproeiervloeistof en vul het reservoir zo nodig bij (zie blz 7.20).
•Controleer de werking van de airconditioning (zie blz 5.10).
AANWIJZING: Neem direct contact op met Tesla als een vloeistofniveau plotseling sterk gedaald is en u ziet dat de banden onregelmatig verslijten.
Veiligheid hoogspanningscircuit
Ve i l i g h e i d h e e f t b i j d e o n t w i k ke l i n g e n d e b o u w van de Model S voorop gestaan. Neem de onderstaande voorzorgsmaatregelen in acht om uzelf te beschermen tegen de risico's van hoogspanningssystemen:
•Lees en volg alle instructies en aanwijzingen op de stickers van de Model S. Deze stickers zijn er voor uw veiligheid.
•Het hoogspanningssysteem bevat geen losse onderdelen die onderhouden of gerepareerd moeten/kunnen worden. Onderdelen, kabels en stekkers van het hoogspanningscircuit mogen niet gedemonteerd, verwijderd of vervangen worden. Hoogspanningskabels zijn oranje gekleurd zodat ze gemakkelijk te herkennen zijn.
Page 155 of 164

i
INDEX
A
Aanhanger trekken .............................................. 8-4aanjagersnelheid, interieur ............................. 5-10aantal zitplaatsen ................................................. 8-3ABS (antiblokkeersysteem) .......................... 4-23accessoires, aansluiting op stopcontact ... 5-19accessoires, monteren ...................................... 7-27achterbankneerklapbaar ..................................................... 3-3opklappen .......................................................... 3-3achterklepopenen ................................................................. 2-8openen, geen stroom ..................................... 2-9opening afstellen ............................................. 2-8portiergrepen binnenzijde uitschakelen ....................................................... 2-5sluiten ................................................................... 2-8van binnenuit openen .................................... 2-9achteruit ................................................................... 4-8achteruitrijcamera ............................................. 4-28afdekplaat servicecompartiment, verwijderen ............................................................7-18afmetingen .............................................................. 8-5airbagscontrolelampjes ..............................................3-18effecten van het opblazen ..........................3-18na een aanrijding ............................................3-18passagier voorin, uitschakelen ..................3-17plaats van ..........................................................3-15Soorten .............................................................. 3-16veiligheidsinformatie .....................................3-18werking .............................................................. 3-16airconditioningoverzicht ............................................................. 5-8tips voor de bediening ..................................5-11alarm ........................................................................5-25alarmknipperlichten ........................................... 4-16antiblokkeersysteem (ABS) .......................... 4-23anti-takelbeveiliging ..........................................5-25antivries ...................................................................7-18apparatenaansluiting ........................................................ 5-19audiobestanden afspelen van ....................5-18Bluetooth, audiobestanden afspelen ......5-18audioapparaten, aansluiten .................................. 5-19apparaten, afspelen van ..............................5-18bestanden afspelen .......................................5-18toetsen op het stuur ....................................... 4-3
B
bagageruimte voorinopenen ............................................................... 2-10sluiten ................................................................. 2-10bagageruimte, achterkindersloten ....................................................... 2-5openen ................................................................. 2-8openen, geen stroom ..................................... 2-9
opening afstellen ............................................. 2-8portiergrepen binnenzijde uitschakelen ....................................................... 2-5sluiten ................................................................... 2-8van binnenuit openen .................................... 2-9bagageruimte, voorinnoodprocedure van binnenuit openen ................................................................ 2-11openen ............................................................... 2-10openen, geen stroom .................................... 2-11sluiten ................................................................. 2-10bandenasymmetrisch .................................................... 7-7balanceren .......................................................... 7-5bandenspanning controleren ...................... 7-8bandenspanningsensor vervangen ...........7-9bandenvulmiddel ........................................... 7-10bandenvulmiddel vervangen ..................... 7-13betekenis van merktekens op banden ............................................................... 8-10controle ......................................................7-5, 7-7kettingen ............................................................. 7-8lekke band ..........................................................7-6nieuwe monteren ............................................. 7-7slijtagepatronen ............................................... 7-5spanning, controleren ....................................7-4specificatie .........................................................8-9vervangen ........................................................... 7-7vlakke kanten ....................................................7-6winter ................................................................... 7-7wisselen van ....................................................... 7-5bandenreparatie .................................................. 7-10bandenreparatiesetje ........................................ 7-10busje met vulmiddel vervangen ............... 7-13oppompen met lucht .................................... 7-12oppompen met vulmiddel ........................... 7-11bandenspanning, controleren ..........................7-4Bandenspanningcontrolesysteembandenspanningsensor vervangen ...........7-9overzicht ............................................................. 7-8storing .................................................................. 7-9batterij (12V)leegraken ........................................................... 6-4technische gegevens ...................................... 8-7Batterij (hoogspanning)algemene informatie ..................................... 6-4koelvloeistof .................................................... 7-18onderhoud van ................................................ 6-4ontladen, gevolgen van ................................ 6-4technische gegevens ...................................... 8-7temperatuurbeperkingen ............................ 6-4vloeistof controleren .................................... 7-18batterij (sleutel), vervangen ............................. 2-3bekerhouders ....................................................... 2-14beladingalgemene informatie ...................................... 8-3informatiesticker .............................................. 8-3laadvermogen bepalen ................................. 8-4voorbeelden voor het berekenen van de toegestane belading ....................... 8-4