airbag TESLA MODEL S 2015 Handleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: TESLA, Model Year: 2015, Model line: MODEL S, Model: TESLA MODEL S 2015Pages: 164, PDF Size: 22.08 MB
Page 3 of 164
Ond. nr. 1028871-04-A REV: 1i
INHOUDSOPGAVE
OVERZICHTInterieur ................................................................. 1.2Exterieur................................................................ 1.3
OPENEN EN SLUITEN
Portieren .............................................................. 2.2Ruiten .................................................................... 2.7Bagageruimte achterin................................... 2.8Bagageruimte voorin .................................... 2.10Open dak ........................................................... 2.12Dashboardkastje ............................................. 2.13Bekerhouders ................................................... 2.14
VEILIGHEIDSMIDDELENVoorstoelen en achterbank .......................... 3.2Veiligheidsgordels........................................... 3.4Kinderzitjes ......................................................... 3.7Tesla opklapbank ............................................ 3.11Airbags ............................................................... 3.15
RIJDEN
Bestuurdersprofielen ..................................... 4.2Stuur ..................................................................... 4.3Spiegels ............................................................... 4.6Starten en afzetten ......................................... 4.7Versnellingen .................................................... 4.8Instrumentenpaneel...................................... 4.10Verlichting ......................................................... 4.13Ruitenwissers en -sproeiers ....................... 4.18Parkeerhulp....................................................... 4.19Informatie dagteller ....................................... 4.21Energieverbruik .............................................. 4.22Remmen ............................................................ 4.23Traction Control............................................. 4.25Cruise control.................................................. 4.26Achteruitrijcamera ........................................ 4.28
TOUCHSCREEN
Overzicht touchscreen ................................... 5.2Touchscreen - Bedieningsorganen........... 5.4Touchscreen - Instellingen........................... 5.6Climate Control ................................................. 5.8Luchtvering....................................................... 5.12Media en Audio ............................................... 5.14Telefoon ............................................................ 5.20Kaarten .............................................................. 5.22
Navigeren.......................................................... 5.23Instellingen alarminstallatie ....................... 5.25HomeLink® Universal Transceiver........... 5.26Software Updates .......................................... 5.27Mobiele app ..................................................... 5.28
OPLADEN
Elektrische componenten............................. 6.2Batterij.................................................................. 6.4Model S opladen .............................................. 6.5
ONDERHOUD
Onderhoudsschema........................................ 7.2Onderhoud banden ......................................... 7.4Tijdelijke bandenreparatie .......................... 7.10Reinigen.............................................................. 7.14Ruitenwissers en -sproeiers ........................ 7.17Vloeistofreservoirs ......................................... 7.18Zekeringen ........................................................ 7.21Opkrikken en heffen ..................................... 7.26Onderdelen en accessoires ........................ 7.27
TECHNISCHE GEGEVENS
Identificatiestickers ......................................... 8.2Belading............................................................... 8.3Afmetingen en gewichten ............................ 8.5Afzonderlijke systemen ................................. 8.6Wielen en banden ............................................ 8.8
TESLA ASSISTANCEOver Tesla Assistance .................................... 9.2Aanwijzingen voor sleepdiensten ............. 9.3
CONSUMENTENINFORMATIE
Disclaimers ....................................................... 10.2Klachten melden ............................................ 10.3
Page 23 of 164
3.1
VEILIGHEIDSMIDDELEN
Voorstoelen en achterbank
Correcte houding ............................................. 3.2Bestuurdersstoel verstellen .......................... 3.2Neerklapbare achterbank.............................. 3.3Rugleuning achterbank opklappen ........... 3.3Hoofdsteunen .................................................... 3.3Stoelhoezen ........................................................ 3.3
Veiligheidsgordels
Veiligheidsgordels dragen ........................... 3.4Veiligheidsgordels dragen tijdens zwangerschap................................................... 3.4Gordelspanners ................................................. 3.5Veiligheidsgordels testen.............................. 3.5Waarschuwingen veiligheidsgordels ....... 3.6
Kinderzitjes
Richtlijnen voor kinderzitjes......................... 3.7Kinderzitje kiezen ............................................. 3.7Grotere kinderen .............................................. 3.8Kinderzitjes installeren ................................... 3.8Kinderzitje met veiligheidsgordel installeren ............................................................ 3.8ISOFIX-kinderzitjes installeren ................... 3.9Bovenste riemen bevestigen ..................... 3.10Kinderzitje testen ........................................... 3.10Waarschuwingen kinderzitjes.................... 3.10
Tesla opklapbankBeperkingen ...................................................... 3.11Opklappen.......................................................... 3.11Inklappen ........................................................... 3.12Een kind vastzetten ....................................... 3.13Waarschuwingen - Tesla kinderzitjes ..... 3.14
Airbags
Plaats van airbags .......................................... 3.15Werking van airbags ..................................... 3.16Soorten airbags ............................................... 3.16Frontairbag passagier uitschakelen ........ 3.17Effecten van het opblazen .......................... 3.18Controlelampje airbag .................................. 3.18Airbagwaarschuwingen ............................... 3.18
Page 24 of 164
Voorstoelen en achterbankVoorstoelen en achterbank
3.2GEBRUIKERSHANDLEIDING MODEL S
VEILIGHEIDSMIDDELENVo o r s t o e l e n e n a c h t e r b a n kCorrecte houding
De stoel, de hoofdsteun en de airbag vormen een combinatie die zorgt voor een optimale veiligheid. Een juist gebruik geeft een maximale bescherming.
Stel de stoel zo in dat u de veiligheidsgordel goed kunt dragen en u zo ver mogelijk van de airbag zit:
1.Ga rechtop zitten met beide voeten op de vloer en met de rugleuning niet meer dan 30 graden achterover.
2.Zorg dat u goed bij de pedalen kunt en dat uw armen iets gebogen zijn als u het stuur beetpakt. De afstand tussen borst en airbag moet minstens 25 cm bedragen.
3.Leg de schoudergordel midden over uw schouder, zorg dat uw nek vrij blijft. Leg de heupgordel strak over de heupen, niet over uw buik.
De Model S heeft stoelen met ingebouwde hoofdsteunen die niet versteld of verwijderd kunnen worden.
Bestuurdersstoel verstellen
1.Lendensteun verstellen.
2.Rugleuning verstellen.
3.Zitting naar voren/achteren verstellen.
4.Hoogte en hellingshoek verstellen.
WA A R S C H U W I N G : Ve r s t e l d e s t o e l e n niet onder het rijden. Dit vergroot de kans op een aanrijding.
WA A R S C H U W I N G : R i j d n i e t m e t d e a u t o als de rugleuning van de stoel achterover gekanteld is. Dit is gevaarlijk en kan ernstig letsel veroorzaken als u bij een aanrijding onder de gordel doorschiet. Zorg dat de rugleuning van de stoel onder het rijden nooit meer dan 30 graden achterover gekanteld is.
Page 25 of 164
Voorstoelen en achterbank
VEILIGHEIDSMIDDELEN3.3
Neerklapbare achterbank
De Model S heeft een in delen neerklapbare achterbank.
Ve r w i j d e r a l l e s p u l l e n va n d e a c h t e r b a n k e n va n de vloer. Het kan zijn dat de voorstoelen iets naar voren geschoven moeten worden om de achterbank helemaal neer te kunnen klappen.
Druk op de vergrendeling aan de bovenkant van de rugleuning en klap de rugleuning naar voren toe neer.
Rugleuning achterbank opklappen
Zorg dat de veiligheidsgordels niet achter de rugleuning blijven hangen als u deze omhoog beweegt.
Duw de rugleuning omhoog tot in de vergrendeling.
Tr e k d e r u g l e u n i n g e v e n n a a r v o r e n t o e om te controleren of deze goed vastzit.
WA A R S C H U W I N G : C o n t r o l e e r n a h e t opklappen altijd of de rugleuning goed vergrendeld is. Het negeren van deze aanwijzing vergroot de kans op letsel.
Hoofdsteunen
De stoelen hebben ingebouwde hoofdsteunen die niet versteld of verwijderd kunnen worden.
Stoelhoezen
Gebruik geen stoelhoezen in de Model S. Dat zou bij een aanrijding de goede werking van de zijairbags kunnen verstoren. Het kan ook de werking van het systeem voor het detecteren van inzittenden verstoren.
Page 27 of 164
Veiligheidsgordels
VEILIGHEIDSMIDDELEN3.5
Gordelspanners
De veiligheidsgordels voorin zijn voorzien van gordelspanners die bij een zware frontale aanrijding tegelijk met de airbags geactiveerd worden. De gordelspanner trekt het heup- en schoudergedeelte van de gordel automatisch strak tegen het lichaam zodat de inzittende niet naar voren schiet.
Als de gordelspanners en airbags bij een aanrijding niet geactiveerd werden, wil dat nog niet zeggen dat het systeem defect is. In de meeste gevallen betekent het dat de kracht of de aard van de aanrijding geen aanleiding gaf om deze systemen te activeren.
WA A R S C H U W I N G : E e n g o r d e l s p a n n e r die eenmaal is geactiveerd, moet daarna vervangen worden. Laat na een aanrijding de airbags, de gordelspanners en alle bijbehorende onderdelen controleren en zo nodig vervangen.
Veiligheidsgordels testen
U kunt op eenvoudige wijze controleren of de veiligheidsgordels hun werk goed doen.
1.Maak de gordel vast en geef ter hoogte van de sluiting een korte, felle ruk aan de riem. De gordel moet netjes vast blijven zitten.
2.Neem de losse gordel en trek de riem helemaal uit. Controleer of het afrollen soepel en zonder haperingen gaat en controleer de riem op sporen van slijtage. Laat de gordel oprollen, controleer of de riem soepel en zonder haperingen helemaal oprolt.
3.Rol de riem half uit en trek dan de gesp snel naar voren. De oprolautomaat moet de riem nu blokkeren.
Neem onmiddellijk contact op met Tesla als een veiligheidsgordel niet werkt zoals bovenstaand is beschreven.
Zie blz. 7.15 voor informatie het reinigen van veiligheidsgordels.
Page 37 of 164
Airbags
VEILIGHEIDSMIDDELEN3.15
AirbagsPlaats van airbags
In de afbeelding is aangegeven op welke plaatsen er airbags in de auto zitten. Op de zonneklep is een waarschuwing over de airbags aangegeven.
1.Knieairbag passagier
2.Frontairbag passagier
3.Zijairbags
4.Hoofdairbags
5.Knieairbag bestuurder
6.Frontairbag bestuurder
Page 38 of 164
AirbagsAirbags
3.16GEBRUIKERSHANDLEIDING MODEL S
Werking van airbags
Of een airbag bij een aanrijding wel of niet geactiveerd wordt, is afhankelijk van de kracht van de botsing. De vertraging is bepalend voor het activeren van de airbags.
Een airbag wordt met een luide knal in een fractie van een seconde opgeblazen. De airbag zorgt er samen met de veiligheidsgordel voor dat de inzittenden niet naar voren schieten en beperken zo de kans op ernstig letsel.
Frontairbags zijn zodanig ontworpen dat ze niet afgaan bij aanrijdingen van achteren, bij het over de kop slaan van de auto, bij kleinere aanrijdingen van voren en van opzij, bij een noodstop, noch bij het rijden over drempels of gaten. Het kan daardoor voorkomen dat de auto ernstig beschadigd raakt terwijl de airbags niet afgaan en omgekeerd, dat de schade relatief beperkt blijft maar de airbags wel geactiveerd worden.
Neem contact op met Tesla als u de auto wilt ombouwen voor het vervoer van gehandicapten als de aanpassing invloed kan hebben op de werking van de airbags.
Soorten airbags
Geavan-ceerde frontair-bags
De frontairbags zijn speciaal ontworpen om verwondingen bij kinderen en kleine volwassenen door het afgaan van de airbag te beperken. De frontairbag aan bestuurderszijde kan aan de hand van het signaal van een sensor in de stoel bepalen in welke mate de airbag opgeblazen moet worden. Bij het gebruik van een kinderzitje op de voorstoel kan de frontairbag aan passagierszijde uitgeschakeld worden zoals is beschreven op blz. 3.17.
Knieair-bagsKnieairbags en frontairbags werken gecombineerd. Knieairbags voorkomen dat de voorste inzittenden naar voren schieten door hun benen tegen te houden. Doordat de inzittenden beter rechtop blijven zitten, kunnen de frontairbags effectiever werken.
Zijairbags Zijairbags beschermen de borst en het bekken en worden alleen opgeblazen bij zware aanrijdingen van opzij. De airbags aan de andere zijde van de aanrijding gaan niet af.
Hoofdair-bagsHoofdairbags beschermen de hoofden van de inzittenden voor- en achterin en gaan doorgaans alleen af bij zware aanrijdingen van opzij en als de auto over de kop slaat. De airbags aan de andere zijde van de aanrijding gaan niet af.
Page 39 of 164
Airbags
VEILIGHEIDSMIDDELEN3.17
Frontairbag passagier uitschakelen
Als u een kind op de voorstoel aan passagierszijde laat zitten (in een kinderzitje of op een zitverhoging) controleer dan altijd eerst of de airbag aan passagierszijde is uitgeschakeld. Dat voorkomt dat de airbag het kind verwondt bij een aanrijding.
OPMERKING: Plaats kinderen bij voorkeur in een goedgekeurd kinderzitje achterin de auto.
Tik op Controls > Settings > Safety & Security > Passenger Airbag om deze airbag in- en uit te schakelen.
De status (ON/OFF) van de frontairbag aan passagierszijde wordt in de rechter bovenhoek van het touchscreen aangegeven.
U kunt de airbag aan passagierszijde ook in- en uitschakelen door op de statusindicator te drukken, zoals bovenstaand is aangegeven.
Neem onmiddellijk contact op met Tesla als hier wordt aangegeven dat de airbag ingeschakeld (ON) is, terwijl u de airbag handmatig hebt uitgeschakeld of andersom.
OPMERKING: De Model S heeft een capacitief touchscreen dat mogelijk niet werkt als u gewone handschoenen draagt. Als het scherm bij aanraking niet reageert, doe dan uw handschoenen uit of gebruik handschoenen met speciale vingertoppen voor touchscreens.
WA A R S C H U W I N G : Z e t n i e m a n d i n d e rechter voorstoel als de airbag aan passagierszijde niet lijkt te werken. Neem direct contact op met een Tesla Service Center om dit zo snel mogelijk te laten verhelpen.
WA A R S C H U W I N G : P l a a t s n o o i t e e n k i n d in een kinderzitje of op een zitverhoging op de rechter voorstoel als de airbag is ingeschakeld. Dit kan ernstig letsel veroorzaken met de dood tot gevolg.
WA A R S C H U W I N G : G e b r u i k g e e n stoelhoezen in de Model S. Dat zou bij een aanrijding de goede werking van de zijairbags kunnen verstoren. Het kan ook de werking van het systeem voor het detecteren van inzittenden verstoren.
Page 40 of 164
AirbagsAirbags
3.18GEBRUIKERSHANDLEIDING MODEL S
Effecten van het opblazen
Bij het opblazen van de airbags komt een fijn poeder vrij. Dit poeder kan de huis irriteren en moet met veel water zorgvuldig uit ogen, schrammen en snijwonden gespoeld worden.
Na het opblazen lopen de airbags weer leeg om de inzittenden gelijkmatig op te kunnen vangen en de bestuurder vrij zicht te geven.
Als de auto bij een aanrijding betrokken is geweest, laat dan altijd de airbags, de gordelspanners en bijbehorende onderdelen door Tesla controleren en zo nodig vervangen.
Als bij een aanrijding de airbags afgaan:
•Wo rd e n d e p o r t ie re n o n tg re n d e l d e n komen de portiergrepen naar buiten.
•Wo rd e n d e a l a r m k n i p p e r l i c h te n ingeschakeld.
•Wo rd t d e b in n e nve r l ic h t in g i n g e s c h a ke l d .
•Wo rd t h e t h o o g s p a n n i n g s c i rc u i t uitgeschakeld.
Schakel de auto handmatig uit via het touchscreen (zie blz. 4.7), trap dan op de rem om de batterijvoeding weer te herstellen.
Controlelampje airbag
Het controlelampje op het instrumentenpaneel blijft branden als er een storing in het systeem is geconstateerd. Het lampje mag alleen even kort branden als het contact wordt aangezet en moet binnen een paar seconden uitgaan. Neem onmiddellijk contact op Tesla als dit lampje blijft branden en rijd niet met de auto.
Airbagwaarschuwingen
Alle inzittenden van de auto moeten altijd de veiligheidsgordels dragen ongeacht of ze aanvullend beschermd worden door een airbag op de plaats waar ze zitten.
Hang niet met de armen op het dashboard en leg ook de voeten niet op het dashboard, als de airbag afgaat kan dit ernstige verwondingen veroorzaken.
WA A R S C H U W I N G : G e b r u i k g e e n stoelhoezen in de Model S. Dat zou bij een aanrijding de goede werking van de zijairbags kunnen verstoren. Het kan ook de werking van het systeem voor het detecteren van inzittenden verstoren.
WA A R S C H U W I N G : A i r b a g s w o r d e n s n e l en met veel kracht opgeblazen, dit kan tot verwondingen leiden. Zet de voorstoelen op voldoende afstand van het dashboard, zorg dat iedereen netjes rechtop zit en de gordel op de juiste wijze draagt, om de kans op verwonding door de airbags tot een minimum te beperken.
WA A R S C H U W I N G : P l a a t s k l e i n e k i n d e r e n (al dan niet in een kinderzitje) nooit op de rechter voorstoel als de airbag is ingeschakeld. Dit kan, als de airbag afgaat, ernstig letsel veroorzaken met de dood tot gevolg.
WA A R S C H U W I N G : Z o r g a l t i j d v o o r voldoende afstand tussen het lichaam en de zijkant van de auto zodat de zijairbags hun werk goed kunnen doen.
WA A R S C H U W I N G : L e u n n i e t m e t h e t hoofd tegen een portier. Dit kan ernstig letsel veroorzaken als de hoofdairbag afgaat.
WA A R S C H U W I N G : P l a a t s n o o i t g e e n voeten, knieën of andere lichaamsdelen op of in de buurt van airbags.
WAARSCHUWING: Bevestig geen voorwerpen op of in de buurt van de frontairbags, op de zijkant van de voorstoelen, aan de zijkant tegen de hemel of op enige andere plaats waardoor het opblazen van de airbag belemmerd zou kunnen worden. Dergelijke voorwerpen zouden bij een aanrijding schade en lichamelijk letsel kunnen veroorzaken als de airbags geactiveerd worden.
WA A R S C H U W I N G : N a h e t o p b l a z e n kunnen sommige onderdelen van airbags erg heet zijn. Laat ze afkoelen voordat u ze aanraakt.
Page 51 of 164
Instrumentenpaneel
RIJDEN4.11
Controlelampjes
Als u het rempedaal intrapt, knipperen de controlelampjes even ter bevestiging. De lampjes moeten uitgaan tenzij ze vanwege een actuele situatie worden aangestuurd. Neem contact op met Tesla als een controlelampje niet brandt of niet uitgaat.
In aanvulling op de controlelampjes verschijnen er ook berichten boven of onder op het instrumentenpaneel. Als er een waarschuwing is afgegeven, verschijnt er een uitroepteken op het touchscreen. Tik op dit uitroepteken voor nadere omschrijving van de waarschuwing.
Controle-lampje Omschrijving
Airbag. Neem direct contact op met Tesla als dit lampje bij het starten niet knippert en als het blijft branden. Zie blz. 3.18.
Een veiligheidsgordel is niet goed vastgemaakt. Zie blz. 3.4.
De airbag aan passagierszijde is via het touchscreen uitgeschakeld. Zie blz. 3.17.
Mistachterlichten ingeschakeld. Zie blz. 4.13.
Parkeerlichten (contourverlichting, achterlichten en kentekenplaatverlichting) ingeschakeld.
Dimlicht ingeschakeld.
Grootlicht ingeschakeld. Zie blz. 4.16.
Elektronische stabiliteitssystemen bedienen de rem van een wiel om het doorslippen ervan te voorkomen (controlelampje knippert).
Tr a c t i o n c o n t r o l u i t g e s c h a k e l d . Z i e b l z . 4 . 2 6 .
Er is een defect aan de luchtvering vastgesteld. Neem contact op met Tesla. Zie blz. 5.12.
Automatische niveauregeling uitgeschakeld. In andere woorden, de Model S is in de Jack-stand en kan op een autoambulance getakeld worden. De Jack-stand wordt automatisch uitgeschakeld als de auto harder dan 7 km/h rijdt. Zie blz. 5.13.
De parkeerrem is handmatig aangetrokken. Zie blz. 4.25.
TC