steering TESLA MODEL S 2015 Handleiding (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: TESLA, Model Year: 2015, Model line: MODEL S, Model: TESLA MODEL S 2015Pages: 164, PDF Size: 22.08 MB
Page 43 of 164

Stuur
RIJDEN4.3
StuurStand instellen
Stel het stuur in de gewenste stand met behulp van de schakelaar aan de linkerzijde op de stuurkolom.
WA A R S C H U W I N G : Ve r s t e l h e t s t u u r n i e t onder het rijden. Dit vergroot de kans op een aanrijding.
Gevoeligheid instellen
U kunt de assistentie door de stuurbekrachtiging naar eigen wens instellen
1.Kies "Controls" op het touchscreen.
2.Selecteer één van de opties bij "Steering":
•Comfort - voor een lichtere besturing. De Model S stuurt licht en is gemakkelijk te parkeren.
•Standaard - volgens Tesla de beste instelling voor een optimale besturing en een goede respons onder alle omstandigheden.
•Sport - voor een zwaardere besturing. Op hoge snelheden geeft de Model S duidelijk meer respons.
De enige manier om uit te vinden welke instelling uw voorkeur heeft, is door alle standen uit te proberen.
To e t s e n l i n k s o p h e t s t u u r g e b r u i k e n
De toetsen aan de linkerzijde op het stuur zijn voor het bedienen van de mediaspeler, de volumeregeling en de instellingen van het linker gedeelte van het instrumentenpaneel.
OPMERKING: De volumeregeling op het stuur heeft geen invloed op het volume van de gesproken navigatie-aanwijzingen. Gebruik het navigatievenster op het touchscreen om het volume van de gesproken berichten in te stellen (zie blz. 5.22).
1. Volgende.
Als u naar een lokale zender luistert en u heeft meer dan één voorkeuzezender in het geheugen opgeslagen (zie blz. 5.14) druk dan op deze toets om naar de volgende voorkeuzezender te gaan. Als er niet meer dan één voorkeuzezender is opgeslagen, dan zoekt de radio naar de volgende beschikbare frequentie.
Druk op deze toets om bij het luisteren naar internetradio of via Bluetooth of de USB-stick naar een audiobestand om het volgende nummer of de volgende zender over te slaan.
2. Scrollwieltje
•Omhoog of omlaag draaien om het volume aan te passen.
•Druk het wieltje in om de weergave te onderbreken (mute) of voor pauze/afspelen van een audiobestand.
•Druk het scrollwieltje in om de weergave op het linker gedeelte van het instrumentenpaneel in te stellen aan de hand van de beschikbare optie. Draai het scrollwieltje omhoog of omlaag om een van de opties te kiezen. Druk het scrollwieltje in om een bepaalde optie te selecteren.
Page 75 of 164

Touchscreen - Bedieningsorganen
TOUCHSCREEN5.5
1.Close
Tik op het kruisje in de cirkel aan de linker bovenzijde om het venster te sluiten. U kunt het venster ook sluiten door ergens buiten het venster op het scherm te tikken.
2.Sunroof
Tik op dit icoon om de stand het het open dak (indien aanwezig) in te stellen (zie blz. 2.12).
3.Driving
•Suspension
Tik op dit icoon om, als de auto is uitgerust met actieve luchtvering, de hoogte van de auto handmatig aan te passen (zie blz. 5.12). U moet het rempedaal intrappen om de instelling van de vering te kunnen veranderen. Auto's met actieve luchtvering hebben een automatische niveauregeling die ook werkt als de auto is uitgeschakeld. Deze niveauregeling moet uitgeschakeld worden als de auto wordt opgetakeld of gesleept (zie blz. 7.26 en 9.3).
•Steering mode
Vo o r h e t i n s te l l e n va n d e k ra c h t wa a r m e e het stuurwiel verdraaid moet worden. Sport geeft een betere respons terwijl Comfort zorgt voor een lichtere besturing en extra gemak bij het inparkeren (zie blz. 4.3).
•Regenerative braking
Als het gaspedaal wordt losgelaten, zal de auto snelheid verliezen door het regeneratief remmen. De energie die daarbij wordt opgewekt, wordt gebruikt om de batterij weer op te laden. Selecteer Low om het remmende effect te beperken, dit gaat echter wel ten koste van de actieradius (zie blz. 4.25).
OPMERKING: Ongeacht de instellingen is de hoeveelheid energie die met regeneratief remmen wordt herwonnen kleiner als de batterij vol is, of als het heel heet of heel heet is (de extra energie wordt gebruikt om de batterij te koelen of te verwarmen).
•Tr a c t i o n C o n t r o l
Als de Traction Control wordt uitgeschakeld, verschijnt er een waarschuwing op het instrumentenpaneel. Het systeem wordt
aan het einde van elke rit automatisch weer ingeschakeld (zie blz. 4.26).
•Creep
Selecteer ON als u wilt dat de auto in stand D (Rijden) en R (Achteruit) kruipt als u het rempedaal loslaat (net als bij een conventionele automatische transmissie). Om deze instelling te kunnen veranderen moet de selectiehendel in stand P (Parkeren) staan.
4.Cold weather-pakket
Als de Model S is uitgerust met het optionele Cold Weather-pakket beschikt u over stoelverwarming en verwarmde ruitenwissers. U kunt de verwarming van de beide voorstoelen ook instellen via het bedieningspaneel van de airco aan de onderzijde van het touchscreen (zie blz. 5.8).
5.Tr i p s
Het bekijken en resetten van de dagteller (zie blz. 4.22).
6.Displays
Vo o r h e t h a n d m a t i g i n s t e l l e n va n d e lichtsterkte en het selecteren van dag- (lichte achtergrond) of nachtweergave (donkere achtergrond). Als het scherm op Auto staat, wisselt het touchscreen automatisch tussen dag- en nachtweergave waarbij de lichtsterkte afhankelijk is van de hoeveelheid licht.
7.E-Brake & Power Off
U kunt handmatig:
•De parkeerrem vastzetten en lossen (blz. 4.24).
•Uitschakelen (zie blz. 4.7)
•De Model S in Neutraal laten staan door de Tow-stand in te schakelen (zie blz. 9.3).
8.Doors & locks (zie blz. 2.4)
9.Control lights (zie blz. 4.13)
WA A R S C H U W I N G : K i j k n i e t n a a r het touchscreen onder het rijden. Dit vergroot de kans op een aanrijding. Alles wat van belang is tijdens het rijden wordt op het instrumentenpaneel weergegeven.