Waarschuwing TOYOTA BZ4X 2022 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2022, Model line: BZ4X, Model: TOYOTA BZ4X 2022Pages: 610, PDF Size: 96.21 MB
Page 4 of 610

Ter informatie....................5
Over deze handleiding ...............7
Zoekmethoden ....................8
Overzicht .......................9
1.Veiligheid en beveiliging
1.1 Voor een veilig gebruik ............22
1.1.1 Voordat u gaat rijden .........22
1.1.2 Veilig rijden ..............23
1.1.3 Veiligheidsgordels ..........24
1.1.4 SRS-airbags ..............28
1.2 Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen . 36 1.2.1 Handmatig in-/uitschakelsysteem airbag ..................36
1.2.2 Rijden met kinderen in de auto . . . 37
1.2.3 Baby- en kinderzitjes .........38
1.3 Noodoproep ..................52
1.3.1 eCall
*..................52
1.4 Antidiefstalsysteem .............60
1.4.1 Startblokkering ............60
1.4.2 Supervergrendeling
*.........61
1.4.3 Alarm*.................61
2. EV-systeem
2.1 EV-systeem ..................68
2.1.1 Kenmerken EV-systeem .......68
2.1.2 Voorzorgsmaatregelen EV-systeem ..............71
2.1.3 Tips voor rijden met een batterij- elektrische auto ............76
2.1.4 Actieradius ...............77
2.2 Laden ......................78
2.2.1 Laaduitrusting ............78
2.2.2 AC-laadkabel .............81
2.2.3 Vergrendelen en ontgrendelen van de AC-laadstekker ........92
2.2.4 Voedingsbronnen die kunnen worden gebruikt ...........94
2.2.5 Laadmethoden ............96
2.2.6 Laadtips ................98
2.2.7 Wat u moet weten voor het laden . 99
2.2.8 Procedure voor AC-laden .....102
2.2.9 Procedure voor DC-laden .....110
2.2.10 Gebruik van de laadschemafunctie ........115
2.2.11 Gebruik van de “Mijn ruimte-modus” ..........124 2.2.12 Solarlaadsysteem
*........127
2.2.13 Wanneer de normale procedure voor laden niet kan worden
uitgevoerd .............131
3. Voertuigstatusinformatie en
controlelampjes
3.1 Instrumentenpaneel ............142
3.1.1 Waarschuwingslampjes en controlelampjes ...........142
3.1.2 Meters en tellers ...........146
3.1.3 Multi-informatiedisplay ......149
4. Voordat u gaat rijden
4.1 Informatie over sleutels..........156
4.1.1 Sleutels ................156
4.2 Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren .................158
4.2.1 Portieren ...............158
4.2.2 Achterklep ..............163
4.2.3 Smart entry-systeem met startknop ...............178
4.3 Verstellen van de stoelen .........183
4.3.1 Voorstoelen .............183
4.3.2 Achterstoelen ............185
4.3.3 Hoofdsteunen ............186
4.4 Verstellen van het stuurwiel en de buitenspiegels ................189
4.4.1 Stuurwiel ...............189
4.4.2 Binnenspiegel ............190
4.4.3 Buitenspiegels ............190
4.5 Openen, sluiten van de ruiten .......192
4.5.1 Elektrisch bedienbare ruiten . . . 192
4.6 Favoriete instellingen ...........195
4.6.1 Ergonomisch geheugen
*......195
4.6.2 My Settings .............199
5. Rijden
5.1 Voordat u gaat rijden ............202
5.1.1 Rijden met de auto .........202
5.1.2 Lading en bagage ..........207
5.1.3 Rijden met een aanhangwagen . . 209
5.2 Rijprocedures ................214
5.2.1 Startknop ...............214
5.2.2 Transmissie ..............218
5.2.3 Richtingaanwijzerschakelaar . . . 224
2
Page 6 of 610

8.Bij problemen
8.1 Belangrijke informatie ...........456
8.1.1 Alarmknipperlichten ........456
8.1.2 Als uw auto in geval van nood tot stilstand moet worden gebracht . 456
8.1.3 Als de onder water staat of het water op de weg stijgt .......457
8.2 Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen ...............457
8.2.1 Als uw auto moet worden gesleept ...............457
8.2.2 Als u denkt dat er iets mis is ....461
8.2.3 Als een waarschuwingslampje gaat branden of een
waarschuwingszoemer klinkt . . . 462
8.2.4 Als er een waarschuwingsmelding wordt weergegeven ........469
8.2.5 Als uw auto een lekke band heeft . 476
8.2.6 Als het EV-systeem niet kan worden gestart ...........486
8.2.7 Als u uw sleutels verliest ......487
8.2.8 Als de kleppen van de laadaansluitingen niet kunnen
worden geopend ..........487
8.2.9 Als de elektronische sleutel niet goed werkt ...........488
8.2.10 Als de 12V-accu is ontladen . . . 490
8.2.11 Als uw auto oververhit raakt . . . 493
8.2.12 Als de auto vast komt te zitten . 495
9. Voertuigspecificaties
9.1 Specificaties .................498
9.1.1 Onderhoudsgegevens .......498
9.2 Persoonlijke voorkeursinstellingen . . . 502 9.2.1 Systemen met mogelijkheden voor persoonlijke
voorkeursinstellingen .......502
9.3 Initialisatie ..................514
9.3.1 Te initialiseren onderdelen ....514
INDEX
Wat moet u doen als...
(Problemen oplossen)..............516
Wat moet u doen als...
(Problemen oplossen) ...........516
Verklaringen ....................518
INFORMATIE LAADSTATION ..........596
4
Page 9 of 610

WAARSCHUWING!
Algemene voorzorgsmaatregelen
tijdens het rijden
Rijden onder invloed: Ga niet rijden met
uw auto als u alcohol of drugs gebruikt
hebt, omdat deze middelen invloed
kunnen hebben op de rijvaardigheid.
Alcohol en bepaalde drugs vergroten
de reactietijd, beïnvloeden het
beoordelingsvermogen en hebben een
negatieve invloed op de coördinatie,
waardoor ongevallen kunnen ontstaan
met dodelijk of ernstig letsel als gevolg.
Defensief rijden: Rijd altijd defensief.
Anticipeer op fouten die andere
bestuurders of voetgangers zouden
kunnen maken omdat u hierdoor
wellicht een ongeluk kunt voorkomen.
Afleiding van de bestuurder: Houd
altijd uw volledige aandacht bij het
verkeer. Alles wat de bestuurder afleidt,
zoals het bedienen van knoppen, bellen
met een mobiele telefoon en lezen, kan
leiden tot ongevallen met dodelijk of
ernstig letsel als gevolg, voor uzelf, uw
inzittenden en andere weggebruikers.
Algemene voorzorgsmaatregelen met
betrekking tot veiligheid van
kinderen
Laat kinderen nooit alleen in de auto
achter en laat ze nooit met de sleutel
spelen.
Kinderen zullen wellicht proberen de
auto te starten of de neutraalstand in te
schakelen. Daarnaast kunnen kinderen
zich bezeren als ze met de ruiten of
andere systemen in de auto spelen.
Verder kan de temperatuur in de auto
zo hoog oplopen of zo ver dalen dat dat
kinderen fataal kan worden.
Over deze handleiding
Geeft uitleg over de symbolen die in deze
handleiding worden gebruikt
Symbolen in deze handleiding
SymbolenBetekenis
WAARSCHUWING:
Geeft uitleg over iets dat kan resulteren in
dodelijk of ernstig let- sel wanneer de voor-
zorgsmaatregelen niet in acht worden geno- men.
OPMERKING:
Geeft uitleg over iets dat kan resulteren in schade of storingen
aan de auto of de uit- rusting wanneer de
voorzorgsmaatregelen niet in acht worden genomen.
Geeft bedienings- ofwerkingsprocedures
aan. Volg de stappen in de aangegevenvolgorde.
Symbolen in afbeeldingen
7
Page 11 of 610

Overzicht
Exterieur
APortieren blz. 158
Vergrendelen/ontgrendelen blz. 158
Openen/sluiten van de zijruiten
blz. 192
Vergrendelen/ontgrendelen met de
mechanische sleutel blz. 488
Waarschuwingsmeldingen blz. 469
BAchterklep blz. 163
Vergrendelen/ontgrendelen blz. 165
Openen/sluiten van de achterklep
blz. 165
Elektrisch bedienbare
achterklep
*1blz. 166
Waarschuwingsmeldingen blz. 469
CBuitenspiegels blz. 190
Verstellen van de spiegelhoek
blz. 191
Inklappen van de buitenspiegels
blz. 191
Ontwasemen van de spiegels blz. 379
DRuitenwissers voor blz. 239
Voorzorgsmaatregelen bij rijden
in de winter blz. 369
Voorkomen van bevriezing
(voorruitverwarming)
*1blz. 379
Voorzorgsmaatregelen voor de
wasstraat (ruitenwisser met
regensensor)
*1blz. 411
EKleppen laadaansluiting blz. 78 Laadmethoden blz. 96
FBanden blz. 426 Bandenmaat/bandenspanning
blz. 502
Winterbanden/sneeuwkettingen
blz. 369
Controleren/wisselen/
bandenspanningswaarschuwings-
systeem blz. 426
In geval van een lekke band blz. 476
De vorm van de koplampen wijkt mogelijk af, afhankelijk van de uitvoering, enz.
OVERZICHT MET AFBEELDINGEN
9
OVERZICHT MET AFBEELDINGEN
Page 12 of 610

GMotorkap blz. 419
Openen blz. 419
In geval van oververhitting blz. 493
Waarschuwingsmeldingen blz. 469
Lampen voor verlichting buitenzijde tij-
dens rijden
(Vervangingsmethode: blz. 452)
HKoplampen/parkeerlichten
voor/dagrijverlichting blz. 229
Richtingaanwijzers blz. 224
IAchterlichten blz. 229 Richtingaanwijzers blz. 224
Remlichten
Noodstopsignaal blz. 364
JAchterlichten blz. 229Mistachterlicht*1, 2blz. 238
Achteruitrijlicht
De transmissie in stand R zetten
blz. 218
KKentekenplaatverlichting blz. 229
LAchterlichten blz. 229
MRichtingaanwijzers blz. 224
*1Indien aanwezig
*2Deze zijn mogelijk aan de andere kant geplaatst, afhankelijk van de regio.
Dashboard (auto's met linkse besturing)
OVERZICHT MET AFBEELDINGEN
10
Page 13 of 610

AStartknop blz. 214
Starten van het EV-systeem/wijzigen
van de functies blz. 214, blz. 218
Noodstop van het EV-systeem
blz. 456
Als het EV-systeem niet kan worden
gestart blz. 486
Waarschuwingsmeldingen blz. 469
BDraaiknop transmissie blz. 219
Wijzigen van de schakelstand blz. 219
Voorzorgsmaatregelen bij slepen
blz. 457
CTellers blz. 146
Aflezen van de tellers/afstellen van
de verlichting van het
instrumentenpaneel blz. 146, blz. 149
Waarschuwingslampjes/
controlelampjes blz. 142
Als de waarschuwingslampjes gaan
branden blz. 462
DMulti-informatiedisplay blz. 149
Display Blz. 149
Als een waarschuwingsmelding wordt
weergegeven blz. 469
ERichtingaanwijzerschakelaar blz. 224 Lichtschakelaar blz. 229
Koplampen/parkeerlichten
voor/achterlichten/
kentekenplaatverlichting/
dagrijverlichting blz. 229
Mistachterlicht blz. 238
FSchakelaar ruitenwissers en
-sproeiers Blz. 239
Gebruik blz. 239
Bijvullen van ruitensproeiervloeistof
blz. 426
Koplampsproeiers
*1blz. 239
Waarschuwingsmeldingen blz. 469
GSchakelaar alarmknipperlichten
blz. 456
HOntgrendelingshendel motorkap
blz. 419
IOntgrendelingshendel
stuurverstelling blz. 189
Verstellen blz. 189
JAirconditioning blz. 377Gebruik blz. 377
Achterruitverwarming blz. 379
KMultimediasysteem*2
*1Indien aanwezig
*2Raadpleeg de handleiding voor het multimediasysteem.
OVERZICHT MET AFBEELDINGEN
11
OVERZICHT MET AFBEELDINGEN
Page 14 of 610

Schakelaars (auto's met linkse besturing)
ADraaiknop
koplampverstelling*1blz. 232
BAutomatic High
Beam-schakelaar*1blz. 235
Schakelaar Adaptive High
Beam-systeem
*1Blz. 232
CToets elektrisch bedienbare
achterklep*1blz. 167
DRegeneratieboostschakelaar blz. 222
EBrake Hold-schakelaar blz. 227
FParkeerremschakelaar blz. 224
Activeren/deactiveren blz. 224
Voorzorgsmaatregelen bij rijden in de
winter blz. 370
Waarschuwingszoemer/-melding
blz. 462, blz. 469
GToets ECO MODE blz. 223
HCameraschakelaar*1, 2
IHoofdschakelaar Advanced
Park*1Blz. 325
JSchakelaar VSC OFF blz. 365
KGrip Control-schakelaar*1blz. 360
LToets X-MODE*1blz. 360
MToets SNOW*1blz. 359
NToets ODO TRIP blz. 148
ODimmer dashboardverlichting
Blz. 149
*1Indien aanwezig
*2Raadpleeg de handleiding voor het multimediasysteem.
OVERZICHT MET AFBEELDINGEN
12
Page 18 of 610

Dashboard (auto's met rechtse besturing)
AStartknop blz. 214
Starten van het EV-systeem/wijzigen
van de functies blz. 214, blz. 218
Noodstop van het EV-systeemblz. 456
Als het EV-systeem niet kan worden
gestart blz. 486
Waarschuwingsmeldingen blz. 469
BDraaiknop transmissie blz. 219
Wijzigen van de schakelstand blz. 219
Voorzorgsmaatregelen bij slepen
blz. 457
CTellers blz. 146
Aflezen van de tellers/afstellen van
de verlichting van het
instrumentenpaneel blz. 146, blz. 149
Waarschuwingslampjes/
controlelampjes blz. 142
Als de waarschuwingslampjes gaan
branden blz. 462
DMulti-informatiedisplay blz. 149
Display Blz. 149
Als een waarschuwingsmelding wordt
weergegeven blz. 469
ERichtingaanwijzerschakelaar blz. 224 Lichtschakelaar blz. 229
Koplampen/parkeerlichten
voor/achterlichten/
kentekenplaatverlichting/
dagrijverlichting blz. 229
Mistachterlicht blz. 238
FSchakelaar ruitenwissers en
-sproeiers Blz. 239
Gebruik blz. 239. Bijvullen van
ruitensproeiervloeistof blz. 426
Koplampsproeiers blz. 239
Waarschuwingsmeldingen blz. 469
GSchakelaar alarmknipperlichtenblz. 456
HOntgrendelingshendel motorkapblz. 419
IOntgrendelingshendel
stuurverstelling blz. 189 Verstellen blz. 189
JAirconditioning blz. 377Gebruik blz. 377
Achterruitverwarming blz. 379
KMultimediasysteem*
*Raadpleeg de handleiding voor het multimediasysteem.
OVERZICHT MET AFBEELDINGEN
16
Page 19 of 610

Schakelaars (auto's met rechtse besturing)
AToets ECO MODE blz. 223
BCameraschakelaar*1, 2
CHoofdschakelaar Advanced
Park*1Blz. 325
DSchakelaar VSC OFF blz. 365
EGrip Control-schakelaar*1blz. 360
FToets X-MODE*1blz. 360
GToets SNOW*1blz. 359
HRegeneratieboostschakelaar blz. 222
IBrake Hold-schakelaar blz. 227
JParkeerremschakelaar blz. 224
Activeren/deactiveren blz. 224
Voorzorgsmaatregelen bij rijden in de
winter blz. 370
Waarschuwingszoemer/-melding
blz. 462, blz. 469
KToets elektrisch bedienbare
achterklep*1blz. 167
LAutomatic High
Beam-schakelaar*1blz. 235
Schakelaar Adaptive High
Beam-systeem
*1Blz. 232
MDraaiknop
koplampverstelling*1blz. 232
NToets ODO TRIP blz. 148
ODimmer dashboardverlichting
Blz. 149
*1Indien aanwezig
*2Raadpleeg de handleiding voor het multimediasysteem.
OVERZICHT MET AFBEELDINGEN
17
OVERZICHT MET AFBEELDINGEN
Page 24 of 610

1.1 Voor een veilig gebruik
1.1.1 Voordat u gaat rijden
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
in acht alvorens weg te rijden om veilig
rijden te kunnen garanderen.
Plaatsen van de vloermatten
Gebruik alleen vloermatten die speciaal
zijn ontworpen voor auto's van hetzelfde
model en modeljaar als uw auto. Bevestig
ze op de juiste wijze op de
vloerbedekking.1. Steek de klemhaken (clips) in de ringen in de vloermat.
2. Draai het bovenste hendeltje van de klemhaken (clips) om de vloermatten
te bevestigen.
Breng de merktekens
altijd in lijn
(
A).
De vorm van de klemhaken (clips) wijkt
mogelijk af van wat is aangegeven in de
afbeelding.
WAARSCHUWING!
Neem de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht. Als u dat
niet doet, kan de vloermat van de
bestuurder gaan schuiven, wat de
bediening van de pedalen tijdens het
rijden kan hinderen. Hierdoor kan de
snelheid plotseling toenemen of kan
mogelijk niet geremd worden. Dit kan
leiden tot een ongeval waarbij dodelijk
of ernstig letsel kan ontstaan.
Wanneer u de vloermat van de
bestuurder plaatst
• Gebruik geen vloermatten die zijn ontworpen voor auto's van een ander
model en/of modeljaar, zelfs niet als
het gaat om originele
Toyota-vloermatten.
• Gebruik alleen vloermatten die zijn ontworpen voor de bestuurderszijde.
• Zet de vloermat altijd vast met behulp van de meegeleverde
klemhaken (clips).
• Leg nooit twee of meer vloermatten boven op elkaar.
• Bevestig de vloermat niet met de onderzijde naar boven of in de
verkeerde richting.
Voordat u gaat rijden
• Controleer of de vloermat stevig op de juiste plaats is bevestigd met alle
meegeleverde klemhaken (clips).
Voer deze controle altijd uit nadat de
vloer van de auto is gereinigd.
1 .1 Voor een veilig gebruik
22