cruise control TOYOTA BZ4X 2022 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2022, Model line: BZ4X, Model: TOYOTA BZ4X 2022Pages: 610, PDF Size: 96.21 MB
Page 5 of 610

5.2.4 Parkeerrem..............224
5.2.5 Brake Hold ..............227
5.3 Bedienen van verlichting en ruitenwissers ................229
5.3.1 Lichtschakelaar ...........229
5.3.2 AHS (Adaptive High Beam-systeem)
*.......232
5.3.3 AHB (Automatic High Beam)*...235
5.3.4 Schakelaar mistlampen ......238
5.3.5 Ruitenwissers en -sproeiers ....239
5.4 Gebruik van de ondersteunende systemen ...................241
5.4.1 Software-update ..........241
5.4.2 Toyota Safety Sense ........243
5.4.3 Bestuurderscamera
*........251
5.4.4 PCS (Pre-Crash Safety-systeem) . 252
5.4.5 LTA (Lane Tracing Assist) .....261
5.4.6 LDA (Lane Departure Alert) ....265
5.4.7 RSA (Road Sign Assist) .......269
5.4.8 Dynamic Radar Cruise Control . . 273
5.4.9 Cruise control ............281
5.4.10 Snelheidsbegrenzer
*.......283
5.4.11 Noodstopsysteem .........286
5.4.12 BSM (Blind Spot Monitor)
*....288
5.4.13 SEA (Safe Exit Assist)*......293
5.4.14 Toyota Parking Assist-sensor*. . 298
5.4.15 RCTA (Rear Crossing Traffic Alert)
*................306
5.4.16 RCD (Rear Camera Detection)*. 311
5.4.17 PKSB (Parking Support Brake)*. 315
5.4.18 Stilstaande objecten voor en achter de auto
*.........319
5.4.19 Bewegend voertuig achter de auto
*.................321
5.4.20 Voetgangers achter de auto*. . 322
5.4.21 Stilstaande objecten rond de auto (auto's met Advanced Park) . . . 324
5.4.22 Toyota Teammate Advanced Park
*.................325
5.4.23 SNOW-modus*...........359
5.4.24 X-MODE*..............360
5.4.25 Ondersteunende systemen . . . 364
5.5 Rijtips .....................369
5.5.1 Rijden in de winter .........369
5.5.2 Voorzorgsmaatregelen bij terreinauto's .............371
6. Voorzieningen in het interieur
6.1 Gebruik van de airconditioning en de
achterruitverwarming ...........376
6.1.1 Regeling ALL AUTO (ECO) .....376
6.1.2 Automatische airconditioning . . 377
6.1.3 Op afstand bedienbare airconditioning ...........383
6.1.4 Stuurwielverwarming
*/
stoelverwarming*/
stoelventilatoren*..........385
6.2 Gebruik van de interieurverlichting . . . 387 6.2.1 Overzicht interieurverlichting . . 387
6.3 Gebruik van de opbergmogelijkheden . . 389 6.3.1 Overzicht van opbergmogelijkheden .......389
6.3.2 Voorzieningen in de bagageruimte ............392
6.4 Gebruik van de overige voorzieningen in het interieur ................396
6.4.1 Elektrisch bedienbaar zonnescherm
*............396
6.4.2 Overige voorzieningen in het interieur ...............397
7. Onderhoud en verzorging
7.1 Onderhoud en verzorging .........410
7.1.1 Reinigen en beschermen van het exterieur van uw auto . . . 410
7.1.2 Reinigen en beschermen van het interieur ..........413
7.2 Onderhoud ..................416
7.2.1 Onderhoud en reparatie ......416
7.3 Zelf uit te voeren onderhoud .......417
7.3.1 Voorzorgsmaatregelen bij zelf uit te voeren onderhoud ......417
7.3.2 Motorkap ...............419
7.3.3 Plaatsen van een garagekrik ....420
7.3.4 Elektromotorcompartiment ....421
7.3.5 Banden ................426
7.3.6 Vervangen van de band ......439
7.3.7 Bandenspanning ..........444
7.3.8 Wielen ................445
7.3.9 Interieurfilter ............446
7.3.10 Batterij elektronische sleutel . . 449
7.3.11 Controleren en vervangen van zekeringen .............450
7.3.12 Lampen ...............452
3
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Page 7 of 610

Ter informatie
Handleiding
Deze handleiding is bestemd voor alle
uitvoeringen van dit type auto; alle
mogelijke opties zijn in deze handleiding
opgenomen. Er zullen dan ook
ongetwijfeld onderwerpen worden
beschreven die niet op uw auto van
toepassing zijn.
Alle specificaties in deze handleiding
waren actueel ten tijde van de druk.
Toyota streeft er doorlopend naar haar
producten te perfectioneren en wij
behouden ons dan ook het recht voor
tussentijdse wijzigingen in specificatie en
uitvoering door te voeren zonder
voorafgaande kennisgeving.
Afhankelijk van de specificaties kan de in
de afbeeldingen getoonde auto afwijken
van uw auto voor wat betreft kleur en
uitrusting.
Accessoires, onderdelen en
veranderingen aan uw Toyota
Er is een grote hoeveelheid originele en
niet-originele onderdelen en accessoires
voor uw Toyota te verkrijgen. Als een
origineel onderdeel of accessoire uit uw
Toyota moet worden vervangen, raadt
Toyota u aan om originele Toyota-
onderdelen en -accessoires te gebruiken.
U kunt ook andere onderdelen of
accessoires van gelijkwaardige kwaliteit
gebruiken.
Toyota kan geen garantie geven of
betrouwbaarheid garanderen voor
onderdelen en accessoires die geen
origineel Toyota-product zijn en ook niet
voor het vervangen door of monteren van
dergelijke onderdelen. Bovendien is het
mogelijk dat schade aan of slechte
prestaties van niet-originele
Toyota-onderdelen of -accessoires niet
onder de garantie vallen.Het op dergelijke wijze aanpassen is van
invloed op de geavanceerde
veiligheidsvoorzieningen, zoals Toyota
Safety Sense. Het gevaar bestaat dat
deze systemen niet goed zullen werken of
juist in werking zullen treden wanneer dit
niet de bedoeling is.
Inbouw van een zend-/
ontvanginstallatie
De inbouw van een zend-/
ontvanginstallatie in uw auto kan
elektronische systemen beïnvloeden,
zoals:
• EV-systeem
• Toyota Safety Sense
• Cruise control-systeem
• Antiblokkeersysteem
• SRS-airbagsysteem
• Gordelspanner
Neem voor voorzorgsmaatregelen of
speciale voorschriften met betrekking
tot de inbouw van een zend-/
ontvanginstallatie contact op met een
erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
Nadere informatie met betrekking tot
frequenties, vermogens,
antenneposities en
montagevoorwaarden voor
zend-/ontvanginstallaties is op verzoek
beschikbaar bij een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
De hoogspanningsonderdelen en kabels
van batterij-elektrische auto's stralen
ongeveer net zo veel
elektromagnetische golven uit als
conventionele auto's met een
benzinemotor of huishoudelijke
elektronische apparatuur, ook al zijn ze
elektromagnetisch afgeschermd.
5
Page 15 of 610

AToetsen ergonomisch
geheugen*blz. 195
BSchakelaars centrale vergrendeling
blz. 162
CSchakelaars ruitbediening blz. 192
DSchakelaars buitenspiegels blz. 190
EBlokkeerschakelaar ruitbediening
blz. 195
*Indien aanwezig
ABedieningstoetsen
instrumentenpaneel blz. 150
BToets TEL*1blz. 150
CCruise control-schakelaar
Dynamic Radar Cruise Control
blz. 273 Cruise control blz. 281
Snelheidsbegrenzer
*2blz. 283
DToets LTA blz. 261, blz. 265
EAfstandsbediening audiosysteem*1
FSpraaktoets*1
*1Raadpleeg de handleiding voor het multimediasysteem.
*2Indien aanwezig
OVERZICHT MET AFBEELDINGEN
13
OVERZICHT MET AFBEELDINGEN
Page 20 of 610

AToetsen ergonomisch
geheugen*blz. 195
BSchakelaars centrale vergrendeling
blz. 162
CSchakelaars ruitbediening blz. 192
DSchakelaars buitenspiegels blz. 190
EBlokkeerschakelaar ruitbediening
blz. 195
*Indien aanwezig
ABedieningstoetsen
instrumentenpaneel blz. 150
BToets TEL*1blz. 150
CCruise control-schakelaar
Dynamic Radar Cruise Control
blz. 273 Cruise control blz. 281
Snelheidsbegrenzer
*2blz. 283
DToets LTA blz. 261, blz. 265
EAfstandsbediening audiosysteem*1
FSpraaktoets*1
*1Raadpleeg de handleiding voor het multimediasysteem.
*2Indien aanwezig
OVERZICHT MET AFBEELDINGEN
18
Page 145 of 610

Controlelampje
bestuurders- en voorpas-
sagiersgordel (→blz. 464)
Controlelampjes
achterpassagiers-
gordels
(→blz. 464)
Waarschuwingslampje
lage bandenspanning*1
(→blz. 465)
(Oranje)Controlelampje LDA
(→blz. 465)
(Oranje)Controlelampje LTA
(→blz. 465)
Controlelampje Driving
Assist-informatie*1
(→blz. 465)
(Knippert) Controlelampje Toyota
Parking Assist-sensor
OFF
*1(indien aanwezig)
(→blz. 466)
(Oranje) Controlelampje cruise
control (→blz. 466)
(Oranje)Controlelampje Dynamic
Radar Cruise Control
(→blz. 466)
(Oranje)Controlelampje snel-
heidsbegrenzer (indien
aanwezig) (→blz. 466)
(Knippert of
brandt) Waarschuwingslampje
PCS*1(→blz. 466)
Controlelampje Traction
Control*1(→blz. 467)
(Knippert)
Waarschuwingslampje
parkeerrem (→blz. 467)
(Knippert)Controlelampje Brake
Hold-systeem in wer-
king*1(→blz. 467)
*1Deze lampjes gaan branden als het
contact AAN wordt gezet om aan te
geven dat er een systeemcontrole wordt
uitgevoerd. Ze doven nadat het
EV-systeem is gestart of nadat er enkele
seconden verstreken zijn. Er kan een
storing in een systeem aanwezig zijn als
een lampje niet gaat branden of niet
uitgaat. Laat de auto nakijken door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
*2Dit lampje brandt op het multi-
informatiedisplay en er wordt een
melding weergegeven.
WAARSCHUWING!
Als een waarschuwingslampje van
een veiligheidssysteem niet gaat
branden
Als een lampje van een
veiligheidssysteem zoals het
waarschuwingslampje ABS of SRS niet
gaat branden als u het EV-systeem
start, kan dat betekenen dat deze
systemen niet beschikbaar zijn om u te
helpen beschermen bij een ongeval,
wat tot dodelijk of ernstig letsel kan
leiden. Laat, als dit gebeurt, de auto
onmiddellijk nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
3.1 Instrumentenpaneel
143
3
Voertuigstatusinformatie en controlelampjes
Page 146 of 610

Controlelampjes
De controlelampjes informeren de
bestuurder over de bedrijfsstatus van de
verschillende systemen van de auto.
Controlelampje richting-
aanwijzers (→blz. 224)
Controlelampje achter-
licht (→blz. 229)
Controlelampje grootlicht
(→blz. 231)
Controlelampje AHS (in-
dien aanwezig)
(→blz. 232)
Controlelampje AHB (in-
dien aanwezig)
(→blz. 235)
Controlelampje mistach-
terlicht (→blz. 238)
Waarschuwingslampje
PCS*1, 2(→blz. 252)
(*4)
Controlelampje cruise
control (→blz. 281)
(*4)
Controlelampje Dynamic
Radar Cruise Control
(→blz. 273)
(*4)
Controlelampje LDA
(→blz. 269)
(*4)
Controlelampje snel-
heidsbegrenzer (indien
aanwezig) (→blz. 283)
BSM-indicatoren in de
buitenspiegels*1, 5(indien
aanwezig) (→blz. 288,
blz. 293, blz. 306)
Controlelampje LDA
OFF*2(→blz. 269)
(*4)
Controlelampje LTA
(→blz. 261)
Controlelampje Driving
Assist-informatie*1, 2
(→blz. 288, blz. 306,
blz. 311, blz. 315)
Controlelampje Toyota
Parking Assist-sensor
OFF
*1, 2(indien aanwezig)
(→blz. 298)
(Knippert) Controlelampje Traction
Control
*1(→blz. 365)
Controlelampje VSC
OFF*1, 2(→blz. 365)
Controlelampje laadkabel
(→blz. 99)
Controlelampje Smart
entry-systeem met start-
knop
*3(→blz. 214)
Controlelampje READY
(→blz. 214)
Waarschuwingslampje
parkeerrem (→blz. 224)
Controlelampje stand-
bystand Brake Hold-
systeem
*1(→blz. 227)
Controlelampje Brake
Hold-systeem in wer-
king
*1(→blz. 227)
Controlelampje lage bui-
tentemperatuur*7
(→blz. 147)
3.1 Instrumentenpaneel
144
Page 151 of 610

Dimmer dashboardverlichting regelen
De helderheid van de
dashboardverlichting kan worden
ingesteld.1. Donkerder
2. Helderder
Dashboardverlichting aanpassen
De helderheid van de
dashboardverlichting in een lichte
omgeving (overdag, enz.) en in een
donkere omgeving ('s nachts, enz.) kan
worden aangepast.
3.1.3 Multi-informatiedisplay
Display en menu-iconen
Weergave
ADisplayzone status ondersteunend
systeem
Geeft een afbeelding weer wanneer
de onderstaande systemen in
werking zijn en een ander
menu-icoon dan
wordt
geselecteerd: • LDA (Lane Departure Alert)
(→blz. 265)
• LTA (Lane Tracing Assist) (→blz. 261)
• Dynamic Radar Cruise Control (→blz. 273)
• RSA (Road Sign Assist) (→blz. 269)
BDisplayzone voor inhoud
Door menu-iconen te selecteren op
het multi-informatiedisplay kunnen
verschillende soorten rijgerelateerde
informatie worden weergegeven. Het
multi-informatiedisplay kan ook
worden gebruikt voor het wijzigen
van de display-instellingen en andere
voertuiginstellingen.
Daarnaast worden in bepaalde
situaties pop-updisplays met
waarschuwingen of tips
weergegeven.
Menu-iconen
De menu-iconen worden weergegeven
door op
ofvan de
bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel te drukken.
Weergave rij-informatie
(→blz. 150)
Weergave informatie on-
dersteunend systeem
(→blz. 151)
Aan audiosysteem gekop-
pelde weergave
(→blz. 151)
Weergave rij-informatie
(→blz. 151)
Weergave instellingen
(→blz. 152)
3.1 Instrumentenpaneel
149
3
Voertuigstatusinformatie en controlelampjes
Page 153 of 610

AActueel energieverbruik
Geeft het actuele energieverbruik
weer.
BReisgemiddelde/Gem. totaal
Houd de bedieningstoets van het
instrumentenpaneel
ingedrukt
om de weergave van het gemiddelde
energieverbruik te resetten.
De weergave van het gemiddelde
energieverbruik kan worden aangepast in
.( →Blz. 502)
• Reisgemiddelde Geeft het gemiddelde energieverbruik
weer sinds het starten van het
EV-systeem.
• Gem. totaal Geeft het gemiddelde energieverbruik
weer sinds het laden.
Energieverbruik
Dit is een getal dat het energieverbruik
weergeeft. Het komt overeen met het
brandstofverbruik van een auto met
benzinemotor. Bij deze auto wordt het
aantal afgelegde kilometers per
kilowattuur elektriciteit (km/kWh) op elk
scherm weergegeven als
“elektriciteitskosten”.
Weergave informatie ondersteunend
systeem
Informatie ondersteunend systeem
Hiermee kan de werkingsstatus van de
volgende systemen worden
weergegeven:
• PCS (Pre-Crash Safety-systeem) (→blz. 252)
• LDA (Lane Departure Alert) (→blz. 265)
• LTA (Lane Tracing Assist) (→blz. 261)
• Cruise control (→blz. 281)
• Dynamic Radar Cruise Control (→blz. 273)
• RSA (Road Sign Assist) (→blz. 269) Aan navigatiesysteem gekoppelde
weergave (indien aanwezig)
Hiermee kan de volgende aan het
navigatiesysteem gekoppelde informatie
worden weergegeven:
• Routebegeleiding naar bestemming
• Kompasdisplay (weergave rijrichting
boven)
Aan audiosysteem gekoppelde
weergave
Hiermee kunt u een audiobron of
nummer selecteren op het
instrumentenpaneel met behulp van de
bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel.
Het wel of niet weergeven van dit
menu-icoon kan worden ingesteld in
.
Weergave voertuiginformatie
Onderwerpen die worden weergegeven
• Rij-informatie
• Koppelverdeling (indien aanwezig)
• Bandenspanning
Rij-informatie
2 items die worden geselecteerd met
behulp van de instelling van de “Drive
Info. Items” (items rij-info) (gemiddelde
rijsnelheid, afstand en totale tijd) kunnen
verticaal worden weergegeven.
De weergegeven informatie wijzigt
overeenkomstig de instelling van “Drive
Info. Type” (rij-info type) (sinds het
starten van het systeem of tussen resets).
(→Blz. 152)
Gebruik de weergegeven informatie
slechts ter referentie.
De volgende items worden weergegeven.
• “Trip” (rit) – “Average Speed” (gemiddeldesnelheid): Geeft de gemiddelde
rijsnelheid sinds het starten van het
EV-systeem weer
*
3.1 Instrumentenpaneel
151
3
Voertuigstatusinformatie en controlelampjes
Page 203 of 610

5.1 Voordat u gaat rijden..........202
5.1.1 Rijden met de auto .........202
5.1.2 Lading en bagage .........207
5.1.3 Rijden met een aanhangwagen . .209
5.2 Rijprocedures ..............214
5.2.1 Startknop .............214
5.2.2 Transmissie ............218
5.2.3 Richtingaanwijzerschakelaar. . . .224
5.2.4 Parkeerrem ............224
5.2.5 Brake Hold .............227
5.3 Bedienen van verlichting en ruitenwissers ..............229
5.3.1 Lichtschakelaar ..........229
5.3.2 AHS (Adaptive High Beam-systeem)
*.......232
5.3.3 AHB (Automatic High Beam)*. . .235
5.3.4 Schakelaar mistlampen ......238
5.3.5 Ruitenwissers en -sproeiers . . . .239
5.4 Gebruik van de ondersteunende systemen ................241
5.4.1 Software-update .........241
5.4.2 Toyota Safety Sense ........243
5.4.3 Bestuurderscamera
*........251
5.4.4 PCS (Pre-Crash Safety-systeem) . .252
5.4.5 LTA (Lane Tracing Assist) .....261
5.4.6 LDA (Lane Departure Alert) . . . .265
5.4.7 RSA (Road Sign Assist) .......269
5.4.8 Dynamic Radar Cruise Control . . .273
5.4.9 Cruise control ...........281
5.4.10 Snelheidsbegrenzer
*.......283
5.4.11 Noodstopsysteem ........286
5.4.12 BSM (Blind Spot Monitor)
*. . . .288
5.4.13 SEA (Safe Exit Assist)*......293
5.4.14 Toyota Parking Assist-sensor*. .298
5.4.15 RCTA (Rear Crossing Traffic Alert)
*..............306
5.4.16 RCD (Rear Camera Detection)*. .311
5.4.17 PKSB (Parking Support Brake)*. .315
5.4.18 Stilstaande objecten voor en achter de auto
*........319
5.4.19 Bewegend voertuig achter de auto
*..........321
5.4.20 Voetgangers achter de auto*. . .322 5.4.21 Stilstaande objecten rond de auto
(auto's met Advanced Park). . . .324
5.4.22 Toyota Teammate Advanced Park
*...............325
5.4.23 SNOW-modus*..........359
5.4.24 X-MODE*.............360
5.4.25 Ondersteunende systemen . . . .364
5.5 Rijtips ..................369
5.5.1 Rijden in de winter .........369
5.5.2 Voorzorgsmaatregelen bij terreinauto's ............371
Rijden5
201
Page 216 of 610

WAARSCHUWING!(Vervolg)
Voor het afrijden van een lange
helling
Minder snelheid en schakel terug.
Schakel bij het afdalen van een lange of
steile helling echter niet plotseling
terug.
Werking van het rempedaal
Trap het rempedaal niet veelvuldig of
gedurende een langere periode
achtereen in. Anders kan het
remsysteem oververhit raken of kan de
remwerking teruglopen.
Voorkomen van een ongeval of letsel
• Rijd niet met een aanhangwagenwanneer een band is gemonteerd die
is gerepareerd met de
bandenreparatieset.
• Gebruik de volgende systemen niet bij het rijden met een
aanhangwagen.– PCS (Pre-Crash Safety-systeem)
– LTA (Lane Tracing Assist)
– LDA (Lane Departure Alert)
– Dynamic Radar Cruise Control
– Cruise control
– BSM (Blind Spot Monitor)
5.2 Rijprocedures
5.2.1 Startknop
Als u de volgende handelingen uitvoert
terwijl u een elektronische sleutel bij u
hebt, wordt het EV-systeem gestart of de
stand van het contact veranderd.
Starten van het EV-systeem
1. Controleer of de laadkabel is losgenomen. (→Blz. 102, blz. 110)
2. Trek aan de parkeerremschakelaar om te controleren of de parkeerrem is
geactiveerd. (→Blz. 224)
Het waarschuwingslampje van de
parkeerrem gaat branden.
3. Trap het rempedaal stevig in.
en een melding worden op het
multi-informatiedisplay
weergegeven.
Als dit niet wordt weergegeven, kan
het EV-systeem niet worden gestart.
Wanneer stand N geselecteerd is, kan
het EV-systeem niet worden gestart.
Selecteer stand P wanneer u het
EV-systeem start. ( →Blz. 219)
4. Druk kort en krachtig op de startknop. Eén keer kort en stevig indrukken van
de startknop is voldoende om deze te
bedienen.
U hoeft de startknop niet ingedrukt te
houden.
Als het controlelampje READY gaat
branden, werkt het EV-systeem
normaal. Houd het rempedaal
ingetrapt tot het controlelampje
READY brandt.
Het EV-systeem kan vanuit iedere
stand van het contact worden gestart.
5. Controleer of het controlelampje READY brandt.
Als het controlelampje READY uit is,
kan er niet met de auto worden
gereden.
Verlichting startknop
In de volgende situaties is de startknop
verlicht:
• Wanneer het bestuurders- of passagiersportier wordt geopend.
• Wanneer het contact in stand ACC of AAN staat.
5.1 Voordat u gaat rijden
214