tow bar TOYOTA BZ4X 2022 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2022, Model line: BZ4X, Model: TOYOTA BZ4X 2022Pages: 610, PDF Size: 96.21 MB
Page 78 of 610

2.1.3 Tips voor rijden met een
batterij-elektrische auto
Anders dan bij conventionele auto's
neemt bij batterij-elektrische auto's het
elektriciteitsverbruik toe bij langdurig
rijden op autowegen en snelwegen of bij
een hoge gemiddelde rijsnelheid. De
maximale rijafstand neemt hierdoor af.
Als de resterende lading in de
tractiebatterij laag is, vertrouw dan niet
te veel op de weergegeven maximale
rijafstand en rijd niet te lang op
autowegen en snelwegen. Door met
gematigde snelheid te rijden kan het
elektriciteitsverbruik van de
tractiebatterij onder controle worden
gehouden.
De volgende rijtips dragen bij aan een
verlaging van het energieverbruik van de
batterij en een verhoging van de
actieradius.
Bediening transmissie
Zet de transmissie in stand D als u moet
wachten bij een verkeerslicht of als u in
druk verkeer rijdt. Selecteer stand P
wanneer de auto geparkeerd wordt. Als u
tijdens het rijden stand N selecteert, is er
geen positief effect op het
elektriciteitsverbruik. In stand N kan de
tractiebatterij niet worden geladen. Ook
bij gebruik van de airconditioning, enz.
wordt elektriciteit van de tractiebatterij
verbruikt. (→Blz. 219)
Files
Herhaaldelijk accelereren en decelereren
door verkeersopstoppingen, langdurig
wachten bij verkeerslichten en rijden op
steile hellingen veroorzaken een hoog
elektriciteitsverbruik. Raadpleeg vóór
vertrek de verkeersberichten om deze
situaties zo veel mogelijk te vermijden.
Laat bij verkeersopstoppingen het
rempedaal rustig los zodat de auto
zachtjes vooruitrijdt en vermijd
overmatig gebruik van het gaspedaal. Dit
helpt onnodig elektriciteitsverbruik te
beperken.Bij het remmen
Rem rustig en tijdig. Er kan meer
elektrische energie worden
geregenereerd tijdens het decelereren.
Rijden op autowegen of snelwegen
Rijd met een constante snelheid. Neem
als u ergens moet stoppen de tijd voor
het loslaten van het gaspedaal en trap
rustig het rempedaal in. Er kan meer
elektrische energie worden
geregenereerd tijdens het decelereren.
Airconditioning
• Maak alleen gebruik van de
airconditioning als dat nodig is. Dit
helpt het elektriciteitsverbruik te
beperken.
In de zomer: Gebruik bij hoge
temperaturen de recirculatiemodus.
Dit beperkt de belasting van de
airconditioning en vermindert ook het
elektriciteitsverbruik.
In de winter: Overmatig of onnodig
gebruik van de verwarming moet
worden vermeden. Het
elektriciteitsverbruik kan ook worden
verminderd door overmatig gebruik
van de verwarming te vermijden.
• Als de op afstand bedienbare airconditioning (→blz. 383) wordt
gebruikt terwijl de AC-laadkabel is
aangesloten op de auto, wordt het
elektriciteitsverbruik na het wegrijden
verminderd doordat de
airconditioning vooral werkt op
elektriciteit van een externe
voedingsbron.
Controle van bandenspanning
Controleer de bandenspanning
regelmatig. Een onjuiste bandenspanning
kan leiden tot een hoog
elektriciteitsverbruik.
Winterbanden kunnen veel wrijving
veroorzaken en kunnen, als ze worden
gebruikt op droge wegen, dus ook een
2.1 EV-systeem
76
Page 99 of 610

• Deze functie wordt automatischuitgeschakeld als de laadkabel wordt
losgenomen of als de laadkabel
gedurende ongeveer 3 dagen
aangesloten blijft op de auto.
• Als het laadschema wordt gebruikt (→blz. 115), werkt deze functie
overeenkomstig de instellingen van
het schema.
Opwarmregeling tractiebatterij
Deze regeling treedt in werking als de
laadkabel gedurende ongeveer 3 dagen
op de auto aangesloten blijft en de
verwarming van de tractiebatterij
automatisch stopt. De regeling isoleert
de tractiebatterij automatisch bij extreem
lage temperaturen.
• Deze regeling stop 31 dagen nadat de laadkabel is aangesloten, zelfs als hij
nog steeds is aangesloten op de auto.
• Als deze regeling in werking is, worden de instellingen van het laadschema
genegeerd en start het laden
onmiddellijk.
Koeler tractiebatterij
Als de tractiebatterij heet is en de
AC-laadkabel is aangesloten op de auto,
koelt deze functie de tractiebatterij om
deze te beschermen.
De functie treedt mogelijk in werking als
continu wordt gereden met hoge
snelheden, zoals bij rijden op autowegen
of snelwegen, of tijdens DC-laden.
Gebruik van de “Mijn ruimte-modus”
tijdens DC-laden
→Blz. 126
Verwarming tractiebatterij
• De verwarming van de tractiebatterij kan worden ingeschakeld als er niet
wordt geladen.
• Als de verwarming van de tractiebatterij in werking is, brandt de
laadindicator. • Als de verwarming van de
tractiebatterij in werking is tijdens
laden, kan het laden langer duren dan
normaal.
• De resterende lading in de tractiebatterij neemt af als de
verwarming van de tractiebatterij in
ingeschakeld. Het kan nodig zijn om
de tractiebatterij nogmaals te laden
om de resterende lading aan te vullen.
Koeler tractiebatterij
• AC-laden: De instellingen van de koeler van de tractiebatterij kunnen
worden gewijzigd op het
multi-informatiedisplay. (→Blz. 98)
• De laadindicator brandt wanneer de koeler van de tractiebatterij stand-by
staat of in werking is.
• Als het laadniveau van de tractiebatterij laag is, werkt de koeler
van de tractiebatterij mogelijk niet,
zelfs niet als de temperatuur van de
tractiebatterij hoog is.
• Als aan de volgende voorwaarden wordt voldaan terwijl de koeler van de
tractiebatterij in werking is, wordt het
koelen gestopt.– De motorkap wordt geopend
– Het contact wordt in stand ACC of AAN gezet.
– De schakelstand wordt een andere dan stand P
– De op afstand bedienbare airconditioning is ingeschakeld
(→blz. 383)
– De resterende lading in de tractiebatterij daalt tot onder een
bepaald niveau
• De koeler van de tractiebatterij gebruikt de energie van de
tractiebatterij en een externe
voedingsbron.– Als de koeler van de tractiebatterij in werking is, neemt de lading van
de tractiebatterij toe en af binnen
een bepaald bereik en de lading zal
niet toenemen tijdens AC-laden.
2.2 Laden
97
2
EV-systeem
Page 412 of 610

7.1 Onderhoud en
verzorging
7.1.1 Reinigen en beschermen
van het exterieur van uw auto
Reinig de onderdelen en materialen op de
daarvoor juiste wijze.
Reinigingsinstructies
• Spoel de auto van boven naarbeneden af met veel water en
verwijder zo vuil en stof van de
carrosserie, uit de wielkasten en van
de onderkant van de auto.
• Was de auto met een spons of een zachte doek (bijv. een zeemlap).
• Verwijder hardnekkige vlekken met een autowasmiddel en spoel grondig
af met water.
• Veeg overtollig water weg.
• Wanneer het water niet meer in druppels op de lak blijft liggen, moet
de auto opnieuw in de was worden
gezet.
Zet de auto alleen in de was als de
carrosserie is afgekoeld.
Zelfherstellende coating
De carrosserie is voorzien van een
zelfherstellende coating die bestand is
tegen kleine, oppervlakkige krassen die
worden veroorzaakt in een
autowasstraat, enz.
• De coating heeft een levensduur van 5 tot 8 jaar vanaf het moment dat de
auto vanuit de fabriek is geleverd.
• De hersteltijd varieert afhankelijk van de diepte van de kras en de
buitentemperatuur. De hersteltijd kan
korter worden wanneer de coating
verwarmd wordt met warm water.
• Diepe krassen die zijn veroorzaakt door sleutels, muntstukken e.d.
kunnen niet worden hersteld.
• Gebruik geen was met schuurmiddelen. Wassen in de wasstraat
• Voordat u de wasstraat inrijdt:
– Klap de spiegels in
– Schakel de elektrisch bedienbareachterklep uit (indien aanwezig)
Begin met wassen vanaf de voorzijde
van de auto. Klap de spiegels weer uit
voordat u gaat rijden.
• Sommige borstels in wasstraten kunnen krassen veroorzaken op de
carrosserie en andere onderdelen
(velgen, enz.), waardoor de lak van uw
auto wordt beschadigd.
• In sommige automatische wasstraten wordt de achterspoiler (indien
aanwezig) mogelijk niet gereinigd.
Ook bestaat er mogelijk een
verhoogde kans op schade aan de
auto.
• Wanneer de transmissie in stand N moet worden gehouden, raadpleeg
dan blz. 222
Hogedrukreinigers
Spuit niet van dichtbij op de randen van
de portieren of de ruiten en blijf er niet
langdurig op spuiten, omdat er anders
water in het interieur terecht kan
komen.
Opmerkingen voor auto's met Smart
entry-systeem en startknop
• Als de portiergreep nat wordt terwijl de elektronische sleutel zich binnen
het werkzame gebied bevindt, kan het
portier herhaaldelijk worden
vergrendeld en ontgrendeld. Volg in
dat geval de correctieprocedure
hieronder bij het wassen van de auto:– Leg de sleutel op een afstand van ten minste 2 m van de auto als u de
auto wast. (Zorg ervoor dat de
sleutel niet gestolen wordt.)
– Schakel de energiebespaarmodus van de elektronische sleutel in om
het Smart entry-systeem met
startknop uit te schakelen
(→blz. 179).
7.1 Onderhoud en verzorging
410