sensor TOYOTA C-HR 2017 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2017, Model line: C-HR, Model: TOYOTA C-HR 2017Pages: 812, PDF Size: 58.06 MB
Page 155 of 812

155
3
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
Bediening van elk onderdeel
C-HR_OM_Europe_OM10528E
Por tieren
◆Instapfunctie (auto's met Smart entry-systeem en startknop)
Zorg dat u de elektronische sleu tel bij u hebt om deze functie in te
kunnen schakelen.
Pak de voorportiergreep vast
om alle portieren te ontgren-
delen.
*
Zorg ervoor dat u de sensor aan
de achterzijde van de portier-
greep aanraakt.
De portieren en de achterklep
kunnen gedurende 3 seconden
na het vergrendelen niet worden
ontgrendeld.
Raak de vergrendelsensor
(de uitholling aan de zijkant
van de voorportiergreep) aan
om alle portieren te vergren-
delen.
Controleer of het portier goed vergrendeld is.
*: De instellingen voor het ontgrendelen van de portieren kunnen worden
gewijzigd.( →Blz. 162)
Van buitenaf ontgrendelen en v ergrendelen van de portieren
1
2
C-HR_OM_Europe_OM10528E.book Pag e 155 Tuesday, September 6, 2016 4:16 PM
Page 158 of 812

1583-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
C-HR_OM_Europe_OM10528E
■Feedbacksignalen
Portieren:
De alarmknipperlichten knipperen om aan te geven dat de portier en zijn ver-
grendeld/ontgrendeld met behulp van de instapfunctie of de afst andsbedie-
ning. (Vergrendeld: eenmaal; ontgrendeld: tweemaal)
Ruiten (auto's met Smart entry-systeem en startknop):
Er klinkt een zoemer om aan te geven dat de ruiten bediend word en.
■ Beveiligingsfunctie
Auto's zonder Smart entry-systeem en startknop
Als er niet binnen ongeveer 30 seconden na het ontgrendelen van de auto
met de afstandsbediening een portier wordt geopend, zorgt de be veiligings-
functie ervoor dat de auto weer automatisch wordt vergrendeld.
Auto's met Smart entry-systeem en startknop
Als er niet binnen ongeveer 30 seconden na het ontgrendelen van de auto
met de instapfunctie of de afstandsbediening een portier wordt geopend,
zorgt de beveiligingsfunctie ervoor dat de auto weer automatisc h wordt ver-
grendeld.
■ Wanneer het portier niet kan worden vergrendeld met de vergrend elsen-
sor op het oppervlak van de voorpo rtiergreep (auto's met Smart entry-
systeem en startknop)
Raak de vergrendelsensor aan met uw
handpalm.
C-HR_OM_Europe_OM10528E.book Pag e 158 Tuesday, September 6, 2016 4:16 PM
Page 162 of 812

1623-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
C-HR_OM_Europe_OM10528E
■Instellen van de ontgrendelfuncti e (auto's met Smart entry-systeem en
startknop)
Het is mogelijk om in te stellen welke portieren met de instapf unctie via de
afstandsbediening worden ontgrendeld.
Zet het contact UIT.
Schakel de inbraaksensor van het alarmsysteem uit om tijdens he t veran-
deren van de instellingen het alarm niet onbedoeld te activeren. (indien
aanwezig) ( →Blz. 101)
Wanneer het controlelampje in de sleutel uit is, houd dan de to ets
ongeveer 5 seconden ingedrukt terwijl u tegelijkertijd de toets ingedrukt
houdt.
De instelling verandert telkens wanneer een handeling wordt uit gevoerd,
zoals hieronder is aangegeven. (Als u de instelling opnieuw wil t wijzigen, laat
u de toetsen los, wacht u ten minste 5 seconden en herhaalt u vervolgens
stap .)
Voor auto's met een alarm: om te voorkomen dat het alarm onbedo eld wordt
geactiveerd, moet u de portieren ontgrendelen met de afstandsbe diening en
een portier eenmaal openen en sluiten als de instellingen zijn gewijzigd. (Als
er binnen 30 seconden nadat op is gedrukt geen portier wordt geopend,
worden de portieren weer vergrendeld en wordt het alarm automat isch inge-
schakeld.)
Zet het alarm onmiddellijk uit wanneer dit wordt geactiveerd. ( →Blz. 97)
1
2
3
3
Multi-informatie-
displayOntgrendelfunctiePiepsignaal
(auto's met linkse
besturing)
Als u de portiergreep
van het bestuurderspor-
tier vasthoudt, wordt
alleen het bestuurders-
portier ontgrendeld.
Exterieur: 3 keer een
piepsignaal
Interieur: Eén belsignaal
(auto's met
rechtse besturing)
Als u de portiergreep
van het voorpassagiers-
portier vasthoudt, wor-
den alle portieren
ontgrendeld.
Als u een portiergreep
vasthoudt, worden alle
portieren ontgrendeld.Exterieur: 3 keer een
piepsignaal
Interieur: Eén belsignaal
C-HR_OM_Europe_OM10528E.book Pag e 162 Tuesday, September 6, 2016 4:16 PM
Page 176 of 812

1763-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
C-HR_OM_Europe_OM10528E●
Als de afstandsbediening wordt gebruikt om de portieren te verg rendelen
terwijl de elektronische sleutel zich in de nabijheid van de auto bevindt,
bestaat de mogelijkheid dat de portieren niet ontgrendeld worde n door de
instapfunctie. (Gebruik de afstandsbediening om de portieren te ontgrende-
len.)
● Wanneer u de vergrendelsensor aanraakt terwijl u handschoenen d raagt,
kan de reactie van het systeem trager zijn of worden de portieren mogelijk
niet ontgrendeld. Trek de handschoenen uit en raak de vergrende lsensor
opnieuw aan.
● Als de portiergreep nat wordt terwijl de elektronische sleutel zich binnen het
werkzame gebied bevindt, kan het portier herhaaldelijk worden v ergrendeld
en ontgrendeld. Volg in dat geval de correctieprocedure hierond er bij het
wassen van de auto:
• Plaats de elektronische sleutel op een afstand van ten minste 2 meter
van de auto. (Zorg ervoor dat de sleutel niet gestolen wordt.)
• Schakel de energiebesparende functie voor de batterij in om het Smart entry-systeem met startknop uit te schakelen. ( →Blz. 173)
● Als de elektronische sleutel zich in de auto bevindt en een portiergreep
wordt nat tijdens het wassen van de auto, wordt er mogelijk een melding
weergegeven op het multi-informatiedisplay en klinkt er een zoe mer buiten
de auto. Vergrendel alle portieren om het alarm uit te schakelen.
● De vergrendelsensor werkt mogelijk niet goed wanneer deze in co ntact
komt met ijs, sneeuw, modder, enz. Maak de vergrendelsensor sch oon en
probeer deze nogmaals te bedienen.
● Bij een plotselinge nadering van het detectiegebied of de porti ergreep kan
het voorkomen dat de portieren niet ontgrendeld worden. Laat in dat geval
de portiergreep los en controleer of de portieren worden ontgrendeld voor-
dat u opnieuw aan de portiergreep trekt.
● Als er zich een andere elektronische sleutel binnen het detecti egebied
bevindt, is de reactietijd voor het ontgrendelen van de portier en nadat een
portiergreep is vastgepakt, mogelijk langer.
● Bij het gebruik van de portiergreep kunnen uw nagels over het p ortier kras-
sen. Zorg ervoor dat uw nagels of de lak van het portier niet b eschadigd
raken.
C-HR_OM_Europe_OM10528E.book Pag e 176 Tuesday, September 6, 2016 4:16 PM
Page 197 of 812

1973-4. Verstellen van het stuurwiel en de spiegels
3
Bediening van elk onderdeel
C-HR_OM_Europe_OM10528E
Binnenspiegel met automatische antiverblindingsstand
De hoeveelheid gereflecteerd licht wordt automatisch gereduceer d op
basis van de helderheid van de koplampen van achteropkomend ver -
keer.
De modus voor de automatische
antiverblindingsstand wijzigen
Aan/uit
Wanneer de automatische antiver-
blindingsstand is ingeschakeld,
brandt het controlelampje.
Auto's zonder Smart entry-systeem
en startknop: De functie wordt
iedere keer wanneer het contact
AAN wordt gezet ingeschakeld.
Auto's met Smart entry-systeem en startknop: De functie wordt i edere keer
wanneer het contact AAN wordt gezet ingeschakeld.
Druk op de toets om de functie uit te schakelen. (Het controlelampje gaat
ook uit.)
■ Voorkom een onjuiste werking van de sensoren (auto's met binnenspie-
gel met automatische antiverblindingsstand)
Controlelampje
Raak de sensoren niet aan en bedek ze
ook niet, omdat hierdoor de werking van
de sensoren in negatieve zin beïnvloed
kan worden.
WAARSCHUWING
Verstel de spiegel niet tijdens het rijden.
Hierdoor kunt u de macht over het stuur verliezen en een ongeva l veroorza-
ken, waardoor ernstig letsel kan ontstaan.
C-HR_OM_Europe_OM10528E.book Pag e 197 Tuesday, September 6, 2016 4:16 PM
Page 207 of 812

207
4Rijden
C-HR_OM_Europe_OM10528E4-1. Voordat u gaat rijden
Rijden met de auto ............ 208
Lading en bagage .............. 222
Rijden met een aanhangwagen ................ 223
4-2. Rijprocedures Contactslot (auto's zonder Smart entry-systeem
en startknop) ................... 233
Startknop (auto's met Smart entry-systeem
en startknop) ................... 236
Multidrive CVT ................... 244
Handgeschakelde transmissie ...................... 250
Richtingaanwijzer- schakelaar ....................... 255
Parkeerrem ........................ 256
Brake Hold-systeem .......... 262
4-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
Lichtschakelaar.................. 265
Automatic High Beam-systeem................. 271
Schakelaar mistlampen ..... 276
Ruitenwissers en -sproeiers.................... 278
Achterruitenwisser en -sproeier ..................... 283
4-4. Tanken Openen van de tankdop .... 285 4-5. Gebruik van de
ondersteunende systemen
Toyota Safety Sense ......... 290
PCS (Pre-Crash Safety-systeem)............... 298
LDA (Lane Departure Alert met stuurregeling) ... 315
RSA (Road Sign Assist)..... 330
Dynamic Radar Cruise Control met volledig
snelheidsbereik................ 336
Dynamic Radar Cruise Control ............................. 351
Cruise control..................... 369
Stop & Start-systeem ......... 374
Rijmodus selecteren ......... 385
Snelheidsbegrenzer ........... 387
BSM (Blind Spot Monitor) ......... 392
• BSM-functie ................... 398
•
RCTA............................. 403
Toyota Parking Assist-sensor ................... 408
S-IPA (Simple Intelligent Parking Assist-
systeem) .......................... 420
Ondersteunende systemen ......................... 462
4-6. Rijtips Rijden in de winter ............. 470
C-HR_OM_Europe_OM10528E.book Pag e 207 Tuesday, September 6, 2016 4:16 PM
Page 268 of 812

2684-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
C-HR_OM_Europe_OM10528E
■Dagrijverlichting
Om uw auto overdag beter zichtbaar te maken voor andere weggebruikers,
wordt de dagrijverlichting automatisch ingeschakeld als de moto r wordt
gestart en de parkeerrem wordt gedeactiveerd met de lichtschake laar in de
stand . (Brandt helderder dan de parkeerlichten voor.) Dagrijverlichting
is niet ontworpen voor gebruik in het donker.
■ Sensor koplampregeling
■ Automatisch uitschakelsysteem verlichting
Auto's zonder Smart entry-systeem en startknop
Wanneer de lichtschakelaar in de stand of staat: De koplampen
en mistlampen voor (indien aanwezig) worden automatisch uitgesc hakeld als
het contact UIT wordt gezet.
Wanneer de lichtschakelaar in stand staat: Alle verlichting wordt auto-
matisch uitgeschakeld als het contact UIT wordt gezet.
Zet om de verlichting weer in te schakelen het contact AAN of z et de licht-
schakelaar eenmaal in de stand en daarna weer in stand of
.
Auto's met Smart entry-systeem en startknop
Wanneer de lichtschakelaar in de stand of staat: De koplampen
en mistlampen voor (indien aanwezig) worden automatisch uitgesc hakeld als
het contact UIT wordt gezet.
Wanneer de lichtschakelaar in stand staat: Alle verlichting wordt auto-
matisch uitgeschakeld als het contact UIT wordt gezet.
Zet om de verlichting weer in te schakelen het contact AAN of z et de licht-
schakelaar een keer in stand en daarna weer in stand of . De werking van de sensor kan in nega-
tieve zin beïnvloed worden als er iets over
de sensor heen geplaatst wordt of als er
iets op de ruit wordt aangebracht waar-
door de sensor wordt afgeschermd.
Hierdoor kan de sensor niet op de juiste
manier de hoeveelheid omgevingslicht
signaleren, waardoor het automatische
koplampsysteem mogelijk onjuist functio-
neert.
C-HR_OM_Europe_OM10528E.book Pag e 268 Tuesday, September 6, 2016 4:16 PM
Page 269 of 812

2694-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
4
Rijden
C-HR_OM_Europe_OM10528E■
Zoemer verlichting
Auto's zonder Smart entry-systeem en startknop
Er klinkt een zoemer en er verschijnt een melding als het contact UIT of in
stand ACC wordt gezet en het bestuurdersportier wordt geopend t erwijl de
verlichting is ingeschakeld.
Auto's met Smart entry-systeem en startknop
Er klinkt een zoemer en er verschijnt een melding als het contact UIT of in
stand ACC wordt gezet en het bestuurdersportier wordt geopend t erwijl de
verlichting is ingeschakeld.
■ Automatische verticale koplampver stelling (auto's met LED-koplampen)
De koplamphoogte wordt automatisch geregeld op basis van het aantal
passagiers in de auto en de mate van belading om verblinding va n andere
weggebruikers door de koplampen te voorkomen.
■ Energiebesparende functie
Onder de volgende omstandigheden gaat de overige verlichting na 20 minu-
ten automatisch uit om te voorkomen dat de accu ontladen raakt:
● De koplampen en/of achterlichten branden.
● Auto's zonder Smart entry-systeem en startknop: Het contact wordt in stand
ACC of UIT gezet.
Auto's met Smart entry-systeem en startknop: Het contact wordt in stand
ACC of UIT gezet.
● De lichtschakelaar staat in stand of .
Deze functie wordt onder de volgende omstandigheden uitgeschake ld:
● Auto's zonder Smart entry-systeem en startknop: Als het contact AAN wordt
gezet.
Auto's met Smart entry-systeem en startknop: Als het contact AA N wordt
gezet.
● Wanneer de lichtschakelaar wordt bediend.
● Wanneer een portier wordt geopend of gesloten.
■ Als “Headlight system malfunction visit your dealer” (Storing i n kop-
lampsysteem. Ga naar uw dealer) op het multi-informatiedisplay wordt
weergegeven
Er is mogelijk een storing in het systeem aanwezig. Laat de aut o nakijken
door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
■ Persoonlijke voorkeursinstellingen
De instellingen (bijv. gevoeligheid lichtsensor) kunnen worden gewijzigd.
(Systemen met mogelijkheden voor persoonlijke voorkeursinstelli ngen:
→Blz. 776)
C-HR_OM_Europe_OM10528E.book Pag e 269 Tuesday, September 6, 2016 4:16 PM
Page 271 of 812

271
4
4-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
Rijden
C-HR_OM_Europe_OM10528E
Automatic High Beam-systeem∗
∗: Indien aanwezig
Het Automatic High Beam-syst eem maakt gebruik van een inge-
bouwde camerasensor om de helderheid van bijvoorbeeld de
straatverlichting en de verlichti ng van tegenliggers en voorlig-
gers te meten, en schakelt indien nodig automatisch het groot-
licht in of uit.
WAARSCHUWING
■ Beperkingen van het Automatic High Beam-systeem
Vertrouw niet uitsluitend op het Automatic High Beam-systeem. R ijd altijd
voorzichtig, houd hierbij de omgeving in de gaten en schakel in dien nodig
handmatig het grootlicht in of uit.
■ Voorkomen van onjuiste werking van het Automatic High Beam-sys-
teem
Voorkom overbelading van uw auto.
C-HR_OM_Europe_OM10528E.book Pag e 271 Tuesday, September 6, 2016 4:16 PM
Page 274 of 812

2744-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
C-HR_OM_Europe_OM10528E
■Voorwaarden voor het automatisch in- of uitschakelen van het grootlicht
● Als aan alle onderstaande voorwaarden is voldaan, wordt het gro otlicht
automatisch ingeschakeld (na ongeveer 1 seconde):
• De rijsnelheid is hoger dan ongeveer 40 km/h.
• Het gebied voor de auto is niet verlicht.
• Er zijn geen tegenliggers of voorliggers met ingeschakelde kop lampen of
achterlichten.
• Er bevinden zich weinig straatlantaarns op de weg voor u.
● Als aan een van onderstaande voorwaarden is voldaan, wordt het grootlicht
automatisch uitgeschakeld:
• De rijsnelheid wordt lager dan ongeveer 30 km/h.
• Het gebied voor de auto is verlicht.
• Tegenliggers of voorliggers hebben de koplampen of achterlicht en inge-
schakeld.
• Er bevinden zich veel straatlantaarns op de weg voor u.
■ Informatie werking camerasensor
●In de volgende situaties wordt het grootlicht mogelijk niet aut omatisch uitge-
schakeld:
• Als plotseling een tegenligger uit een bocht opdoemt
• Als plotseling een andere auto voor de eigen auto invoegt
• Als tegenliggers of voorliggers aan het zicht zijn onttrokken als gevolg
van een reeks bochten, wegafscheidingen of bomen langs de weg
• Wanneer tegenliggers opdoemen uit de rechter tegemoetkomende r ij-
strook op een brede weg
• Wanneer er tegenliggers of voorliggers met uitgeschakelde verl ichting
zijn
● Het grootlicht wordt mogelijk uitgeschakeld als een tegenligger wordt gesig-
naleerd die zijn mistlampen aan heeft terwijl zijn koplampen ui t zijn.
● Door de aanwezigheid van huisverlichting, straatverlichting, ve rkeerslichten
of verlichte billboards of verkeersborden wordt mogelijk gescha keld van
grootlicht naar dimlicht of blijft het dimlicht mogelijk ingesc hakeld.
● De volgende factoren kunnen van invloed zijn op de reactietijd voor het in-
of uitschakelen van het grootlicht:
• De helderheid van koplampen, mistlampen en achterlichten van t egenlig-
gers en voorliggers
• De beweging en richting van tegenliggers en voorliggers
• Als de verlichting van een tegenligger of voorligger slechts aan één kant werkt
• Als een tegenligger of voorligger een voertuig op twee wielen betreft
• De toestand van de weg (stijgingspercentage, bochten, toestand van het
wegdek, enz.)
• Het aantal inzittenden en de hoeveelheid bagage
● Het grootlicht kan op voor de bestuurder onverwachte momenten worden
in- en uitgeschakeld.
C-HR_OM_Europe_OM10528E.book Pag e 274 Tuesday, September 6, 2016 4:16 PM