sensor TOYOTA C-HR 2022 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2022, Model line: C-HR, Model: TOYOTA C-HR 2022Pages: 818, PDF Size: 100.73 MB
Page 385 of 818

3834-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
C-HR_HV_OM_Europe_OM10720E■
Situaties waarin het systeem mogelijk niet goed werkt
● In sommige situaties, zoals onderstaande, wordt een object mogelijk niet gesigna-
leerd door de radarsensor en de camera voor, waardoor het systeem niet goed
werkt:
• Wanneer een signaleerbaar object uw auto nadert
• Wanneer uw auto of een signaleerbaar object een schommelende beweging
maakt
• Als een signaleerbaar object een abrupte beweging maakt (zoals een uitwijkma-
noeuvre, plotseling versnellen of afremmen)
• Wanneer uw auto een signaleerbaar object snel nadert
• Wanneer een signaleerbaar object zich vlak bij bijvoorbeeld een muur, hek, vang- rail, putdeksel, voertuig of stalen rijplaat bevindt
• Wanneer een signaleerbaar object zich onder een constructie bevindt
• Wanneer een signaleerbaar object gedeeltelijk verborgen is achter een object zoals een groot stuk bagage, een paraplu of een vangrail
• Wanneer er allerlei zaken zijn die de radiogolven van de radar in de buurt kunnen reflecteren (tunnels, vakwerkbruggen, onverharde wegen, besneeuwde wegen
met sporen, enz.)
• Wanneer de radiogolven van de radar in een andere auto uw auto beïnvloeden
• Wanneer zich meerdere signaleerbare objecten dicht bij elkaar bevinden
• Als de zon of ander licht rechtstreeks op een signaleerbaar object schijnt
• Wanneer een signaleerbaar object wit is en er extreem licht uitziet
• Wanneer een signaleerbaar object bijna dezelfde kleur heeft of even licht is als zijn omgeving
• Wanneer een signaleerbaar object uw auto afsnijdt of plotseling opduikt voor uw auto
• Als de voorzijde van uw auto wordt geraakt door water, sneeuw, stof, enz.
• Wanneer een zeer fel licht, bijvoorbeeld de zon of de koplampen van tegemoetko-
mend verkeer, rechtstreeks in de camera voor schijnt
• Bij het naderen van de zijkant of voorkant van een voorligger
• Als de voorligger een motorfiets is
• Als de voorligger smal is, zoals een scootmobiel
• Als een voorligger een smalle achterzijde heeft, zoals een onbeladen vrachtwa-
gen
• Wanneer een signaleerbaar object zich
niet direct voor uw auto bevindt
C-HR_HV_OM_Europe_OM10720E.book Page 383 Monday, October 11, 2021 9:41 AM
Page 387 of 818

3854-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
C-HR_HV_OM_Europe_OM10720E• Als de wielen niet goed zijn uitgelijnd
• Als een ruitenwisserblad de camera voor blokkeert
• Er wordt met extreem hoge snelheden gereden
• Als op een helling wordt gereden
• Wanneer de radarsensor of de camera voor niet goed is uitgelijnd
• Regio A: Wanneer u rechts/links afslaat terwijl er ten minste twee rijstroken ver-
derop tegenliggers rijden
• Als de voorzijde van de auto omhoog of
omlaag staat
• Regio A: Wanneer tijdens het rechts/links afslaan tegenliggers een eind bij u van-
daan zijn
• Regio A: Wanneer tijdens het rechts/links afslaan een voetganger uw auto van ach-
teren of opzij nadert
C-HR_HV_OM_Europe_OM10720E.book Page 385 Monday, October 11, 2021 9:41 AM
Page 410 of 818

4084-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
C-HR_HV_OM_Europe_OM10720E■
Omstandigheden waaronder de functie mogelijk niet goed werkt of niet goed sig-
naleert
In de volgende situaties werkt de RSA niet normaal en worden verkeersborden moge-
lijk niet herkend, worden onjuiste verkeersborden weergegeven, enz. Dit duidt echter
niet op een storing.
●De camera voor is niet goed uitgelijnd doordat de sensor, enz. is blootgesteld aan
hevige schokken.
● Er zit(ten) vuil, sneeuw, stickers, enz. op de voorruit in de buurt van de camera voor.
● Onder barre weersomstandigheden, bijvoorbeel d bij zware regenval, mist, sneeuw of
zandstormen
● Licht van een tegenligger, de zon, enz. dringt de camera voor binnen.
● Het verkeersbord is vuil of vervaagd, staat scheef of is krom.
● Het elektronische verkeersbord heeft weinig contrast.
● Het verkeersbord gaat helemaal of gedeeltelijk verscholen achter boombladeren,
een paal, o.i.d.
● Het verkeersbord is alleen korte tijd zichtbaar voor de camera voor.
● De omgeving (bij afslaan, rijstrookwisseling, enz.) wordt onjuist beoordeeld.
● Wanneer een verkeersbord niet van toepassing is op de rijstrook waar op dat
moment op wordt gereden, maar dit bord wel direct na een vertakking van de snel-
weg staat of bij een aangrenzende rijstrook net voordat rijstroken samenkomen.
● Er zitten stickers op de achterzijde van de voorligger.
● Er wordt een verkeersbord herkend dat lijkt op een verkeersbord dat compatibel is
met het systeem.
● Mogelijk worden verkeersborden met de snelheidslimiet voor parallelwegen gesigna-
leerd en weergegeven (wanneer deze in het zicht van de camera voor staan) terwijl
de auto op de hoofdweg rijdt.
● Mogelijk worden verkeersborden met de maximaal toegestane snelheid voor afsla-
gen van rotondes gesignaleerd en weergegeven (wanneer deze in het zicht van de
camera voor staan) terwijl de auto op de rotonde rijdt.
● De voorzijde van de auto staat omhoog of omlaag door de belading van de auto.
● De helderheid van het omgevingslicht is niet voldoende of verandert plotseling.
● Wanneer een verkeersbord voor trucks, enz. wordt herkend.
● Er wordt met de auto in een land gereden waar het verkeer aan de andere kant rijdt.
● De kaartgegevens van het navigatiesysteem zijn niet meer up-to-date. (auto's met
navigatiesysteem)
● Het navigatiesysteem werkt niet. (auto's met navigatiesysteem)
● De snelheidsinformatie die op het instrumentenpaneel wordt weergegeven verschilt
mogelijk van de informatie die wordt weergegeven op het navigatiesysteem (indien
aanwezig) als gevolg van de gebruikte kaartgegevens van het navigatiesysteem.
C-HR_HV_OM_Europe_OM10720E.book Page 408 Monday, October 11, 2021 9:41 AM
Page 413 of 818

4114-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
C-HR_HV_OM_Europe_OM10720E
WAARSCHUWING
■Voordat u de Dynamic Radar Cruise Control met volledig snelheidsbereik
gebruikt
● Voor veilig rijden is alleen de bestuurder verantwoordelijk. Vertrouw niet alleen op
het systeem en rijd voorzichtig door altijd goed op de omgeving te letten.
● De Dynamic Radar Cruise Control met volledig snelheidsbereik biedt ondersteu-
ning bij het rijden om de bestuurder te ontlasten. Er zijn echter grenzen aan de
geboden ondersteuning.
Lees de hierna gegeven aanwijzingen aandachtig door. Vertrouw niet blindelings
op dit systeem en rijd altijd voorzichtig.
• Omstandigheden waarin de sensor voorliggers mogelijk niet op de juiste manier
signaleert:
→Blz. 425
• Omstandigheden waaronder de afstandsregelmodus mogelijk niet goed werkt:
→Blz. 426
● Stel de geschikte snelheid in op basis van de snelheidslimiet, de verkeersintensi-
teit, de wegcondities, de weersomstandigheden, enz. De bestuurder is verantwoor-
delijk voor het controleren van de ingestelde snelheid.
● Zelfs als het systeem normaal werkt, kan de door het systeem gesignaleerde sta-
tus van de voorligger afwijken van de door de bestuurder waargenomen status.
Daarom moet de bestuurder altijd alert blijven, het gevaar van elke situatie inschat-
ten en veilig rijden. Volledig vertr ouwen op het systeem of aannemen dat het sys-
teem de veiligheid garandeert tijdens het rijden kan leiden tot een ongeval met
dodelijk of ernstig letsel als gevolg.
● Schakel de Dynamic Radar Cruise Control met volledig snelheidsbereik uit met de
toets ON-OFF als deze niet wordt gebruikt.
C-HR_HV_OM_Europe_OM10720E.book Page 411 Monday, October 11, 2021 9:41 AM
Page 415 of 818

4134-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
C-HR_HV_OM_Europe_OM10720E
WAARSCHUWING
■Situaties waarin de Dynamic Radar Crui se Control met volledig snelheidsbereik
niet kan worden gebruikt
Gebruik de Dynamic Radar Cruise Control met volledig snelheidsbereik niet in de
volgende situaties.
Als u dat wel doet, wordt de snelheid mogelijk niet goed geregeld, wat kan leiden tot
een ongeval met dodelijk of ernstig letsel tot gevolg.
● Op wegen met voetgangers, fietsers, enz.
● In druk verkeer
● Op wegen met scherpe bochten
● Op slingerende wegen
● Op wegen die door regen, ijs of sneeuw glad zijn
● Op steile afdalingen of bij afwisselend sterk dalende en sterk stijgende wegen
Bij het afdalen van een helling kan de rijsnelheid de geprogrammeerde snelheid
overschrijden.
● Op invoegstroken van autowegen en snelwegen
● Als de weersomstandigheden zo slecht zijn dat ze een juiste signalering door de
sensoren onmogelijk zouden kunnen maken (mist, sneeuw, zandstorm, zware
regenval, enz.)
● Als er regen, sneeuw, enz. op de voorzijde van de radar of de camera voor zit
● In verkeersomstandigheden waarbij herhaaldelijk accelereren en decelereren
noodzakelijk is
● Bij het rijden met een aanhangwagen of tijdens het slepen in een noodgeval
● Als er vaak een naderin gswaarschuwing hoorbaar is
C-HR_HV_OM_Europe_OM10720E.book Page 413 Monday, October 11, 2021 9:41 AM
Page 416 of 818

4144-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
C-HR_HV_OM_Europe_OM10720E
In deze modus registreert een radar of er binnen ongeveer 100 meter voor u
een voertuig rijdt. Deze sensor wordt tevens gebruikt om de afstand tussen
uw auto en de voorligger te berekenen en een geschikte afstand tussen uw
auto en de voorligger te handhaven. De gewenste tussenafstand kan tevens
met de afstandsschakelaar worden ingesteld.
Bij het afdalen van een helling kan de tussenafstand korter worden.
Voorbeeld van het rijden met een constante snelheid
Wanneer er geen voorliggers zijn
De auto rijdt met de snelheid die door de bestuurder is ingesteld.
Rijden in de afstandsregelmodus
C-HR_HV_OM_Europe_OM10720E.book Page 414 Monday, October 11, 2021 9:41 AM
Page 425 of 818

4234-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
C-HR_HV_OM_Europe_OM10720E
■De Dynamic Radar Cruise Control met volledig snelheidsbereik kan worden
gebruikt als
● De selectiehendel in stand D staat.
● De gewenste snelheid kan worden ingesteld wanneer de rijsnelheid ongeveer 30 km/
h of hoger is.
(Als de snelheid echter wordt ingesteld terwijl de rijsnelheid lager is dan ongeveer 30
km/h, wordt de snelheid ingesteld op ongeveer 30 km/h.)
■ Accelereren na het instel len van de rijsnelheid
Bedien het gaspedaal om te accelereren. Na het accelereren gaat de auto weer rijden
met de ingestelde snelheid. Als de afstandsregelmodus is ingeschakeld, neemt de rijs-
nelheid echter mogelijk af tot onder de ingestelde snelheid, zodat de afstand tot de
voorligger gehandhaafd blijft.
■ Als de auto stopt tijdens rijden met de volgregeling
● Door hendel omhoog te drukken terwijl de voor ligger stopt, wordt, als de voorligger
begint te rijden, binnen ongeveer 3 seconden nadat de hendel omhoog is gedrukt het
rijden met de volgregeling hervat.
● Als de voorligger binnen 3 seconden nadat uw auto is gestopt begint te rijden, wordt
het rijden met de volgregeling hervat.
■ Automatisch uitschakelen van de afstandsregelmodus
De afstandsregelmodus wordt automatisch uitgeschakeld in de volgende situaties:
● De VSC is geactiveerd.
● De TRC is gedurende een bepaalde periode geactiveerd.
● Wanneer de VSC of TRC wordt uitgeschakeld.
● De sensor kan niet goed signaleren omdat hij ergens door bedekt is.
● Pre Crash Brake-functie is geactiveerd.
● De parkeerrem is geactiveerd.
● De auto wordt door het systeem stilgezet op een steile helling.
● Als de auto door het systeem is stilgezet, wordt het volgen van de voorligger in de
volgende gevallen niet hervat:
• De bestuurder draagt geen veiligheidsgordel.
• Het bestuurdersportier wordt geopend.
• De auto staat langer dan 3 minuten stil.
Als de afstandsregelmodus om een andere dan de hierboven genoemde redenen
automatisch uitgeschakeld wordt, kan er een storing in het systeem aanwezig zijn.
Neem contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
C-HR_HV_OM_Europe_OM10720E.book Page 423 Monday, October 11, 2021 9:41 AM
Page 427 of 818

4254-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
C-HR_HV_OM_Europe_OM10720E■
Omstandigheden waarin de sensor voorligg ers mogelijk niet op de juiste manier
signaleert
Bedien in onderstaande gevallen en afhankelijk van de omstandigheden het rempe-
daal wanneer het systeem onvoldoende decelereert of bedien het gaspedaal wanneer
moet worden geaccelereerd.
Omdat de sensor deze voertuigen wellicht niet op de juiste manier signaleert, wordt er
mogelijk geen naderingswaarschuwing ( →Blz. 420) gegeven.
● Auto's die plotseling voor u invoegen
● Auto's die met lage snelheden rijden
● Auto's die niet op dezelfde rijstrook rijden
● Voertuigen met een relatief kleine achterzijde (aanhangwagens zonder lading, enz.)
● Motorfietsen die op dezelfde rijstrook rijden
● Als door omringend verkeer opgeworpen water of sneeuw de signalering door de
sensor hindert
●Als de achterzijde van de auto ver ingezakt is
(omdat er zware lading in de bagageruimte
vervoerd wordt, enz.)
● De voorligger heeft een extreem grote
bodemvrijheid
C-HR_HV_OM_Europe_OM10720E.book Page 425 Monday, October 11, 2021 9:41 AM
Page 428 of 818

4264-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
C-HR_HV_OM_Europe_OM10720E■
Omstandigheden waaronder de afstandsregelmodus mogelijk niet goed werkt
Bedien indien nodig in onderstaande gevallen het rempedaal (of, afhankelijk van de
situatie, het gaspedaal).
Doordat de sensor voorliggers mogelijk niet op de juiste manier signaleert, werkt het
systeem mogelijk niet goed.
● Als uw voorligger plotseling decelereert
● Als u op een weg rijdt die wordt omgeven door een constructie, zoals in een tunnel of
op een ijzeren brug
● Als de rijsnelheid afneemt tot de ingestelde snelheid na acceleratie van de auto door
intrappen van het gaspedaal.
●
Als de weg erg bochtig is of de rijstroken erg
smal zijn
● Als u veelvuldig stuurcorrecties moet uitvoe-
ren of frequent van rijstrook wisselt
C-HR_HV_OM_Europe_OM10720E.book Page 426 Monday, October 11, 2021 9:41 AM
Page 439 of 818

437
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
C-HR_HV_OM_Europe_OM10720E
BSM (Blind Spot Monitor)∗
De Blind Spot Monitor is een systeem dat radarsensoren aan de linker en
rechter binnenzijde van de achterbumper gebruikt om de bestuurder te hel-
pen de veiligheid te controleren bij het wisselen van rijstrook.Indicatoren in buitenspiegel
Wanneer een auto wordt gesignaleerd in de dode hoek van de buitenspiegels of
van achteren snel de dode hoek nadert, gaat de indicator in de buitenspiegel aan
die zijde branden. Als de richtingaanwijzerschakelaar wordt bediend in de richting
van de zijde waar een auto wordt gesignaleerd, gaat de indicator in de buitenspie-
gel knipperen.
Controlelampje BSM OFF
Gaat branden wanneer de Blind Spot Monitor wordt uitgeschakeld.
∗: Indien aanwezig
Overzicht van de Blind Spot Monitor
C-HR_HV_OM_Europe_OM10720E.book Page 437 Monday, October 11, 2021 9:41 AM