MPG TOYOTA C-HR 2023 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2023, Model line: C-HR, Model: TOYOTA C-HR 2023Pages: 522, PDF Size: 72.38 MB
Page 258 of 522

WAARSCHUWING!(Vervolg)
De bestuurder moet ook zorgen voor
voldoende pauzes als hij moe is,
bijvoorbeeld als hij langere tijd heeft
gereden.
• Als u niet op de juiste manier rijdt en
niet goed oplet, kan dat leiden tot
een ongeval met dodelijk of ernstig
letsel tot gevolg.
WAARSCHUWING!
Situaties die niet geschikt zijn voor
gebruik van het LTA-systeem
Gebruik in de volgende gevallen de
toets LTA om het systeem uit te
schakelen. Als u dat niet doet, kan dat
leiden tot een ongeval met dodelijk of
ernstig letsel tot gevolg.
• Er wordt gereden op een wegdek dat
glad is door regenachtig weer,
sneeuwval, vorst, enz.
• Er wordt gereden op een met sneeuw
bedekte weg.
• Witte (gele) lijnen zijn moeilijk te zien
door regen, sneeuw, mist, stof, enz.
• Er wordt gereden in een tijdelijke
rijstrook of een smalle rijstrook door
wegwerkzaamheden.
• Er wordt gereden in een gebied met
wegwerkzaamheden.
• Er is/zijn een reservewiel,
sneeuwkettingen, enz. gemonteerd.
• Als de banden erg versleten zijn of als
de bandenspanning te laag is.
• Bij het rijden met een aanhangwagen
of tijdens het slepen in een
noodgeval
Voorkomen van storingen in het
LTA-systeem en onbedoeld
uitgevoerde handelingen
• Breng geen wijzigingen aan de
koplampen aan en plak geen stickers
op het lampglas.
WAARSCHUWING!(Vervolg)
•Breng geen wijzigingen aan de
wielophanging, enz. aan Neem contact
op met een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige indien de
wielophanging enz. moet worden
vervangen.
• Monteer of plaats geen voorwerpen
op de motorkap of de grille. Monteer
ook geen accessoires aan de
voorzijde van de auto (bullbars, enz.).
• Als uw voorruit gerepareerd moet
worden, neem dan contact op met
een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
WAARSCHUWING!
Omstandigheden waaronder de
functies mogelijk niet goed werken
In de volgende situaties werken de
functies mogelijk niet goed, waardoor
de auto zijn rijstrook zou kunnen
verlaten. Houd om veilig te rijden de
omgeving steeds goed in de gaten,
bedien het stuurwiel om de rijrichting
van de auto te corrigeren en vertrouw
niet uitsluitend op de werking van het
systeem.
• Wanneer het display voor rijden met
de volgregeling wordt weergegeven
(→blz. 261) en de voorligger van
rijstrook wisselt. (Uw auto volgt
mogelijk de voorligger en wisselt ook
van rijstrook.)
4.5 Gebruik van de ondersteunende systemen
256
Page 260 of 522

WAARSCHUWING!
• De verkeerslijnen zijn geel (waardoor
ze mogelijk moeilijker te herkennen
zijn dan witte lijnen).
• De witte (gele) lijnen lopen over een
stoeprand, enz.
• Er wordt met de auto gereden op een
helder oppervlak, zoals beton.
• Als de rand van de weg niet duidelijk
of niet recht is.
• Er wordt met de auto gereden op een
oppervlak dat helder is als gevolg
van gereflecteerd licht, enz.
• Er wordt met de auto gereden in een
gebied waar de helderheid
plotseling verandert, zoals bij in- en
uitgangen van tunnels.
• Licht van de koplampen van een
tegenligger, de zon, enz. dringt de
camera binnen.
• Er wordt gereden op een helling.
• Er wordt gereden op een weg die
naar links of rechts helt of op een
bochtige weg.
• Er wordt gereden op een onverharde
of ongelijkmatige weg.
• De rijstrook is zeer smal of breed.
• De auto helt sterk over door het
vervoeren van zware bagage of door
een onjuiste bandenspanning.
• De afstand tot de voorligger is
extreem kort.
• De auto beweegt vaak op en neer ten
gevolge van de wegomstandigheden
tijdens het rijden (slechte wegen of
naden in het wegdek).
• Wanneer u met uitgeschakelde
koplampen in een tunnel of in het
donker rijdt of wanneer een koplamp
gedimd wordt doordat het lampglas
vuil of niet goed uitgelijnd is.
• De auto heeft last van zijwind.
• De auto krijgt een windstoot door
een passerend voertuig op een
naastgelegen rijstrook.
WAARSCHUWING!(Vervolg)
• De auto is net van rijstrook gewisseld
of een kruising overgestoken.
• Er worden banden gebruikt met
verschillende structuren of profielen
of van verschillende fabrikanten of
merken.
• Als er een andere maat banden dan
voorgeschreven is gemonteerd
• Er zijn winterbanden, enz.
gemonteerd.
• Er wordt gereden met extreem hoge
snelheden
Functies die zijn opgenomen in het
LTA-systeem
Werking Lane Departure Alert
Wanneer het systeem vaststelt dat de
auto de rijstrook of de rijbaan* dreigt te
verlaten, wordt er een waarschuwing
weergegeven op het multi-
informatiedisplay en klinkt er een
waarschuwingszoemer om de bestuurder
te waarschuwen.
4.5 Gebruik van de ondersteunende systemen
258
Page 380 of 522

WAARSCHUWING!(Vervolg)
• Wanneer het bovenste deel van de
voorruit waar de regensensor is
geplaatst met de hand wordt
aangeraakt
• Wanneer een natte doek of iets
dergelijks in de buurt van de
regensensor wordt gehouden
• Als iets tegen de voorruit stoot
• Als u het regensensorhuis aanraakt
of als iets in aanraking komt met de
regensensor
Voorzorgsmaatregelen met
betrekking tot de uitlaatpijp
Uitlaatgassen zorgen ervoor dat de
uitlaatpijp tamelijk heet wordt.
Raak wanneer u de auto wast de
uitlaatpijp niet aan totdat deze
voldoende is afgekoeld, aangezien het
aanraken van een hete uitlaatpijp
brandwonden kan veroorzaken.
Voorzorgsmaatregelen met
betrekking tot de achterbumper met
de Blind Spot Monitor (indien
aanwezig)
Als de lak van de achterbumper is
geschilferd of bekrast, kan een storing
optreden in het systeem. Neem, als dit
gebeurt, contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
OPMERKING
Aantasting van de lak en corrosie van
de carrosserie en onderdelen
(lichtmetalen velgen, enz.) voorkomen
• Was de auto zo spoedig mogelijk:
– Na het rijden in een kustgebied
– Na het rijden over gepekelde wegen
– Als er zich teer of boomsappen op
de lak bevinden
– Als er zich dode insecten, insecten-
of vogelpoep op de lak bevinden
– Na het rijden in gebieden waar
sprake is van veel rook, stof,
ijzerdeeltjes of chemische stoffen
– Als de auto erg vuil is geworden van
stof of modder
– Als er brandstof op de lak is gemorst
• Als de lak is geschilferd of bekrast, laat
deze dan direct herstellen.
• Verwijder vuil van de velgen en berg
ze op een droge plaats op om te
voorkomen dat de velgen tijdens de
opslag gaan corroderen.
Voorkomen van beschadiging van de
ruitenwisserarmen voor
Trek eerst de ruitenwisserarm aan de
bestuurderszijde omhoog en daarna die
aan de passagierszijde. Begin, als u de
ruitenwisserarmen weer in hun
oorspronkelijke stand terugzet, aan de
passagierszijde.
Schoonmaken van de verlichting aan
de buitenzijde
• Was deze met de nodige
voorzichtigheid. Gebruik geen
organische oplosmiddelen en borstel
ze ook niet af met een harde borstel.
Dit kan het oppervlak van de lampen
beschadigen.
• Breng geen was aan op de lenzen. Was
kan het lampglas beschadigen.
Wassen in een autowasstraat
Zet de ruitenwisserschakelaar in stand
OFF.
Als de ruitenwisserschakelaar in stand
AUTO staat, kunnen de ruitenwissers in
6.1 Onderhoud en verzorging
378
Page 430 of 522

2. Verwijder de lamp.
3. Plaatsen: Herhaal de genoemde
stappen in omgekeerde volgorde.
Richtingaanwijzers opzij
1.
Maak met een sleufkopschroevendraaier
de klauw van de buitenspiegelkap los.
Omwikkel de schroevendraaier met
tape om te voorkomen dat de auto
wordt beschadigd.2. Maak de klauwen van de kap over de
hele omtrek los.
3.
Maak de klauw aan de onderzijde van de
kap los en verwijder vervolgens de kap.
4.Verwijder met een
sleufkopschroevendraaier het lampglas.
6.3 Zelf uit te voeren onderhoud
428
Page 431 of 522

5. Verwijder de fitting uit het huis van de
richtingaanwijzer opzij.
6. Verwijder de lamp.
7. Verwijder de fitting uit het huis van de
richtingaanwijzer opzij.
Breng de groeven op de fitting in lijn
met het huis van de richtingaanwijzer
opzij.
8. Plaats het lampglas.1Steek de klauw van het lampglas
in de opening.
2Bevestig het lampglas.
Plaats de bedrading aan de
achterzijde van het lampglas.
9. Steek de klauw van de kap in de
opening.
10. Maak de klauw vast aan de onderzijde
van de kap.
6.3 Zelf uit te voeren onderhoud
429
6
Onderhoud en verzorging
Page 432 of 522

11. Maak de klauwen van de kap over de
hele omtrek vast.
Controleer tot slot of de buitenste
klauw goed is vastgemaakt.
Vervangen van de volgende lampen
Laat de onderstaande lampen vervangen
door een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
• Koplampen
• Parkeerlichten voor/dagrijverlichting
• Richtingaanwijzers voor (auto's met
led-richtingaanwijzers)
• Mistlampen voor (auto's met
led-mistlampen voor)
• Rem-/achterlichten (auto's met
led-rem-/achterlichten)
• Richtingaanwijzers achter (auto's met
led-richtingaanwijzers)
• Achteruitrijlichten (auto's met
led-achteruitrijlichten)
• Mistachterlicht (auto's met
led-mistachterlicht)
• Derde remlicht
• Buitenspiegelverlichting (indien
aanwezig)Ledlampen
De volgende soorten verlichting hebben
leds. Laat een defecte led vervangen
door een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
• Koplampen
• Parkeerlichten voor/dagrijverlichting
• Richtingaanwijzers voor (auto's met
led-richtingaanwijzers)
• Mistlampen voor (auto's met
led-mistlampen voor)
• Rem-/achterlichten (auto's met
led-rem-/achterlichten)
• Richtingaanwijzers achter (auto's met
led-richtingaanwijzers)
• Achteruitrijlichten (auto's met
led-achteruitrijlichten)
• Mistachterlicht (auto's met
led-mistachterlicht)
• Derde remlicht
• Buitenspiegelverlichting (indien
aanwezig)
Condensvorming aan de binnenzijde
van het lampglas
Het tijdelijk beslaan van de binnenzijde
van het koplampglas is normaal.
Neem in de volgende gevallen contact
op met een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige voor meer informatie:
• Als er erg veel condens aan de
binnenzijde van het koplampglas zit.
• Als de binnenzijde van de koplamp nat
is en blijft.
Bij het vervangen van lampen
→Blz. 422
6.3 Zelf uit te voeren onderhoud
430
Page 501 of 522

Wijzigen op het scherm van het
navigatie-/ multimediasysteem (indien
aanwezig)
Ty p e A
1. Druk op de toets MENU.
2. Selecteer “Setup” (instellingen) op
het menuscherm en selecteer
“Vehicle” (auto).
3. Selecteer “Vehicle customisation”
(voertuigaanpassingen).
Er kunnen verschillende instellingen
worden gewijzigd. Raadpleeg het
overzicht met instellingen die kunnen
worden gewijzigd voor meer informatie.
Ty p e B
1. Selecteer
in het hoofdmenu.
2. Selecteer “Vehicle customize”
(voertuig aanpassen).
Er kunnen verschillende instellingen
worden gewijzigd. Raadpleeg het
overzicht met instellingen die kunnen
worden gewijzigd voor meer
informatie.
Systemen met mogelijkheden voor persoonlijke voorkeursinstellingen
Sommige voorkeursinstellingen zijn van invloed op de instellingen van andere functies.
Neem voor meer informatie contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
1Instellingen die u met behulp van het multi-informatiedisplay kunt wijzigen
2Instellingen die u met behulp van het scherm van het navigatie-/multimediasysteem
kunt wijzigen (indien aanwezig)
3Instellingen die door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige kunnen worden gewijzigd
Definitie van symbolen: O = beschikbaar, — = niet beschikbaar
Meters, tellers en multi-informatiedisplay (→blz. 107)
FunctieStandaardin-
stellingPersoonlijke
voorkeursin-
stelling123
Taal*1Engels*2OO*4–
Eenheden
*1km (l/100 km)km (km/liter)
OO*4–
mijlen (MPG)
EV-controlelampjeAan (zelfontste-
kend)Uit O – –
Rij-informatie 1Actueel brand-
stofverbruik
(weergave me-
ter)
*3O– –
Gemiddeld
brandstofver-
bruik (sinds re-
setten)
Rij-informatie 2Afstand (actie-
radius)
*3O– –
Gemiddelde
rijsnelheid
(sinds resetten)
8.2 Persoonlijke voorkeursinstellingen
499
8
SPECIFICATIES