eCall is een telematicadienst die gebruik-
maakt van gegevens van het Global
Navigation Satellite System (GNSS) en
ingebouwde cellulaire technologie,
waardoor de volgende noodoproepen
mogelijk zijn: automatische noodopro-
epen (automatische melding van een
aanrijding) en handmatige noodoproepen
(door het indrukken van de toets SOS).
Deze dienst is door regelgeving van de
Europese Unie verplicht gesteld.
Systeemonderdelen
1Microfoon
2Toets SOS*
3Controlelampjes
4Luidspreker
*:Deze toets is bestemd voor communicatie
met de eCall-medewerker. Andere
SOS-toetsen van overige systemen van een
auto hebben geen betrekking op het
apparaat en zijn niet bestemd voor
communicatie met de eCall-medewerker.
Noodoproepdiensten
Automatische noodoproepen
Als een airbag wordt geactiveerd, belt het
systeem automatisch het eCall-
controlecentrum.
*De medewerker van
het controlecentrum ontvangt de locatie
van de auto, het tijdstip waarop het
ongeval plaatsvond en het VIN van deauto, en probeert de inzittenden van de
auto te spreken om de ernst van de
situatie te beoordelen. Als de inzittenden
niet in staat zijn om te communiceren,
behandelt de medewerker de oproep als
een noodgeval, neemt hij of zij contact op
met de dichtstbijzijnde hulpdiensten
(112, enz.) en verzoekt hij of zij om
assistentie ter plaatse.
*: In sommige gevallen kan er geen
oproep worden verzonden. (→Blz. 60)
Handmatige noodoproepen
Druk in een noodsituatie op de toets SOS
om het eCall-controlecentrum te bellen.
*
De medewerker van het controlecentrum
zal de locatie van uw auto bepalen, de
situatie beoordelen en de benodigde
hulpdiensten sturen. Open de afdekking
voordat u op de toets SOS drukt.
Als u per ongeluk op de toets SOS hebt
gedrukt, zeg dan tegen de medewerker
dat er geen sprake is van een noodgeval.
*: In sommige gevallen kan er geen
oproep worden verzonden. (→Blz. 60)
Controlelampjes
Wanneer het contact AAN wordt gezet,
gaat het rode controlelampje gedurende
10 seconden branden en gaat vervolgens
het groene controlelampje branden om
aan te geven dat het systeem is
ingeschakeld. De controlelampjes geven
het volgende aan:
• Als het groene controlelampje gaat
branden en blijft branden, is het
systeem ingeschakeld.
1 .3 Noodoproep
59
1
Veiligheid en beveiliging