sensor TOYOTA COROLLA CROSS 2022 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2022, Model line: COROLLA CROSS, Model: TOYOTA COROLLA CROSS 2022Pages: 562, PDF Size: 89.56 MB
Page 435 of 562

Startknop (→blz. 142)
Functie Persoonlijke voorkeursinstellingABC
Persoonlijke voorkeursinstel-
lingen ACC
In-/uitschakelen stand ACCAan/Uit O — O
Automatische verlichting (→blz. 156)
FunctieStandaardinstel-
lingPersoonlijke
voorkeursinstel-
lingABC
Gevoeligheid lichtsensor*Standaard -40 - 40% O — O
Extended Headlight Lighting-
systeem (tijd die verstrijkt
voordat de koplampen auto-
matisch worden uitgescha-
keld)30 seconden60 seconden
—— O 90 seconden
120 seconden
*Deze instelling is afhankelijk van de instellingen in My Settings.
PCS (Pre-Crash Safety-systeem) (→blz. 175)
Functie Persoonlijke voorkeursinstellingABC
Waarschuwingstiming Later, standaard, eerder — O —
PCS (Pre-Crash Safety-
systeem)
*Aan, uit — O —
*Het systeem wordt automatisch ingeschakeld telkens wanneer het contact AAN wordt
gezet.
LDA (Lane Departure Alert) (→blz. 187)
Functie Persoonlijke voorkeursinstellingABC
LDA (Lane Departure Alert) Aan, uit — O —
Waarschuwingstiming Standaard, eerder — O —
Waarschuwingsopties Trilling, piepsignaal — O —
Suggestie rustpauze bestuurder (→blz. 190)
Functie Persoonlijke voorkeursinstellingABC
Suggestie rustpauze bestuur-
derAan, uit — O —
8.2 Persoonlijke voorkeursinstellingen
433
8
Voertuigspecificaties
Page 437 of 562

Toyota Parking Assist-sensor*(→blz. 214)
Functie Persoonlijke voorkeursinstellingABC
Toyota Parking Assist-sensor Aan, uit — O —
Zoemervolume Niveau 1, niveau 2, niveau 3 — O —
*Indien aanwezig
PKSB (Parking Support Brake)
*(→blz. 232)
Functie Persoonlijke voorkeursinstellingABC
PKSB (Parking Support Brake) Aan, uit — O —
*Indien aanwezig
RCTA (Rear Crossing Traffic Alert)
*1(→blz. 223)
Functie Persoonlijke voorkeursinstellingABC
RCTA (Rear Crossing Traffic
Alert)Aan, uit — O —
Zoemervolume
*2Niveau 1, niveau 2, niveau 3 — O —
*1Indien aanwezig
*2Het geluidsvolume is gekoppeld aan de Toyota Parking Assist-sensor en RCTA
RCD (Rear Camera Detection)
*(blz. 228)
Functie Persoonlijke voorkeursinstellingABC
RCD (Rear Camera Detection) Aan, uit — O —
*Indien aanwezig
Safe Exit Assist
*(→blz. 268)
Functie Persoonlijke voorkeursinstellingABC
Safe Exit Assist Aan, uit — O —
Waarschuwingstiming Vroeg, gemiddeld, laat — O —
Buitenspiegel Aan, uit — O —
*Indien aanwezig
8.2 Persoonlijke voorkeursinstellingen
435
8
Voertuigspecificaties
Page 443 of 562

• Staat het contact AAN?
Als u de selectiehendel niet in een
andere stand kunt zetten na het
intrappen van het rempedaal terwijl
het contact AAN staat. (→Blz. 149)
Het stuurwiel kan niet
worden gedraaid nadat
het hybridesysteem is
uitgeschakeld
• Het wordt automatisch vergrendeld
om diefstal van de auto te voorkomen.
(→Blz. 143)
De ruiten kunnen niet
worden geopend of ge-
sloten met de schakelaars
van de ruitbediening
• Is de blokkeerschakelaar van de
ruitbediening ingedrukt?
De elektrisch bedienbare ruiten,
behalve die van het
bestuurdersportier, kunnen niet
worden bediend als de
blokkeerschakelaar van de
ruitbediening wordt ingedrukt.
(→Blz. 127)
• De auto power off-functie wordt
bediend als het contact gedurende
een bepaalde tijd in stand ACC of AAN
staat (het hybridesysteem werkt niet).
(→Blz. 146)
Tijdens het rijden klinkt
een
waarschuwingszoemer
• Het controlelampje van de
veiligheidsgordel knippert
Dragen de bestuurder en de
passagiers hun veiligheidsgordel?
(→Blz. 374)
• Het waarschuwingslampje van de
parkeerrem brandt
Is de parkeerrem gedeactiveerd?
(→Blz. 151)Afhankelijk van de situatie klinken er
mogelijk ook andere soorten
waarschuwingszoemers. (→Blz. 372,
blz. 380)
Er wordt een alarm geac-
tiveerd en de claxon
klinkt (auto's met
alarmsysteem)
• Heeft iemand een portier geopend of
bewoog er iets in de auto tijdens het
instellen van het alarm?
De sensor signaleert dit en laat het
alarm klinken. (→Blz. 66)
Voer een van de onderstaande
handelingen uit om het alarm te
deactiveren of uit te schakelen:
• Ontgrendel de portieren of open de
achterklep met de instapfunctie
(indien aanwezig) of de
afstandsbediening.
• Schakel het hybridesysteem in. (Het
alarm wordt na enkele seconden
gedeactiveerd of uitgeschakeld.)
Bij het verlaten van de
auto klinkt een
waarschuwingszoemer
• Wordt de melding weergegeven op
het multi-informatiedisplay?
Controleer de melding op het
multi-informatiedisplay. (→Blz. 380)
Er gaat een waarschu-
wingslampje branden of
er wordt een waarschu-
wingsmelding
weergegeven
• Wanneer een waarschuwingslampje
gaat branden of een
waarschuwingsmelding wordt
weergegeven, raadpleeg dan blz. 372,
blz. 380.
Wat moet u doen als... (Problemen oplossen)
441
Page 515 of 562

Millimetergolf-radarsensor
Verklaringen
513
Page 556 of 562

Antidiefstalsysteem
Alarm*..................66
Bedienen van het systeem......65
De inbraaksensor............68
Inschakelen/uitschakelen/uitzetten
van het alarmsysteem.........66
Inschakelen/uitschakelen van de
supervergrendeling..........66
Startblokkering.............65
Supervergrendeling*.........65
Bedienen van verlichting en
ruitenwissers
AHB (Automatic High Beam). . . .158
Bedienen van de
ruitenwisserhendel......162 , 165
Bedieningsinstructies.....156 , 161
Draaiknop koplampverstelling . . .158
Extended Headlight Lighting-
systeem................158
Gebruik van het Automatic High
Beam-systeem............159
Handmatig in- en uitschakelen
van het grootlicht..........160
Inschakelen van het grootlicht . . .157
Lichtschakelaar............156
Ruitenwisser en -sproeier achter .165
Ruitenwissers en -sproeiers. . . .162
Schakelaar mistlampen.......161
Belangrijke informatie
Alarmknipperlichten.........366
Als de auto onder water staat
of het water op de weg stijgt. . . .367
Als uw auto in geval van nood tot
stilstand moet worden gebracht . .366
Bedieningsinstructies........366
De auto tot stilstand brengen . . .366
Favoriete instellingen
My Settings..............128
Opgeslagen functies.........128
Types authenticatie-apparaten . .128
Gebruik van de airconditioning en de
achterruitverwarming
Automatische airconditioning . . .288
Bedieningsinstructies........295
Bedieningspaneel
airconditioning............288Gebruik van de automatische
modus.................292
Gebruik van de geconcentreerde
luchtcirculatiemodus voorstoel
(S-FLOW-modus)..........293
Overzicht en bediening
uitstroomopeningen.........293
Stuurwielverwarming*/
stoelverwarming*..........294
Voorruitverwarming (indien
aanwezig)...............292
Gebruik van de interieurverlichting
Bedienen van de
interieurverlichting.........296
Bedienen van de leeslampjes. . . .297
Overzicht interieurverlichting . . .296
Plaats van de interieurverlichting .296
Gebruik van de ondersteunende
systemen
Basisfuncties..........187 , 197
Begeleidingsschermen
Advanced Park............250
Beschrijving functie........
.244
Bewegende voertuigen achter
de auto (indien aanwezig)......240
Bijwerken van de software.....168
Blokkeerfase..............210
BSM (Blind Spot Monitor)*.....210
Controleren van de Toyota Safety
Sense-versie van uw auto......168
Cruise control.............203
Detectiebereik systeem.......219
Display werking van ondersteuning
stuurwielbediening..........187
Door Toyota Safety Sense
gebruikte sensoren..........170
Dynamic Radar Cruise Control . . .195
Dynamic Radar Cruise Control met
Road Sign Assist
(indien aanwezig)...........202
Fase voor afremmen en tot
stilstand brengen...........210
Functie fileparkeren Advanced
Park...................256
Functie haaks inparkeren
(vooruit/achteruit)..........252
Functie inhaalbeveiliging......202
Functies................245
Trefwoordenlijst
554
Page 557 of 562

Functie voor verlaging van de
bochtensnelheid...........201
Functie wegrijden uit fileparkeervak
Advanced Park............259
Functie wegrijden uit haaks
parkeervak (vooruit/achteruit)
Advanced Park............254
Gebruik van de cruise control. . . .204
Gebruik van de Dynamic
Radar Cruise Control.........198
Gebruik van de
snelheidsbegrenzer.........206
Geheugenfunctie Advanced Park .261
GPF-systeem (benzineroetfilter)* .273
In- en uitschakelen van
Advanced Park............250
In- en uitschakelen van het
Safe Exit Assist-systeem......270
Inhoud van het gedeelte van de
handleiding over Toyota Safety
Sense..................168
Inschakelen/uitschakelen van de PKSB
(Parking Support Brake).......233
Inschakelen/uitschakelen
van de RCD-functie.........229
Inschakelen/uitschakelen
vandeRCTA..............223
In-/uitschakelen van de
Blind Spot Monitor..........212
In-/uitschakelen van het systeem .186
LDA (Lane Departure Alert). . . .187
LTA-functies..............184
LTA (Lane Tracing Assist)......184
Naderingswaarschuwing......201
Noodstopsysteem..........208
Ondersteunende systemen.....274
Ondersteunend systeem......170
Ondersteuning voor
rijstrookwisseling...........202
Overzicht systeem..........235
Overzicht van de ondersteunende
systemen................274
PCS (Pre-Crash Safety-systeem) .175
PKSB (Parking Support Brake)* . .232
PKSB-systeem
(Parking Support Brake).......232
RCD-functie
(Rear Camera Detection)*......228
RCTA ..................224
RCTA (Rear Crossing Traffic
Alert)*.................223Rijmodusselectieschakelaar. . . .273
RSA (Road Sign Assist) (indien
aanwezig)...............192
Safe Exit Assist*...........268
Samenvatting van het systeem . .209
Scherm audiosysteem........229
Schermen en bediening.......191
Selecteren van een rijmodus. . . .273
Signaleerbare objecten.......175
Snelheidsbegrenzer
(indien aanwezig)...........205
Snelheidsbegrenzer met
Road Sign Assist...........207
Software-update Toyota Safety
Sense*.................167
Soorten camera's en sensoren
die worden gebruikt voor Advanced
Park...................248
Soorten ondersteunde
verkeersborden............193
Stilstaande objecten rond de auto
(auto's met Advanced Park)
(indien aanwezig)...........243
Stilstaande objecten voor en
achter de auto (indien aanwezig) .237
Systeemfuncties...........175
Systeemonderdelen . .198 , 204, 205,
210, 214, 223, 268
Toyota Parking Assist-sensor* . . .214
Toyota Parking Assist-sensor
in-/uitschakelen...........215
Toyota Safety Sense.........169
Toyota Teammate Advanced
Park*..................244
Uitschakelen/onderbreken
Advanced Park............266
Voetgangers achter de auto
(indien aanwezig)...........241
Waarschuwingsfase 1........209
Waarschuwingsfase 2........209
Waarschuwingsfunctie.......193
Waarschuwingsfunctie obstakel
(auto's met Advanced Park).....221
Wanneer een voetganger wordt
gesignaleerd..............229
Weergavefunctie...........192
Weergaven en zoemers voor
begrenzingsregeling hybridesysteem
en remregeling............233
Weergegeven meldingen
Advanced Park............267
Trefwoordenlijst
555
Page 562 of 562

Voor een veilig gebruik
Afstellen van de hoogte van het
schouderbevestigingspunt van de
veiligheidsgordel (voorstoelen) . . .26
Afstellen van de spiegels.......24
Airbags..................28
Belangrijke voorzorgsmaatregelen
in verband met uitlaatgassen....34
De juiste houding achter het stuur .23
Gordelspanners (voorstoelen en
buitenste zitplaatsen achter).....27
Juist gebruik van de
veiligheidsgordels.........24,25
SRS-airbagsysteem..........28
Vast- en losmaken van de
veiligheidsgordel............26
Veiligheidsgordels...........24
Veilig rijden...............23
Vloermat.................22
Voordat u gaat rijden.........22
Wat moet u doen als...
(Problemen oplossen)
Als u denkt dat er iets mis is. . . .440
De portieren kunnen niet worden
vergrendeld, ontgrendeld,
geopend of gesloten.........440
Wanneer zich een probleem heeft
voorgedaan..............442
Wat moet u doen als...
(Problemen oplossen)........440
Zelf uit te voeren onderhoud
12V-accu (2ZR-FXE motor).....332
12V-accu (M20A-FXS motor) . . .334
Als stof en verontreinigingen niet
volledig kunnen worden
verwijderd...............352
Banden.................336
Bandenspanning...........348
Bandenspanningswaarschu-
wingssysteem.............338
Batterij elektronische sleutel. . . .354
Batterij vervangen..........355
Belangrijke aanwijzingen voor
lichtmetalen velgen.........350
Controleren en vervangen van
zekeringen...............356
Controleren van de banden.....336
Controle van motorolie.......327Controle van radiateur en
condensor...............331
De toestand van de 12V-accu
controleren..............336
Exterieur................336
Informatielabel bandenspanning .348
Instellen van de bandenspanning .342
Interieurfilter.............350
Keuzevanvelg ............349
Koelvloeistof controleren......330
Lampen.................359
Lampen vervangen..........360
Motorkap................324
Motorolie bijvullen..........329
Motorruimte.............
.326
Onderdelen..............326
Onderhoud..............322
Openen van de motorkap......324
Plaats..................334
Plaatsen van
bandenspanningssensoren en
-zenders................340
Plaatsen van een garagekrik. . . .325
Plaats lampen.............359
Plaats van het kriksteunpunt. . . .325
Registratie van de positie van elk
wiel na het wisselen van banden . .341
Registreren van
identificatiecodes..........344
Ruitensproeiervloeistof.......334
Schoonmaken van de
ventilatieopening...........352
Schoonmaken van de
ventilatieopening en het filter van het
batterijpakket (tractiebatterij) . . .352
Uitschakelen van de elektrisch
bedienbare achterklep
(indien aanwezig)...........359
Verwijderen van de afdekkap
vande12V-accu...........334
Verwijderen van het
interieurfilter.............350
Voordat u een lamp vervangt. . . .359
Voorzorgsmaatregelen bij zelf
uit te voeren onderhoud.......322
Wielen.................349
Wielenset selecteren.........347
Wisselen van banden........338
Zaken die u dient klaar te leggen . .355
Zoekmethoden................9
Trefwoordenlijst
560