ESP TOYOTA COROLLA HATCHBACK 2020 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2020, Model line: COROLLA HATCHBACK, Model: TOYOTA COROLLA HATCHBACK 2020Pages: 754, PDF Size: 111.24 MB
Page 232 of 754

231
3
COROLLA_TMUK_EE 3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
Voordat u gaat rijden
●De vergrendelsensor werkt mogelijk niet
goed wanneer deze in contact komt met
ijs, sneeuw, modder, enz. Maak de ver-
grendelsensor schoon en probeer deze
nogmaals te bedienen.
●Het plotseling bedienen van de handgreep
of het bedienen van de handgreep direct
nadat u het effectieve bereik bent binnen-
gestapt, kan ontgrendeling van de portie-
ren belemmeren. Raak de
ontgrendelsensor van het portier aan en
controleer of de portieren worden ontgren-
deld voordat u opnieuw aan de portier-
greep trekt.
●Als er zich een andere elektronische sleu-
tel binnen het detectiegebied bevindt, is de
reactietijd voor het ontgrendelen van de
portieren nadat een portiergreep is vastge-
pakt, mogelijk langer.
■Als er gedurende langere tijd niet met
de auto wordt gereden
●Bewaar, om diefstal van de auto te voorko-
men, de elektronische sleutel niet binnen
een afstand van 2 m van de auto.
●Het Smart entry-systeem met startknop
kan vooraf worden uitgeschakeld.
(
→ Blz. 723)
●Het inschakelen van de energiebespaar-
modus van de elektroni sche sleutel helpt
te voorkomen dat de sleutelbatterij leeg-
raakt. ( →Blz. 229)
■Voor een juiste bediening van het sys-
teem
Zorg ervoor dat u de elektronische sleutel bij
u hebt als u het systeem bedient. Houd de
elektronische sleutel niet te dicht bij de auto
als u het systeem van buitenaf bedient.
Afhankelijk van de positie en de conditie
waarin de elektronische sleutel wordt
bewaard, wordt de sleutel mogelijk niet cor-
rect door het systeem gesignaleerd, waar-
door het systeem we llicht niet juist
functioneert. (Het alarm kan per ongeluk
afgaan of de functie die voorkomt dat de por-
tieren per ongeluk worden vergrendeld, werkt
wellicht niet.)
■Als het Smart entry-systeem met start-
knop niet goed werkt
●Vergrendelen en ontgrendelen van de por-
tieren: → Blz. 701
●Starten van de motor: →Blz. 701
■Persoonlijke voorkeursinstellingen
Bepaalde functies kunnen worden aangepast
aan de persoonlijke voorkeur. ( →Blz. 723)
■Als het Smart entry-systeem met start-
knop is uitgeschakeld via de persoon-
lijke voorkeursinstellingen
●Vergrendelen en ontgrendelen van de por-
tieren: Gebruik de afstandsbediening of de
mechanische sleutel. ( →Blz. 211, 701)
●Starten van de motor en wijzigen van de
standen van het contact: →Blz. 701
●Uitzetten van de motor: →Blz. 322
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 231 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM
Page 339 of 754

338
COROLLA_TMUK_EE4-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
■Automatische verticale koplampverstel-
ling (indien aanwezig)
De koplamphoogte wordt automatisch gere-
geld op basis van het aant al passagiers in de
auto en de mate van belading om verblinding
van andere weggebruikers door de koplam-
pen te voorkomen.
■Energiebesparende functie
Om te voorkomen dat de accu van de auto
ontladen raakt wanneer de lichtschakelaar in
de stand of staat terwijl het con-
tact UIT wordt gezet, schakelt de energiebe-
sparende functie van de accu alle verlichting
na ongeveer 20 minuten automatisch uit.
Wanneer het contact AAN wordt gezet, wordt
de energiebesparende functie uitgeschakeld.
Onder de volgende omstandigheden wordt
de energiebesparende functie van de accu
eenmaal uitgeschakeld en vervolgens weer
geactiveerd. Alle verlichting gaat 20 minuten
nadat de energiebesparende functie van de
accu weer is geactiveerd automatisch uit:
●Wanneer de lichtschakelaar wordt bediend
●Wanneer een portier wordt geopend of
gesloten
■Persoonlijke voorkeursinstellingen
Bepaalde functies kunnen worden aangepast
aan de persoonlijke voorkeur. ( →Blz. 723)
1 Druk bij ingeschakelde koplampen
de hendel van u af om het grootlicht
in te schakelen.
Door de hendel weer in de middenstand te
zetten, wordt het grootlicht weer uitgescha-
keld.
2Trek de hendel naar u toe en laat
deze meteen weer los om één keer
met het grootlicht te knipperen.
U kunt lichtsignalen geven met de koplam-
pen in- of uitgeschakeld.
Dankzij dit systeem kunnen de koplam-
pen gedurende 30 seconden worden
ingeschakeld wanneer het contact UIT
staat.
Trek, nadat u het contact UIT hebt
gezet, de hendel naar u toe en laat hem
los terwijl de lichtschakelaar in de stand
staat.OPMERKING
■Voorkomen van ontlading van de
accu
Laat de verlichting niet langer branden dan
noodzakelijk is als de motor niet draait.
Inschakelen van het grootlicht
Follow Me Home-systeem
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 338 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM
Page 352 of 754

351
4
COROLLA_TMUK_EE 4-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
Rijden
*: Indien aanwezig
Door de schakelaar te bedie-
nen werkt de achterruitenwisser als
volgt:
1
Intervalstand ruitenwissers
2 Normale stand ruitenwissers 3
Gelijktijdig inschakelen rui-
tensproeiers en ruitenwissers
Door de hendel naar voren te duwen treden
de ruitenwissers en -sproeiers in werking.
De ruitenwisser maakt automatisch een aan-
tal wisbewegingen nadat de sproeier in wer-
king is getreden.
■De achterruitenwisser en -sproeier kun-
nen worden bediend als
Het contact AAN staat.
■Als er geen vloeistof uit de ruitensproei-
ers komt
Controleer of er ruitensproeiervloeistof in het
reservoir aanwezig is en controleer als dat
het geval is of de sproeierkop niet verstopt is.
■Aan het openen van de achterklep
gekoppelde onderbreking van de wer-
king van de achterruitenwisser
Als de achterruitenwisser in werking is en bij
stilstaande auto de achterklep wordt
geopend, wordt de werking van de achterrui-
tenwisser onderbroken om te voorkomen dat
iemand in de buurt van de auto natgespetterd
wordt. Als de achterklep wordt gesloten,
wordt de werking van de achterruitenwisser
hervat.
Achterruitenwisser en
-sproeier*
Met de hendel kan de achterruiten-
wisser of ruitensproeier worden
bediend.
OPMERKING
■Als de achterruit droog is
Gebruik de ruitenwisser niet als de achter-
ruit droog is omdat de achterruit hierdoor
beschadigd kan raken.
Bedieningsinstructies
OPMERKING
■Als het sproeierreservoir leeg is
Druk niet constant op de schakelaar, aan-
gezien de sproeierpomp oververhit kan
raken.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 351 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM
Page 443 of 754

442
COROLLA_TMUK_EE4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Gebruik de bedienin
gstoetsen van het
instrumentenpaneel om de functie in/uit
te schakelen.
1 Druk op of om te
selecteren.
2 Druk op of om te
selecteren en druk vervolgens op
.
WAARSCHUWING
■Omgaan met de radarsensor opzij
achter
Er zijn Blind Spot Monitor-sensoren
geplaatst in respectievelijk de linker- en
rechterzijde van de achterbumper. Houd u
aan het volgende om ervoor te zorgen dat
de Blind Spot Monitor goed werkt.
●Houd de sensoren en de omgeving
ervan op de achterbumper te allen tijde
schoon.
Als een sensor of de omgeving ervan op
de achterbumper vuil is of bedekt is met
sneeuw, werkt de Blind Spot Monitor
mogelijk niet en wordt er een waarschu-
wingsmelding ( →Blz. 430) weergegeven.
Veeg in dat geval het vuil of de sneeuw
weg en rijd gedurende ongeveer 10 minu-
ten met de auto terwijl aan de bedrijfscon-
dities voor de BSM-functie ( →Blz. 444)
wordt voldaan. Laat de auto nakijken door
een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige
wanneer de waarschuwingsmelding niet
verdwijnt.
●Bevestig geen accessoires, (doorzich-
tige) stickers, aluminium tape, enz. op
een sensor of het omliggende gebied op
de achterbumper.
●Stel de sensor en de omgeving ervan op
de achterbumper niet bloot aan krach-
tige schokken.
Als een sensor ook maar iets wordt ver-
plaatst, werkt het systeem mogelijk niet
goed meer en worden auto's mogelijk
niet meer correct gesignaleerd.
Laat in de volgende gevallen uw auto
nakijken door een erkende Toyota-dea-
ler of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
• Een sensor of de omgeving ervan is blootgesteld aan krachtige schokken.
• Als er krassen op of deuken in de omge- ving van de sensor aanwezig zijn of als
een deel van de sensoren is losgeko-
men.
●Neem de sensor niet uit elkaar.
●Breng geen wijzigingen aan de sensor
of de omgeving ervan op de achterbum-
per aan.
●Neem contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige als
een sensor of de achterbumper moet
worden verwijderd/geplaatst of vervan-
gen.
●Breng geen andere kleur lak dan een
officiële Toyota-kleur aan op de achter-
bumper.
In-/uitschakelen van de Blind
Spot Monitor
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 442 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM
Page 473 of 754

472
COROLLA_TMUK_EE4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
●Kleine motorfietsen, fietsen, voetgangers,
enz.
●Voertuigen die van de auto af bewegen
●Voertuigen die naderen vanuit parkeer-
ruimtes naast uw auto
●Objecten die zich zeer dicht bij een radar-
sensor bevinden
●Voertuigen die de auto van rechts of links
achter de auto naderen met een snelheid
van minder dan ongeveer 8 km/h
●Voertuigen die de auto van rechts of links
achter de auto naderen met een snelheid
van meer dan ongeveer 24 km/h
■PKSB-zoemer
Als de Parking Support Brake is ingescha-
keld en de remregeling wordt uitgevoerd,
klinkt een zoemer om de bestuurder hierop te
attenderen.
■Omstandigheden waaronder het sys-
teem mogelijk werkt, zelfs als er geen
kans op een aanrijding is
Onder sommige omstandigheden, zoals de
onderstaande, werkt de Parking Support
Brake-functie (voor voertuigen die achter-
langs rijden) mogelijk zelfs als er geen kans
op een aanrijding is.
●Wanneer de parkeerplaats uitkijkt op een
straat en er auto's over die straat rijden
●Wanneer een gesignaleerde naderende
auto een bocht maakt
●Wanneer een voertuig uw auto van opzij
passeert
●Wanneer de afstand tussen uw auto en
metalen objecten, zoals een vangrail,
muur, verkeersbord of geparkeerde auto,
die mogelijk elektrisc he golven richting de
achterzijde van de auto reflecteren, kort is
●Als er zich ronddraaiende objecten, zoals
de ventilatoren van een airco-unit, in de
buurt van de auto bevinden
●Als er water op de achterbumper spat of
gespoten wordt, bijvoorbeeld van een
sproeier
■Situaties waarin de Parking Support
Brake-functie (voor voertuigen die ach-
terlangs rijden) mogelijk niet goed werkt
In bepaalde situaties, zoals de onderstaande,
signaleren de radarsensoren een object
mogelijk niet en werkt deze functie mogelijk
niet goed
●Stilstaande objecten
●Wanneer een sensor of de omgeving van
een sensor zeer heet of koud is
●Als de achterbumper is bedekt met bijvoor-
beeld ijs, sneeuw of vuil
●Bij zware regenval of een andere oorzaak
waardoor er veel water op de auto terecht-
komt
●Als de auto sterk naar één kant helt
●Als er uitrusting die een sensor kan hinde-
ren, zoals een sleepoog, bumperbescher-
mer (een extra beschermstrip, enz.),
fietsendrager of sneeuwploeg, is geplaatst
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 472 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM
Page 501 of 754

500
COROLLA_TMUK_EE4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Multi-informatiedisplay
Rijmodusselectieschakelaar
Beweeg de rijmodusselectieschakelaar naar
voren of achteren om de gewenste rijmodus
te selecteren op het multi-informatiedisplay.
1
Normale modus
Biedt een optimale balans tussen brandstof-
verbruik, laag geluidsniveau en dynamische
prestaties. Geschikt voor normaal rijden.
2Sportmodus
Regelt de transmissie en de motor voor een
snelle en krachtige acceleratie. In deze
modus wordt ook het stuurgevoel gewijzigd,
waardoor deze modus ges chikt is voor wan-
neer wendbaarheid is gewenst, bijvoorbeeld bij het rijden op zeer bochtige wegen.
Wanneer de sportmodus geselecteerd
wordt, gaat de sportmodusindicator bran-
den.
Auto's met handgeschakelde transmissie:
Wanneer de sportmodus wordt geselec-
teerd, wordt de iMT ingeschakeld.
(
→ Blz. 329)
3 ECO-rijmodus
Helpt de bestuurder op milieuvriendelijke
wijze te accelereren en het brandstofver-
bruik te verlagen door een gematigde afstel-
ling van de smoorklep en door het regelen
van de werking van de airconditioning (ver-
warmen/koelen).
Wanneer de ECO-rijmodus geselecteerd
wordt, gaat de ECO-rijmodusindicator bran-
den.
■Werking van de airconditioning in de
ECO-rijmodus
De ECO-rijmodus regelt het verwarmen/koe-
len en de aanjagersnelheid van het airconditi-
oningsysteem om brandstof te besparen.
Doe het volgende om de prestaties van de
airconditioning te verbeteren:
●Schakel de ECO-rijmodus van de aircondi-
tioning uit (auto's me t automatische aircon-
ditioning) ( →Blz. 574)
●Wijzig de aanjagersnelheid ( →Blz. 567,
572)
●Schakel de ECO-rijmodus uit
■Automatisch uitschakelen van de sport-
modus
Als het contact UIT wordt gezet nadat is
gereden in de sportmodus, wijzigt de rijmo-
dus in de normale modus.
Rijmodusselectie-
schakelaar
De rijmodi kunnen worden gese-
lecteerd overeenkomstig de rijom-
standigheden.
Selecteren van een rijmodus
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 500 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM
Page 512 of 754

5
511
COROLLA_TMUK_EE
5
Audiosysteem
Audiosysteem
.5-1. BasishandelingenSoorten audiosystemen .... 512
Gebruik van de audiotoetsen op het stuurwiel .............. 513
USB-aansluiting ................ 514
5-2. Gebruik van het audiosysteem
Optimaal gebruikmaken van het audiosysteem..... 515
5-3. Gebruik van de radio Bediening radio................. 517
5-4. Afspelen van een audio-CD en discs met MP3-/WMA-
bestanden
Bediening CD-speler ........ 519
5-5. Gebruik van een extern apparaat
Afspelen van bestanden op een iPod .................... 525
Afspelen van bestanden op een USB-geheugen ........ 530
5-6. Gebruik van Bluetooth
®-apparaten
Bluetooth
®-audio/telefoon. 535
Gebruik van de toetsen op het stuurwiel .............. 540
Registreren van een Bluetooth
®-apparaat ....... 5405-7. Menu SETUP (instellingen)
Gebruik van het menu SETUP (instellingen)
(“Bluetooth”-menu) ......... 542
Gebruik van het menu SETUP (instellingen)
(menu TEL)..................... 544
5-8. Bluetooth
®-audio
Bedienen van een Bluetooth
® compatibele
draagbare speler ............ 548
5-9. Bluetooth
®-telefoon
Bellen ................................ 550
Een telefoongesprek ontvangen ....................... 551
Voeren van een telefoongesprek ..............551
5-10. Bluetooth
®
Bluetooth®........................ 553
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 511 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM
Page 513 of 754

512
COROLLA_TMUK_EE5-1. Basishandelingen
5-1.Basishandelingen
*: Indien aanwezig
Auto's met navigat ie-/multimediasysteem
Raadpleeg de handleiding voor het navigatie- en multimediasysteem.
Auto's zonder navigatie-/multimediasysteem
CD-speler met AM/FM-radio
■Gebruik van mobiele telefoons
Mobiele telefoons kunnen storingen veroorzaken die hoorbaar zijn via de luidsprekers als het
audiosysteem ingeschakeld is.
■Handelsmerken en geregistreerde handelsmerken
De bedrijfsnamen en productnamen die bet rekking hebben op het audiosysteem zijn de han-
delsmerken of geregistreerde handelsmerken van hun respectievelijke bedrijven.
Soorten audiosystemen*
Overzicht
OPMERKING
■Voorkomen van ontlading van de accu
Laat het audiosysteem niet langer ingeschakeld dan noodzakelijk is als de motor is uitgezet.
■Voorkomen van schade aan het audiosysteem
Mors geen drank of andere vloeist of over het audiosysteem.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 512 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM
Page 523 of 754

522
COROLLA_TMUK_EE5-4. Afspelen van een audio-CD en discs met MP3-/WMA-bestanden
■Discs die kunnen worden gebruikt
Discs die zijn voorzien van onderstaand
label, kunnen worden gebruikt.
Afhankelijk van het opnameformaat of de
eigenschappen van de disc, krassen, vuil of
beschadigingen is afs pelen wellicht niet
mogelijk.
CD's met een kopieerbeveiliging kunnen
mogelijk niet worden afgespeeld.
■Beschermingsfunctie CD-speler
Om de interne componenten in de CD-speler
te beschermen, wordt het afspelen automa-
tisch onderbroken als er een defect wordt
gesignaleerd.
■Als een CD gedurende langere tijd in de
CD-speler blijft zitten of als de CD
gedeeltelijk in de speler blijft zitten en
niet wordt uitgenomen
De CD kan beschadigd raken waardoor hij
niet meer goed kan worden afgespeeld.
■Lensreinigers
Gebruik geen lensreinigers. Anders kan
schade aan de CD-speler ontstaan.
■MP3-, WMA- en AAC-bestanden
MP3 (MPEG Audio LAYER3) is een stan-
daard audiocompressieformaat.
Door gebruik te maken van MP3-compressie
kunnen bestanden worden gecomprimeerd
tot ongeveer 1/10 van hun oorspronkelijke
grootte.
WMA (Windows Media Audio) is een audio-
compressieformaat van Microsoft.
Windows Media is een geregistreerd han-
delsmerk of handelsmerk van Microsoft Cor-
poration in de Verenigde Staten en/of andere
landen. Dit product wordt beschermd door bepaalde intellectuele eigendomsrechten van
Microsoft. Het gebruik of de distributie van
dergelijke technologie in andere producten is
verboden zonder een licentie van Microsoft.
Audiobestanden die met deze techniek wor-
den gecomprimeerd, zijn kleiner dan bestan-
den van het MP3-formaat.
AAC is een afkorting van Advanced Audio
Coding en verwijst naar een gestandaardi-
seerde audiocompressiet
echniek die wordt
toegepast bij MPEG2 en MPEG4.
Er is een limiet aan de MP3-, WMA- en
AAC-bestandsstandaarden en aan de
media/formaten waarmee de opgenomen
bestanden kunnen worden afgespeeld.
●Compatibiliteit MP3-bestanden
• Compatibele standaarden
MP3 (MPEG1 LAYER3, MPEG2 LSF LAY-
ER3)
• Compatibele samplingfrequenties
MPEG1 LAYER3: 32, 44,1, 48 (kHz)
MPEG2 LSF LAYER3: 16, 22,05, 24 (kHz)
• Compatibele bitrates (compatibel met VBR)
MPEG1 LAYER3: 32-320 (kbps)
MPEG2 LSF LAYER3: 8-160 (kbps)
• Compatibele weergavemogelijkheden: ste- reo, meerkanaals stereo, tweekanaalweer-
gave en monoweergave
●Compatibiliteit WMA-bestanden
• Compatibele standaarden
WMA versie 7, 8, 9 (9.1/9.2)
• Compatibele samplingfrequenties
32, 44,1, 48 (kHz)
• Compatibele bitrates (alleen compatibel met 2-kanaalsweergave)
Versie 7, 8: CBR 48-192 (kbps)
Versie 9 (9.1/9.2): CBR 48-320 (kbps)
●Compatibiliteit AAC-bestanden
• Compatibele standaarden
MPEG4/AAC-LC
• Compatibele samplingfrequenties
11.025/12/16/22.05/24/32/44.1/48 (kHz)
• Compatibele bitrates (compatibel met VBR)
8 - 320 (kbps)
• Compatibele weergavemogelijkheden
1ch, 2ch (meerkanaals wordt niet onder-
steund)
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 522 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM
Page 524 of 754

523
5
COROLLA_TMUK_EE 5-4. Afspelen van een audio-CD en discs met MP3-/WMA-bestanden
Audiosysteem
●Compatibele media
De media die kunnen worden gebruikt voor
de weergave van MP3-, WMA- en
AAC-bestanden, zijn CD-R's en CD-RW's.
Sommige CD-R's of CD-RW's kunnen niet
worden afgespeeld, afhankelijk van de eigen-
schappen van de CD. Weergave is in som-
mige gevallen niet mogelijk of de speler kan
overslaan als er krassen of vingerafdrukken
op de disc aanwezig zijn.
●Compatibele disc-formaten
De volgende disc-formaten kunnen worden
gebruikt.
• Disc-formaten: CD-ROM Mode 1 en Mode 2
CD-ROM XA Mode 2, Form 1 en Form 2
• Bestandsformaten: ISO9660 level 1, level 2, (Romeo, Joliet)
UDF2.01
MP3-, WMA- en AAC-bestanden die in een
ander formaat geschreven zijn, kunnen
mogelijk niet op de juiste manier worden
afgespeeld, en de bestandsnamen en map-
namen kunnen mogelijk niet correct worden
weergegeven.
Onderwerpen waarop de standaarden en
beperkingen betrekking hebben zijn als volgt.
• Maximum mapstructuur: 8 niveaus (inclu- sief root)
• Maximale lengte van mapnamen/bestand- snamen: 32 karakters
• Maximum aantal mappen: 192 (inclusief root)
• Maximaal aantal bestanden per disc: 255
●Bestandsnamen
De enige soort bestanden die kunnen worden
herkend als MP3/WMA/AAC en die kunnen
worden afgespeeld, zijn bestanden met de
extensie .mp3, .wma of .m4a.
●Multi-sessies
Omdat het audiosysteem geschikt is voor het
afspelen van multi-sessieopnamen, kunnen
er discs worden afgespeeld met MP3-, WMA-
en AAC-bestanden. Alleen de eerste sessie
kan echter worden afgespeeld.
●ID3-, WMA- en AAC-tags
ID3-tags kunnen worden toegevoegd aan
MP3-bestanden, waardoor het mogelijk wordt
de naam van het nummer, de naam van de
artiest, enz. op te nemen.
Het systeem is compatibel met ID3 versie
1.0, 1.1, en versie 2.2, 2.3 ID3-tags. (Het
aantal karakters is gebaseerd op ID3-versie
1.0 en 1.1.)
WMA-tags kunnen worden toegevoegd aan
WMA-bestanden, waardoor het mogelijk
wordt de titel van het nummer en de naam
van de artiest op te nemen op dezelfde
manier als met de ID3-tags.
AAC-tags kunnen worden toegevoegd aan
AAC-bestanden, waardoor het mogelijk wordt
de titel van het nummer en de naam van de
artiest op te nemen op dezelfde manier als bij
de ID3-tags.
●Afspelen van MP3-, WMA- en
AAC-bestanden
Als er een disc met MP3-, WMA- of
AAC-bestanden in de speler wordt geplaatst,
worden eerst alle bestanden op de disc
gecontroleerd. Als deze controle voltooid is,
wordt het eerste MP3-, WMA- of
AAC-bestand afgespeeld. Om de bestands-
controle niet langer te laten duren dan nodig
is, adviseren wij u geen andere bestanden
dan MP3-, WMA- of AAC-bestanden op de
disc op te nemen en geen onnodige mappen
te creëren.
Als op discs een combinatie staat van audio-
gegevens en MP3-, WMA- of AAC-gegevens,
kunnen alleen audiogegevens worden afge-
speeld.
●Extensies
Als de bestandsextensies .mp3, .wma en
.m4a worden gebruikt voor andere bestanden
dan MP3-, WMA- en AAC-bestanden, zullen
deze bestanden niet juist herkend worden en
worden afgespeeld als MP3-, WMA- en
AAC-bestanden. Dit kan leiden tot storende
geluiden en schade aan de luidsprekers.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12N21E.book Page 523 Thursday, October 24, 2019 2:54 PM