park assist TOYOTA GR YARIS 2020 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2020, Model line: GR YARIS, Model: TOYOTA GR YARIS 2020Pages: 458, PDF Size: 79.45 MB
Page 5 of 458

3
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
INHOUDSOPGAVE
1
6 5
4
3
2
8
7
4-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
Lichtschakelaar ........................ 144
Automatic High Beam- systeem ................................. 147
Schakelaar mistlampen............ 150
Ruitenwissers en -sproeiers..... 150
4-4. Tanken Openen van de tankdop........... 153
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Toyota Safety Sense ................ 155
PCS (Pre-Crash Safety- systeem) ................................ 160
LTA (Lane Tracing Assist) ........ 171
Dynamic Radar Cruise Control ................................... 181
RSA (Road Sign Assist) ........... 191
Stop & Start-systeem ............... 196
BSM (Blind Spot Monitor) ........ 200
Toyota Parking Assist-sensor ... 206
RCTA (Rear Crossing Traffic Alert) ........................... 213
Rijmodusselectieschakelaar AWD ...................................... 218
GPF-systeem (benzineroetfilter)................... 219
Ondersteunende systemen ...... 220
4-6. Rijtips Rijden in de winter ................... 2265-1. Gebruik van de airconditioning en
de achterruitverwarming
Automatische airconditioning ... 230
Stuurwielverwarming/ stoelverwarming..................... 235
5-2. Gebruik van de interieurverlichting
Overzicht interieurverlichting .... 237
5-3. Gebruik van de opbergmogelijkheden
Overzicht van opbergmogelijkheden ............ 240
Voorzieningen in de bagageruimte .................... 242
5-4. Overige voorzieningen in het interieur
Overige voorzieningen in het interieur ........................ 244
6-1. Onderhoud en verzorging Reinigen en beschermen van het exterieur van uw auto ...... 248
Reinigen en beschermen van het interieur van uw auto ....... 251
6-2. Handleiding onderhoud matte lak (indien aanwezig)
Basiskennis m.b.t. matte blanke lak..................... 254
Wassen van uw auto ................ 258
Veelgestelde vragen................. 261
6-3. Onderhoud Onderhoud en reparatie ........... 265
5Voorzieningen in het interieur
6Onderhoud en verzorging
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 3 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
Page 83 of 458

81
2
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
2-1. Instrumentenpaneel
Voertuigstatusinformatie en controlelampjes
*1: Als het contact AAN is gezet, gaan deze lampjes branden om aan te geven dat er
een systeemcontrole wordt uitgevoerd.
Ze doven nadat de motor is aangeslagen
of nadat er enkele seconden verstreken
zijn. Er kan een storing in een systeem
aanwezig zijn als een lampje niet gaat
branden of niet uitgaat. Laat de auto
nakijken door een erkende Toyota-dealer
of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige.
*2: Dit lampje brandt op het multi-informatie-
display.
De controlelampjes informeren de
bestuurder over de bedrijfsstatus van
de verschillende syst emen van de auto.
Waarschuwingslampje laag
brandstofniveau (Blz. 316)
Controlelampje bestuurders- en
voorpassagiersgordel
( Blz. 317)
Controlelampjes
achterpassagiersgordels
*2
( Blz. 317)
Waarschuwingslampje lage
bandenspanning
*1 ( Blz. 318)
(Oranje) Controlelampje LTA
*2
(indien aanwezig) ( Blz. 318)
(Knippert) Controlelampje uitgeschakeld
Stop & Start-systeem
*1
( Blz. 318)
(Knippert) Controlelampje Toyota Parking
Assist-sensor OFF
*1
(indien aanwezig) ( Blz. 319)
(Knippert) Controlelampje RCTA OFF
*1
(indien aanwezig) ( Blz. 319)
(Knippert of brandt) Waarschuwingslampje PCS
*1
(indien aanwezig) ( Blz. 320)
Controlelampje
Traction Control
*1 ( Blz. 320)
WAARSCHUWING
■Als een waarschuwingslampje van
een veiligheidssysteem niet gaat
branden
Als een lampje van een veiligheidssys-
teem zoals het ABS of het waarschu-
wingslampje SRS niet gaan branden als u
de motor start, kan dat betekenen dat
deze systemen niet beschikbaar zijn om u
te beschermen in geval van een ongeval,
waardoor ernstig letsel zou kunnen ont-
staan. Laat, als dit gebeurt, de auto onmid-
dellijk nakijken door een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
Controlelampjes
Controlelampje richting-
aanwijzers ( Blz. 142)
Controlelampje achterlicht
( Blz. 144)
Controlelampje grootlicht
( Blz. 145)
Controlelampje Automatic
High Beam-systeem
(indien aanwezig) ( Blz. 147)
Controlelampje mistlampen voor
( Blz. 150)
Controlelampje mistachterlicht
( Blz. 150)
Waarschuwingslampje PCS
*1, 2
(indien aanwezig) ( Blz. 164)
Controlelampje cruise control
*3
(indien aanwezig) ( Blz. 181)
Controlelampje Dynamic Radar
Cruise Control
*3
(indien aanwezig) ( Blz. 181)
Controlelampje cruise control
SET
*3 (indien aanwezig)
( Blz. 181)
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 81 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
Page 84 of 458

82
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
2-1. Instrumentenpaneel
*1: Als het contact AAN is gezet, gaan deze lampjes branden om aan te geven dat er
een systeemcontrole wordt uitgevoerd.
Ze doven nadat de motor is aangeslagen
of nadat er enkele seconden verstreken
zijn. Er kan een storing in een systeem
aanwezig zijn als een lampje niet gaat
branden of niet uitgaat. Laat de auto
nakijken door een erkende Toyota-dealer
of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige.
*2: Dit lampje gaat branden wanneer het systeem wordt uitgeschakeld.
*3: Dit lampje brandt op het multi-informatie-display.
*4: Afhankelijk van de bedrijfsconditie wijzi-gen de kleur en de manier waarop het
controlelampje brandt/knippert.
*5: Dit lampje gaat branden in de buitenspie-gels.
*6: Wanneer de buitentemperatuur ongeveer
3°C of lager is, gaat dit controlelampje
gedurende ongeveer 10 seconden knip-
peren en blijft daarna branden.
*7: Dit lampje brandt in het centrale paneel.
*4
Controlelampje LTA*3
(indien aanwezig) ( Blz. 177)
BSM-indicatoren in de buiten-
spiegels
*1, 5 (indien aanwezig)
( Blz. 201, 213)
Controlelampje BSM OFF
*2
(indien aanwezig) ( Blz. 201)
Controlelampje Toyota Parking
Assist-sensor OFF
*1, 2
(indien aanwezig) ( Blz. 207)
Controlelampje RCTA OFF
*1, 2
(indien aanwezig) ( Blz. 213)
Controlelampje Stop & Start-
systeem
*1 ( Blz. 196)
Controlelampje uitgeschakeld
Stop & Start-systeem
*1, 2
( Blz. 196)
(Knippert) Controlelampje Traction
Control
*1 (
Blz. 221)
Controlelampje TRC OFF
*2
( Blz. 221)
Controlelampje VSC OFF
*1, 2
( Blz. 221)
Controlelampje Smart entry-
systeem met startknop
*3
( Blz. 136)
Schakeladviesindicator
( Blz. 141)
Waarschuwingslampje
parkeerrem ( Blz. 143)
Controlelampje lage buiten-
temperatuur
*3, 6 ( Blz. 83)
Controlelampje antidiefstal-
systeem ( Blz. 72, 74)
Controlelampje
PASSENGER AIR BAG
*1,
7
( Blz. 43)
Controlelampje iMT
*3
( Blz. 141)
Controlelampje SPORT-modus*3
( Blz. 218)
Controlelampje TRACK-modus
*3
( Blz. 218)
Controlelampje EXPERT-
modus
*3 ( Blz. 221)
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 82 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
Page 96 of 458

94
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
2-1. Instrumentenpaneel
Hiermee kan de weergave van de
volgende onderwerpen worden in- of
uitgeschakeld:
• Routebegeleiding naar bestemming
(indien aanwezig)
• Weergave ondersteunend systeem (indien aanwezig)
• Kompas (weergave met rijrichting boven) (indien aanwezig)
• Status bediening audiosysteem (indien aanwezig)
Hoek display
Hiermee kan de hoek van het head-up dis-
play worden ingesteld.
■Inschakelen/uitschakelen van het head-
up display
Als het head-up display is uitgeschakeld, blijft
het uitgeschakeld als het contact UIT en ver-
volgens weer AAN wordt gezet.
■Helderheid display
De helderheid van het head-up display kan
worden ingesteld via op het multi-infor-
matiedisplay. Bovendien wordt de helderheid
automatisch aangepast aan de lichtsterkte
van de omgeving.
■Weergave status ondersteunend
systeem
Hiermee wordt de status van de vol-
gende systemen weergegeven:
Dynamic Radar Cruise Control
(indien aanwezig) ( Blz. 181)
LTA (Lane Tracing Assist) (indien
aanwezig) ( Blz. 171)
Gedetailleerde inhoud die op het head-up
display wordt weergegeven verschilt moge-
lijk van de weergave op het multi-informatie-
display. Zie de beschrijving van de
desbetreffende systemen voor meer infor-
matie.
■Aan navigatiesysteem gekop-
pelde displayzone (indien aanwe-
zig)
De volgende gegevens van het naviga-
tiesysteem worden weergegeven:
Straatnaam
Routebegeleiding naar bestemming
Kompas (weergave rijrichting boven)
Pop-updisplays voor de onderstaande
systemen worden i ndien nodig weerge-
geven:
■Ondersteunende systemen
Geeft een waarschuwing/melding/tip of
de bedrijfsst atus van een relevant sys-
teem weer.
PCS (Pre-Crash Safety-systeem)
(indien aanwezig) ( Blz. 160)
WAARSCHUWING
■Waarschuwing met betrekking tot het
instellen van het head-up display
Als de motor draait tijdens het wijzigen van
de display-instellingen, dient de auto te
worden geparkeerd op een plaats met vol-
doende ventilatie. In een afgesloten
ruimte, zoals een garage, kunnen uitlaat-
gassen die het schadel ijke koolmonoxide
(CO) bevatten, zich ophopen en in de auto
terechtkomen. Dit kan zeer schadelijk zijn
voor de gezondheid.
OPMERKING
■Bij het wijzigen van de instellingen
van het head-up display
Zorg ervoor dat de motor tijdens het instel-
len van het head-up display draait, om te
voorkomen dat de accu ontladen raakt.
Status ondersteunend
systeem/aan navigatiesysteem
gekoppelde displayzone
Pop-updisplay
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 94 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
Page 129 of 458

4
127
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
4
Rijden
Rijden
4-1. Voordat u gaat rijdenRijden met de auto ................ 128
Lading en bagage .................. 134
Rijden met een aanhangwagen.................... 135
4-2. Rijprocedures Startknop ............................... 136
Handgeschakelde transmissie .......................... 139
Richtingaanwijzer- schakelaar ........................... 142
Parkeerrem ............................ 143
4-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
Lichtschakelaar...................... 144
Automatic High Beam- systeem .............. .................147
Schakelaar mistlampen ......... 150
Ruitenwissers en -sproeiers .. 150
4-4. Tanken Openen van de tankdop ........ 1534-5. Gebruik van de
ondersteunende
systemen
Toyota Safety Sense .............. 155
PCS (Pre-Crash Safety- systeem) .............................. 160
LTA (Lane Tracing Assist)....... 171
Dynamic Radar Cruise Control ................................. 181
RSA (Road Sign Assist) ......... 191
Stop & Start-systeem ............. 196
BSM (Blind Spot Monitor)....... 200
Toyota Parking Assist- sensor .................................. 206
RCTA (Rear Crossing Traffic Alert).......................... 213
Rijmodusselectieschakelaar AWD .................................... 218
GPF-systeem (benzineroetfilter) ................. 219
Ondersteunende systemen .... 220
4-6. Rijtips
Rijden in de winter.................. 226
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 127 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
Page 191 of 458

189
4
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
U kunt de Dynamic Radar Cruise Con-
trol met Road Sign Assist inschake-
len/uitschakelen via op het multi-
informatiedisplay. (Blz. 360)
Wanneer de Dynamic Radar Cruise
Control met Road Sign Assist in wer-
king is en u bergaf rijdt, overschrijdt de
rijsnelheid mogelijk de ingestelde snel-
heid.
In dit geval wordt de weergegeven
ingestelde rijsnelheid verlicht en klinkt
er een zoemer om de bestuurder te
waarschuwen.
■De Dynamic Radar Cruise Control kan
worden gebruikt als
●De selectiehendel staat in het 2e bereik of
hoger.
●Afhankelijk van de regelmodus kan dit item
op de volgende snelheden worden inge-
steld:
• Afstandsregelmodus: O ngeveer 30 km/h of
hoger
• Constante-snelheidsregelmodus: Onge- veer 30 km/h of hoger
■Accelereren na het instellen van de rij-
snelheid
Bedien het gaspedaal om te accelereren. Na
het accelereren gaat de auto weer rijden met
de ingestelde snelheid. Als de afstandsregel-
modus is ingeschakeld, neemt de rijsnelheid
echter mogelijk af tot onder de ingestelde
snelheid, zodat de afstand tot de voorligger
gehandhaafd blijft.
■Selectie schakelstand
Selecteert een schakelstand die past bij de
rijsnelheid. Als het motortoerental te hoog of
te laag is, kan de regeling automatisch wor-
den uitgeschakeld.
■Automatisch uitschakelen van de
afstandsregelmodus
De afstandsregelmodus wordt automatisch
uitgeschakeld in de volgende situaties.
●Werkelijke rijsnelheid zakt onder ongeveer
25 km/h.
●De VSC is geactiveerd.
●De TRC is gedurende een bepaalde peri-
ode geactiveerd.
●Wanneer de VSC of TRC wordt uitgescha-
keld.
●De sensor kan niet goed signaleren omdat
hij ergens door bedekt is.
●Pre Crash Brake-func tie is geactiveerd.
●Als de selectiehendel in de neutraalstand
staat of het koppelingspedaal gedurende
een bepaalde tijd of langer wordt ingetrapt.
●De parkeerrem is geactiveerd.
Als de afstandsregelmodus om een andere
dan de hierboven genoemde redenen auto-
matisch uitgeschakeld wordt, kan er een sto-
ring in het systeem aanwezig zijn. Neem
contact op met een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige.
■Automatisch uitschakelen van de con-
stante-snelheidsregelmodus
De constante-snelhei dsregelmodus wordt
automatisch uitgeschakeld in de volgende
situaties:
●Actuele rijsnelheid zakt tot meer dan onge-
veer 16 km/h onder de ingestelde rijsnel-
heid.
●Werkelijke rijsnelheid zakt onder ongeveer
30 km/h.
●De VSC is geactiveerd.
●De TRC is gedurende een bepaalde peri-
ode geactiveerd.
●Wanneer de VSC of TRC wordt uitgescha-
keld.
●Pre Crash Brake-func tie is geactiveerd.
●Als de selectiehendel in de neutraalstand
staat of het koppelingspedaal gedurende
een bepaalde tijd of langer wordt ingetrapt.
●De parkeerrem is geactiveerd.
Inschakelen/uitschakelen
Dynamic Radar Cruise Control
met Road Sign Assist
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 189 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
Page 208 of 458

206
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
• Bij het op- en afrijden van opeenvolgende steile hellingen, zoals heuvels, dalingen in
de weg, enz.
• Wanneer de rijstroken smal zijn of wan- neer op de rand van een rijstrook wordt
gereden en een auto die op een andere
dan de aangrenzende rijstroken rijdt het
detectiegebied binnenkomt
• Bij het rijden op wegen met scherpe boch- ten, opeenvolgende bochten of oneffenhe-
den
• Als de banden slippen of spinnen
• Wanneer er slechts weinig ruimte zit tus- sen uw auto en een auto achter u
• Wanneer een accessoire (zoals een fiet- sendrager) op de achterzijde van de auto
is gemonteerd
*: Indien aanwezig
■Soorten sensoren
Hoeksensoren voor
Binnenste sensoren voor
Hoeksensoren achter
Binnenste sensoren achter
■Display
Wanneer de sensoren een object, zoals
een muur, signaleren, wordt er een
afbeelding weergegeven op het multi-
informatiedisplay overeenkomstig de
positie van en de afstand tot het object.
Toyota Parking Assist-
sensor*
De afstand van uw auto tot objec-
ten, zoals een muur, bij het filepar-
keren en inparkeren in een garage
wordt gemeten door sensoren en
wordt doorgegeven via het multi-
informatiedisplay en een zoemer.
Controleer bij gebruik van dit sys-
teem ook altijd zelf de omgeving.
Systeemonderdelen
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 206 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
Page 209 of 458

207
4
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
Signalering hoeksensoren voor
Signalering binnenste sensor voor
Signalering hoeksensoren achter
Signalering binnenste sensor achter
Gebruik de bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel om de Toyota Par-
king Assist-sensor in of uit te schake-
len. ( Blz. 87)
1 Druk op / van de bedie-
ningstoetsen van het instrumenten-
paneel en selecteer .
2 Druk op / van de bedie-
ningstoetsen van het instrumenten-
paneel, selecteer en druk
vervolgens op .
Wanneer de Toyota Parking Assist-sen-
sor wordt uitgeschakeld, gaat het con-
trolelampje Toyota Parking Assist-
sensor OFF ( Blz. 81) branden. Als het systeem is uitgeschakeld en u
het weer wilt inschakelen, selecteer
dan op het multi-informatiedisplay,
selecteer en vervol
gens “On” (aan).
Als het systeem door middel van deze
methode is uitgeschakeld, wordt het
niet automatisch weer ingeschakeld
nadat het contact UIT en weer AAN is
gezet.
Toyota Parking Assist-sensor
in-/uitschakelen
WAARSCHUWING
■Waarschuwingen met betrekking tot
het gebruik van het systeem
Vertrouw niet blindelings op het systeem,
aangezien er een grens is aan de mate
van nauwkeurigheid bij de herkenning en
de ondersteunende mogelijkheden die dit
systeem kan bieden. Het is altijd de ver-
antwoordelijkheid van de bestuurder om
de omgeving van de auto in de gaten te
houden en veilig te rijden.
■Ervoor zorgen dat het systeem goed
werkt
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen.
Als u dat niet doet, kunt u de macht over
het stuur verliezen, waardoor ernstig letsel
kan ontstaan.
●Beschadig de sensoren niet en houd ze
altijd schoon.
●Plaats geen stickers of elektronische
onderdelen zoals een kentekenplaat
met achtergrondverlichting (met name
fluorescerende), een mistlamp, een
spatbordantenne of een draadloze
antenne in de buurt van een radarsen-
sor.
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 207 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
Page 210 of 458

208
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
■Het systeem kan worden geactiveerd
wanneer
●Het contact AAN staat.
●De Toyota Parking Assist-sensor is inge-
schakeld.
●De rijsnelheid lager is dan ongeveer 10
km/h.
●Het stuurwiel wordt ongeveer 90° of meer
gedraaid (zijsensoren voor, zijsensoren
achter) (indien aanwezig)
●De parkeerrem wordt gedeactiveerd.
■Als “Clean Parking Assist Sensor” (rei-
nig Parking Assist-sensor) wordt weer-
gegeven op het multi-informatiedisplay
Mogelijk is een van de sensoren bedekt met
bijvoorbeeld waterdruppels, ijs, sneeuw of
vuil. Verwijder dit van de sensor om te zorgen
dat het systeem weer normaal werkt.
Ook wordt er bij lage temperaturen mogelijk
een waarschuwingsmelding weergegeven
doordat zich ijs vormt op een sensor en een
sensor daardoor mogel ijk geen obstakels sig-
naleert. Zodra het ijs smelt, zal het systeem
weer normaal werken.
■Detectie-informatie sensoren
Tijdens het gebruik kunnen zich de volgende
situaties voordoen:
●De sensoren signaleren mogelijk alleen
objecten die zich dicht bij de voor- of ach-
terbumper bevinden.
●Afhankelijk van de vorm van het object en
andere factoren kan de detectieafstand
korter worden of kan detectie niet mogelijk
zijn.
●Obstakels worden moge lijk niet gesigna-
leerd als ze zich te dicht bij de sensor
bevinden.
●Tussen het signaleren van een object en
de weergave zit een kleine vertraging. Ook
als er met lage snelheid wordt gereden,
bestaat de mogelijkheid dat het object bin-
nen het detectiegebied van de sensoren
komt voordat het display wordt weergege-
ven en het waarschuwingssignaal hoor-
baar is.
●Het kan moeilijk zijn om de zoemer te
horen als het audiosysteem hard staat of
als de luchtcirculati e van de airconditioning
veel geluid produceert.
●De zoemer is mogelij k moeilijk te horen
doordat zoemers van andere systemen
klinken.
WAARSCHUWING
●Stel de radarsensor en de omgeving
van de sensor niet bloot aan krachtige
schokken. Laat de auto nakijken door
een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar beho-
ren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige als de radarsensor, de grille
of de voorbumper is blootgesteld aan
krachtige schokken. Neem contact op
met een erkende Toyota-dealer of her-
steller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige als een sensor of de achter-
bumper moet worden verwij-
derd/geplaatst of vervangen.
●Wijzig, demonteer of spuit de sensoren
niet.
●Bevestig geen afdekking op de kente-
kenplaat.
●Houd de bandenspanning op de juiste
waarde.
■Wanneer moet de functie uitgescha-
keld worden
Schakel in de volgende situaties de functie
uit, omdat deze anders mogelijk zelfs
werkt als er geen kans op een aanrijding
is.
●Het niet in acht nemen van boven-
staande waarschuwingen.
●Als een niet-originele Toyota-wielop-
hanging (bijvoorbeeld verlaagde wielop-
hanging) is gemonteerd.
■Opmerkingen bij het wassen van de
auto
Stel de omgeving van de sensoren niet
bloot aan sterke waterstralen of stoom.
Anders kan de sensor defect raken.
●Spuit bij het wassen van de auto met
een hogedrukreiniger niet rechtstreeks
op de sensoren, omdat dit er toe kan lei-
den dat een sensor niet meer goed
werkt.
●Richt bij het wassen van de auto met
stoom de stoom niet rechtstreeks op de
sensoren, omdat dit er toe kan leiden
dat een sensor niet meer goed werkt.
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 208 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM
Page 214 of 458

212
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
■Werking zoemer en afstand tot
een object
Een zoemer klinkt als de sensoren in
werking zijn.
De geluidssignalen volgen elkaar
sneller op naarmate de auto dichter
bij het object komt. Als de auto het
obstakel genaderd is tot ongeveer
30cm, klinkt de zoemer continu.
Als er gelijktijdig 2 of meer objecten
worden gesignaleerd, klinkt de zoe-
mer voor het dichtstbijzijnde object.
Zelfs als de sensoren in werking zijn,
kan het geluid van de zoemer in
sommige gevallen worden gedempt.
(functie automatisch dempen zoe-
mer)
■Aanpassen van het zoemervo-
lume
Het zoemervolume kan worden aange-
past op het mult i-informatiedisplay.
Wijzig de instellingen met behulp van
de bedieningstoetsen van het instru-
mentenpaneel. ( Blz. 87)
1 Druk op / van de bedie-
ningstoetsen van het instrumenten-
paneel en selecteer .
2 Druk op / van de bedie-
ningstoetsen van het instrumenten-
paneel, selecteer en houd
vervolgens ingedrukt.
3 Selecteer het volume en druk ver-
volgens op .
Elke keer dat de toets wordt ingedrukt, wij-
zigt het volume tussen 1, 2 en 3.
■Dempen van het geluid van een
zoemer
Op het multi-info rmatiedisplay wordt
een toets MUTE weergegeven wanneer
een object wordt gesignaleerd. Druk op
om het geluid van de zoemer te
dempen.
Het volume van de zoemers voor de
Toyota Parking Assist-sensor en de
RCTA (indien aanwezig) wordt gelijktij-
dig onderdrukt.
In de volgende gevallen wordt het dem-
pen automatisch geannuleerd:
Als de stand van de selectiehendel
wordt gewijzigd.
Als de rijsnelheid hoger wordt dan
een bepaalde snelheid.
Als er een storing in een sensor aan-
wezig is of het systeem tijdelijk niet
kan worden gebruikt.
Als de actieve functie handmatig
wordt uitgeschakeld.
Als het contact UIT wordt gezet.
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book Page 212 Thursday, August 27, 2020 1:58 PM