stop start TOYOTA GR YARIS 2021 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2021, Model line: GR YARIS, Model: TOYOTA GR YARIS 2021Pages: 458, PDF Size: 77.95 MB
Page 128 of 458

4
127
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
4
Rijden
Rijden
4-1. Voordat u gaat rijdenRijden met de auto ................ 128
Lading en bagage .................. 134
Rijden met een  aanhangwagen.................... 135
4-2. Rijprocedures Startknop ............................... 136
Handgeschakelde  transmissie .......................... 139
Richtingaanwijzer- schakelaar ........................... 142
Parkeerrem ............................ 143
4-3. Bedienen van verlichting  en ruitenwissers
Lichtschakelaar...................... 144
Automatic High Beam- systeem .............. .................147
Schakelaar mistlampen ......... 150
Ruitenwissers en -sproeiers .. 150
4-4. Tanken Openen van de tankdop ........ 1534-5. Gebruik van de 
ondersteunende 
systemen
Toyota Safety Sense .............. 155
PCS (Pre-Crash Safety- systeem) .............................. 160
LTA (Lane Tracing Assist)....... 171
Dynamic Radar Cruise  Control ................................. 181
RSA (Road Sign Assist) ......... 191
Stop & Start-systeem ............. 196
BSM (Blind Spot Monitor)....... 200
Toyota Parking Assist- sensor .................................. 206
RCTA (Rear Crossing  Traffic Alert).......................... 213
Rijmodusselectieschakelaar  AWD .................................... 218
GPF-systeem  (benzineroetfilter) ................. 219
Ondersteunende systemen .... 220
4-6. Rijtips
Rijden in de winter.................. 226
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book  Page  127  Thursday, August 27, 2020  1:58 PM 
Page 129 of 458

128
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
4-1. Voordat u gaat rijden
4-1.Voordat u gaat rijden
■Starten van de motor
Blz. 136
■Rijden
1 Zet met ingetrapt koppelingspedaal 
de selectiehendel in de 1e versnel-
ling. ( Blz. 139)
2 Deactiveer de parkeerrem. 
(Blz. 143)
3 Laat het koppelingspedaal geleide-
lijk opkomen. Trap tegelijkertijd het 
gaspedaal langzaam in om de auto 
in beweging te brengen.
■Tot stilstand brengen van de auto
1 Trap met ingetrapt koppelingspe-
daal het rempedaal in.
2 Activeer indien nodig de parkeer-
rem.
Als de auto gedurende langere tijd stilstaat, 
zet dan de selectiehendel in stand N. 
( Blz. 139)
Als het Stop & Start-systeem is ingescha-
keld, wordt de motor uitgeschakeld als de 
selectiehendel in stand N wordt gezet en het 
koppelingspedaal wordt losgelaten. 
(  Blz. 196)
■Parkeren van de auto
1 Trap met ingetrapt koppelingspe-
daal het rempedaal in.
2 Activeer de parkeerrem. 
(Blz. 143)
Controleer of het waarschuwingslampje van 
de parkeerrem brandt.
3 Zet de selectiehendel in stand N. 
(Blz. 139)
Zet de auto bij het parkeren op een helling in 
de 1e versnelling of de achteruit en plaats 
indien nodig wielblokken.
4Zet het contact UIT om de motor uit 
te zetten.
5 Laat het rempedaal langzaam opko-
men.
6 Vergrendel de portieren nadat u 
gecontroleerd hebt of u de sleutel 
bij u hebt.
■Wegrijden op een steile helling 
omhoog
1 Activeer de parkeerrem en zet de 
selectiehendel in de 1e versnelling.
2 Trap het gaspedaal een beetje in en 
laat tegelijkertijd het koppelingspe-
daal geleidelijk opkomen.
3 Deactiveer de parkeerrem.
■Rijden in de regen
●Rijd voorzichtig als het regent, omdat het 
zicht dan minder is, de ruiten beslagen 
kunnen zijn en de weg glad kan zijn.
●Rijd extra voorzichtig wanneer het begint 
te regenen, de weg kan dan immers bij-
zonder glad zijn.
●Matig uw snelheid bij het rijden in de 
regen, tussen band en wegdek kan er zich 
dan immers een waterfilm vormen die het 
sturen en remmen kan bemoeilijken.
■Beperken van het motorvermogen 
(Brake Override-systeem)
●Wanneer het gaspedaal en rempedaal 
gelijktijdig worden ingetrapt, wordt het 
motorvermogen mogelijk beperkt.
●Er wordt een waarschuwingsmelding weer-
gegeven op het multi-informatiedisplay en 
het head-up display (indien aanwezig) ter-
wijl het systeem in werking is.
Rijden met de auto
Volg om veilig te kunnen rijden de 
onderstaande procedures:
Rijprocedure
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book  Page  128  Thursday, August 27, 2020  1:58 PM 
Page 139 of 458

138
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
4-2. Rijprocedures
1Breng de auto volledig tot stilstand.
2 Activeer de parkeerrem. 
(Blz. 143)
Controleer of het waarschuwingslampje van 
de parkeerrem brandt.
3 Zet de selectiehendel in stand N. 
(Blz. 139)
4 Druk op de startknop.
De verbrandingsmotor stopt en de weergave 
van het instrumentenpaneel dooft.
5Laat het rempedaal los en contro-
leer of ACCESSORY (stand ACC) 
of IGNITION ON (contact AAN) niet 
wordt weergegeven op het multi-
informatiedisplay. De stand kan worden gewijzigd door op 
de startknop te drukken als het koppe-
lingspedaal niet is ingetrapt. (De stand 
verandert iedere keer dat op de knop 
wordt gedrukt.)
ACCESSORY (stand ACC)
IGNITION ON (contact AAN)
1 UIT
De alarmknipperlichten kunnen worden 
gebruikt.
2ACC
Sommige elektrische componenten zoals 
het audiosysteem kunnen worden gebruikt.
ACCESSORY (stand ACC) wordt op het 
multi-informatiedisplay weergegeven.
3AAN
Alle elektrische componenten kunnen wor-
den gebruikt.
IGNITION ON (contact AAN) wordt op het 
multi-informatiedisplay weergegeven.
Uitzetten van de motor
WAARSCHUWING
■Uitzetten van de motor in noodgeval-
len
●Als u in noodgevallen de motor tijdens 
het rijden af wilt zetten, houd dan de 
startknop gedurende ten minste 2 
seconden ingedrukt of druk hem ten 
minste driemaal achter elkaar kort in. 
( Blz. 306)
Bedien de startknop tijdens het rijden 
echter uitsluitend in noodgevallen. Door 
de motor tijdens het rijden uit te zetten, 
verliest u niet de controle over het stuur-
wiel of de remmen, maar werkt de 
bekrachtiging van deze systemen niet 
meer. Hierdoor zullen het remmen en 
sturen veel zwaarder gaan dan nor-
maal. Zet in dat geval de auto aan de 
kant zodra dit veilig kan.
●Als de startknop wordt bediend terwijl 
de auto rijdt, verschijnt er een waar-
schuwingsmelding op het multi-informa-
tiedisplay en klinkt er een zoemer.
●Trap om de motor opnieuw te starten 
nadat deze ten gevolge van een noodsi-
tuatie tijdens het ri jden is uitgeschakeld 
het koppelingspedaal in en druk de 
startknop in.
Wijzigen van de stand van het 
contact
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book  Page  138  Thursday, August 27, 2020  1:58 PM 
Page 197 of 458

196
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
■Uitzetten van de motor
1 Trap het koppelingspedaal geheel 
in en trap het rempedaal in om de 
auto tot stilstand te brengen.
2 Zet de selectiehendel in de neu-
traalstand en laat het koppelingspe-
daal los. De motor wordt 
automatisch uitgezet.
Wanneer de motor is uitgeschakeld door het 
Stop & Start-systeem, gaat het controle-
lampje van het Stop & Start-systeem bran-
den.
■Opnieuw starten van de motor
Trap, terwijl de selectiehendel in de 
neutraalstand staat, het koppelingspe-
daal in. De motor wordt automatisch 
weer gestart.
Als de motor start, gaat het controlelampje 
van het Stop & Start-systeem uit.
Druk op de uitschakeltoets van het Stop 
& Start-systeem om het Stop & Start-
systeem uit te schakelen.
Het controlelampje uitgeschakeld Stop 
& Start-systeem gaat branden.
Als nogmaals op de toets wordt gedrukt, 
wordt het Stop & Start-systeem weer inge-
schakeld en gaat het controlelampje uitge-
schakeld Stop & Start-systeem uit.
■Automatisch inschakelen van het Stop 
& Start-systeem
Als het Stop & Start-systeem is uitgeschakeld 
met de uitschakeltoets van het Stop & Start-
systeem, zal het systeem automatisch weer 
worden ingeschakeld als de motor weer 
wordt gestart nadat het contact UIT is gezet.
■Punten bij het gebruik
●Als de motor is uitgezet door het Stop & 
Start-systeem en de startknop wordt inge-
drukt, kan de motor niet worden herstart 
door de automatische motorstartfunctie. 
Start in dat geval de motor volgens de nor-
male startprocedure. ( Blz. 136)
●Wanneer de motor wordt herstart door het 
Stop & Start-systeem, zijn de accessoire-
aansluitingen mogelijk tijdelijk niet bruik-
baar. Dit duidt echter niet op een storing.
Stop & Start-systeem
Het Stop & Start-systeem schakelt 
de motor uit en start deze weer 
overeenkomstig de bediening van 
het koppelingspedaal of de selec-
tiehendel als de auto tot stilstand 
wordt gebracht, bijvoorbeeld bij 
een verkeerslicht of kruispunt, om 
het brandstofverbruik te verlagen 
en geluid en vervuiling door een 
stationair draaiende motor te 
voorkomen.
Werking Stop & Start-systeem
Uitschakelen van het Stop & 
Start-systeem
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book  Page  196  Thursday, August 27, 2020  1:58 PM 
Page 198 of 458

197
4
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
●Het plaatsen en verwijderen van elektri-
sche onderdelen en draadloze apparaten 
is mogelijk van invloed op het Stop & Start-
systeem. Neem voor meer informatie con-
tact op met een erkende Toyota-dealer of 
hersteller/reparateur of een andere naar 
behoren gekwalificeerde en uitgeruste 
deskundige.
●Zet het contact UIT en zet de motor volle-
dig uit wanneer de auto voor langere tijd 
wordt stilgezet.
●Als de motor wordt herstart door het Stop 
& Start-systeem, kan de besturing van de 
auto zwaarder aanvoelen.
■Voorwaarden voor werking
●Het Stop & Start-systeem werkt als aan de 
volgende voorwaarden wordt voldaan:
• Er is gedurende een bepaalde tijd met de 
auto gereden.
• Het koppelingspedaal niet wordt ingetrapt.
• De selectiehendel staat in stand N.
• De veiligheidsgordel van de bestuurder is 
vastgemaakt.
• Het bestuurdersportier is gesloten.
• De geselecteerde rijmodi zijn de normale 
modus en de track-modus.
• De voorruitverwarming is uitgeschakeld.
• De motor is op bedrijfstemperatuur.
• De buitentemperatuur is -5°C of hoger.
• De motorkap en achterklep zijn gesloten. 
(→Blz. 197)
●Onder de volgende omstandigheden wordt 
de motor mogelijk niet uitgeschakeld door 
het Stop & Start-systeem. Dit wijst niet op 
een storing van het Stop & Start-systeem.
• Als de airconditioning wordt gebruikt.
• Als de accu periodiek wordt opgeladen.
• Als de accu niet voldoende is opgeladen, 
bijvoorbeeld als de auto gedurende lange 
tijd heeft stilgestaan en de ladingstoestand 
is afgenomen, als de elektrische belasting 
hoog is, als de temperatuur van de accu-
vloeistof extreem laag is of als de accu ver-
ouderd is.
• Als het vacuüm van de rembekrachtiger te 
laag is.
• Als de verstreken tijd sinds het starten van 
de motor kort is.
• Als de auto frequent tot stilstand wordt 
gebracht, bijvoorbeeld in een file.
• Als de temperatuur van de koelvloeistof of 
van de transmissievloeistof extreem laag 
of hoog is.
• Als het stuurwiel wordt bediend.
• Als de auto op grote hoogte rijdt.
• Als de temperatuur van de accuvloeistof extreem laag of hoog is.
• Enige tijd nadat de accupolen zijn losgeno-
men en weer aangesloten.
●De motor wordt automatisch herstart wan-
neer deze is uitgeschakeld door het Stop & 
Start-systeem als aan een van de vol-
gende voorwaarden voldaan is:
(Rijd met de auto om ervoor te zorgen dat de 
motor weer door het Stop & Start-systeem 
wordt uitgeschakeld.)
• De airconditioning wordt ingeschakeld.
• De voorruitverwarming wordt ingescha-
keld.
• De veiligheidsgordel van de bestuurder 
wordt losgemaakt.
• Het bestuurdersportier wordt geopend.
• De rijmodus wordt gewijzigd van de nor-
male modus en track-modus in een andere 
modus.
• De uitschakeltoets van het Stop & Start-
systeem wordt ingedrukt.
• Het stuurwiel wordt bediend.
• De auto begint te rollen op een helling.
●Onder de volgende omstandigheden wordt 
de motor mogelijk automatisch herstart 
wanneer deze is uitgeschakeld door het 
Stop & Start-systeem: (Rijd met de auto 
om ervoor te zorgen dat de motor weer 
door het Stop & Start-systeem wordt uitge-
schakeld.)
• Als het rempedaal pompend of diep wordt 
ingetrapt.
• Als de airconditioning wordt gebruikt.
• Als een schakelaar van het airconditio-
ningsysteem wordt bediend (schakelaar 
achterruitverwarming, enz.).
• Als de accu bijna leeg is.
■Als de motorkap wordt geopend
Als de motor is uitgezet door het Stop & Start-
systeem en de motorkap wordt geopend, 
slaat de motor af en kan de motor niet wor-
den gestart door de automatische motorstart-
functie. Start in dat geval de motor volgens 
de normale startprocedure. (→Blz. 136)
■Als de motorkap of achterklep wordt 
gesloten
Nadat de motor is gestart terwijl de motorkap 
of achterklep was geopend, werkt het Stop & 
Start-systeem niet. Sluit de motorkap en de 
achterklep, zet het contact UIT, wacht ten 
minste 30 seconden en start vervolgens de 
motor.
M52L09toeuenvhch04.fm  Page 197  Tuesday, December 15, 2020  11:02 AM 
Page 199 of 458

1984-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
■Airconditioning terwijl de motor door 
het Stop & Start-systeem is uitgescha-
keld
Auto's met een automatische airconditioning: 
Als de airconditioning in de automatische 
modus staat en de motor is uitgeschakeld 
door het Stop & Start-systeem, kan de venti-
lator met een lage snelheid gaan draaien om 
te voorkomen dat de temperatuur in het inte-
rieur hoger of lager wordt, of kan hij worden 
uitgeschakeld.
Schakel het Stop & Start-systeem uit door de 
uitschakeltoets van het Stop & Start-systeem 
in te drukken om de prestaties van de aircon-
ditioning voorrang te geven als de auto stil-
staat.
●Als de voorruit beslagen is
Schakel de voorruitverwarming in. 
(Blz. 231)
Druk als de voorruit blijft beslaan op de uit-
schakeltoets van het Stop & Start-systeem 
om het Stop & Start-systeem uit te schakelen.
●Als het airconditioningsysteem een onaan-
gename geur verspreidt
Druk op de uitschakeltoets van het Stop & 
Start-systeem om het Stop & Start-systeem 
uit te schakelen.
■Wijzigen van de tijd voor uitschakeling 
bij stilstand bij ingeschakelde aircondi-
tioning
De werkingsduur van het Stop & Start-sys-
teem als de airconditioning is ingeschakeld, 
kan via   van het multi-informatiedisplay 
(Blz. 86) worden gewijzigd. (De werkings-
duur van het Stop & Start-systeem als de air-
conditioning is uitgeschakeld, kan niet 
worden gewijzigd.)
■Weergeven van de status van het Stop 
& Start-systeem
Blz. 91
■Meldingen multi-informatiedisplay
In de volgende gevallen kunnen   en een 
melding worden weergegeven op het multi-
informatiedisplay.
●Wanneer de motor niet kan worden uitge-
schakeld door het Stop & Start-systeem “Non-Dedicated Battery” (niet-specifieke 
batterij)
• Er is een accu geplaatst die niet is ontwor-
pen voor gebruik met een Stop & Start-sys-
teem.
Laat de auto nakijken door een erkende 
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een 
andere naar behoren gekwalificeerde en uit-
geruste deskundige.
 “Battery Charging” (accu aan het opla-
den)
• De accu is mogelijk bijna leeg.
Het uitschakelen van de motor is tijdelijk 
niet mogelijk om voorrang te geven aan het 
laden van de accu. Nadat de motor gedu-
rende een bepaalde periode heeft gedraaid, 
wordt het systeem weer geactiveerd.
• Mogelijk wordt een onderhoudslaadproce-
dure uitgevoerd
Wanneer de onderhoudslaadprocedure 
van maximaal een uur is voltooid, kan het 
systeem worden bediend.
• Indien continu weergegeven gedurende 
een langere tijd (meer dan een uur)
De accu kan verouderd zijn. Neem voor 
meer informatie contact op met een erkende 
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een 
andere naar behoren gekwalificeerde en uit-
geruste deskundige.
 “Stop & Start Unavailable” (Stop & Start-
systeem niet beschikbaar)
• Het Stop & Start-systeem is tijdelijk uitge-
schakeld.
Laat de motor gedurende enige tijd 
draaien.
• De motor is mogelijk herstart terwijl de 
motorkap was geopend.
Sluit de motorkap, zet het contact UIT, 
wacht ten minste 30 seconden en start ver-
volgens de motor.
 “In Preparation” (in voorbereiding)
• De auto rijdt op grote hoogte.
 “For Climate Control” (voor klimaatrege-
ling)
• De airconditioning wordt gebruikt wanneer 
de omgevingstemperatuur hoog of laag is. 
Page 200 of 458

199
4
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
Het systeem treedt in werking wanneer het 
verschil tussen de ingestelde temperatuur en 
de temperatuur in het interieur te klein wordt.
• De voorruitverwarming is ingeschakeld.
●Wanneer de motor automatisch wordt her-
start terwijl hij was uitgeschakeld door het 
Stop & Start-systeem
 “For Climate Control” (voor klimaatrege-
ling)
• De airconditioning wordt ingeschakeld of  gebruikt.
• De voorruitverwarming is ingeschakeld.
 “Battery Charging” (accu aan het opla-
den)
• De accu is mogelijk bijna leeg.
 De motor wordt herstart om voorrang te 
geven aan het laden van de accu. Nadat de 
motor gedurende een bepaalde periode heeft 
gedraaid, wordt het systeem weer geacti-
veerd.
●Wanneer de motor niet weer kan worden 
gestart door het Stop & Start-systeem
“Shift to N and Press Clutch to Restart” 
(Schakel naar N en trap koppeling in om 
opnieuw te starten)
 Terwijl de motor is uitgeschakeld door het 
Stop & Start-systeem, wordt de selectiehen-
del in een andere stand dan de neutraalstand 
gezet zonder dat het koppelingspedaal is 
ingetrapt.
■Wanneer de zoemer klinkt
Als de selectiehendel in een andere stand 
dan N wordt gezet terwijl het koppelingspe-
daal niet is ingetrapt wanneer de motor wordt 
uitgezet, klinkt er een zoemer en gaat het 
controlelampje van het Stop & Start-systeem 
knipperen. Zet de selectiehendel in stand N 
om de zoemer te stoppen. Ook in dit geval 
start de motor als het koppelingspedaal wordt 
ingetrapt.
■Beveiligingsfunctie van het Stop & 
Start-systeem
●Als het volume van het audiosysteem hoog 
staat, wordt het geluid van het audiosys-
teem mogelijk plotseling uitgeschakeld om 
het stroomverbruik te beperken. Stel het 
volume van het audiosysteem op een 
gematigd niveau in om te voorkomen dat 
het audiosysteem wordt uitgeschakeld. 
Zet, als het audiosysteem wordt uitgescha- keld, het contact UIT, wacht gedurende ten 
minste 3 seconden en zet vervolgens het 
contact in stand ACC of AAN om het 
audiosysteem weer in te schakelen.
●Het audiosysteem wordt mogelijk niet inge-
schakeld wanneer de accukabels zijn los-
genomen en weer aangesloten. Zet als dit 
gebeurt het contact UIT en herhaal de 
onderstaande procedure tweemaal om het 
audiosysteem normaal in te schakelen.
• Zet het contact AAN en vervolgens UIT.
■Batterij vervangen
 Blz. 342
■Als het controlelampje uitgeschakeld 
Stop & Start-systeem continu knippert
Er is mogelijk een storing in het systeem aan-
wezig. Laat de auto nakijken door een 
erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
WAARSCHUWING
■Als het Stop & Start-systeem is inge-
schakeld
Zorg ervoor dat het Stop & Start-systeem 
uitgeschakeld is als de auto zich in een 
slecht geventileerde ruimte bevindt.
Anders kan de motor onverwacht worden 
gestart, waardoor er uitlaatgassen in de 
auto terecht kunnen komen die zeer scha-
delijk kunnen zijn voor de gezondheid.
●Verlaat de auto niet als de motor is uit-
gezet door het Stop & Start-systeem 
(zolang het controlelampje van het Stop 
& Start-systeem brandt). Anders kan 
door de automatische motorstartfunctie 
een ongeval ontstaan.
●Trap het rempedaal in en activeer indien 
nodig de parkeerrem als de motor is uit-
gezet door het Stop & Start-systeem 
(het controlelampje van het Stop & 
Start-systeem brandt).
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book  Page  199  Thursday, August 27, 2020  1:58 PM 
Page 201 of 458

200
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
*: Indien aanwezig
OPMERKING
■Ervoor zorgen dat het systeem goed 
werkt
In onderstaande gevallen werkt het Stop & 
Start-systeem mogelijk niet goed. Laat uw 
auto controleren door een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een 
andere naar behoren gekwalificeerde en 
uitgeruste deskundige.
●Het waarschuwingslampje van de veilig-
heidsgordel van de bestuurder en voor-
passagier knippert, terwijl de 
veiligheidsgordel van de bestuurder is 
vastgemaakt.
●Zelfs wanneer de veiligheidsgordel van 
de bestuurder niet is vastgemaakt, gaat 
het waarschuwingslampje van de veilig-
heidsgordel van de bestuurder en voor-
passagier niet branden.
●Zelfs wanneer het bestuurdersportier is 
gesloten, gaat het waarschuwings-
lampje open portier/achterklep branden 
of gaat de interieurverlichting branden 
wanneer de schakelaar van de interieur-
verlichting in de stand DOOR staat.
●Zelfs wanneer het bestuurdersportier is 
geopend, gaat het waarschuwings-
lampje open portier/achterklep niet 
branden of gaat de interieurverlichting 
niet branden wanneer de schakelaar 
van de interieurverlichting de schake-
laar van de interieurverlichting in de 
stand DOOR staat.
■Als de motor afslaat
Als de werking van het Stop & Start-sys-
teem is toegestaan en het koppelingspe-
daal snel wordt ingetrapt, kan de motor 
herstart worden.
BSM (Blind Spot Monitor)*
De Blind Spot Monitor is een sys-
teem dat radarsensoren aan de lin-
ker en rechter binnenzijde van de 
achterbumper gebruikt om de 
bestuurder te helpen de veiligheid 
te controleren bij het wisselen van 
rijstrook.
WAARSCHUWING
■Waarschuwingen met betrekking tot 
het gebruik van het systeem
De bestuurder is zelf verantwoordelijk voor 
een veilig rijgedrag. Rijd altijd veilig en 
houd rekening met de omgeving.
De Blind Spot Monitor is een aanvullende 
functie die de bestuurder er attent op 
maakt dat er zich een auto in de dode 
hoek van de buitenspieg els bevindt of snel 
van achteren nadert richting de dode 
hoek. Vertrouw niet blindelings op de Blind 
Spot Monitor. De functie kan niet beoorde-
len of u veilig van r ijstrook kunt wisselen. 
Wanneer u alleen op de functie vertrouwt, 
kan dit leiden tot een ongeval met ernstig 
letsel tot gevolg.
Aangezien het systeem onder bepaalde 
omstandigheden mogelijk niet goed werkt, 
dient de bestuurder altijd zelf de veiligheid 
te controleren.
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book  Page  200  Thursday, August 27, 2020  1:58 PM 
Page 221 of 458

220
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
■ABS (antiblokkeersysteem)
Helpt het blokkeren van de wielen te 
voorkomen bij plotseling remmen of 
remmen op een glad wegdek
■Brake Assist
Zorgt voor een grotere remkracht nadat 
het rempedaal is ingetrapt als het sys-
teem oordeelt dat er sprake is van een 
noodstop
■VSC (Vehicle Stability Control)
Helpt de bestuurder de auto onder con-
trole te houden bij uitwijkmanoeuvres 
en het nemen van bochten op een glad 
wegdek.
■VSC+ (Vehicle Stability Control+)
Coördineert de werking van ABS, TRC, 
VSC en EPS.
Zorgt ervoor dat de voertuigstabiliteit 
behouden blijft bij uitwijkmanoeuvres 
op een glad wegdek door het stuurge-
drag aan te passen.
■TRC (Traction Control)
Zorgt ervoor dat de aandrijfkracht 
behouden blijft en voorkomt dat de aan-
drijvende wielen gaan doorslippen bij 
het wegrijden met de auto of bij het 
accelereren op gladde wegen
■Hill Start Assist Control
Helpt te voorkomen dat de auto achter-
uit rolt bij helling op wegrijden
■EPS (elektrische  stuurbekrachti-
ging)
Maakt gebruik van een elektromotor om 
de benodigde kracht voor het rond-
draaien van het stuurwiel te verminde-
ren.
■Active Torque Split AWD-systeem
Schakelt afhankelijk van de rijomstan-
digheden automatisch van voorwiel-
aandrijving naar permanente 
vierwielaandrijving (AWD), wat bij-
draagt aan betrouwbaar rijgedrag en 
stabiliteit. Voorbeelden van omstandig-
heden waaronder het systeem over-
schakelt op AWD zijn het nemen van 
bochten, heuvelopwaarts rijden, wegrij-
den of accelereren en als het wegop-
pervlak glad is ten gevolge van 
sneeuw, regen, enz.
■Noodstopsignaal
Als het rempedaal plotseling wordt 
ingetrapt, gaan de alarmknipperlichten 
automatisch knipperen om het achter-
opkomende verkeer te waarschuwen.
■Secondary Collision Brake (indien 
aanwezig)
Als de airbagsensor een aanrijding sig-
naleert en het systeem in werking is, 
worden de remmen en remlichten auto-
matisch geregeld om de rijsnelheid te 
Ondersteunende systemen
Om de veiligheid en de prestaties 
tijdens het rijden te verbeteren is 
uw auto uitgerust  met de volgende 
systemen die automatisch in wer-
king treden als de omstandighe-
den daar om vragen. Houd er 
echter rekening mee dat dit aan-
vullende systemen zijn en ver-
trouw niet in al te sterke mate op 
deze systemen als u de auto 
bedient.
Overzicht van de 
ondersteunende systemen
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book  Page  220  Thursday, August 27, 2020  1:58 PM 
Page 296 of 458

295
6
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
6-4. Zelf uit te voeren onderhoud
Onderhoud en verzorging
■Controle-interval
Controleer en vervang het interieurfilter vol-
gens het onderhoudsschema. In gebieden 
met veel stof of met veel verkeer moet ver-
vanging vaker plaatsvinden. (Zie het onder-
houdsboekje of het garantieboekje voor het 
onderhoudsschema.)
■Als er te weinig lucht uit de ventilatie-
roosters stroomt
Het filter kan verstopt zitten. Controleer het 
filter en vervang het indien nodig.
■Als de sleutelbatterij ontladen is
De volgende verschijnselen kunnen zich 
voordoen:
●Het Smart entry-systeem met startknop en 
de afstandsbediening zullen niet goed wer-
ken.
●Het bereik van de afstandsbediening zal 
kleiner worden.
 Sleufkopschroevendraaier
 Kleine sleufkopschroevendraaier
 Lithiumbatterij CR2450
■Gebruik een CR2450 lithiumbatterij
●Batterijen zijn verkrijgbaar bij een erkende 
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of 
een andere naar behoren gekwalificeerde 
en uitgeruste desk undige, plaatselijke 
elektrozaken of fotospeciaalzaken.
●Vervang de batterij alleen door het door de 
fabrikant aanbevolen type.
●Gooi batterijen niet weg, maar lever ze in 
als KCA.
OPMERKING
■Bij het gebruik van de airconditioning
Controleer of er een interieurfilter aanwe-
zig is.
Als de airconditioning zonder filter gebruikt 
wordt, kan het systeem beschadigd raken.
■Voorkomen van schade aan de afdek-
kap van het filter
Oefen bij het bewegen van de afdekkap 
van het filter in de richting van de pijl om 
de bevestiging los te nemen, geen over-
matige kracht uit op de klauwen. Anders 
kunnen de klauwen beschadigd raken.
Batterij afstandsbediening/
elektronische sleutel
Vervang de batterij door een nieuw 
exemplaar als deze ontladen raakt.
Mogelijk raakt de sleutel bescha-
digd als de onderstaande proce-
dure niet goed wordt uitgevoerd. 
Het verdient daarom aanbeveling 
om de sleutelbatterij te laten ver-
vangen door een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of 
een andere naar behoren gekwali-
ficeerde en uitgeruste deskundige.
Zaken die u dient klaar te 
leggen
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book  Page  295  Thursday, August 27, 2020  1:58 PM