sensor TOYOTA GR YARIS 2021 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2021, Model line: GR YARIS, Model: TOYOTA GR YARIS 2021Pages: 458, PDF Size: 77.95 MB
Page 221 of 458

220
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
■ABS (antiblokkeersysteem)
Helpt het blokkeren van de wielen te 
voorkomen bij plotseling remmen of 
remmen op een glad wegdek
■Brake Assist
Zorgt voor een grotere remkracht nadat 
het rempedaal is ingetrapt als het sys-
teem oordeelt dat er sprake is van een 
noodstop
■VSC (Vehicle Stability Control)
Helpt de bestuurder de auto onder con-
trole te houden bij uitwijkmanoeuvres 
en het nemen van bochten op een glad 
wegdek.
■VSC+ (Vehicle Stability Control+)
Coördineert de werking van ABS, TRC, 
VSC en EPS.
Zorgt ervoor dat de voertuigstabiliteit 
behouden blijft bij uitwijkmanoeuvres 
op een glad wegdek door het stuurge-
drag aan te passen.
■TRC (Traction Control)
Zorgt ervoor dat de aandrijfkracht 
behouden blijft en voorkomt dat de aan-
drijvende wielen gaan doorslippen bij 
het wegrijden met de auto of bij het 
accelereren op gladde wegen
■Hill Start Assist Control
Helpt te voorkomen dat de auto achter-
uit rolt bij helling op wegrijden
■EPS (elektrische  stuurbekrachti-
ging)
Maakt gebruik van een elektromotor om 
de benodigde kracht voor het rond-
draaien van het stuurwiel te verminde-
ren.
■Active Torque Split AWD-systeem
Schakelt afhankelijk van de rijomstan-
digheden automatisch van voorwiel-
aandrijving naar permanente 
vierwielaandrijving (AWD), wat bij-
draagt aan betrouwbaar rijgedrag en 
stabiliteit. Voorbeelden van omstandig-
heden waaronder het systeem over-
schakelt op AWD zijn het nemen van 
bochten, heuvelopwaarts rijden, wegrij-
den of accelereren en als het wegop-
pervlak glad is ten gevolge van 
sneeuw, regen, enz.
■Noodstopsignaal
Als het rempedaal plotseling wordt 
ingetrapt, gaan de alarmknipperlichten 
automatisch knipperen om het achter-
opkomende verkeer te waarschuwen.
■Secondary Collision Brake (indien 
aanwezig)
Als de airbagsensor een aanrijding sig-
naleert en het systeem in werking is, 
worden de remmen en remlichten auto-
matisch geregeld om de rijsnelheid te 
Ondersteunende systemen
Om de veiligheid en de prestaties 
tijdens het rijden te verbeteren is 
uw auto uitgerust  met de volgende 
systemen die automatisch in wer-
king treden als de omstandighe-
den daar om vragen. Houd er 
echter rekening mee dat dit aan-
vullende systemen zijn en ver-
trouw niet in al te sterke mate op 
deze systemen als u de auto 
bedient.
Overzicht van de 
ondersteunende systemen
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book  Page  220  Thursday, August 27, 2020  1:58 PM 
Page 224 of 458

223
4
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
Als zowel het TRC- als het VSC-systeem 
is uitgeschakeld, worden deze niet auto-
matisch weer ingeschakeld als de rijsnel-
heid toeneemt.
■Gereduceerde bekrachtiging door het 
EPS-systeem
De mate van bekrachtiging door het EPS-
systeem wordt gereduceerd om het systeem 
tegen oververhitting te beschermen als er 
gedurende langere tijd veel stuurbewegingen 
worden uitgevoerd. Hierdoor kan de bestu-
ring zwaar aanvoelen. Draai, als dat het 
geval is, niet overmatig aan het stuur of 
breng de auto tot stilstand en schakel de 
motor uit. Het EPS-systeem moet binnen 10 
minuten weer normaal werken.
■Voorwaarden voor werking noodstop-
signaal
Als aan de volgende voorwaarden wordt vol-
daan, werkt het noodstopsignaal:
●De alarmknipperlichten zijn uit
●De werkelijke rijsnelheid is hoger dan 55 
km/h
●Het systeem oordeelt op basis van de 
deceleratie van de auto dat het om een 
noodstop gaat.
■Automatisch uitschakelen van nood-
stopsignaal
Het noodstopsignaal wordt in de volgende 
situaties uitgeschakeld:
●De alarmknipperlichten worden ingescha-
keld.
●Het systeem oordeelt op basis van de 
deceleratie van de auto dat het niet om 
een noodstop gaat.
■Werkingsvoorwaarden Secondary Colli-
sion Brake (indien aanwezig)
Het systeem werkt als de airbagsensor een 
aanrijding signaleert terwijl de auto in bewe-
ging is.
Het systeem werkt echter niet onder de vol-
gende omstandigheden:
●De rijsnelheid is lager dan 10 km/h.
●Er zijn componenten beschadigd
■Automatisch uitschakelen Secondary 
Collision Brake (indien aanwezig)
Het systeem wordt automatisch uitgescha-
keld in een van de volgende situaties.
●De rijsnelheid wordt lager dan ongeveer 10 
km/h
●Er verstrijkt een bepaalde tijd tijdens de 
werking
●Het gaspedaal wordt flink ingetrapt.
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book  Page  223  Thursday, August 27, 2020  1:58 PM 
Page 227 of 458

226
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
4-6. Rijtips
4-6.Rijtips
Gebruik vloeistoffen die geschikt zijn 
voor winterse omstandigheden.
• Motorolie
• Koelvloeistof
• Ruitensproeiervloeistof
Laat de toestand van de accu con-
troleren door een monteur.
 Laat vier winterbanden onder uw 
auto monteren of schaf een set 
sneeuwkettingen voor de voorwielen 
aan.
Controleer of alle banden dezelfde maat 
hebben en van hetzelfde merk zijn en con-
troleer of de sneeuwkettingen geschikt zijn 
voor de bandenmaat van uw auto.
Rijden in de winter
Tref voor het aanbreken van de 
winter de noodzakelijke voorberei-
dingen en voer de benodigde con-
troles uit. Pas uw rijgedrag altijd 
aan de actuele weersomstandighe-
den aan.
Voorbereidingen voor de winter
WAARSCHUWING
■Rijden met winterbanden
Neem, om de kans op ongevallen te 
beperken, de volgende voorzorgsmaatre-
gelen in acht.
Als u dat niet doet, kunt u de macht over 
het stuur verliezen, waardoor ernstig letsel 
kan ontstaan.
●Gebruik banden met de voorgeschreven 
maat.
●Zorg ervoor dat de bandenspanning aan 
de specificatie voldoet.
●Rijd niet harder dan de toegestane snel-
heid of harder dan de snelheidslimiet 
die geldt voor de gebruikte winterban-
den.
●Monteer winterbanden op alle wielen.
■Rijden met sneeuwkettingen
Neem, om de kans op ongevallen te 
beperken, de volgende voorzorgsmaatre-
gelen in acht.
Als u dat niet doet, kunt u de macht over 
het stuur verliezen, waardoor ernstig letsel 
kan ontstaan.
●Rijd niet harder dan de maximaal toege-
stane snelheid voor de gebruikte 
sneeuwkettingen of niet harder dan 50 
km/h, afhankelijk van welke snelheid de 
laagste is.
●Vermijd het rijden over slechte wegdek-
ken en over gaten.
●Vermijd plotseling accelereren, abrupte 
stuuracties, plotseling remmen en scha-
kelhandelingen die een plotselinge 
motorremwerking veroorzaken.
●Minder uw snelheid alvorens een bocht 
aan te snijden zodanig, dat u zeker weet 
dat de auto bestuurbaar blijft.
●Gebruik het LTA-systeem (Lane Tracing 
Assist) niet. (indien aanwezig)
OPMERKING
■Repareren of vervangen van winter-
banden
Laat winterbanden repareren of vervangen 
door een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar behoren 
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige 
of door een bandenspecialist.
Het verwijderen en plaatsen van winter-
banden heeft namelijk invloed op de wer-
king van de bandenspanningssensoren en 
-zenders.
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book  Page  226  Thursday, August 27, 2020  1:58 PM 
Page 229 of 458

228
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
4-6. Rijtips
De wetgeving met betrekking tot het 
gebruik van sneeuwkettingen verschilt 
per land en per soort weg. Stel u op de 
hoogte van lokale voorschriften alvo-
rens sneeuwkettingen te monteren.
■Monteren van sneeuwkettingen
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in 
acht bij het monteren en verwijderen van 
sneeuwkettingen:
●Monteer en verwijder de sneeuwkettingen 
op een veilige locatie.
●Monteer de sneeuwkettingen uitsluitend op 
de voorwielen. Gebruik geen sneeuwket-
tingen om de achterwielen.
●Plaats de sneeuwkettingen zo strak moge-
lijk om de voorwielen. Zet de sneeuwkettin-
gen na 0,5 - 1 km opnieuw vast.
●Monteer de sneeuwkettingen volgens de 
meegeleverde gebruiksaanwijzing.
Wetgeving met betrekking tot 
het gebruik van 
sneeuwkettingen
OPMERKING
■Monteren van sneeuwkettingen
Als er sneeuwkettingen gemonteerd zijn, 
werken de bandenspanningssensoren en -
zenders mogelijk niet goed.
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book  Page  228  Thursday, August 27, 2020  1:58 PM 
Page 250 of 458

249
6
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
6-1. Onderhoud en verzorging
Onderhoud en verzorging
●Wanneer de waterafstotende werking niet 
meer voldoende is, kan de laag worden 
gerepareerd. Neem contact op met een 
erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
■Verchroomde delen
Als het vuil niet kan worden verwijderd, reinig 
de onderdelen dan als volgt:
●Gebruik een zachte doek en sop met 
ongeveer 5% neutraal reinigingsmiddel om 
het vuil te verwijderen.
●Veeg daarna het resterende vocht van het 
leder af met een droge, schone doek.
●Gebruik met alcohol natgemaakte doekjes 
o.i.d. om olieresten te verwijderen.
■Koolstofvezellaag (indien aanwezig)
●Bevestig geen dakdrager op de koolstofve-
zellaag. Anders kan de laag beschadigd 
raken.
●Gebruik alleen water van lage tempera-
tuur, 50°C of lager, wanneer u gebruik-
maakt van een automatische wasstraat en 
hogedrukreiniger.
Gebruik de hogedrukreiniger niet op de rand 
van de laag, om te voorkomen dat de laag 
loslaat.
●Gebruik geen water met een temperatuur 
van meer dan 90°C rechtstreeks op de 
laag. Anders kan de laag gemakkelijk los-
laten.
●Gebruik uitsluitend een neutraal reinigings-
middel dat is goedgekeurd voor het was-
sen van de auto en water.
●Breng geen was of coating aan op de laag, 
om het uiterlijk te behouden.
●Verwijder vogelpoep of olie direct met een 
neutraal reinigingsmiddel.
■Remsysteem
●Gekleurde remklauwen
• Gebruik alleen neutrale reinigingsmidde- len. Gebruik geen harde borstels of 
schuurmiddelen, omdat deze de lak 
beschadigen.
• Reinig de remklauwen niet met reinigings- middelen als ze warm zijn.
• Spoel het reinigingsmiddel direct na het  gebruik af.
●Als de auto geparkeerd wordt met vochtige 
remblokken of remschijven, kan er roest 
ontstaan waardoor de remblokken of rem-
schijven vast kunnen komen te zitten. 
(Alvorens de auto na een wasbeurt te par-
keren is het raadzaam langzaam te rijden 
en het rempedaal een aantal keren in te 
trappen om de onderdelen te drogen.)
WAARSCHUWING
■Bij het wassen van de auto
Zorg dat er geen water in de motorruimte 
komt. Anders kunnen de elektrische com-
ponenten, enz. vlam vatten.
■Bij het wassen van de voorruit
Zet de ruitenwisserschakelaar in de stand 
OFF. Als de ruitenwisserschakelaar in de 
stand AUTO staat, kunnen de ruitenwis-
sers in de volgende gevallen onverwacht 
in werking treden. Hierdoor kunnen uw 
handen bekneld raken en kunt u ernstig 
letsel oplopen, en hierdoor kunnen de rui-
tenwisserbladen beschadigd raken.
Uit
AUTO
●Wanneer het bovenste deel van de 
voorruit waar de regensensor is 
geplaatst met de hand wordt aangeraakt
●Wanneer een natte doek of iets derge-
lijks in de buurt van de regensensor 
wordt gehouden
●Als iets tegen de voorruit stoot
●Als u het regensensorhuis aanraakt of 
als iets in aanraking komt met de regen-
sensor
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book  Page  249  Thursday, August 27, 2020  1:58 PM 
Page 280 of 458

279
6
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
6-4. Zelf uit te voeren onderhoud
Onderhoud en verzorging
Wissel de banden zoals aangegeven in 
de afbeelding.Vo o r
Toyota beveelt aan om de banden ongeveer 
elke 10.000 km van plaats te wisselen om 
een gelijkmatig slijtagepatroon en een lan-
gere levensduur van de banden te verkrij-
gen.
Vergeet bij het wisselen van voor- en achter-
banden met een verschillende bandenspan-
ning niet om na het wisselen het 
bandenspanningswaarschuwi ngssysteem te 
initialiseren.
Uw auto is uitgerust met een banden-
spanningswaarschu wingssysteem dat 
gebruikmaakt van bandenspannings-
sensoren en -zenders om een lage 
bandenspanning te signaleren voordat 
deze tot problemen leidt.
Het bandenspanningswaarschuwings-
systeem van deze auto kent 2 verschil-
lende soorten waarschuwingen.
 Wanneer “Adjust Pressure” (breng 
banden op spanning) wordt weerge-
geven (normale waarschuwing)
Er wordt een waarschuwing gegeven mid-
dels het waarschuwingslampje lage banden-
spanning en een waarschuwingszoemer 
wanneer de bandenspanning mogelijk te 
laag is als gevolg van het  natuurlijk weglek-
ken van lucht alsmede bij wijzigingen in de 
bandenspanning overeenkomstig de buiten-
temperatuur. (Oplossingen:  Blz. 321, 356)
 Wanneer “Immediately Check tire 
when Safe” (controleer de band 
onmiddellijk wanneer dit veilig kan) 
wordt weergegeven (noodwaarschu-
wing)
Er wordt een waarschuwing gegeven mid-
dels het waarschuwingslampje lage banden-
spanning en een waarschuwingszoemer 
wanneer de bandenspanning plotseling te 
laag is. (Oplossingen:  Blz. 325)
Het systeem kan echter mogelijk geen plot-
selinge klapband e.d. signaleren.
De door het bandenspanningswaar-
schuwingssysteem gesignaleerde ban-
denspanning kan op het multi-
informatiedisplay worden weergege-
ven.
De eenheid kan worden gewijzigd.
OPMERKING
■Als tijdens het rijden in elke band een 
te lage bandenspanning ontstaat
Rijd niet verder als de bandenspanning te 
laag is, anders kunnen de banden en/of 
velgen ernstig beschadigd raken.
■Rijden over onverharde wegen
Wees extra voorzichtig  bij het rijden over 
onverharde wegen en wegen met kuilen.
Dergelijke omstandigheden hebben moge-
lijk een verlaging van de bandenspanning 
tot gevolg, waardoor de verende werking 
van de banden vermindert. Bovendien 
kunnen de banden zelf en de velgen en 
carrosserie beschadigd raken bij het rijden 
over onverharde wegen.
Wisselen van banden
Bandenspannings-
waarschuwingssysteem
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book  Page  279  Thursday, August 27, 2020  1:58 PM 
Page 281 of 458

280
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
6-4. Zelf uit te voeren onderhoud
■Wijzigen van de eenheid
1 Parkeer de auto op een veilige 
plaats en zet de motor uit.
De eenheid kan niet worden gewijzigd wan-
neer de auto rijdt.
2Zet het contact AAN.
3 Druk op   /   van de bedie-
ningstoetsen van het instrumenten-
paneel en selecteer  .
4 Druk op   /   om “Vehicle Set-
tings” (voertuiginstellingen) te selec-
teren en houd vervolgens   
ingedrukt.
5 Druk op   /   om “TPWS set-
ting” (instelling TPWS) te selecteren 
en druk vervolgens op  .
6 Druk op   /   om “Setting Unit” 
(eenheid instellen) te selecteren.
7 Druk op   /   om de gewenste 
eenheid te selecteren en druk ver-
volgens op  .
■Periodieke controle van de banden-
spanning
Het bandenspanningswaarschuwingssys-
teem vervangt de periodieke controle van de 
bandenspanning niet. Controleer daarom ook 
zelf regelmatig de bandenspanning.
■Bandenspanning
●Nadat met de startknop stand AAN gese-
lecteerd is, kan het enkele minuten duren 
voordat de bandenspanning wordt weerge-
geven. Het kan ook enkele minuten duren 
voordat de bandenspanning wordt weerge-
geven nadat de banden op spanning zijn 
gebracht.
●De bandenspanning verandert met de tem-
peratuur. De weergegeven waarden kun-
nen verschillen van de waarden die met 
andere bandenspanningmeters worden 
gemeten.
■Situaties waarin het bandenspannings-
waarschuwingssysteem mogelijk niet 
goed werkt
●Onder de volgende omstandigheden werkt 
het bandenspanningsw aarschuwingssys-
teem mogelijk niet goed.
• Als er niet-originele Toyota-velgen zijn  gemonteerd.
• Er is een band vervangen door een exem- plaar dat niet overeenkomt met de OE-
specificaties (Original Equipment).
• Er is een band vervangen door een exem- plaar dat niet de voorgeschreven maat 
heeft.
• Er zijn sneeuwkettingen gemonteerd.
• Er is een run-flat band met ondersteu- nende ring gemonteerd.
• Als de ruiten zijn voorzien van een coating  die de ontvangst van de radiografische sig-
nalen nadelig beïnvloedt.
• Als de auto bedekt is met sneeuw of ijs,  vooral bij de wielen of de wielkasten.
• Als de bandenspanning aanzienlijk hoger  is dan de voorgeschreven waarde.
• Als er banden zonder bandenspannings- sensoren en -zenders worden gebruikt.
• Als de identificatiecode op de banden- spanningssensoren en -zenders niet is 
geregistreerd in de bandenspanningswaar-
schuwingssysteem-ECU.
●In de volgende situaties kunnen de presta-
ties worden beïnvloed.
• In de buurt van een televisiezendmast,  elektriciteitscentrale,  tankstation, radiozen-
der, videowall, luchthaven of andere loca-
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book  Page  280  Thursday, August 27, 2020  1:58 PM 
Page 282 of 458

281
6
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
6-4. Zelf uit te voeren onderhoud
Onderhoud en verzorging
tie waar sterke radiogolven of 
elektromagnetische velden aanwezig zijn.
• Als u een draagbare radio, mobiele tele- foon, draadloze telefoon of een ander 
draadloos communicatiemiddel bij u 
draagt.
●Wanneer de auto geparkeerd is, kan het 
langer duren voordat de waarschuwing 
verschijnt of verdwijnt.
●Wanneer de bandenspanning snel daalt, 
zoals bij een klapband, dan verschijnt de 
waarschuwing mogelijk niet.
■Waarschuwingen bandenspannings-
waarschuwingssysteem
De eventuele waarschuwing van het banden-
spanningswaarschuwingssysteem is geba-
seerd op de rijomstandigheden. Daarom laat 
het systeem mogelijk zelfs een waarschu-
wing zien wanneer de bandenspanning niet 
laag genoeg is of wanneer de druk hoger is 
dan de druk die was ingesteld tijdens het ini-
tialiseren van het systeem.
Bij het vervangen van banden of velgen 
moeten de bandenspanningssensoren 
en -zenders ook worden geplaatst.
Als er nieuwe bandenspanningssenso-
ren en -zenders geplaatst worden, 
moeten de identificatiecodes van deze 
componenten worden geregistreerd in 
de bandenspanningswaarschuwings-
systeem-ECU en moet het banden-
spanningswaarschuwingssysteem 
worden geïnitialis eerd. Laat de identifi-
catiecodes van de bandenspannings-
sensoren en -zenders registreren door 
een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar beho-
ren gekwalificeerde en uitgeruste 
deskundige. ( Blz. 283)
■Vervangen van banden en velgen
Als de identificatiecode van de bandenspan-
ningssensor en -zender niet is geregistreerd, 
werkt het bandenspanningswaarschuwings-
systeem niet correct. Na ongeveer 10 minu-
ten rijden gaat het waarschuwingslampje 
lage bandenspanning gedurende 1 minuut 
knipperen en het blijft daarna branden om 
aan te geven dat er een storing in het sys-
teem aanwezig is.
Plaatsen van 
bandenspanningssensoren en 
-zenders
OPMERKING
■Repareren of vervangen van banden, 
velgen, bandenspanningssensoren, -
zenders en ventieldopjes
●Neem voor het verwijderen en plaatsen 
van wielen, banden of bandenspan-
ningssensoren en  -zenders contact op 
met een erkende Toyota-dealer of her-
steller/reparateur of een andere naar 
behoren gekwalificeerde en uitgeruste 
deskundige omdat de bandenspan-
ningssensoren en  -zenders beschadigd 
kunnen raken als er niet voorzichtig 
mee wordt omgegaan.
●Vergeet niet de dopjes weer op de ven-
tielen aan te brengen. Als de ventieldop-
jes niet geplaatst worden, kan er water 
in de bandenspanningssensoren 
terechtkomen, waardoor deze kunnen 
gaan roesten. Hierdoor kunnen ze vast 
gaan zitten en kan er lucht uit de ban-
den lopen.
●Vervang ventieldopjes alleen door het 
voorgeschreven type ventieldopje. De 
dop kan anders vast gaan zitten.
■Voorkomen van schade aan de ban-
denspanningssensoren en -zenders
Als een band is gerepareerd met banden-
reparatievloeistof, werken de bandenspan-
ningssensor en -zender mogelijk niet 
goed. Neem wanneer bandenreparatie-
vloeistof is gebruikt  zo snel mogelijk con-
tact op met een erkende Toyota-dealer of 
hersteller/reparateur of een andere naar 
behoren gekwalificeerde en uitgeruste 
deskundige. Vervang bij het vervangen 
van de band de bandenspanningssensor 
en -zender. ( Blz. 281)
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book  Page  281  Thursday, August 27, 2020  1:58 PM 
Page 284 of 458

283
6
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
6-4. Zelf uit te voeren onderhoud
Onderhoud en verzorging
Zelfs als er niet wordt gereden met een snel-
heid van ongeveer 40 km/h of hoger, kan de 
initialisatie worden voltooid als er gedurende 
langere tijde met de auto wordt gereden. 
Parkeer de auto op een veilige plaats gedu-
rende ongeveer 15 minuten als de initialisa-
tie na 1 uur of langer rijden niet is voltooid en 
rijd vervolgens nogmaals met de auto met 
het contact AAN. (Blz. 285)
■Initialisatieprocedure
●Voer de initialisatie uit na het op spanning 
brengen van de banden.
Zorg er daarnaast voor dat de banden 
koud zijn bij de initialisatie en bij het op 
spanning brengen van de banden.
●Als u het contact tijdens de initialisatie per 
ongeluk UIT hebt gezet, dan is het niet 
noodzakelijk de resettoets in te drukken, 
omdat de initialisatie automatisch herstart 
wordt wanneer het contact de volgende 
keer AAN wordt gezet.
●Als u per ongeluk de resettoets indrukt 
wanneer initialiseren niet nodig is, breng 
de banden dan op de juiste spanning wan-
neer ze koud zijn en voer opnieuw de initi-
alisatie uit.
●Als tijdens het bepalen van de positie van 
elke band, waarbij de bandenspanningen 
niet worden weergegeven op het multi-
informatiedisplay, de spanning in een band 
daalt, gaat het waarschuwingslampje lage 
bandenspanning branden.
■Als het bandenspanningswaarschu-
wingssysteem niet goed is geïnitiali-
seerd
●In de onderstaande situaties duurt het vol-
tooien van de initialisatie mogelijk langer 
dan gebruikelijk of is initialisatie niet moge-
lijk. (Normaal gesproken moet er gedu-
rende ongeveer 10 tot 30 minuten met de 
auto worden gereden om de initialisatie te 
voltooien.) Rijd nog een poosje door als de 
initialisatie na ongeveer 30 minuten nog 
niet is voltooid.
• Het voltooien van de initialisatie duurt  mogelijk langer als er met de auto over een 
onverharde weg wordt gereden.
• Als er tijdens de initialisatie achteruit wordt  gereden, worden de tijdens de initialisatie 
verzamelde gegevens gewist en duurt het 
langer dan gebruikelijk voordat de initiali-
satie is voltooid.
• Als er met de auto in druk verkeer wordt  gereden of in een andere situatie waarbij  andere auto's vlakbij u rijden, duurt het 
mogelijk een poosje voordat het systeem 
de bandenspanningssensoren en -zenders 
van uw auto herkent.
Parkeer de auto op een veilige plaats gedu-
rende ten minste 15 minuten als de initialisa-
tie na ongeveer 1 uur rijden niet is voltooid en 
rijd vervolgens nogmaals met de auto.
●In de volgende situaties wordt de initialisa-
tie niet gestart of is de initialisatie niet goed 
voltooid en werkt het systeem niet goed. 
Voer de initialisatieprocedure nogmaals uit.
• Als het waarschuwingslampje lage ban- denspanning niet 3 keer knippert wanneer 
wordt geprobeerd om de initialisatie te 
starten.
• Als het waarschuwingslampje lage ban- denspanning gedurende ongeveer 1 
minuut knippert en vervolgens blijft bran-
den wanneer er na de initialisatie gedu-
rende ongeveer 20 minuten met de auto is 
gereden.
●Neem contact op met een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een 
andere naar behoren gekwalificeerde en 
uitgeruste deskundige als de initialisatie 
niet kan worden voltooid na het uitvoeren 
van de bovenstaande procedure.
De bandenspanningssensoren en -zen-
ders zijn voorzien van een unieke iden-
tificatiecode. Bij het vervangen van een 
bandenspanningssensor en -zender is 
het noodzakelijk om de identificatie-
code te registreren.
WAARSCHUWING
■Bij het initialiseren van het banden-
spanningswaarschuwingssysteem
Initialiseer het bandenspanningswaar-
schuwingssysteem niet zonder eerst de 
banden op de voorgeschreven spanning te 
brengen. Anders kan het voorkomen dat 
het waarschuwingslampje voor de lage 
bandenspanning niet gaat branden terwijl 
de bandenspanning te laag is, of wel gaat 
branden terwijl de bandenspanning in orde 
is.
Registreren van 
identificatiecodes
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book  Page  283  Thursday, August 27, 2020  1:58 PM 
Page 285 of 458

284
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
6-4. Zelf uit te voeren onderhoud
De identificatiecodes kunnen worden 
geregistreerd via   van het multi-
informatiedisplay.
1Parkeer de auto op een veilige 
plaats, zet de motor uit, wacht 
gedurende ten minste ongeveer 15 
minuten en voer de procedure uit.
2 Zet het contact AAN.
Het registreren van de identificatiecodes kan 
niet worden uitgevoerd wanneer de auto 
rijdt.
3Druk op   /   van de bedie-
ningstoetsen van het instrumenten-
paneel en selecteer  .
4 Druk op   /   om “Vehicle Set-
tings” (voertuiginstellingen) te selec-
teren en houd vervolgens   
ingedrukt.
5 Druk op   /   om “TPWS set-
ting” (instelling TPWS) te selecteren 
en druk vervolgens op  .
6 Druk op   /   om “Identifying 
Each Wheel & Position” (elk wiel en 
elke positie vaststellen) te selecte-
ren. Houd vervolgens   inge-
drukt tot het waarschuwingslampje 
lage bandenspanning 3 keer lang-
zaam knippert.
Vervolgens wordt er een melding weergege-
ven op het multi-informatiedisplay. Als de registratie wordt uitgevoerd, gaat het 
waarschuwingslampje lage bandenspan-
ning gedurende ongeveer 1 minuut knippe-
ren en blijft het vervolgens branden. -- wordt 
op het multi-informatiedisplay weergegeven 
voor de bandenspanning van elke band.
7
Rijd rechtuit (met zo min mogelijk 
bochten naar links en rechts) met 
een snelheid van ten minste onge-
veer 40 km/h gedurende ongeveer 
10 tot 30 minuten.
De registratie is voltooid wanneer het waar-
schuwingslampje lage bandenspanning 
dooft en de bandenspanning van elke band 
wordt weergegeven op het multi-informatie-
display.
De registratie duurt in bepaalde gevallen 
mogelijk langer dan ongeveer 1 uur, bijvoor-
beeld wanneer de auto gedurende langere 
tijd heeft stilgestaan  voor verkeerslichten, 
enz. ( Blz. 285)
8 Initialiseren van het bandenspan-
ningswaarschuwingssysteem. 
(Blz. 282)
■Bij het registreren van identificatieco-
des
●Controleer voordat u de identificatiecode-
registratie uitvoert of er zich geen velgen 
met bandenspanningssensoren en -zen-
ders in de buurt van de auto bevinden.
●Initialiseer het bandenspanningswaarschu-
wingssysteem nadat u de identificatieco-
des hebt geregistreerd. Als het systeem is 
geïnitialiseerd voordat de identificatieco-
des zijn geregistreerd, zijn de geïnitiali-
seerde waarden ongeldig.
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book  Page  284  Thursday, August 27, 2020  1:58 PM