dashboard TOYOTA GR YARIS 2021 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2021, Model line: GR YARIS, Model: TOYOTA GR YARIS 2021Pages: 458, PDF Size: 77.95 MB
Page 15 of 458

14
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
Overzicht
■Dashboard (auto's met linkse besturing)
Contactslot............................................................................................... Blz. 136
Starten van de motor/wijzigen van de stand van het contact .................... Blz. 136
Noodstop van de motor ............................................................................. Blz. 306
Wanneer de motor niet wil aanslaan ......................................................... Blz. 336
Waarschuwingsmeldingen ........................................................................ Blz. 323
Selectiehendel ......................................................................................... Blz. 139
Wijzigen van de schakelstand ................................................................... Blz. 139
Voorzorgsmaatregelen bij slepen .............................................................. Blz. 309
Tellers ......................................................................................................... Blz. 83
Aflezen van de tellers/afstellen van de verlichting van 
het instrumentenpaneel ............................................................................... Blz. 83
Waarschuwingslampjes/controlelampjes..................................................... Blz. 80
Wanneer een waarschuwingslampje gaat branden................................... Blz. 314
Multi-informatiedisplay ............................................................................. Blz. 86
Weergave .................................................................................................... Blz. 86
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book  Page  14  Thursday, August 27, 2020  1:58 PM 
Page 21 of 458

20
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
Overzicht
■Dashboard (auto's met rechtse besturing)
Contactslot............................................................................................... Blz. 136
Starten van de motor/wijzigen van de stand van het contact .................... Blz. 136
Noodstop van de motor ............................................................................. Blz. 306
Wanneer de motor niet wil aanslaan ......................................................... Blz. 336
Waarschuwingsmeldingen ........................................................................ Blz. 323
Selectiehendel ......................................................................................... Blz. 139
Wijzigen van de schakelstand ................................................................... Blz. 139
Voorzorgsmaatregelen bij slepen .............................................................. Blz. 309
Tellers ......................................................................................................... Blz. 83
Aflezen van de tellers/afstellen van de verlichting van 
het instrumentenpaneel ............................................................................... Blz. 83
Waarschuwingslampjes/controlelampjes..................................................... Blz. 80
Wanneer een waarschuwingslampje gaat branden................................... Blz. 314
Multi-informatiedisplay ............................................................................. Blz. 86
Weergave .................................................................................................... Blz. 86
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book  Page  20  Thursday, August 27, 2020  1:58 PM 
Page 39 of 458

38
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
1-1. Voor een veilig gebruik
●Bij beschadiging of vervorming van een 
gedeelte van een portier of het omliggende 
gebied, wanneer er een gat in is gemaakt 
of bij een ongeval dat niet van zodanige 
aard was dat de side airbags en curtain air-
bags werden geactiveerd.
●Bij krassen, scheuren of andere beschadi-
gingen in het middelste deel van het stuur-
wiel of het dashboard bij de 
voorpassagiersairbag.
●Bij krassen, scheuren of andere beschadi-
gingen aan de zijkant van de leuning van 
een voorstoel met een side airbag.
●Bij krassen, scheuren of andere beschadi-
gingen in het deel van de voor- en achter-
stijl en de daklijstbekleding met de curtain 
airbags.
WAARSCHUWING
■Voorzorgsmaatregelen airbags
Neem de onderstaande voorschriften in 
acht.
Het niet in acht nemen van de voorschrif-
ten kan ernstig letsel tot gevolg hebben.
●Alle inzittenden dienen hun veiligheids-
gordels op de juiste manier te dragen.
De airbags vormen een aanvullend vei-
ligheidssysteem, dat gebruikt moet wor-
den in combinatie met de 
veiligheidsgordels.
●De bestuurdersairbag wordt met een 
aanzienlijke kracht geactiveerd, waar-
door ernstig letsel kan ontstaan, vooral 
wanneer de bestuurder zich erg dicht bij 
de airbag bevindt.
Het gevaarlijkst bij de activering van de 
airbag zijn de eerste 50 - 75 mm; door een 
afstand van minimaal 250 mm tot het 
stuurwiel aan te houden, hanteert u een 
veilige marge. Dit is de afstand gemeten 
vanaf het midden van het stuurwiel tot aan 
uw borstbeen. Als u nu minder dan 250 
mm van de airbag zit, kunt u uw zitpositie 
op verschillende manieren wijzigen:
• Plaats uw stoel zo ver mogelijk naar  achteren terwijl de pedalen nog goed 
kunnen worden bediend.
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book  Page  38  Thursday, August 27, 2020  1:58 PM 
Page 40 of 458

39
1
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
1-1. Voor een veilig gebruik
Veiligheid en beveiliging
WAARSCHUWING
• Zet de rugleuning van de stoel iets ver-der naar achteren.
Hoewel auto's verschillen, verkrijgen 
veel bestuurders, zelfs met de bestuur-
dersstoel helemaal naar voren, de 
afstand van 250 mm door simpelweg de 
rugleuning iets achterover te zetten. Als 
u door het achterover zetten van uw 
stoel de weg niet goed meer kunt zien, 
kunt u een stevig, niet-glad kussen 
gebruiken om hoger te zitten, of uw 
stoel hoger zetten wanneer uw auto 
deze mogelijkheid biedt.
• Als het stuurwiel verstelbaar is, kantel  het dan naar beneden. Hierdoor wijst de 
airbag naar uw borst in plaats van naar 
uw hoofd en nek.
De stoel dient te worden afgesteld zoals 
hierboven aanbevolen, terwijl de pedalen 
en het stuurwiel nog steeds goed bediend 
kunnen worden en u het instrumentenpa-
neel nog goed kunt zien.
●De voorpassagiersairbag wordt ook met 
een aanzienlijke kracht geactiveerd 
waardoor ernstig letsel kan ontstaan, 
vooral wanneer de voorpassagier zich 
erg dicht bij de airbag bevindt. De voor-
passagiersstoel dient zo ver mogelijk 
van de airbag af te staan, met de rug-
leuning rechtop.
●Kinderen die niet goed op de stoel zitten 
en/of niet goed vastzitten, kunnen ern-
stig letsel oplopen door een geacti-
veerde airbag. Gebruik de 
veiligheidsgordels nooi t voor baby's of 
kleine kinderen, maar zet hen goed vast 
in een baby- of kinderzitje. Toyota 
beveelt ten zeerste aan dat alle kinde-
ren op de achterstoelen plaatsnemen en 
op de juiste wijze vastzitten. Achterin 
zitten kinderen veiliger dan op de voor-
passagiersstoel. ( Blz. 45)
●Ga niet op het puntje van de stoel zitten 
en leun niet op het dashboard.
●Laat een kind niet op de voorpassa-
giersstoel staan of bij een voorpassagier 
op schoot zitten.
●Sta niet toe dat voorpassagiers voorwer-
pen op hun knieën vasthouden.
●Leun niet tegen het portier, de dakzijrail 
en de voor-, midden- en achterstijl.
●Laat niemand knielen op de passagiers-
stoel in de richting van het portier of 
hoofd en handen buiten de auto steken.
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book  Page  39  Thursday, August 27, 2020  1:58 PM 
Page 41 of 458

40
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
1-1. Voor een veilig gebruik
WAARSCHUWING
●Bevestig niets aan en laat niets rusten 
tegen componenten als het dashboard 
of het stuurwielkussen.
Alles wat op deze componenten beves-
tigd is of er tegenaan rust, kan als een 
projectiel worden gelanceerd als de air-
bag voor de bestuurder, de airbag voor 
de voorpassagier en de knie-airbag wor-
den geactiveerd.
●Bevestig niets aan het portier, de voor-
ruit, de zijruit, de voor- en achterstijl, de 
dakzijrail of de handgreep. (Behalve het 
label voor de snelheidsbeperking 
Blz. 329)
●Gebruik geen accessoires op de stoelen 
die het gedeelte van de stoel waarin de 
side airbags aanwezig zijn afdekken 
omdat dat een negatieve invloed kan 
hebben op een juiste werking van de 
side airbags. Dergelijke accessoires 
kunnen tot resultaat hebben dat de side 
airbags niet op de juiste wijze geacti-
veerd worden, helemaal niet geacti-
veerd worden of per ongeluk 
geactiveerd worden, waardoor ernstig 
letsel kan ontstaan.
●Oefen geen overmatige kracht uit op 
delen waarin onderdelen van het air-
bagsysteem aanwezig zijn of op de por-
tieren.
Als dat wel gebeurt, kunnen er storingen 
aan de airbags ontstaan.
●Raak onderdelen van het airbagsys-
teem niet aan direct nadat de airbags 
geactiveerd zijn, omdat deze heet kun-
nen zijn.
●Als u na het activeren van de airbags 
moeilijkheden met de ademhaling 
ondervindt, open dan een portier of 
zijruit om frisse lucht binnen te laten of 
verlaat de auto als u dat op een veilige 
manier kunt doen. Als er poederdeeltjes 
op uw huid zijn terechtgekomen, was 
deze er dan zo snel mogelijk af om huid-
irritatie te voorkomen.
●Als de delen van de auto waarin airbags 
ondergebracht zijn, zoals het stuurwiel-
kussen en de bekleding van de voor- en 
achterstijlen, beschadigd of gescheurd 
zijn, laat deze dan vervangen door een 
erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar beho-
ren gekwalificeerde en uitgeruste 
deskundige.
■Wijzigingen aan en afvoeren van 
onderdelen van het airbagsysteem
Voer uw auto niet af en voer geen van 
onderstaande veranderingen uit zonder 
eerst een erkende Toyota-dealer of her-
steller/reparateur of een andere naar 
behoren gekwalificeerde en uitgeruste 
deskundige te raadplegen. De airbags 
kunnen defect raken of per ongeluk wor-
den geactiveerd (opgeblazen), waardoor 
ernstig letsel kan ontstaan.
●Plaatsen, verwijderen, demonteren en 
repareren van de airbags
●Reparaties, wijzigingen, verwijderen of 
vervangen van stuurwiel, instrumenten-
paneel, dashboard, stoelen of stoelbe-
kleding, voor-, midden- en achterstijlen, 
dakzijrails, portierpanelen, portierbekle-
ding of luidsprekers in de portieren
●Wijzigingen aan het portierpaneel (bij-
voorbeeld een gat erin maken)
●Reparaties of wijzigingen aan het voor-
spatbord, de voorbumper of de zijkant 
van het passagierscompartiment
●Plaatsen van een bullbar, sneeuwploeg 
of lier
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book  Page  40  Thursday, August 27, 2020  1:58 PM 
Page 86 of 458

85
2
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
2-1. Instrumentenpaneel
Voertuigstatusinformatie en controlelampjes
Geef om een dagteller te resetten de 
gewenste dagteller weer en houd vervol-
gens de knop voor het wijzigen van de weer-
gave ingedrukt.
■De minuten instellen op “00”
1 Druk op   of   om   van het 
multi-informatiedisplay te selecte-
ren.
2 Druk op   of   om “Clock : 00” 
(klok : 00) te selecteren.
Druk op   om de klok in te stellen op 
het begin van het dichtstbijzijnde uur.
bijv.
1:00 - 1:29   1:00
1:30 - 1:59   2:00
■Wijzigen van de klok
1 Druk op   of   om   van het 
multi-informatiedisplay te selecte-
ren.
2 Druk op   of   om “Clock : 00” 
(klok : 00) te selecteren.
3 Houd  ingedrukt.
4 Druk op   of   om het item te 
selecteren dat gewijzigd moet wor-
den.
5 Druk op   of   om de instelling 
te wijzigen. De volgende functies kunnen worden 
gewijzigd:
12-uurs/24-uurs weergave
 Uur
 Minuut
De klokken van onderstaande onderde-
len kunnen worden ingesteld via het 
scherm van het audiosysteem.
 Multi-informatiedisplay
 Scherm audiosysteem
Raadpleeg de handleiding voor het 
navigatie- en multimediasysteem voor 
meer informatie.
■Scherm klokinstellingen (auto's met 
navigatie-/multimediasysteem)
Als “Clock : 00” (klok : 00) wordt weergege-
ven wanneer   wordt geselecteerd op het 
multi-informatiedisplay, is er mogelijk een sto-
ring aanwezig in het systeem. Laat de auto 
nakijken door een erkende Toyota-dealer of 
hersteller/reparateur of een andere naar 
behoren gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige.
De helderheid van de dashboardver-
lichting kan worden ingesteld door   
te selecteren op het multi-informatiedis-
play.
De helderheid van de dashboardverlichting 
kan apart worden ingesteld voor wel en niet 
brandende achterlichten.
Instellen van de klok (auto's 
zonder navigatie-
/multimediasysteem)
Instellen van de klok (auto's 
met navigatie-
/multimediasysteem)
Dimmer dashboardverlichting 
regelen
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book  Page  85  Thursday, August 27, 2020  1:58 PM 
Page 112 of 458

111
3
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
Voordat u gaat rijden
• De elektronische sleutel of een afstands-bediening van een andere auto die radio-
golven uitzendt
• Computers of pda's
• Digitale audioapparatuur
• Draagbare spelcomputers
●Als een metalen coating of metalen voor-
werpen aan de achterruit zijn bevestigd
●Wanneer de elektronische sleutel in de 
buurt van een batterijlader of elektronische 
apparaten wordt gehouden
●Wanneer de auto op een parkeerplaats 
voor betaald parkeren  staat waar radiogol-
ven worden verzonden
Vergrendel/ontgrendel de portieren op een 
van de volgende manieren als de portieren 
niet vergrendeld/ontgrendeld kunnen worden 
met het Smart entry-systeem met startknop:
●Houd de elektronische sleutel dicht bij een 
van de portiergrepen en activeer de instap-
functie.
●Bedien de afstandsbediening.
Gebruik de mechanische sleutel als de por-
tieren niet kunnen worden vergrendeld/ont-
grendeld met de bovenstaande methoden. 
(  Blz. 339)
Raadpleeg Blz. 339 als de motor niet kan 
worden gestart met het Smart entry-systeem 
met startknop.
■Aanwijzing voor de instapfunctie
●Zelfs als de elektronis che sleutel zich bin-
nen het detectiegebied bevindt, werkt het 
systeem in de volgende gevallen mogelijk 
niet juist:
• De elektronische sleut el bevindt zich te 
dicht bij de ruit of buitenportiergreep, te 
dicht bij de grond of te hoog als de portie-
ren worden vergrendeld of ontgrendeld.
• De elektronische sleut el ligt op het dash-
board, de bagageafdekking of de vloer, of 
in een portiervak of het dashboardkastje 
als de motor wordt gestart of de stand van 
de startknop wordt gewijzigd.
●Laat de elektronische sleutel niet boven op 
het dashboard of in de buurt van de por-
tiervakken liggen wanneer u de auto ver-
laat. Afhankelijk van de ontvangst van de 
radiogolven wordt door de antenne moge-
lijk waargenomen dat de sleutel zich buiten 
de auto bevindt en kunnen de portieren 
worden vergrendeld vanaf de buitenzijde, 
waardoor de elektronische sleutel moge-
lijk in de auto wordt opgesloten.
●Zolang de elektronisch e sleutel zich bin-
nen het detectiegebied bevindt, kunnen de 
portieren door een willekeurige persoon 
worden vergrendeld en ontgrendeld. De 
auto kan echter alleen worden ontgrendeld 
via de portieren die de elektronische sleu-
tel signaleren.
●Zelfs als de elektronische sleutel zich bui-
ten de auto bevindt, kan de motor mogelijk 
gestart worden als de elektronische sleutel 
zich in de buurt van de ruit bevindt.
●Als de sleutel zich binnen het ontvangstge-
bied bevindt en er een grote hoeveelheid 
water op de portiergreep terechtkomt (bij-
voorbeeld tijdens een zware regenbui of 
het wassen van de auto), kunnen de por-
tieren worden ontgrendeld of vergrendeld. 
(Als de portieren niet worden geopend en 
gesloten, worden deze na ongeveer 30 
seconden automatisch weer vergrendeld.)
●Als de afstandsbediening wordt gebruikt 
om de portieren te vergrendelen terwijl de 
elektronische sleutel  zich in de nabijheid 
van de auto bevindt, bestaat de mogelijk-
heid dat de portieren niet ontgrendeld wor-
den door de instapfunctie. (Gebruik de 
afstandsbediening om de portieren te ont-
grendelen.)
●Wanneer u de vergrendel- of ontgrendel-
sensor aanraakt terwijl u handschoenen 
draagt, worden de portieren mogelijk niet 
vergrendeld of ontgrendeld.
●Wanneer de vergrendelactie is uitgevoerd 
met de vergrendelsensor, worden maxi-
maal tweemaal achter  elkaar identificatie-
signalen getoond. Vervolgens worden 
geen identificatiesignalen gegeven.
●Als de portiergreep nat wordt terwijl de 
elektronische sleutel zich binnen het werk-
zame gebied bevindt, kan het portier her-
haaldelijk worden vergrendeld en 
ontgrendeld. Volg in dat geval de correctie-
procedure hieronder bij het wassen van de 
auto:
• Plaats de elektronische sleutel op een  afstand van ten minste 2 meter van de 
auto. (Zorg ervoor dat de sleutel niet 
gestolen wordt.)
• Schakel de energiebespaarmodus van de  elektronische sleutel in om het Smart 
entry-systeem met startknop uit te schake-
len. ( Blz. 110)
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book  Page  111  Thursday, August 27, 2020  1:58 PM 
Page 132 of 458

131
4
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
4-1. Voordat u gaat rijden
Rijden
WAARSCHUWING
Alleen voorremmen: Een beperkte mate 
van slijtage van de remblokken en rem-
schijven maakt een grotere remkracht vóór 
mogelijk. Daardoor kunnen de remschij-
ven iets sneller slijten dan de remschijven 
bij een conventioneel remsysteem. Toyota 
adviseert daarom bij het vervangen van de 
remblokken tevens de dikte van de rem-
schijven op te meten. Het rijden met een 
auto waarvan de remblokken en/of de 
remschijven de slijtagelimiet hebben over-
schreden, is gevaarlijk.
■Bij stilstaande auto
●Laat de motor niet met een hoog toeren-
tal draaien.
Als de transmissie in een andere stand 
dan N staat, kan de auto onverwacht in 
beweging komen, waardoor er een aan-
rijding kan ontstaan.
●Voorkom voor- of achteruitrollen van de 
auto bij stoppen op een helling, waar-
door een ongeval kan ontstaan: trap 
altijd het rempedaal in en activeer de 
parkeerrem indien nodig.
●Voorkom dat de motor met een te hoog 
toerental draait.
Als de motor met een hoog toerental 
draait terwijl de auto stilstaat, kan het 
uitlaatsysteem oververhit raken, het-
geen brand kan veroorzaken als er 
brandbaar materiaal aanwezig is.
■Als de auto geparkeerd is
●Laat geen brillen, aanstekers, spuitbus-
sen of blikken frisdrank in de auto liggen 
als deze in de zon geparkeerd staat.
Als u dat wel doet, kan dat leiden tot het 
volgende:
• Een aansteker of spuitbus kan gas gaan  lekken, waardoor brand kan ontstaan.
• De temperatuur in de auto kan zo hoog  oplopen dat kunststof brillenglazen en 
kunststof monturen kunnen vervormen 
of barsten.
• Blikjes frisdrank kunnen openbarsten,  waardoor de inhoud in het interieur 
terechtkomt. Bovendien kan de vloeistof 
kortsluiting in de elektrische componen-
ten van de auto veroorzaken.
●Laat geen aanstekers achter in de auto. 
Als een aansteker in het dashboard-
kastje of op de vloer ligt, kan deze per 
ongeluk gaan branden als er bagage 
wordt geplaatst of een stoel wordt afge-
steld en brand veroorzaken.
●Plak geen parkeerschijven op de voor-
ruit of andere ruiten. Plaats geen reser-
voirs zoals luchtverfrissers op het 
instrumentenpaneel of dashboard. Deze 
parkeerschijven of reservoirs kunnen 
als een lens werken en brand veroorza-
ken in de auto.
●Laat geen portier of ruit open als het 
gebogen glas van naastliggende gebou-
wen voorzien is van een gemetalli-
seerde film, bijvoorbeeld een 
zilverkleurige folie. Weerkaatst zonlicht 
kan van het glas een lens maken en 
brand veroorzaken.
●Activeer altijd de parkeerrem, schakel 
de motor uit en sluit de auto af.
Laat de auto niet zonder toezicht achter 
als de motor draait.
●Raak de uitlaatpijpen niet aan als de 
motor draait en ook niet net na het uit-
zetten van de motor.
Dit kan brandwonden veroorzaken.
■Als u even gaat slapen in de auto
Zet de motor altijd uit. Anders zou u per 
ongeluk de selectiehendel kunnen ver-
plaatsen of het gaspedaal in kunnen trap-
pen, waardoor een ongeval zou kunnen 
ontstaan of de motor oververhit zou kun-
nen raken en brand kan ontstaan. Verder 
kunnen uitlaatgassen in  een slecht geven-
tileerde omgeving in de auto terechtko-
men, hetgeen zeer schadelijk is voor de 
gezondheid.
■Bij het remmen
Wanneer de remmen nat zijn, rijd dan  voorzichtiger.
De remweg is langer als de remmen nat 
zijn en bovendien kan het vocht ertoe 
leiden dat de ene zijde van de auto ster-
ker afgeremd wordt dan de andere 
zijde. Ook de werking van de parkeer-
rem kan door vocht in negatieve zin 
beïnvloed worden.
●
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book  Page  131  Thursday, August 27, 2020  1:58 PM 
Page 135 of 458

1344-1. Voordat u gaat rijden
Lading en bagage
Lees onderstaande informatie 
over voorzorgsmaatregelen, laad-
vermogen en belading zorgvuldig 
door:
WAARSCHUWING
■Zaken die niet in de bagageruimte 
vervoerd mogen worden
De volgende zaken kunnen brand veroor-
zaken als ze in de bagageruimte vervoerd 
worden:
●Jerrycans met benzine
●Spuitbussen
■Voorzorgsmaatregelen bij opbergen
Neem onderstaande voorzorgsmaatrege-
len in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgs-
maatregelen kan ervoor zorgen dat de 
pedalen niet goed kunnen worden inge-
trapt, het zicht van de bestuurder wordt 
gehinderd of voorwerpen de bestuurder of 
passagiers raken, wat kan leiden tot een 
ongeval.
●Vervoer lading en bagage indien moge-
lijk altijd in de bagageruimte.
●Stapel bagage in de bagageruimte nooit 
hoger dan de rugleuningen.
●Plaats als u de achterstoelen neerklapt 
geen lange voorwerpen direct achter de 
voorstoelen.
●Leg geen lading of bagage op de vol-
gende plaatsen:
• In de voetenruimte bij de bestuurder
• Op de voorpassagiersstoel of de achter-
stoelen (als er goederen op elkaar 
gestapeld worden)
• Op de bagageafdekking
• Op het instrumentenpaneel
• Op het dashboard
●Zorg dat alle voorwerpen die zich in het 
passagierscompartiment bevinden, zijn 
opgeborgen of vastgezet.
●Sta nooit toe dat er personen in de 
bagageruimte meerijden. De bagage-
ruimte is niet ontworpen om personen te 
vervoeren. Personen dienen plaats te 
nemen op een zitplaats en een gordel 
op de juiste manier om te doen.
■Lading en gewichtsverdeling
●Overlaad uw auto niet.
●Verdeel het gewicht gelijkmatig.
Een onjuiste belading kan de besturing 
en de remwerking in negatieve zin beïn-
vloeden, waardoor een ongeval met 
ernstig letsel zou kunnen ontstaan.
OPMERKING
■Koolstofvezellaag (indien aanwezig)
Bevestig geen dakdrager op de koolstof-
vezellaag. Anders kan de laag beschadigd 
raken. 
Page 235 of 458

234
YARIS(GR) handleiding_Europa_M52L09_nl
5-1. Gebruik van de airconditioning en de achterruitverwarming
■Plaats van uitstroomopeningen
De uitstroomopeningen en luchthoe-
veelheid veranderen overeenkomstig 
de geselecteerde luchtcirculatiemodus.
■Afstellen van de stand en de mate 
van opening van de uitstroomope-
ningen
Richt de luchtstroom naar links of 
rechts, boven of beneden
Middelste uitstroomopeningen: Draai de 
knop geheel naar links om de uitstroomope-
ning te sluiten.
Uitstroomopeningen opzij: Draai de knop 
geheel naar de buitenzijde om de uitstroom-
opening te sluiten.
Overzicht en bediening 
uitstroomopeningenWAARSCHUWING
■Voorkomen van onjuiste werking van 
de voorruitverwarming
Plaats geen voorwerpen op het dashboard 
die de uitstroomopeningen kunnen bedek-
ken. Anders raakt de luchtstroom mogelijk 
geblokkeerd, waardoor de voorruitverwar-
ming de voorruit niet kan ontwasemen.
GR_Yaris_OM_Europe_OM52L09E.book  Page  234  Thursday, August 27, 2020  1:58 PM