display TOYOTA GR86 2022 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2022, Model line: GR86, Model: TOYOTA GR86 2022Pages: 582, PDF Size: 92.58 MB
Page 185 of 582

183
4 4-5. EyeSight
Rijden
Secundair remmen en waarschuwing
Kans op een aanrijding zeer groot
Obstakel
Als het Pre-Crash Brake-systeem is
ingeschakeld, het systeem oordeelt dat
er een grote kans op een aanrijding met
een obstakel vóór de auto is en de
bestuurder het rempedaal intrapt, oor-
deelt het systeem dat de bestuurder
een noodstop wil maken en activeert
het automatisch de Brake Assist-func-
tie.
De Pre-Crash Brake Assist-functie werkt niet
bij een rijsnelheid van minder dan ongeveer
10 km/h of meer dan 200 km/h.
Display multimediasysteem
Schakel het Pre-Crash Brake-systeem
(inclusief de Pre-Crash Brake Assist)
in/uit via het scherm van het multimedi-
asysteem. (→Blz. 377)
Multi-informatiedisplay
U kunt het Pre-Crash Brake-systeem
(inclusief de Pre-Crash Brake Assist)
ook uitschakelen met de bedie-
ningstoets van het instrumentenpaneel.
(→Blz. 377)
Als het Pre-Crash Brake-systeem is uit-
geschakeld, brandt het controlelampje
OFF van het Pre-Crash Brake-sys-
teem.
Geactiveerde functieKracht van
automatisch remmenWeergave op het
multi-informatiedisplaySoort
waarschuwing
Waarschuwing volgaf-
standZwakHerhaaldelijke
korte piepjes
Primair remmenMatigHerhaaldelijke
korte piepjes
Secundair remmenSterkContinu piepsignaal
C
D
Werking Pre-Crash
Brake AssistOPMERKING
Als de bestuurder het rempedaal intrapt
terwijl de waarschuwing volgafstand is
geactiveerd, werkt de Pre-Crash Brake
Assist niet. De rijsnelheid neemt dan af
overeenkomstig de normale kracht waar-
mee de bestuurder het rempedaal intrapt.
In-/uitschakelen van het
Pre-Crash Brake-systeem
GR 86_OM_Europe_OM18131E_1_2203.book Page 183 Tuesday, February 22, 2022 9:51 AM
Page 188 of 582

1864-5. EyeSight
WAARSCHUWING
●De banden links en rechts of de loop-
vlakken van de banden zijn onregelma-
tig versleten.
*1
●Er zijn banden in een onjuiste maat
gemonteerd.*1
●Een lekke band is tijdelijk gerepareerd
met een bandenreparatieset.
●De wielophanging is gewijzigd (ook bij
een wijziging van het originele
Toyota-onderstel).
●De stereocamera wordt afgedekt door
een object dat op de auto is aange-
bracht.
●Er zijn sneeuwkettingen aangebracht.
●De koplampen zijn vuil of bedekt met
sneeuw of ijs. (Objecten worden niet
goed verlicht en zijn moeilijker te signa-
leren.)
●De optische assen zijn niet goed uitge-
lijnd. (Objecten worden niet goed ver-
licht en zijn moeilijker te signaleren.)
●De verlichting, waaronder de koplam-
pen en mistlampen, is aangepast.
●De werking van de auto is instabiel
geworden door een ongeval of een sto-
ring.
●Het waarschuwingslampje remsysteem
brandt rood.*2
●De auto is zwaar beladen.
●De auto heeft meer inzittenden dan toe-
gestaan.
●Het instrumentenpaneel werkt niet goed
(defecte controlelampjes of geluidssig-
nalen, een niet goed werkend display,
enz.)
*3
*1
: De wielen en banden hebben een aan-
tal zeer belangrijke functies. Zorg dat
ze de juiste specificaties hebben.
(→Blz. 375)
*2: Als het waarschuwingslampje remsys-
teem (rood) niet uitgaat, breng de auto
dan onmiddellijk op een veilige plaats
tot stilstand en neem contact op met
een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige om het systeem te laten
controleren.
*3: Zie Blz. 88 voor meer informatie over
het instrumentenpaneel.
De Adaptive Cruise Control is ontworpen
voor het gebruik op autowegen, snelwe-
gen, tolwegen en gelijksoortige wegen
waar met een constante snelheid gereden
kan worden. Het systeem is niet ontwor-
pen voor gebruik in stadsverkeer. Gebruik
de Adaptive Cruise Control niet onder de
volgende omstandigheden. Als u dit toch
doet, kan een ongeval het gevolg zijn.
●Andere soorten wegen dan de bovenge-
noemde wegen
• Afhankelijk van de rijomstandigheden
(de bochtigheid van de weg en andere
factoren) is het systeem mogelijk niet in
staat te functioneren zoals is vereist
door de verkeerssituatie, wat tot een
ongeval zou kunnen leiden.
●Wegen met scherpe bochten of erg
bochtige wegen
●Op een glad wegdek, bijvoorbeeld door
ijzel of sneeuw
• De wielen kunnen in dat geval doorslip-
pen, waardoor u de controle over de
auto kunt verliezen.
●In een verkeerssituatie waarin vaak van
snelheid veranderd moet worden, kan
de volgafstand moeilijker worden aan-
gehouden
• Het systeem functioneert dan mogelijk
niet zoals is vereist door de verkeerssi-
tuatie.
GR 86_OM_Europe_OM18131E_1_2203.book Page 186 Tuesday, February 22, 2022 9:51 AM
Page 193 of 582

191
4 4-5. EyeSight
Rijden
■Instellen van de Adaptive Cruise
Control
1De Adaptive Cruise Control in de
stand-bystand zetten
Druk op de toets ON-OFF. (wit) en de
indicator instelling volgafstand worden weer-
gegeven op het display van het instrumen-
tenpaneel.
Op de plaats van de ingestelde snelheid
wordt “- - - km/h (- - - MPH)” weergegeven.
Controlelampje Adaptive Cruise
Control
Ingestelde snelheid
Indicator voor uw auto
Indicator instelling volgafstand
Indicator instelling volgafstand
(icoon)
Als het multi-informatiedisplay is ingesteld op
de weergave van andere informatie dan de
informatie van het ondersteunende systeem,
wordt de indicator voor de instelling van de
volgafstand als een icoon weergegeven.
De Adaptive Cruise Control kan worden
geactiveerd wanneer aan alle onder-
staande voorwaarden wordt voldaan en
het controlelampje READY wordt weer-
gegeven op het display van het instru-
mentenpaneel.
• Zowel het bestuurdersportier als het
voorpassagiersportier is gesloten.
• De veiligheidsgordel van de bestuur-
der is vastgemaakt.
• De selectiehendel in de stand D of M
staat.
• Het rempedaal wordt niet ingetrapt.
• De werking van EyeSight is niet tij-
delijk onderbroken. (wit) brandt
niet. (→Blz. 223)
• U rijdt niet op een steile helling.
• Het stuurwiel is niet sterk naar één
kant gedraaid.
• De rijsnelheid ligt tussen 0 km/h en
ongeveer 180 km/h.
• De parkeerrem is gedeactiveerd.
• Het waarschuwingslampje van het
benzineroetfiltersysteem brandt of
knippert niet.
• De rijmodus is ingesteld op de NOR-
MAL-modus of de SPORT-modus.
(→Blz. 252)
• Het Pre-Crash Brake-systeem is niet
uitgeschakeld in de TRACK-modus.
(→Blz. 183, 257)
• De TRC en het VSC-systeem zijn
niet uitgeschakeld. (→Blz. 257)
Gebruik van de Adaptive
Cruise Control
A
C
D
GR 86_OM_Europe_OM18131E_1_2203.book Page 191 Tuesday, February 22, 2022 9:51 AM
Page 195 of 582

193
4 4-5. EyeSight
Rijden
Als een voorligger wordt gesignaleerd,
klinkt er 1 kort piepsignaal en wordt de
indicator voor een voorligger weerge-
geven.
Uw auto volgt de voorligger en houdt de
geselecteerde volgafstand aan. De
snelheid van uw auto wordt dan aange-
past aan die van de voorligger, zonder
de ingestelde snelheid te overschrijden.
Als de voorligger niet meer wordt gesig-
naleerd, klinkt er 1 kort piepsignaal en
verdwijnt de indicator voor de voorlig-
ger. Als de bestuurder accelereert door
het gaspedaal in te trappen, wordt
wit in plaats van groen. Als de bestuur-
der het gaspedaal loslaat, wordt
groen in plaats van wit.
Indicator voor voorligger (icoon)
Indicator voor voorligger
●Als het multi-informatiedisplay is ingesteld
op de weergave van andere informatie dan
de informatie van het ondersteunende sys-
teem, wordt de indicator voor de voorligger
als een icoon weergegeven. (→Blz. 92)
●Het geluidssignaal voor de signalering of
het niet meer signaleren van een voorlig-
ger als de Adaptive Cruise Control is geac-
tiveerd, kan worden uitgeschakeld via de
persoonlijke voorkeursinstellingen.
(→Blz. 377)
■Werking van de Adaptive Cruise
Control
Als er geen voorligger wordt gesig-
naleerd
De auto houdt de door de bestuurder inge-
stelde snelheid aan, die ligt tussen 30 km/h
en 180 km/h.
Als er een voorligger wordt gesigna-
leerd
De auto houdt de snelheid van de voorligger
aan met de door de bestuurder geselec-
teerde volgafstand (keuze uit vier instellin-
gen) tot maximaal de ingestelde snelheid
van tussen 30 km/h en 180 km.
Als er geen voorligger meer wordt
gesignaleerd
De auto neemt geleidelijk de ingestelde
snelheid weer aan en blijft met deze snel-
heid rijden.
Als een voorligger wordt gesignaleerd terwijl
wordt geaccelereerd naar de ingestelde
snelheid, wordt de volgregeling weer geacti-
veerd.
A
GR 86_OM_Europe_OM18131E_1_2203.book Page 193 Tuesday, February 22, 2022 9:51 AM
Page 196 of 582

1944-5. EyeSight
●Als de Adaptive Cruise Control de remmen
activeert, gaan de remlichten van de auto
branden.
●Bij het afdalen van een helling kan de
Adaptive Cruise Control ook als er geen
voorligger aanwezig is de remmen active-
ren om te voorkomen dat de ingestelde
snelheid wordt overschreden.
●Tijdens het automatisch remmen kunnen
bepaalde geluiden te horen zijn. Deze wor-
den veroorzaakt door de aansturing van de
remmen en duiden niet op een probleem.
●Gebruik het gaspedaal wanneer u de snel-
heid kort wilt verhogen. Na het loslaten van
het gaspedaal keert de auto geleidelijk
weer terug naar de weergegeven inge-
stelde rijsnelheid.
●Als de voorligger niet meer wordt gesigna-
leerd terwijl uw auto nog automatisch
wordt afgeremd, worden de remmen auto-
matisch geleidelijk gelost. Trap indien
nodig het gaspedaal in.
●De functie voor het volgen van een voorlig-
ger heeft de volgende eigenschappen:
• Als wordt gesignaleerd dat de remlichten
van de voorligger branden, begint de dece-
leratie eerder dan wanneer dat niet het
geval is.
• Als u met een snelheid van meer dan
ongeveer 60 km/h een rijstrook opschuift
om een auto in te halen, zorgt het systeem
ervoor dat sneller naar de ingestelde snel-
heid wordt geaccelereerd op basis van het
gebruik van de richtingaanwijzers.
• Als de rijstrookinstelling afwijkt van de
actuele rijrichting, kan de auto sneller dan
gebruikelijk accelereren als de bestuurder
richting aangeeft om na het inhalen van
een auto terug te keren naar de oorspron-
kelijke rijstrook. (→Blz. 377)
●Voor de mate van acceleratie door de
cruise control kunnen vier niveaus worden
ingesteld. (→Blz. 377)
■Verhogen van de ingestelde snel-
heid
Met de cruise control-schakelaar
Duw de schakelaar kort in de richting
van +RES.
Elke keer dat de schakelaar omhoog wordt
geduwd, wordt de ingestelde snelheid met 1
km/h verhoogd.
Houd de schakelaar in de richting
van +RES geduwd.
Zolang de schakelaar omhooggeduwd wordt
gehouden, wordt de ingestelde snelheid in
stappen van 5 km/h verhoogd.
Bij het bedienen van de schakelaar ver-
andert de ingestelde snelheid op het
display van het instrumentenpaneel.
Met het gaspedaal
1Trap het gaspedaal in om de rijsnel-
heid te verhogen.
OPMERKING
Als de bestuurder tijdens het automatisch
remmen het rempedaal intrapt, kan er veel
weerstand in het pedaal voelbaar zijn. Dit
duidt niet op een probleem. Door het rem-
pedaal dieper in te trappen kunt u meer
remkracht uitoefenen. Als het rempedaal
wordt losgelaten, keert het terug in de oor-
spronkelijke positie.
GR 86_OM_Europe_OM18131E_1_2203.book Page 194 Tuesday, February 22, 2022 9:51 AM
Page 197 of 582

195
4 4-5. EyeSight
Rijden
2Duw de cruise control-schakelaar in
de richting van -SET als de
gewenste snelheid is bereikt.
De rijsnelheid op het moment dat de schake-
laar wordt bediend, wordt ingesteld als de
nieuwe ingestelde snelheid en wordt weer-
gegeven op het display van het instrumen-
tenpaneel.
■Verlagen van de ingestelde snel-
heid
Met de cruise control-schakelaar
Duw de schakelaar kort in de richting
van -SET.
Elke keer dat de schakelaar omlaag wordt
geduwd, wordt de ingestelde snelheid met 1
km/h verlaagd.
Houd de schakelaar in de richting
van -SET geduwd.
Zolang de schakelaar omlaaggeduwd wordt
gehouden, wordt de ingestelde snelheid in
stappen van 5 km/h verlaagd.
Bij het bedienen van de schakelaar ver-
andert de ingestelde snelheid op het
display van het instrumentenpaneel.
Met het rempedaal
1Trap het rempedaal in om de rijsnel-
heid te verlagen.
De Adaptive Cruise Control wordt uitgescha-
keld en (controlelampje Adaptive
Cruise Control) wordt wit in plaats van
groen.
2Duw de cruise control-schakelaar in
de richting van -SET als de
gewenste snelheid is bereikt.
De rijsnelheid op het moment dat de schake-
laar wordt bediend, wordt ingesteld als de
nieuwe ingestelde snelheid en wordt weer-
gegeven op het display van het instrumen-
tenpaneel.
OPMERKING
●Als uw auto een voorligger volgt, wordt
de actuele rijsnelheid geregeld overeen-
komstig de snelheid van de voorligger.
Om die reden zal de rijsnelheid niet wor-
den verhoogd als door de cruise con-
trol-schakelaar in de richting van +RES
te bewegen een snelheid wordt inge-
steld die hoger is dan de snelheid van
de voorligger. Het aanhouden van een
veilige volgafstand heeft dan prioriteit.
Als u echter op deze wijze de ingestelde
snelheid hebt verhoogd en de voorligger
niet meer wordt gesignaleerd (bijvoor-
beeld doordat u bent opgeschoven naar
een lege rijstrook), accelereert de auto
naar de nieuwe ingestelde snelheid.
Wijzig de ingestelde snelheid en contro-
leer de waarde van de ingestelde snel-
heid die wordt weergegeven op het dis-
play van het instrumentenpaneel.
●Wanneer het gaspedaal wordt ingetrapt
terwijl de Adaptive Cruise Control is
ingeschakeld, worden de automatische
remregeling en de waarschuwingen van
de Adaptive Cruise Control niet geacti-
veerd. Als er op dat moment echter een
grote kans is op een aanrijding met een
obstakel vóór de auto, kunnen wel de
waarschuwingen en de remregeling van
het Pre-Crash Brake-systeem worden
geactiveerd.
GR 86_OM_Europe_OM18131E_1_2203.book Page 195 Tuesday, February 22, 2022 9:51 AM
Page 198 of 582

1964-5. EyeSight
■De snelheid tijdelijk verhogen
Trap het gaspedaal in om de snelheid
tijdelijk te verhogen.
Wanneer u het gaspedaal loslaat,
neemt de auto de ingestelde snelheid
weer aan.
Als de bestuurder door het gaspedaal
in te trappen de rijsnelheid verhoogt
terwijl de Adaptive Cruise Control in
werking is, wordt wit. Als de
bestuurder het gaspedaal weer heeft
losgelaten, wordt weer groen.
■De snelheid tijdelijk verlagen
Trap het rempedaal in om de rijsnelheid
te verlagen. Als het rempedaal wordt
ingetrapt, wordt de Adaptive Cruise
Control uitgeschakeld. wordt wit in
plaats van groen en het display van het
instrumentenpaneel blijft de ingestelde
snelheid weergeven.
Laat het rempedaal los en duw de
cruise control-schakelaar in de richting
van +RES om de ingestelde snelheid te
resetten.
Wit
■De instelling van de volgafstand
wijzigen
U kunt kiezen uit 4 instellingen voor de
volgafstand die tussen uw auto en uw
voorligger wordt aangehouden.
Elke keer dat de toets (instelling
volgafstand) wordt ingedrukt, wordt de
afstand tot de voorligger gewijzigd.
●De volgafstand verandert overeenkomstig
de rijsnelheid. Hoe hoger de rijsnelheid,
des te groter de volgafstand.
A
OPMERKING
Als uw auto een voorligger volgt, wordt
normaal gesproken de snelheid automa-
tisch verhoogd of verlaagd overeenkom-
stig de snelheid van de voorligger. Als uw
auto de voorligger echter dichter nadert
wanneer u bijvoorbeeld de snelheid moet
verhogen om van rijstrook te wisselen en
de voorligger plotseling zijn snelheid ver-
laagt, of als een ander voertuig plotseling
op uw rijstrook invoegt, gebruik dan het
gaspedaal of het rempedaal om uw snel-
heid overeenkomstig de situatie aan te
passen.
GR 86_OM_Europe_OM18131E_1_2203.book Page 196 Tuesday, February 22, 2022 9:51 AM
Page 200 of 582

1984-5. EyeSight
In de volgende gevallen klinkt een
geluidssignaal van 1 korte piep en 1
lange piep en wordt de Adaptive Cruise
Control automatisch uitgeschakeld.
wordt wit in plaats van groen. Het uit-
schakelen van de Adaptive Cruise Con-
trol wordt bevestigd door een melding
op het multi-informatiedisplay.
Op een zeer steile helling.
De TRC of VSC is geactiveerd.
De rijsnelheid is verhoogd tot meer
dan ongeveer 200 km/h terwijl de
cruise control is ingeschakeld.
Er wordt een scherpe stuurbeweging
naar links of rechts gemaakt.
De selectiehendel wordt in een
andere stand dan D of M gezet.
• De werking van de Adaptive Cruise Con-
trol kan worden hervat nadat de selectie-
hendel is teruggezet in stand D of M.
Het bestuurders- of voorpassagiers-
portier is geopend.
De veiligheidsgordel van de bestuur-
der is niet vastgemaakt.
Er is een storing aanwezig in het
EyeSight-systeem. ( : geel)
(→Blz. 222)
De werking van het EyeSight-sys-
teem is tijdelijk onderbroken. ( :
wit) (→Blz. 223)
De functie secundair remmen van
het Pre-Crash Brake-systeem is
geactiveerd.
De parkeerrem is geactiveerd.
Het motortoerental komt in het rode
gebied van de toerenteller.
De modus SNOW is ingesteld.
(→Blz. 252)Het Pre-Crash Brake-systeem is uit-
geschakeld in de TRACK-modus.
(→Blz. 183, 257)
De TRC en het VSC-systeem zijn
uitgeschakeld. (→Blz. 257)
De aangedreven wielen slippen door
op een glad wegdek.
Het waarschuwingslampje van het
benzineroetfiltersysteem brandt of
knippert.●Bij een storing in EyeSight wordt
(geel) weergegeven op het display van het
instrumentenpaneel en branden het con-
trolelampje OFF van het Pre-Crash
Brake-systeem en het controlelampje Lane
Departure Warning OFF. Breng in dat
geval de auto op een veilige plaats tot stil-
stand, schakel de motor uit en start de
motor opnieuw. Als de controlelampjes na
het opnieuw starten blijven branden, kan
de Adaptive Cruise Control niet worden
gebruikt. U kunt wel normaal verder rijden
met de auto. Neem echter contact op met
een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige
om het systeem te laten controleren.
(→Blz. 222)
●Als de werking van EyeSight tijdelijk is
onderbroken, branden het controlelampje
OFF van het Pre-Crash Brake-systeem en
het controlelampje Lane Departure Warn-
ing OFF en wordt (wit) weergegeven
op het display van het instrumentenpaneel.
(→Blz. 223)
GR 86_OM_Europe_OM18131E_1_2203.book Page 198 Tuesday, February 22, 2022 9:51 AM
Page 202 of 582

2004-5. EyeSight
Druk op de toets ON-OFF.
gaat uit op het display van het
instrumentenpaneel en de Adaptive
Cruise Control wordt uitgeschakeld.
■Waarschuwing “Obstacle Detec-
ted” (obstakel gesignaleerd)
De waarschuwing “Obstacle Detected”
(obstakel gesignaleerd) kan worden
weergegeven tijdens de volgregeling
van de Adaptive Cruise Control. Deze
functie waarschuwt de bestuurder als
wordt vastgesteld dat de actuele mate
van deceleratie door de automatische
remregeling ontoereikend is.
Als het systeem vaststelt dat de
bestuurder zelf de rijsnelheid moet
verlagen, klinkt een geluidssignaal
bestaande uit korte piepjes en wordt
een pop-updisplay weergegeven.
Trap als deze functie wordt geacti-
veerd het rempedaal in om de rij-
snelheid te verlagen en een veilige
volgafstand aan te houden.
Voorliggers op dezelfde rijstrook worden door
de stereocamera binnen een afstand van
ongeveer 110 m vóór de auto gesignaleerd.
Afhankelijk van het verkeer, de rijomstandig-
heden en de situatie van de voorligger kan
deze afstand echter ook korter zijn.
Uitschakelen van de Adaptive
Cruise Control
Overige functies
GR 86_OM_Europe_OM18131E_1_2203.book Page 200 Tuesday, February 22, 2022 9:51 AM
Page 204 of 582

2024-5. EyeSight
■Instellen van de conventionele
cruise control
1De Adaptive Cruise Control in de
stand-bystand zetten.
Druk op de toets ON-OFF. (wit) en de
indicator instelling volgafstand worden weer-
gegeven op het display van het instrumen-
tenpaneel.
Op de plaats van de ingestelde snelheid
wordt “- - - km/h (- - - MPH)” weergegeven.
Als op de toets ON-OFF wordt gedrukt,
wordt altijd eerst de Adaptive Cruise Control
ingeschakeld.
Controlelampje Adaptive Cruise
Control
Ingestelde snelheid
Indicator voor uw auto
WAARSCHUWING
●De conventionele cruise control voert
geen volgregeling uit om een volgaf-
stand aan te houden, zoals de Adaptive
Cruise Control.
Zorg voor een veilig rijgedrag en trap
indien nodig het rempedaal in om uw rij-
snelheid te verminderen en te zorgen
voor een veilige afstand tussen uw auto
en uw voorligger.
●Gebruik de conventionele cruise control
niet onder de volgende omstandighe-
den. Als u dit toch doet, kan een onge-
val het gevolg zijn.
• Drukke wegen of wegen met scherpe
bochten
⎯ Onder dergelijke rijomstandigheden
kan het moeilijk zijn om een geschikte con-
stante snelheid aan te houden.
• Op een glad wegdek, bijvoorbeeld door
ijzel of sneeuw
⎯ De wielen kunnen in dat geval doorslip-
pen, waardoor u de controle over de auto
kunt verliezen.
• In een steile afdaling
⎯ De ingestelde snelheid kan worden
overschreden.
• In een lange en steile afdaling
⎯ De remmen kunnen oververhit raken.
●Houd bij het instellen van de snelheid
voor de conventionele cruise control
altijd rekening met de geldende snel-
heidslimiet, de verkeersintensiteit, de
wegcondities en overige omstandighe-
den.
OPMERKING
Controleer bij het gebruik van de cruise
control op het display van het instrumen-
tenpaneel welke cruise control-functie is
geselecteerd: Adaptive Cruise Control of
conventionele cruise control.
●Als de Adaptive Cruise Control is gese-
lecteerd, brandt .
●Als de conventionele cruise control is
geselecteerd, brandt .
Gebruik van de conventionele
cruise control
A
C
GR 86_OM_Europe_OM18131E_1_2203.book Page 202 Tuesday, February 22, 2022 9:51 AM