sensor TOYOTA MIRAI 2020 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2020, Model line: MIRAI, Model: TOYOTA MIRAI 2020Pages: 572, PDF Size: 97.42 MB
Page 429 of 572

429
8
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Bij problemen
■Controlelampje (waarschuwingszoemer) Toyota Parking Assist-sensor
OFF
■Controlelampje (waarschuwingszoemer) PKSB OFF
■Controlelampje (waarschuwingszoemer) RCTA OFF
Waarschuwings-
lampjeDetails/handelingen
(Knippert)
(indien aanwezig)
Geeft aan dat er een storing aanwezig is in de Toyota Parking Assist-sen-
sor
→ Laat de auto onmiddellijk nakijken door een erkende Toyota-dea-
ler of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
Dit geeft aan dat het systeem tijdelijk niet beschikbaar is, doordat een sen-
sor mogelijk vuil is of is bedekt met bijvoorbeeld ijs.
→ Volg de instructies die worden weergegeven op het multi-informa-
tiedisplay. ( →Blz. 264)
Waarschuwings-
lampjeDetails/handelingen
(Knippert)
(indien aanwezig)
Wanneer er een zoemer klinkt:
Geeft aan dat er een storing aanwezig is in het PKSB-systeem (Parking
Support Brake)
→ Laat de auto onmiddellijk nakijken door een erkende Toyota-dea-
ler of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
Wanneer er geen zoemer klinkt:
Dit geeft aan dat het systeem tijdelijk niet beschikbaar is, doordat een sen-
sor mogelijk vuil is of is bedekt met bijvoorbeeld ijs.
→ Volg de instructies die worden weergegeven op het multi-informa-
tiedisplay. ( →Blz. 285)
Waarschuwings-
lampjeDetails/handelingen
(Knippert)
(indien aanwezig)
Geeft aan dat er een storing aanwezig is in de RCTA (Rear Crossing Traf-
fic Alert)
→ Laat de auto onmiddellijk nakijken door een erkende Toyota-dea-
ler of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
Geeft aan dat de achterbumper rondom de radarsensor vuil is, enz.
( → Blz. 259)
→ Volg de instructies die worden weergegeven op het multi-informa-
tiedisplay. ( →Blz. 273)
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 429 Friday, November 6, 2020 11:27 AM
Page 433 of 572

433
8
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Bij problemen
■Controlelampjes veiligheidsgordel achterpassagiers*1 (waarschuwingszoe-
mer)*2
*1: Dit lampje brandt op het multi-informatiedisplay.
*2: Waarschuwingszoemer veilighei dsgordel achterpassagiers:
De waarschuwingszoemer voor de veilighei dsgordel herinnert de achterpassagiers eraan
de veiligheidsgordel om te doen. Als de veili gheidsgordel wordt losgemaakt klinkt de zoe-
mer gedurende een bepaalde tijd met tussenpozen wanneer de auto een bepaalde snel-
heid heeft bereikt.
■Waarschuwingszoemer
In sommige gevallen is de zoemer niet hoor-
baar door omgevingsgeluiden of geluid van
het audiosysteem.
■Detectiesensor voorpassagier, contro-
lelampje veiligheidsgordel en waar-
schuwingszoemer
●Als er bagage wordt geplaatst op de pas-
sagiersstoel kan de detectiesensor het
controlelampje laten knipperen en de
waarschuwingszoemer laten klinken, ook
al zit er niemand op de passagiersstoel.
●Als er op de stoel een kussen wordt
geplaatst, werkt de sensor wellicht niet
goed, waardoor ook het waarschuwings-
lampje niet goed werkt.
■Waarschuwingslampje (waarschu-
wingszoemer) elektrische stuurbe-
krachtiging
Als de spanning van de 12V-accu laag is of
tijdelijk daalt, kan het waarschuwingslampje
van de elektrische stuurbekrachtiging gaan
branden en kan er een waarschuwingszoe-
mer klinken.
■Als het waarschuwingslampje lage ban-
denspanning gaat branden
Controleer het uiterlijk van de banden om na
te gaan of er een band lek is.
Als een band lek is: →Blz. 439
Als geen van de banden lek is:
Zet het contact UIT en vervolgens AAN. Con-
troleer of het waarschuwingslampje lage ban-
denspanning gaat branden of knipperen.
Als het waarschuwingslampje lage ban-
denspanning gedurende ongeveer 1
minuut knippert en vervolgens blijft bran-
den
Er kan een storing aanwezig zijn in het ban-
denspanningswaarschuwingssysteem. Laat
de auto onmiddellijk nakijken door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
Als het waarschuwingslampje lage ban-
denspanning gaat branden
1 Controleer de bandenspanning voor
iedere band nadat de banden voldoende
zijn afgekoeld en breng de banden op de
voorgeschreven spanning.
2 Als het waarschuwingslampje zelfs na
enkele minuten niet uitgaat, controleer
dan of de bandenspanning voor iedere
band in orde is en voer de initialisatie uit.
(→ Blz. 390)
■Het waarschuwingslampje lage banden-
spanning gaat mogelijk branden door
een natuurlijke oorzaak
Het waarschuwingslampje lage bandenspan-
ning gaat mogelijk branden door een natuur-
lijke oorzaak, zoals het onvermijdelijke
spanningsverlies dat op den duur optreedt of
een veranderde bandenspanning die veroor-
zaakt wordt door temperatuurveranderingen.
In dat geval zal het waarschuwingslampje na
een paar minuten uitgaan als de banden
weer op de juiste spanning gebracht zijn.
Waarschuwings- lampjeDetails/handelingen
Waarschuwt de achterpassagiers om de veiligheidsgordel om te doen
→Doe de veiligheidsgordel om.
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 433 Friday, November 6, 2020 11:27 AM
Page 436 of 572

436
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
■Als “Stop Vehicle in a Safe Place Push
P Switch” (Breng de auto op een veilige
plaats tot stilstand. Druk schakelaar
stand P in.) wordt weergegeven
Er is mogelijk een storing aanwezig in het
brandstofcelsysteem of de selectiehendel
heeft lange tijd in stand N gestaan. Breng de
auto onmiddellijk tot stilstand en neem con-
tact op met een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige.
■Als “Shift Out of N Release Accelerator
Before Shifting” (Zet selectiehendel in
andere stand dan N. Laat vóór het scha-
kelen het gaspedaal los) wordt weerge-
geven
Het gaspedaal wordt ingetrapt terwijl de
selectiehendel in stand N staat.
Laat het gaspedaal los en zet de selectiehen-
del in stand D of R.
■Als “Press brake when vehicle is stop-
ped FCV system may overheat” (Trap
rempedaal in wanneer auto stilstaat.
Brandstofcelsysteem is mogelijk over-
verhit) wordt weergegeven
De melding wordt mogelijk weergegeven
wanneer het gaspedaal wordt ingetrapt om
de auto op een helling op zijn plaats te hou-
den, enz. Het brandstofcelsysteem kan over-
verhit raken. Laat het gaspedaal los en trap
het rempedaal in.
■Als “Auto Power OFF to Conserve Bat-
tery” (Auto power off-functie ingescha-
keld om accu te sparen) wordt
weergegeven
Het contact is UIT gezet door de automati-
sche power off-functie. Bedien de volgende
keer dat u het brandstofcelsysteem start het
brandstofcelsysteem gedurende ongeveer 5
minuten om de 12V-accu op te laden.
■Als “Headlight System Malfunction Visit
Your Dealer” (Storing in koplampsys-
teem. Ga naar uw dealer) wordt weerge-
geven
Er is mogelijk een storing in de onderstaande
systemen aanwezig. Laat de auto onmiddel-
lijk nakijken door een erkende Toyota-dealer
of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige.
●De led-koplampen
●De automatische verticale koplampverstel-
ling
●AHS (Adaptive High Beam-systeem)
(indien aanwezig)
●AHB (Automatic High Beam) (indien aan-
wezig)
■Als “Radar Cruise Control Temporarily
Unavailable See Owner’s Manual”
(Dynamic Radar Cruise Control-sys-
teem tijdelijk niet beschikbaar, zie hand-
leiding) wordt weergegeven
De Dynamic Radar Cruise Control met volle-
dig snelheidsbereik word t tijdelijk uitgescha-
keld of tot het in de melding aangegeven
probleem is opgelost. (O orzaken en oplossin-
gen: → Blz. 217)
■Als “Radar Cruise Control Unavailable”
(Dynamic Radar Cruise Control-sys-
teem niet beschikbaar) wordt weergege-
ven
De Dynamic Radar Cruise Control met volle-
dig snelheidsbereik kan ti jdelijk niet gebruikt
worden. Gebruik het systeem wanneer dit
weer beschikbaar is.
■Als er een melding wordt weergegeven
dat er een storing in de camera voor
aanwezig is
De onderstaande systemen worden mogelijk
tijdelijk uitgeschakeld tot het in de melding
aangegeven probleem is opgelost.
( → Blz. 217, 425)
●PCS (Pre-Crash Safety-systeem)
●LTA (Lane Tracing Assist)
●AHS (Adaptive High Beam-systeem)
(indien aanwezig)
●Automatic High Beam-systeem (indien
aanwezig)
●RSA (Road Sign Assist)
●Dynamic Radar Cruise Control met volle-
dig snelheidsbereik
■Als er een melding wordt weergegeven
dat er een storing in de radarsensor
aanwezig is
De onderstaande systemen worden mogelijk
tijdelijk uitgeschakeld tot het in de melding
aangegeven probleem is opgelost.
( → Blz. 217, 425)
●PCS (Pre-Crash Safety-systeem)
●LTA (Lane Tracing Assist)
●Dynamic Radar Cruise Control met volle-
dig snelheidsbereik
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 436 Friday, November 6, 2020 11:27 AM
Page 448 of 572

448
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
■Als de band te hard wordt opgepompt
1 Neem de slang los van het ventiel.
2 Plaats het dopje op het uiteinde van de
slang en duw het uitstekende gedeelte
van het dopje in het ventiel van de band
om wat lucht te laten ontsnappen.
3 Neem de slang los van het ventiel, verwij-
der het dopje van de slang en sluit dan
de slang weer aan.
4 Zet de compressor aan, wacht enkele
seconden en zet de compressor weer uit.
Controleer of de bandenspanningsmeter
de voorgeschreven spanning aangeeft.
(→ Blz. 472)
Zet de compressor weer aan als de spanning
onder de voorgeschreven waarde ligt en vul
de band tot de juiste spanning is bereikt.
■Het ventiel van een gerepareerde band
Nadat de band met de bandenreparatieset is
gerepareerd, moet het ventiel bij een defini-
tieve reparatie worden vervangen.
■Nadat een band is gerepareerd met de
bandenreparatieset
●Vervang de bandenspanningssensor en -
zender.
●Zelfs als de bandenspanning op het voor-
geschreven niveau ligt, gaat mogelijk het
waarschuwingslampje lage bandenspan-
ning branden/knipperen.
WAARSCHUWING
■Rijd niet door als de auto een lekke
band heeft
Rijd niet door met een lekke band.
Zelfs als er over een korte afstand met een
lekke band wordt doorgereden, kunnen
band en velg zodanig beschadigd worden
dat reparatie niet meer mogelijk is.
Door het rijden met een lekke band kan er
op de wang rondom een groef ontstaan. In
zo'n geval kan de band bij het gebruik van
een reparatieset exploderen.
■Bij het repareren van een lekke band●Parkeer de auto op een veilige plaats en
een vlakke ondergrond.
●Raak de wielen of het gedeelte rond de
remmen direct nadat met de auto is
gereden niet aan.
Nadat met de auto is gereden, zijn de
wielen en het gedeelte rond de remmen
mogelijk zeer heet. Wanneer u deze
delen met uw handen, voeten of andere
lichaamsdelen aanraakt, kan dit leiden
tot brandwonden.
●Sluit de slang stevig aan op het ventiel
terwijl het wiel aan de auto bevestigd is.
Als de slang niet goed op het ventiel is
aangesloten, kan er lekkage van lucht
optreden waarbij bandenreparatievloei-
stof naar buiten spuit.
●Als de slang tijdens het vullen loskomt
van het ventiel, is het mogelijk dat de
slang abrupte bewegingen maakt van-
wege de luchtdruk.
●Nadat de band gevuld is, kunnen er
spetters bandenreparatievloeistof naar
buiten komen als de slang wordt losge-
maakt of wanneer u lucht uit de band
laat ontsnappen.
●Volg voor het repareren van de band de
volgende procedure. Als u de procedu-
res niet volgt, kan de bandenreparatie-
vloeistof naar buiten spuiten.
●Bewaar afstand tot de band wanneer
deze gerepareerd wordt, omdat de band
kan klappen. Zet de schakelaar van de
compressor direct uit als u ziet dat de
band scheurtjes vertoont of vervormt.
●De reparatieset kan oververhit raken als
deze langere tijd achter elkaar wordt
gebruikt. Gebruik de reparatieset niet
langer dan 40 minuten achter elkaar.
●Delen van de reparatieset worden tij-
dens het gebruik heet. Wees voor en na
gebruik voorzichtig met de reparatieset.
Raak het metalen deel rond de verbin-
ding tussen de fles en de compressor
niet aan. Dit is namelijk zeer heet.
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 448 Friday, November 6, 2020 11:27 AM
Page 449 of 572

449
8
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Bij problemen
WAARSCHUWING
●Plak de waarschuwingssticker voor de
rijsnelheid alleen op de aangegeven
plaats. Als de sticker wordt aangebracht
op een plaats waar zich een airbag
bevindt, zoals op het stuurwielkussen,
werkt de airbag mogelijk niet goed
meer.
●Laat ter voorkoming van beschadiging
of ernstige lekkage de fles niet vallen.
Voer vóór gebruik een visuele controle
van de fles uit. Gebruik uitsluitend onbe-
schadigde en niet-lekkende flessen. In
dergelijke gevallen direct vervangen.
■Rijden om de bandenreparatievloei-
stof gelijkmatig te verdelen
Neem om de kans op ongevallen te beper-
ken de volgende voorzorgsmaatregelen in
acht.
Als u dat niet doet kunt u de macht over
het stuur verliezen, waardoor ernstig letsel
kan ontstaan.
●Rijd langzaam en voorzichtig. Wees
extra voorzichtig bij het maken van
bochten.
●Breng de auto tot stilstand wanneer de
auto niet rechtuit wil rijden of als u voelt
dat er aan het stuurwiel wordt getrokken
en controleer het volgende.
• Toestand van de band. De band kan van de velg zijn afgelopen.
• Bandenspanning. Als de bandenspan- ning 130 kPa (1,3 kg/cm
2 of bar, 19 psi)
of lager is, is de band mogelijk ernstig
beschadigd.
OPMERKING
■Een noodreparatie uitvoeren
●Een band mag alleen met de bandenre-
paratieset worden gerepareerd indien
de beschadiging is veroorzaakt door
perforatie van het loopvlak door een
scherp voorwerp, zoals een spijker of
een schroef.
Verwijder de spijker of de schroef niet
uit de band. Door het verwijderen van
de spijker of de schroef kan het gat gro-
ter worden waardoor de band niet meer
tijdelijk gerepareerd kan worden.
●De reparatieset is niet waterbestendig.
Zorg dat de bandenreparatieset niet in
aanraking komt met water, bijvoorbeeld
bij gebruik tijdens regen.
●Zet de bandenreparatieset niet op een
stoffige ondergrond, zoals in het zand of
in de berm. Als de reparatieset stof e.d.
opzuigt, kunnen er storingen optreden.
●Houd de fles tijdens het gebruik niet
ondersteboven, om schade aan de
compressor te voorkomen.
■Voorzorgsmaatregelen voor de ban-
denreparatieset
●De reparatieset heeft als voeding 12V-
gelijkstroom nodig. Sluit de reparatieset
niet aan op andere voedingsbronnen.
●Als er brandstofdruppels op de repara-
tieset terechtkomen, kan de set bescha-
digd raken. Zorg dat de set niet met
brandstof in aanraking kan komen.
●Berg de reparatieset op, zodat de set
beschermd is tegen vuil en vocht.
●Berg de reparatieset op in de bagage-
ruimte, buiten bereik van kinderen.
●Demonteer de reparatieset niet en
breng geen wijzigingen aan. Stel onder-
delen als de bandenspanningsmeter
niet bloot aan schokken. Hierdoor kun-
nen storingen optreden.
■Voorkomen van schade aan de ban-
denspanningssensoren en -zenders
Als een band is gerepareerd met banden-
reparatievloeistof, werken de bandenspan-
ningssensor en -zender mogelijk niet
goed. Neem wanneer bandenreparatie-
vloeistof is gebruikt zo snel mogelijk con-
tact op met een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige. Vervang na het gebruik van
bandenreparatievloeistof de bandenspan-
ningssensor en -zender wanneer de band
wordt gerepareerd of vervangen.
( → Blz. 389)
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 449 Friday, November 6, 2020 11:27 AM
Page 480 of 572

480
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
9-2. Persoonlijke voorkeursinstellingen
■Buitenspiegels (→Blz. 165)
■Elektrisch bedienbare ruiten ( →Blz. 167)
■Waarschuwingszoemer achteruitrijden ( →Blz. 185)
■Richtingaanwijzerschakelaar (→Blz. 190)
■Automatische verlichting (→Blz. 197)
FunctieStandaard-
instellingPersoonlijke
voorkeursinstelling
Automatisch in- en uitklappen
van de buitenspiegels
Gekoppeld aan
het vergrende-
len/ontgrendelen van de portierenUit
——OGekoppeld aan de
bediening van de startknop
FunctieStandaard-instellingPersoonlijke
voorkeursinstelling
Bediening gekoppeld aan
gebruik van de mechanische
sleutel
UitAan——O
Koppeling van werking aan
afstandsbedieningUitAan——O
Koppeling van werking aan
afstandsbediening (zoemer)AanUit——O
FunctieStandaard-
instellingPersoonlijke
voorkeursinstelling
Signaal (zoemer) wanneer de
selectiehendel in stand R staatEenmaligIntermitterend——O
FunctieStandaard- instellingPersoonlijke
voorkeursinstelling
Aantal keren knipperen bij het
veranderen van rijstrook3Uit——O4 - 7
FunctieStandaard- instellingPersoonlijke
voorkeursinstelling
Gevoeligheid lichtsensorStandaard-2 - 2O—O
Extended Headlight Lighting-
systeem (tijd die verstrijkt voor-
dat de koplampen automatisch
worden uitgeschakeld)
30 seconden
60 seconden
——O90 seconden
120 seconden
ABC
ABC
ABC
ABC
ABC
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 480 Friday, November 6, 2020 11:27 AM
Page 483 of 572

483
9
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
9-2. Persoonlijke voorkeursinstellingen
Voertuigspecificaties
■BSM (Blind Spot Monitor)* (→ Blz. 257)
*: Indien aanwezig
■Toyota Parking Assist-sensor* (→Blz. 262)
*: Indien aanwezig
■RCTA (Rear Crossing Traffic Alert)* ( →Blz. 272)
*: Indien aanwezig
FunctieStandaard-
instellingPersoonlijke
voorkeursinstelling
BSM (Blind Spot Monitor)AanUit—O—
Helderheid indicator in buiten-
spiegelHelderGedimd—O—
Timing waarschuwing voor
aanwezigheid van naderende
auto (gevoeligheid)
Gemiddeld
Vroeg
—O—
Laat
Alleen wanneer een auto wordt
gesignaleerd in de dode hoek
FunctieStandaard-instellingPersoonlijke
voorkeursinstelling
Toyota Parking Assist-sensorAanUit—O—
ZoemervolumeNiveau 2Niveau 1—O—Niveau 3
FunctieStandaard- instellingPersoonlijke
voorkeursinstelling
RCTA (Rear Crossing Traffic
Alert)AanUit—O—
ZoemervolumeNiveau 2Niveau 1—O—Niveau 3
ABC
ABC
ABC
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 483 Friday, November 6, 2020 11:27 AM
Page 492 of 572

492
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
Wat moet u doen als... (Problemen oplossen)
Heeft iemand een portier geopend of
bewoog er iets in de auto tijdens het
instellen van het alarm?
De sensor signaleert dit en laat het alarm
klinken. ( →Blz. 82)
Voer een van de onderstaande hande-
lingen uit om het alarm te deactiveren
of uit te schakelen:
Ontgrendel de portieren of de ach-
terklep met de instapfunctie of de
afstandsbediening.
Starten van het brandstofcelsys-
teem. (Het alarm wordt na enkele
seconden gedeactiveerd of uitge-
schakeld.)
Wordt de melding weergegeven op
het multi-informatiedisplay?
Controleer de melding op het multi-informa-
tiedisplay. ( →Blz. 435)
Wanneer een waarschuwings-
lampje gaat branden of een waar-
schuwingsmelding wordt
weergegeven, raadpleeg dan
Blz. 425, 435.
Breng de auto op een veilige plaats
tot stilstand en repareer de lekke
band met de bandenreparatieset.
(→Blz. 439)
Voer de procedure uit voor als de
auto vastzit in modder, vuil of
sneeuw. ( →Blz. 464)
Er wordt een alarm geactiveerd
en de claxon klinkt (indien aan-
wezig)
Bij het verlaten van de auto
klinkt een waarschuwingszoe-
mer
Er gaat een waarschuwings-
lampje branden of er wordt een
waarschuwingsmelding weerge-
gevenWanneer zich een probleem
heeft voorgedaan
Als uw auto een lekke band
heeft
De auto zit vast
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 492 Friday, November 6, 2020 11:27 AM
Page 494 of 572

494
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
Alfabetische index
Airconditioning ..................................... 335 Automatische airconditioning ............ 335
ECO-modus airconditioning .............. 337
Geconcentreerde luchtcirculatiemodus voorstoel
(S-FLOW-modus) ........................... 340
Interieurfilter ...................................... 400
Alarm ....................................................... 82 Waarschuwingszoemer ..................... 425
Alarmknipperlichten............................. 416
ALL AUTO-regeling .............................. 334
Als de brandstof opraakt ....................... 93
Antennes (Smart entry-systeem met startknop) .................................... 142
Antiblokkeersysteem (ABS) ................ 322
Waarschuwingslampje ...................... 427
Antidiefstalsysteem
Alarm ................................................... 82
Hellingsensor ...................................... 83
Inbraaksensor ..................................... 83
Startblokkering .................................... 80
Supervergrendeling ............................. 81
Armsteun............................................... 364
ASC (Active Sound Control)................ 195
Automatic High Beam-systeem .......... 203
Automatisch knipperende
alarmknipperlichten achter ............... 323
Automatische airconditioning............. 335 ECO-modus airconditioning .............. 337
Automatische airconditioning achter .................................................. 343
Automatische verlichting .................... 197
Automatische verticale koplampverstelling ............................ 198
B
Baby- en kinderzitjes ............................. 52
Punten om rekening mee te houden... 52
Rijden met kinderen in de auto ........... 51
Bagageruimtematten ........................... 354
Bagageruimteverlichting ..................... 141
Banden .................................................. 387 Als uw auto een lekke band heeft ..... 439
Bandenmaat ..................................... 472
Bandenreparatieset .......................... 439
Bandenspanning ............................... 398
Bandenspannings-waarschuwingssysteem ................. 388
Bandenspanningsweergavefunctie ... 388
Controle ............................................ 387
Sneeuwkettingen .............................. 330
Vervangen......................................... 394
Waarschuwingslampje ...................... 432
Winterbanden ................................... 329
Wisselen van banden ....................... 388
Bandenreparatieset Opbergmogelijkheden....................... 440
Bandenspanning .................................. 398
Bandenspanningsweergavefunctie ... 388
Onderhoudsgegevens ...................... 472
Waarschuwingslampje ...................... 432
Bandenspannings- waarschuwingssysteem ................... 388Functie .............................................. 388
Initialisatie ......................................... 390
Plaatsen van bandenspannings- sensoren en -zenders..................... 389
Registreren van identificatiecodes .... 392
Waarschuwingslampje ...................... 432
Batterijpakket (tractiebatterij) ............... 91
Bedieningstoetsen instrumentenpaneel .......................... 114
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 494 Friday, November 6, 2020 11:27 AM
Page 496 of 572

496
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
Alfabetische index
C
Claxon ................................................... 154
Condensor ............................................ 384
Consolevak ........................................... 353
Contact (startknop) .............................. 180
Controlelampje veiligheidsgordel....... 432
Controlelampjes ................................... 108
Cruise controlDynamic Radar Cruise Control met volledig snelheidsbereik........... 245
Curtain airbags ....................................... 39
D
Dagrijverlichting ................................... 197
Dagtellers .............................................. 112
Dakfolie ................................................. 369
Dashboardkastje .................................. 352
Derde remlicht
Lampen vervangen ........................... 412
Digitale binnenspiegel ......................... 156
Dimmer dashboardverlichting ............ 112
Display Dynamic Radar Cruise Control met volledig snelheidsbereik.................. 245
Head-up display ................................ 122
LTA (Lane Tracing Assist) .................. 237
Multi-informatiedisplay ...................... 114
Parking Support Brake-functie (voor voetgangers die achterlangs
lopen) .............................................. 290
RCD (Rear Camera Detection) ......... 278
Rear Camera Detection (RCD) ......... 278
Toyota Multi-Operation Touch............ 356
Toyota Parking Assist-sensor ............ 263
Toyota Teammate Advanced Park ..... 295
Waarschuwingsmelding .................... 435
Display bandenspanning ..................... 388
Draadloze lader..................................... 360
Dynamic Radar Cruise Control met volledig snelheidsbereik ................... 245Naderingswaarschuwing ................... 252
Road Sign Assist (RSA) .................... 254
Waarschuwingsmelding .................... 256
E
eCall ........................................................ 70
Toets SOS........................................... 70
ECB (elektronisch geregeld remsysteem) ...................................... 322
Waarschuwingslampje ...................... 426
Eco Score ............................................. 117
Elektrisch bedienbaar
zonnescherm ..................................... 357Bediening .......................................... 357
Elektrisch bedienbare ruiten
Aan portierslot gekoppelde werking ruiten ................................. 168
Bediening .......................................... 167
Blokkeerschakelaar ruitbediening ..... 169
Klembeveiliging................................. 167
Elektrische stuurbekrachtiging
(EPS) ................................................... 322Waarschuwingslampje ...................... 428
Elektromotor (tractiemotor) ............ 88, 91
Plaats .................................................. 91
Elektronisch geregeld remsysteem (ECB) ............................ 322
Waarschuwingslampje ...................... 426
Elektronische sleutel ........................... 132 Als de elektronische sleutel
niet goed werkt ............................... 452
Batterij vervangen ............................. 405
Energiebesparende functie ............... 144
Energiemonitor .................................... 126
EPS (elektrische stuurbekrachtiging)........................... 322
Waarschuwingslampje ...................... 428
Ergonomisch geheugen ...................... 148
Geheugenoproepfunctie ................... 150
Power Easy Access-systeem............ 148
Extended Headlight Lighting .............. 199
Extra opbergvakken............................. 353
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 496 Friday, November 6, 2020 11:27 AM