ECO mode TOYOTA PRIUS 2023 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2023, Model line: PRIUS, Model: TOYOTA PRIUS 2023Pages: 510, PDF Size: 109.67 MB
Page 59 of 510

• Uw auto kan storingen veroorzaken in
niet-originele audio-onderdelen.
Batterijpakket (tractiebatterij)
De levensduur van het batterijpakket
(tractiebatterij) is niet onbeperkt. De
levensduur van het batterijpakket
(tractiebatterij) kan veranderen
afhankelijk van de rijstijl en de
rijomstandigheden.
Declaration of conformity
De uitstoot van waterstof van dit model
voldoet aan reglement ECE100 (voor de
veiligheid van elektrisch aangedreven
auto's met batterijen).
WAARSCHUWING!
Voorzorgsmaatregelen
hoogspanningssysteem
Deze auto heeft zowel
hoogspanningssystemen (wissel- en
gelijkspanning) als een 12V-systeem.
Gelijk- en wisselspanning zijn zeer
gevaarlijk en kunnen ernstige
brandwonden en elektrische schokken
veroorzaken die dodelijk of ernstig
letsel tot gevolg kunnen hebben.
• Verwijder of vervang nooit
hoogspanningscomponenten,
hoogspanningskabels en de stekkers
ervan, raak ze niet aan en haal ze niet
uit elkaar.
• Het hybridesysteem wordt na het
starten heet, aangezien het systeem
gebruikmaakt van hoogspanning.
Wees alert op zowel hoogspanning
als hoge temperaturen en volg altijd
de aanwijzingen op de
waarschuwingslabels op.
WAARSCHUWING!(Vervolg)
• Open nooit de klep onder de
rechterzijde van de achterstoel
waarachter zich de servicestekker
bevindt. De servicestekker, waar
hoogspanning op staat, wordt alleen
gebruikt bij onderhoud aan de auto.
WAARSCHUWING!
Waarschuwingen voor het geval de
auto bij een ongeval betrokken raakt
Neem de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht om de
kans op dodelijk of ernstig letsel te
beperken:
• Duw of sleep uw auto indien mogelijk
van de weg, activeer de parkeerrem,
zet de selectiehendel in stand P en
schakel het hybridesysteem uit.
• Raak de onderdelen, kabels en
stekkers waar hoogspanning op
staat niet aan.
• Als binnen of buiten de auto
elektrische bedrading blootligt, kan
er een elektrische schok optreden.
Raak blootliggende elektrische
bedrading nooit aan.
• Raak bij een eventuele
vloeistoflekkage de vloeistof niet
aan omdat het geconcentreerde
alkalische elektrolyt uit het
batterijpakket (tractiebatterij) kan
zijn. Spoel vloeistof die op uw huid of
in uw ogen terecht is gekomen direct
af met veel water of, indien mogelijk,
met boorwater. Schakel onmiddellijk
medische hulp in.
• Stap zo snel mogelijk uit als er brand
uitbreekt in de hybrideauto. Gebruik
nooit een brandblusser die niet is
bedoeld voor het blussen van brand
als gevolg van een elektrische
storing. Zelfs het gebruik van een
geringe hoeveelheid water om te
blussen kan al gevaarlijk zijn.
1 .4 Hybridesysteem
57
1
Veiligheid en beveiliging
Page 78 of 510

Controlelampjes Bladzijde
Controlelampje Automatic High Beam-systeem
(indien aanwezig)Blz. 170
Controlelampje BSM (indien aanwezig) Blz. 226
Controlelampje Toyota Parking Assist-sensor
(indien aanwezig)Blz. 246
*1, 3Controlelampje PKSB OFF (indien aanwezig) Blz. 255
*1Controlelampje S-IPA (indien aanwezig) Blz. 264
*1Controlelampje PASSENGER AIR BAG Blz. 35
*1: Deze lampjes gaan branden als het contact AAN wordt gezet om aan te geven dat er
een systeemcontrole wordt uitgevoerd. Ze gaan uit nadat het hybridesysteem is
ingeschakeld of na enkele seconden. Er kan een storing in een systeem aanwezig zijn als
een lampje niet gaat branden of uitgaat. Laat de auto nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
*2: Het lampje knippert om aan te geven dat het systeem in werking is.
*3: Het lampje gaat branden wanneer het systeem wordt uitgeschakeld.
*4: Afhankelijk van de bedrijfsconditie wijzigen de kleur en de manier waarop het
controlelampje brandt/knippert.
Op het scherm weergegeven controlelampjes en symbolen
Hoofddisplay en multi-informatiedisplay
Controlelampjes Bladzijde
Controlelampje EV MODEBlz. 161
*Controlelampje ECO MODEBlz. 223
2.1 Instrumentenpaneel
76
Page 79 of 510

ControlelampjesBladzijde
*Controlelampje PWR MODEBlz. 223
EV-controlelampjeBlz. 88
Controlelampje snelheidsbegrenzer (indien
aanwezig) Blz. 224
*: Het weergegeven controlelampje verandert overeenkomstig de huidige rijmodus.
Multi-informatiedisplay (weergave symbool
*)
Weergave symbool Bladzijde
Smart entry-systeem met startknopBlz. 157
Onjuiste bediening pedaalBlz. 374
LTA (Lane Tracing Assist) (indien aanwezig)
Blz. 205
*: Deze symbolen worden weergegeven in combinatie met een melding. De hier
weergegeven symbolen zijn slechts voorbeelden, en er kunnen andere symbolen worden
weergegeven overeenkomstig de inhoud van het multi-informatiedisplay.
BSM-indicatoren (Blind Spot Monitor) in
de buitenspiegels (indien aanwezig)
(→blz. 226)
• Er worden ook indicatoren weergegeven in de buitenspiegels. • Om aan te geven dat het systeem
werkt, gaan de BSM-indicatoren in de
buitenspiegels in de volgende
situaties branden:– Wanneer het contact AAN staat, wordt de BSM-functie geactiveerd
via het scherm
van het
multi-informatiedisplay.
– Wanneer de BSM-functie is geactiveerd via het scherm
van
het multi-informatiedisplay, wordt
het contact AAN gezet.
Wanneer het systeem correct werkt,
gaan de BSM-indicatoren in de
buitenspiegels na enkele seconden uit.
2.1 Instrumentenpaneel
77
2
Instrumentenpaneel
Page 81 of 510

2.1.3 Hoofdscherm
Op het hoofdscherm wordt basisinformatie weergegeven, zoals de rijsnelheid en de
resterende hoeveelheid brandstof. U kunt de weergegeven informatie aan de
persoonlijke voorkeur aanpassen.
Informatie op display (auto's zonder RSA [Road Sign Assist] en snelheidsbegrenzer)
1Snelheidsmeter
Geeft de rijsnelheid weer
2Brandstofmeter
Geeft aan hoeveel brandstof er nog in
de tank aanwezig is
3Buitentemperatuur
Geeft de buitentemperatuur aan
binnen het bereik -40°C tot 50°C.
De temperatuurweergave knippert
gedurende ongeveer 10 seconden
wanneer de buitentemperatuur tot
ongeveer 3°C of lager daalt, en stopt
vervolgens met knipperen.
4Weergave kilometerstand
(kilometerteller/dagtellers/actieradius)
De geschatte actieradius op basis van
de kilometerstand en de resterende
hoeveelheid brandstof kunnen
worden weergegeven. (→Blz. 81)
5Weergave gemiddeld
brandstofverbruik
Het gemiddelde brandstofverbruik
dat is gekoppeld aan de weergave van
de kilometerstand kan worden
weergegeven. (→Blz. 81)
6Subscherm
Als voor het hoofdscherm het split
screen is geselecteerd, kan
informatie, zoals de
hybridesysteemindicator en het
actuele brandstofverbruik, worden
weergegeven. (→Blz. 82)
De eenheden die op het display worden aangegeven, kunnen per model/type verschillend
zijn.
2.1 Instrumentenpaneel
79
2
Instrumentenpaneel
Page 82 of 510
![TOYOTA PRIUS 2023 Instructieboekje (in Dutch) Informatie op display (auto's met RSA [Road Sign Assist] en/of snelheidsbegrenzer)
1Snelheidsmeter
Geeft de rijsnelheid weer
2Brandstofmeter
Geeft aan hoeveel brandstof er nog in
de tank aanwezig TOYOTA PRIUS 2023 Instructieboekje (in Dutch) Informatie op display (auto's met RSA [Road Sign Assist] en/of snelheidsbegrenzer)
1Snelheidsmeter
Geeft de rijsnelheid weer
2Brandstofmeter
Geeft aan hoeveel brandstof er nog in
de tank aanwezig](/img/14/60159/w960_60159-81.png)
Informatie op display (auto's met RSA [Road Sign Assist] en/of snelheidsbegrenzer)
1Snelheidsmeter
Geeft de rijsnelheid weer
2Brandstofmeter
Geeft aan hoeveel brandstof er nog in
de tank aanwezig is
3Buitentemperatuur
Geeft de buitentemperatuur aan
binnen het bereik -40°C tot 50°C.
De temperatuurweergave knippert
gedurende ongeveer 10 seconden
wanneer de buitentemperatuur tot
ongeveer 3°C of lager daalt, en stopt
vervolgens met knipperen.
4Weergave kilometerstand
(kilometerteller/dagtellers/actieradius)
De geschatte actieradius op basis van
de kilometerstand en de resterende
hoeveelheid brandstof kunnen
worden weergegeven. (→Blz. 81)
5Weergave gemiddeld
brandstofverbruik
Het gemiddelde brandstofverbruik
dat is gekoppeld aan de weergave van
de kilometerstand kan worden
weergegeven. (→Blz. 81)
6Subscherm (als RSA [Road Sign Assist]
en snelheidsbegrenzer uit zijn)
Informatie, zoals de
hybridesysteemindicator en het
actuele brandstofverbruik, kan
worden weergegeven. (→Blz. 82)
7Subscherm (als RSA [Road Sign Assist]
en/of snelheidsbegrenzer aan zijn)
Geeft informatie met betrekking tot
de RSA (Road Sign Assist)*of de
snelheidsbegrenzer weer. (→Blz. 206,
blz. 224)
*: Wanneer RSA-informatie (Road Sign Assist) wordt weergegeven op het schermvan
het multi-informatiedisplay (→blz. 99), wordt geen RSA-informatie (Road Sign Assist)
weergegeven op het subscherm.
De eenheden die op het display worden aangegeven, kunnen per model/type verschillend
zijn.
2.1 Instrumentenpaneel
80
Page 96 of 510

Lezen van het display
1Afgelegde afstand dagteller*
2Schatting van brandstofbesparing
voor weergegeven afgelegde afstand*
3Schatting van de benodigde uitgaven
voor brandstof om de op dat moment
weergegeven afstand af te leggen
*
4Schatting van de uitgaven voor
brandstof om de op dat moment
weergegeven afstand af te leggen (uw
auto)
*
5Schatting van de uitgaven voor
brandstof om de op dat moment
weergegeven afstand af te leggen
(vergelijkende auto)
*
*: Als de dagteller wordt gereset (→blz. 82), wordt het overzicht “Eco Savings”
(eco-besparing) eveneens gereset.
Controle van het overzicht per maand
De weergave op het display kan worden
gewijzigd naar TRIP (dagteller) of
“Monthly” (maandelijks) door op
te
drukken terwijl de weergave van de tab is
geselecteerd en vervolgens op
ofvan de bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel te drukken.
Met behulp van de weergave “Monthly”
(maandelijks) kunnen de overzichten per
maand voor SAVINGS (besparing) en
FUEL COST (brandstofkosten) worden
gecontroleerd.
De eenheden die op het display worden aangegeven, kunnen per model/type verschillend
zijn.
2.1 Instrumentenpaneel
94
Page 104 of 510

Onderwerp Instellingen Resultaat van instelling
*1
“On” (aan)Schakelt het Dynamic Radar Cruise Control-
systeem met Road Sign Assist in en uit.
(→Blz. 217) “Off” (uit)
*1
“km/h”
Wijzigt de eenheid voor de snelheid die wordt
weergegeven op het scherm.
“MPH”
*2
“Meter brightness” (hel-
derheid instrumenten-
paneel)Wijzigt de helderheid van de verlichting van het
instrumentenpaneel. (→Blz. 67)
“Meter Customize”-instellingen (persoonlijke voorkeursinstellingen instru-
mentenpaneel):→blz. 101
“Vehicle Settings”-instellingen (voertuiginstellingen):→blz. 427
*1: Indien aanwezig
*2: Alleen auto's met rechtse besturing
“Meter Customize”-instellingen (persoonlijke voorkeursinstellingen
instrumentenpaneel) (
)
Onderwerp Instellingen Resultaat van instelling
“Simple/Split Screen”
(enkelvoudig scherm/
split screen)
*1
Simple (enkelvoudig)Wijzigt de weergavemodus
van het hoofdscherm.
(→Blz. 82) Split
“Screen OFF” (scherm
UIT)
*2“Yes” ( ja)
Uitschakelen van het multi-
informatiedisplay.
“No” (nee)
“HV System Indica-
tor” (controlelampje
hybridesysteem)
(→blz. 87)“ECO Accelerator
Guidance” (begeleiding
milieubewust bedienen
gaspedaal)“On” (aan)Schakelt de “ECO Accelera-
tor Guidance” (begeleiding
milieubewust bedienen gas-
pedaal) in en uit. “Off” (uit)
“EV Indicator Light On/
Off” (EV-controlelampje
aan/uit)“On” (aan)
Schakelt het EV-
controlelampje in en uit.
“Off” (uit)
“Pop-up Display On/
Off” (pop-updisplay
aan/uit)“Instrument Panel
Light” (verlichting in-
strumentenpaneel)
*3
“On” (aan)
Schakelt het pop-updisplay
van het geselecteerde item
op het multi-
informatiedisplay in en uit. “Off” (uit)
“Gasoline Price” (benzi-
neprijs)
*1“On” (aan)
“Off” (uit)
“Climate settings” (in-
stellingen klimaatrege-
ling)“On” (aan)
“Off” (uit)
“Cruise Control Opera-
tion Display” (weergave
werking cruise control)“On” (aan)
“Off” (uit)
“HUD Settings” (instel-
lingen HUD)
*1“On” (aan)
“Off” (uit)
“Driving Mode Select”
(rijmodusselectie)“On” (aan)
“Off” (uit)
2.1 Instrumentenpaneel
102
Page 225 of 510

4.5.7 Rijmodusselectieschakelaar
Afhankelijk van de rijomstandigheden kan een van de 3 rijmodi worden geselecteerd.
Rijmodi
Druk herhaaldelijk op de toets tot het systeem de gewenste rijmodus inschakelt.
Telkens wanneer op de toets wordt gedrukt, verandert de rijmodus in onderstaande
volgorde en gaan de controlelampjes ECO MODE en PWR MODE dienovereenkomstig aan
en uit.
1Normal-modus
Geschikt voor normaal rijden.
Wanneer de normale modus is
geselecteerd, doven de
controlelampjes ECO MODE en PWR
MODE.
2POWER-modus
Geschikt voor wanneer wendbaarheid
en een uitstekende reactie op het
gaspedaal gewenst zijn, bijvoorbeeld
bij het rijden in bergachtige
gebieden.
Wanneer de POWER-modus is
geselecteerd, gaat het controlelampje
PWR MODE branden op het
hoofdscherm.
3ECO-rijmodus
Geschikt voor het rijden met een
lager brandstofverbruik doordat er
soepeler koppel wordt gegenereerd
in reactie op de bediening van het
gaspedaal dan in de normale modus.
Wanneer de ECO-modus is
geselecteerd, gaat het controlelampje
ECO MODE branden op het
hoofdscherm.
Terwijl de airconditioning wordt
gebruikt, schakelt het systeem
automatisch over naar de ECO-modus
van de airconditioning (→298), zodat
er tijdens het rijden nog minder
brandstof wordt verbruikt.
4.5 Gebruik van de ondersteunende systemen
223
4
Rijden