MPG TOYOTA PRIUS 2023 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2023, Model line: PRIUS, Model: TOYOTA PRIUS 2023Pages: 510, PDF Size: 109.67 MB
Page 93 of 510

Soorten “Fuel Consumption Record” (overzicht brandstofverbruik)
Als de eenheid is ingesteld op km/h
Weergave tab Geregistreerde inhoud Geregistreerd bereik
“5 min”Gemiddeld brandstofverbruik
per 5 minuten
*1De afgelopen 30 minuten
“1 km”Gemiddeld brandstofverbruik
per 1 km rijden
*1De laatste 15 km rijden
“5 km”Gemiddeld brandstofverbruik
per 5 km rijden
*1De laatste 30 km rijden
“Monthly” (maande-
lijks)Gemiddeld brandstofverbruik
van deze maand
*2, 3
Overzicht van de laatste 4 maan-
den en dezelfde maand van het
voorgaande jaar
*1: Telkens als het hybridesysteem stopt, wordt dit overzicht gereset.
*2: Er kunnen 3 niveaus voor de maximale waarde van de grafiek (10 l/100 km, 6 l/100 km
en 3 l/100 km) worden geselecteerd door opofvan de bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel te drukken terwijl de weergave van de tab “Monthly” (maandelijks) is
geselecteerd.
*3: Het overzicht “Monthly” (maandelijks) kan worden gereset via het scherm “Meter
Customize”-instellingen (persoonlijke voorkeursinstellingen instrumentenpaneel).
(→Blz. 102)
Als de eenheid is ingesteld op MPH (indien aanwezig)
Weergave tab Geregistreerde inhoud Geregistreerd bereik
“5 min”Gemiddeld brandstofverbruik
per 5 minuten
*1De afgelopen 30 minuten
“1 miles” (mijl)Gemiddeld brandstofverbruik
per 1 mijl rijden
*1De laatste 15 mijl rijden
“5 miles” (mijl)Gemiddeld brandstofverbruik
per 5 mijl rijden
*1De laatste 30 mijl rijden
“Monthly” (maande-
lijks)Gemiddeld brandstofverbruik
van deze maand
*2, 3
Overzicht van de laatste 4 maan-
den en dezelfde maand van het
voorgaande jaar
*1: Telkens als het hybridesysteem stopt, wordt dit overzicht gereset.
*2: Er kunnen 3 niveaus voor de maximale waarde van de grafiek (150 MPG, 100 MPG en
50 MPG) worden geselecteerd door opofvan de bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel te drukken terwijl de weergave van de tab “Monthly” (maandelijks) is
geselecteerd.
*3: Het overzicht “Monthly” (maandelijks) kan worden gereset via het scherm “Meter
Customize”-instellingen (persoonlijke voorkeursinstellingen instrumentenpaneel).
(→Blz. 102)
2.1 Instrumentenpaneel
91
2
Instrumentenpaneel
Page 199 of 510

Het LTA-systeem herkent witte (gele)
rijstrookmarkeringen of de rijbaan*met
behulp van de camera voor. Het
detecteert ook voorliggers met behulp
van de camera voor en de radar.
*: De grens tussen asfalt en de kant van
de weg, zoals gras, grond of een
stoeprand
WAARSCHUWING!
Voordat u het LTA-systeem gebruikt
• Vertrouw niet uitsluitend op het
LTA-systeem. Het LTA-systeem is
geen systeem dat de auto
automatisch bestuurt of de
hoeveelheid aandacht die moet
worden besteed aan het gebied vóór
de auto beperkt. De bestuurder dient
altijd volledige verantwoordelijkheid
te nemen voor een veilig rijgedrag
door de omgeving steeds goed in de
gaten te houden en het stuurwiel te
bedienen om de rijrichting van de
auto te corrigeren. De bestuurder
moet ook zorgen voor voldoende
pauzes als hij moe is, bijvoorbeeld als
hij langere tijd heeft gereden.
• Als u niet op de juiste manier rijdt en
niet goed oplet, kan dat leiden tot
een ongeval met dodelijk of ernstig
letsel tot gevolg.
• Als u het LTA-systeem niet gebruikt,
zet het systeem dan uit met de toets
LT A .
WAARSCHUWING!(Vervolg)
Situaties die niet geschikt zijn voor
gebruik van het LTA-systeem
Gebruik in de volgende gevallen de
toets LTA om het systeem uit te
schakelen. Als u dat niet doet, kan dat
leiden tot een ongeval met dodelijk of
ernstig letsel tot gevolg.
• Er wordt gereden op een wegdek dat
glad is door regenachtig weer,
sneeuwval, vorst, enz.
• Er wordt gereden op een met sneeuw
bedekte weg.
• Witte (gele) lijnen zijn moeilijk te zien
door regen, sneeuw, mist, stof, enz.
• Er wordt gereden in een tijdelijke
rijstrook of een smalle rijstrook door
wegwerkzaamheden.
• Er wordt gereden in een gebied met
wegwerkzaamheden.
• Er is/zijn een reservewiel,
sneeuwkettingen, enz. gemonteerd.
• Als de banden erg versleten zijn of als
de bandenspanning te laag is.
• Tijdens het slepen in een noodgeval.
Voorkomen van storingen in het
LTA-systeem en onbedoeld
uitgevoerde handelingen
• Breng geen wijzigingen aan de
koplampen aan en plak geen stickers
op het lampglas.
• Breng geen wijzigingen aan de
wielophanging, enz. aan Neem
contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige indien de
wielophanging enz. moet worden
vervangen.
• Monteer of plaats geen voorwerpen
op de motorkap of de grille. Monteer
ook geen accessoires aan de
voorzijde van de auto (bullbars, enz.).
4.5 Gebruik van de ondersteunende systemen
197
4
Rijden
Page 201 of 510

WAARSCHUWING!(Vervolg)
• Vanwege wegwerkzaamheden be-
vinden zich asfaltreparatiemarke-
ringen, witte (gele) lijnen enz. op de
weg.
• Er zijn schaduwen op de weg die
parallel lopen aan de witte (gele)
lijnen of deze bedekken.
• Er wordt met de auto gereden in een
gebied zonder witte (gele) lijnen,
zoals voor een tolboom of
kaartautomaat of op een kruising.
•
De witte (gele) lijnen zijn onderbroken
of er zijn verhoogde rijstrookmar-
keringen of stenen aanwezig.
• De witte (gele) lijnen zijn niet of
moeilijk te zien door zand, enz.
•
Er wordt met de auto gereden op een
wegdek dat nat is door regen, plassen,
enz.
• De verkeerslijnen zijn geel (waardoor
ze mogelijk moeilijker te herkennen
zijn dan witte lijnen).
• De witte (gele) lijnen lopen over een
stoeprand, enz.
• Er wordt met de auto gereden op een
helder oppervlak, zoals beton.
• Als de rand van de weg niet duidelijk
of niet recht is.
• Er wordt met de auto gereden op een
oppervlak dat helder is als gevolg
van gereflecteerd licht, enz.
WAARSCHUWING!
• Er wordt met de auto gereden in een
gebied waar de helderheid plotse-
ling verandert, zoals bij in- en
uitgangen van tunnels.
WAARSCHUWING!(Vervolg)
• Licht van de koplampen van een
tegenligger, de zon, enz. dringt de
camera binnen.
• Er wordt gereden op een helling.
• Er wordt gereden op een weg die
naar links of rechts helt of op een
bochtige weg.
• Er wordt gereden op een onverharde
of ongelijkmatige weg.
• De rijstrook is zeer smal of breed.
• De auto helt sterk over door het
vervoeren van zware bagage of door
een onjuiste bandenspanning.
• De afstand tot de voorligger is
extreem kort.
• De auto beweegt vaak op en neer ten
gevolge van de wegomstandigheden
tijdens het rijden (slechte wegen of
naden in het wegdek).
• Wanneer u met uitgeschakelde
koplampen in een tunnel of in het
donker rijdt of wanneer een koplamp
gedimd wordt doordat het lampglas
vuil of niet goed uitgelijnd is.
• De auto heeft last van zijwind.
• De auto krijgt een windstoot door
een passerend voertuig op een
naastgelegen rijstrook.
• De auto is net van rijstrook gewisseld
of een kruising overgestoken.
• Er worden banden gebruikt met
verschillende structuren of profielen
of van verschillende fabrikanten of
merken.
• Als er een andere maat banden dan
voorgeschreven is gemonteerd
• Er zijn winterbanden, enz.
gemonteerd.
• Er wordt gereden met extreem hoge
snelheden
4.5 Gebruik van de ondersteunende systemen
199
4
Rijden
Page 324 of 510

WAARSCHUWING!(Vervolg)
Voorzorgsmaatregelen met
betrekking tot de achterbumper met
de Blind Spot Monitor (indien
aanwezig)
Als de lak van de achterbumper is
geschilferd of bekrast, kan een storing
optreden in het systeem. Neem, als dit
gebeurt, contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
OPMERKING
Aantasting van de lak en corrosie van
de carrosserie en onderdelen
(lichtmetalen velgen, enz.) voorkomen
• Was de auto zo spoedig mogelijk:
– Na het rijden in een kustgebied
– Na het rijden over gepekelde wegen
– Als er zich teer of boomsappen op
de lak bevinden
– Als er zich dode insecten, insecten-
of vogelpoep op de lak bevinden
– Na het rijden in gebieden waar
sprake is van veel rook, stof,
ijzerdeeltjes of chemische stoffen
– Als de auto erg vuil is geworden van
stof of modder
– Als er brandstof op de lak is gemorst
• Als de lak is geschilferd of bekrast, laat
deze dan direct herstellen.
• Verwijder vuil van de velgen en berg
ze op een droge plaats op om te
voorkomen dat de velgen tijdens de
opslag gaan corroderen.
Voorkomen van beschadiging van de
ruitenwisserarmen voor
Trek eerst de ruitenwisserarm aan de
bestuurderszijde omhoog en daarna die
aan de passagierszijde. Begin, als u de
ruitenwisserarmen weer in hun
oorspronkelijke stand terugzet, aan de
passagierszijde.
OPMERKING(Vervolg)
Schoonmaken van de verlichting aan
de buitenzijde
• Was deze met de nodige
voorzichtigheid. Gebruik geen
organische oplosmiddelen en borstel
ze ook niet af met een harde borstel.
Dit kan het oppervlak van de lampen
beschadigen.
• Breng geen was aan op de lenzen. Was
kan het lampglas beschadigen.
OPMERKING
Omgaan met de decoratieve
kunststofdelen (auto's met 17 inch
wielen)
• Neem de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht bij het
omgaan met velgen voorzien van
decoratieve kunststofdelen. Het niet
in acht nemen van deze
voorzorgsmaatregelen kan schade
aan de decoratieve kunststofdelen of
de velgen tot gevolg hebben.
– Verwijder de decoratieve
kunststofdelen niet. Neem, wanneer
de decoratieve kunststofdelen
moeten worden verwijderd, contact
op met een erkende Toyota-dealer
of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
– Houd de velg niet vast aan de
decoratieve kunststofdelen als u
hem optilt of draagt.
6.1 Onderhoud en verzorging
322
Page 364 of 510

Condensvorming aan de binnenzijde
van het lampglas
Het tijdelijk beslaan van de binnenzijde
van het koplampglas is normaal. Neem
in de volgende gevallen contact op met
een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige voor meer informatie:
• Als er erg veel condens aan de
binnenzijde van het koplampglas zit.
• Als de binnenzijde van de koplamp nat
is en blijft.
Bij het vervangen van lampen
→Blz. 358
WAARSCHUWING!
Lampen vervangen
• Schakel het hybridesysteem uit en
schakel de verlichting uit. Wacht na
het uitschakelen van de verlichting
tot de lampen zijn afgekoeld. De
lampen kunnen erg heet worden en
brandwonden veroorzaken.
• Raak het glas van de lamp niet aan
met blote handen. Als u het glas van
de lamp toch moet vastpakken,
gebruik daarvoor dan een schone
droge doek om te voorkomen dat er
vocht of olie op de lamp komt. Als de
lamp een kras heeft of is gevallen,
kan deze defect raken of breken.
• Zorg ervoor dat de lamp en de
borgclips goed vastzitten. Anders
kan de lamp door oververhitting
beschadigd raken, kan brand
ontstaan of kan water binnendringen
in de koplampunit. Hierdoor kunnen
de koplampen beschadigd raken en
kan condensvorming in de koplamp
optreden.
• Probeer lampen, stekkers, elektrische
circuits of andere onderdelen van de
verlichting niet te repareren of uit
elkaar te halen. Anders kunt u
dodelijk of ernstig letsel oplopen
door een elektrische schok.
WAARSCHUWING!(Vervolg)
Voorkomen van schade en brand
• Controleer of de lampen en borgclips
goed vastzitten.
• Controleer het vermogen van de
lamp voordat deze wordt geplaatst
om beschadiging door hitte te
voorkomen.
6.3 Zelf uit te voeren onderhoud
362