cruise control TOYOTA PRIUS 2023 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2023, Model line: PRIUS, Model: TOYOTA PRIUS 2023Pages: 510, PDF Size: 109.67 MB
Page 4 of 510

Ter informatie....................5
Over deze handleiding...............7
Zoekmethoden....................8
Overzicht.......................9
1.Veiligheid en beveiliging
1.1 Voor een veilig gebruik............22
1.1.1 Voordat u gaat rijden.........22
1.1.2 Veilig rijden..............23
1.1.3 Veiligheidsgordels..........24
1.1.4 Airbags.................27
1.1.5 Belangrijke voorzorgsmaatregelen in
verband met uitlaatgassen.....34
1.2 Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen . 35
1.2.1 Aan/uit-schakelaar airbag......35
1.2.2 Rijden met kinderen in de auto . . . 36
1.2.3 Baby- en kinderzitjes.........37
1.3 Noodoproep..................49
1.3.1 ERA-GLONASS/EVAK
*1, 2, 3.....49
1.4 Hybridesysteem................52
1.4.1 Kenmerken hybridesysteem....52
1.4.2 Voorzorgsmaatregelen
hybridesysteem............55
1.5 Antidiefstalsysteem.............59
1.5.1Startblokkering ............59
1.5.2 Supervergrendeling
*.........60
1.5.3 Alarm*.................60
2. Instrumentenpaneel
2.1 Instrumentenpaneel.............66
2.1.1 Instrumentenpaneel.........66
2.1.2 Waarschuwingslampjes en
controlelampjes............72
2.1.3 Hoofdscherm.............79
2.1.4 Multi-informatiedisplay.......84
2.1.5 Head-up display
*..........105
2.1.6 Energiemonitor/
verbruiksscherm..........109
3. Bediening van elk onderdeel
3.1 Gebruik van de sleutel...........114
3.1.1Sleutels ................114
3.2 Openen, sluiten en vergrendelen van
deportieren .................117
3.2.1Portieren ...............117
3.2.2 Achterklep..............1203.2.3 Smart entry-systeem met
startknop...............124
3.3Verstellenvandestoelen .........129
3.3.1Voorstoelen .............129
3.3.2 Achterstoelen............129
3.3.3 Hoofdsteunen............131
3.4 Verstellen van het stuurwiel en de
buitenspiegels................133
3.4.1 Stuurwiel...............133
3.4.2 Binnenspiegel............134
3.4.3 Buitenspiegels............135
3.5 Openen en sluiten van de ruiten en het
schuifdak...................136
3.5.1 Elektrisch bedienbare ruiten . . . 136
3.5.2 Schuifdak
*..............139
4. Rijden
4.1 Voordat u gaat rijden............144
4.1.1Rijdenmetdeauto .........144
4.1.2 Lading en bagage..........150
4.1.3 Rijden met een aanhangwagen
(2WD-uitvoeringen)........151
4.1.4 Rijden met een aanhangwagen
(AWD-uitvoeringen)........157
4.2 Rijprocedures................157
4.2.1 Startknop...............157
4.2.2 EV-modus..............161
4.2.3 Hybridetransmissie.........162
4.2.4 Richtingaanwijzerschakelaar . . . 166
4.2.5Parkeerrem ..............167
4.3 Bedienen van verlichting en
ruitenwissers................167
4.3.1 Lichtschakelaar...........167
4.3.2 AHB (Automatic High Beam)
*...170
4.3.3 Schakelaar mistlampen......172
4.3.4 Ruitenwissers en -sproeiers....173
4.3.5 Achterruitenwisser en -sproeier . 176
4.4Tanken ....................176
4.4.1 Openen van de tankdop......176
4.5 Gebruik van de ondersteunende
systemen...................178
4.5.1 Toyota Safety Sense
*........178
4.5.2 PCS
(Pre-Crash Safety-systeem)
*...189
4.5.3 LTA (Lane Tracing Assist)*.....196
4.5.4 RSA (Road Sign Assist)*......206
4.5.5 Dynamic Radar Cruise Control met
volledig snelheidsbereik
*.....210
4.5.6 Cruise control*............220
4.5.7 Rijmodusselectieschakelaar....223
2
Page 7 of 510

Ter informatie
Handleiding
Deze handleiding is bestemd voor alle
uitvoeringen van dit type auto; alle
mogelijke opties zijn in deze handleiding
opgenomen. Er zullen dan ook
ongetwijfeld onderwerpen worden
beschreven die niet op uw auto van
toepassing zijn.
Alle specificaties in deze handleiding
waren actueel ten tijde van de druk.
Toyota streeft er doorlopend naar haar
producten te perfectioneren en wij
behouden ons dan ook het recht voor
tussentijdse wijzigingen in specificatie en
uitvoering door te voeren zonder
voorafgaande kennisgeving.
Afhankelijk van de specificaties kan de in
de afbeeldingen getoonde auto afwijken
van uw auto voor wat betreft kleur en
uitrusting.
Euraziatische Economische Unie: de
informatie in het Engels over de
procedure voor het veilige gebruik van de
auto en zijn systemen, zoals deze
voorkomt op de labels van de fabrikant op
de carrosserie, is uitsluitend bedoeld voor
onderhoudsmonteurs.
Accessoires, onderdelen en
veranderingen aan uw Toyota
Er is een grote hoeveelheid originele en
niet-originele onderdelen en accessoires
voor uw Toyota te verkrijgen. Als een
origineel onderdeel of accessoire uit uw
Toyota moet worden vervangen, raadt
Toyota u aan om originele Toyota-
onderdelen en -accessoires te gebruiken.
U kunt ook andere onderdelen of
accessoires van gelijkwaardige kwaliteit
gebruiken.
Toyota kan geen garantie geven of
betrouwbaarheid garanderen voor
onderdelen en accessoires die geen
origineel Toyota-product zijn en ook niet
voor het vervangen door of monteren van
dergelijke onderdelen. Bovendien is hetmogelijk dat schade aan of slechte
prestaties van niet-originele
Toyota-onderdelen of -accessoires niet
onder de garantie vallen.
Het op dergelijke wijze aanpassen is van
invloed op de geavanceerde
veiligheidsvoorzieningen, zoals Toyota
Safety Sense. Het gevaar bestaat dat
deze systemen niet goed zullen werken of
juist in werking zullen treden wanneer dit
niet de bedoeling is.
Inbouw van een zend-/
ontvanginstallatie
De inbouw van een zend-/
ontvanginstallatie in uw auto kan
elektronische systemen beïnvloeden,
zoals:
• Hybridesysteem
• (Sequentieel) multipoint
brandstofinspuitsysteem
• Toyota Safety Sense
• Cruise control-systeem
• Antiblokkeersysteem
• SRS-airbagsysteem
• Gordelspanner
Neem voor voorzorgsmaatregelen of
speciale voorschriften met betrekking
tot de inbouw van een zend-/
ontvanginstallatie contact op met een
erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
Nadere informatie met betrekking tot
frequenties, vermogens,
antenneposities en
montagevoorwaarden voor
zend-/ontvanginstallaties is op verzoek
beschikbaar bij een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
5
Page 15 of 510

1Toets TRIP blz. 67
2Afstandsbediening audiosysteem*2
3Bedieningstoetsen
instrumentenpaneel blz. 66
4Afstandsschakelaar*1blz. 210
5Toets LTA (Lane Tracing
Assist)*1blz. 196
6Cruise control-schakelaar
Cruise control*1blz. 220
Dynamic Radar Cruise Control met
volledig snelheidsbereik
*1blz. 210
7Schakelaar
snelheidsbegrenzer*1blz. 224
8Spraaktoets*2
9Telefoontoetsen*2
*1: Indien aanwezig
*2: Raadpleeg de handleiding voor het navigatie- en multimediasysteem.
Overzicht
13
Overzicht
Page 20 of 510

1Toets TRIP blz. 67
2Afstandsbediening audiosysteem*2
3Bedieningstoetsen
instrumentenpaneel blz. 66
4Afstandsschakelaar*1blz. 210
5Toets LTA (Lane Tracing
Assist)*1blz. 196
6Cruise control-schakelaar
Cruise control*1blz. 220
Dynamic Radar Cruise Control met
volledig snelheidsbereik
*1blz. 210
7Schakelaar
snelheidsbegrenzer*1blz. 224
8Spraaktoets*2
9Telefoontoetsen*2
*1: Indien aanwezig
*2: Raadpleeg de handleiding voor het navigatie- en multimediasysteem.
Overzicht
18
Page 70 of 510

1. Druk opofvan de
bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel op het scherm
en selecteer.
2. Druk op
om de cursor weer te
geven.
3. Druk op
ofvan de
bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel om de
helderheid van de verlichting van het
instrumentenpaneel aan te passen.
1Donkerder
2Helderder
Druk als het aanpassen is voltooid opom terug te keren naar het vorige
scherm.
Informatie automatisch weergegeven
Bepaalde informatie wordt automatisch
weergegeven overeenkomstig de
bediening van de startknop, de
voertuigconditie, enz.
Starten van het hybridesysteem
Als het hybridesysteem start, wordt op de
2 schermen een startanimatie
weergegeven.Als de animatie is afgelopen, wordt
overgeschakeld naar het normale scherm.
De startanimatie wordt onder een van de
volgende omstandigheden gestopt.
• Als een andere schakelstand dan P
wordt geselecteerd
• Als het Simple Intelligent Parking
Assist-systeem (indien aanwezig)
wordt ingeschakeld
Na het tanken (indien aanwezig)
Als na het tanken het contact AAN wordt
gezet, wordt het instelscherm voor de
benzineprijs* weergegeven op het
multi-informatiedisplay.
Stel na het tanken de benzineprijs altijd
zo in, dat de functie “Eco Savings”
(eco-besparing) (→blz. 93) op de juiste
wijze werkt.
Instellingen met betrekking tot de
functie “Eco Savings” (eco-besparing)
kunnen worden gewijzigd in de “Meter
Customize”-instellingen (persoonlijke
voorkeursinstellingen
instrumentenpaneel). (→Blz. 102)
*: Als er een te kleine hoeveelheid
brandstof getankt is, wordt dit scherm
mogelijk niet weergegeven. (→Blz. 83)
Als de ondersteunende systemen in
werking zijn
Bij het gebruik van ondersteunende
systemen, zoals het Dynamic Radar
Cruise Control-systeem met volledig
snelheidsbereik
*(→blz. 210) en de LTA
(Lane Tracing Assist)*(→blz. 196),
wordt informatie met betrekking tot elk
2.1 Instrumentenpaneel
68
Page 77 of 510

Controlelampjes Bladzijde
Controlelampje mistlampen voor Blz. 172
Controlelampje mistachterlicht Blz. 172
Controlelampje antidiefstalsysteem Blz. 59,
blz. 60
Controlelampje READY Blz. 158
Schakelstandindicatoren Blz. 162
*1, 2Controlelampje Traction Control Blz. 287
*1, 3Controlelampje VSC OFF Blz. 287
Controlelampje cruise control Blz. 216,
blz. 220
Controlelampje Dynamic Radar Cruise Control
(indien aanwezig)Blz. 210
Controlelampje cruise control SET Blz. 210,
blz. 220
*1, 3Waarschuwingslampje PCS (indien aanwezig) Blz. 191
*4Controlelampje LTA (indien aanwezig) Blz. 202
Controlelampje stuurregeling (indien aanwezig) Blz. 202
2.1 Instrumentenpaneel
75
2
Instrumentenpaneel
Page 87 of 510

Menu-iconenInhoud Bladzijde
Aan audiosysteem gekoppelde weergave
De instellingen van het audiosysteem kunnen worden gewijzigd.Blz. 97
Instelscherm airconditioning
De instellingen van de airconditioning kunnen worden gewijzigd.Blz. 97
Informatie ondersteunende systemen
De informatie met betrekking tot ondersteunende systemen,
zoals de LTA (Lane Tracing Assist)
*1en het Dynamic Radar Cruise
Control-systeem met volledig snelheidsbereik*1, wordt weerge-
geven.Blz. 99
Weergave waarschuwingsmelding*2
De waarschuwingsmeldingen worden weergegeven.Blz. 100
Weergave instellingen
De instellingen van voertuigfuncties, de weergave op het instru-
mentenpaneel, enz. kunnen worden gewijzigd.Blz. 100
*1: Indien aanwezig
*2: Als er een waarschuwingsmelding is die kan worden weergegeven, verandertde
kleur van in oranje.
Basishandelingen
1. Druk op
ofvan de
bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel en selecteer het
icoon van het gewenste item.
Het geselecteerde icoon licht op en er
wordt overgeschakeld op het
informatiescherm.
Als split screen is geselecteerd voor
het hoofdscherm of de RSA (Road
Sign Assist)
*en de
snelheidsbegrenzer*zijn
uitgeschakeld, kan het subscherm van
het hoofdscherm ook worden
geselecteerd. (→Blz. 82)
*: Indien aanwezig
2. Druk op
ofvan de
bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel om de informatie
op het display te wijzigen.3. Druk op
op schermen waar een
item geselecteerd of bevestigd moet
worden.
Druk op schermen met weergaven van
tabs op
om de weergave van de tab
te selecteren en druk opofvan
de bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel om de weergave
op het scherm te wijzigen.
4. Druk op
om terug te keren naar het
vorige scherm.
2.1 Instrumentenpaneel
85
2
Instrumentenpaneel
Page 91 of 510

Eco Score
De rijstatus voor de volgende 3 situaties
wordt geëvalueerd op 5 niveaus: soepel
accelereren bij wegrijden (Eco-Start),
rijden zonder plotseling accelereren
(Eco-Cruise) en soepel stoppen
(Eco-Stop). Elke keer dat de auto tot
stilstand wordt gebracht, wordt een score
weergegeven op basis van een perfecte
score van 100 punten.
1Score
2Status “Eco-Start”
3Status “Eco-Cruise”
4Status “Eco-Stop”
Lezen van het staafdisplay:
Score Laag*Hoog
Voortgangsbalk
*: Voor items die niet onlangs zijn geëvalueerd, wordt 0 weergegeven.
• Telkens als de auto wegrijdt, wordt de
Eco Score gereset en wordt een
nieuwe evaluatie gestart.
• Als de selectiehendel in stand P staat,
wordt alleen de displayzone voor de
Eco Score vergroot en weergegeven.
Wanneer de selectiehendel vanuit P in
een andere stand wordt gezet, keert
het display terug naar de normale
weergave.
• Als het hybridesysteem stopt, worden
de huidige totaalscore en een advies
voor het verhogen van de score
weergegeven. (→Blz. 69)
Als de werking van alle functies stopt
• In de volgende situaties stopt de
werking van de
hybridesysteemindicator.
– Het controlelampje READY brandt
niet.
– Er is een andere schakelstand dan D
of B geselecteerd.• In de volgende situaties stopt de
werking van de Eco Score en de “ECO
Accelerator Guidance” (begeleiding
milieubewust bedienen gaspedaal).
– De hybridesysteemindicator werkt
niet.
– De cruise control (indien aanwezig)
of Dynamic Radar Cruise Control
met volledig snelheidsbereik (indien
aanwezig) wordt gebruikt.
– Het snelheidsbegrenzersysteem
(indien aanwezig) wordt gebruikt en
de rijsnelheid is ongeveer gelijk aan
de snelheidsgrens of hoger.
Over de Eco Score
• Na het wegrijden wordt de Eco Score
pas weergegeven als de rijsnelheid
hoger wordt dan ongeveer 30 km/h.
• Naast de rijstatus van de auto
evalueert de Eco Score tevens de
gebruiksomstandigheden van de
airconditioning (→blz. 98). De score
die wordt weergegeven als het
2.1 Instrumentenpaneel
89
2
Instrumentenpaneel
Page 101 of 510

*3: Voor items die niet zijn geëvalueerd
met een Eco Score (score airco), wordt
0 weergegeven.
Bedieningstoetsen van het
bedieningspaneel van de
airconditioning
•
Als de toetsen van de airconditioning
worden bediend om de instellingen van
de airconditioning te wijzigen terwijl
een ander scherm dan het instelscherm
van de airconditioning wordt weerge-
geven op het multi-informatiedisplay,
wordt een pop-updisplay voor de
instellingen van de airconditioning
weergegeven. De instellingen van de
airconditioning kunnen echter niet
worden gewijzigd op het pop-updisplay.
•Het pop-updisplay dat wordt weerge-
geven als de instellingen van de air-
conditioning worden gewijzigd met de
toetsen van de airconditioning, kan
worden uitgeschakeld in de “Meter
Customize”-instellingen (persoonlijke
voorkeursinstellingen
instrumentenpaneel). (→
Blz. 102)
Eco Score (score airco)
• De status van de instellingen van de
volgende functies van de
airconditioning komt tot uitdrukking
in de score.
– Ingestelde temperatuur
– Instellen van de aanjagersnelheid
– Buitenluchtmodus en
recirculatiemodus
– Toets A/C
– Geconcentreerdeluchtcirculatiemodus voorstoel
(S-FLOW-modus)
– CLIMATE PREFERENCE
(klimaatvoorkeur)
•
De Eco Score (score airco) wordt
geëvalueerd met inachtneming van de
omgevingstemperatuur en de
temperatuur in de auto. Daarom
verandert, zelfs als altijd dezelfde
instellingen worden gebruikt voor de
airconditioning, de evaluatie op basis
van factoren als het seizoen en het
weer.
• De Eco Score (score airco) wordt niet
geëvalueerd als de airconditioning
niet wordt gebruikt of als de
luchtcirculatiemodus
ofis
geselecteerd. (Als de airconditioning
niet wordt geëvalueerd, komt zijn
gebruiksstatus niet tot uitdrukking in
de totale Eco Score.)
• De Eco Score (score airco) is een
functie die u helpt een instelling van
de airconditioning te selecteren die
het brandstofverbruik reduceert en
geen functie die zorgt voor een
optimaal comfort en een laag
brandstofverbruik.
Informatie ondersteunende
systemen
De bedrijfsstatus van ondersteunende
systemen, zoals de LTA (Lane Tracing
Assist) (indien aanwezig) en het Dynamic
Radar Cruise Control-systeem met
volledig snelheidsbereik (indien
aanwezig), en waarschuwingen worden
weergegeven.
2.1 Instrumentenpaneel
99
2
Instrumentenpaneel
Page 104 of 510

Onderwerp Instellingen Resultaat van instelling
*1
“On” (aan)Schakelt het Dynamic Radar Cruise Control-
systeem met Road Sign Assist in en uit.
(→Blz. 217) “Off” (uit)
*1
“km/h”
Wijzigt de eenheid voor de snelheid die wordt
weergegeven op het scherm.
“MPH”
*2
“Meter brightness” (hel-
derheid instrumenten-
paneel)Wijzigt de helderheid van de verlichting van het
instrumentenpaneel. (→Blz. 67)
“Meter Customize”-instellingen (persoonlijke voorkeursinstellingen instru-
mentenpaneel):→blz. 101
“Vehicle Settings”-instellingen (voertuiginstellingen):→blz. 427
*1: Indien aanwezig
*2: Alleen auto's met rechtse besturing
“Meter Customize”-instellingen (persoonlijke voorkeursinstellingen
instrumentenpaneel) (
)
Onderwerp Instellingen Resultaat van instelling
“Simple/Split Screen”
(enkelvoudig scherm/
split screen)
*1
Simple (enkelvoudig)Wijzigt de weergavemodus
van het hoofdscherm.
(→Blz. 82) Split
“Screen OFF” (scherm
UIT)
*2“Yes” ( ja)
Uitschakelen van het multi-
informatiedisplay.
“No” (nee)
“HV System Indica-
tor” (controlelampje
hybridesysteem)
(→blz. 87)“ECO Accelerator
Guidance” (begeleiding
milieubewust bedienen
gaspedaal)“On” (aan)Schakelt de “ECO Accelera-
tor Guidance” (begeleiding
milieubewust bedienen gas-
pedaal) in en uit. “Off” (uit)
“EV Indicator Light On/
Off” (EV-controlelampje
aan/uit)“On” (aan)
Schakelt het EV-
controlelampje in en uit.
“Off” (uit)
“Pop-up Display On/
Off” (pop-updisplay
aan/uit)“Instrument Panel
Light” (verlichting in-
strumentenpaneel)
*3
“On” (aan)
Schakelt het pop-updisplay
van het geselecteerde item
op het multi-
informatiedisplay in en uit. “Off” (uit)
“Gasoline Price” (benzi-
neprijs)
*1“On” (aan)
“Off” (uit)
“Climate settings” (in-
stellingen klimaatrege-
ling)“On” (aan)
“Off” (uit)
“Cruise Control Opera-
tion Display” (weergave
werking cruise control)“On” (aan)
“Off” (uit)
“HUD Settings” (instel-
lingen HUD)
*1“On” (aan)
“Off” (uit)
“Driving Mode Select”
(rijmodusselectie)“On” (aan)
“Off” (uit)
2.1 Instrumentenpaneel
102