traction control TOYOTA PRIUS 2023 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2023, Model line: PRIUS, Model: TOYOTA PRIUS 2023Pages: 510, PDF Size: 109.67 MB
Page 61 of 510
OPMERKING(Vervolg)
• Vervoer geen grote hoeveelheden
water, zoals een gevuld reservoir voor
een waterdispenser, in de auto. Als er
water op het batterijpakket
(tractiebatterij) komt, kan het
batterijpakket beschadigd raken. Laat
de auto nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
• Op de ventilatieopening is een filter
geplaatst. Als het filter zelfs na het
schoonmaken van de
ventilatieopening nog zichtbaar vuil
is, raden wij u aan het filter te reinigen
of vervangen. Voor meer informatie
over het schoonmaken of vervangen
van het filter, zie blz. 348.
• Als “Maintenance Required for
Traction Battery Cooling Parts See
Owner's Manual” (onderhoud vereist
voor koelonderdelen tractiebatterij,
zie handleiding) wordt weergegeven
op het multi-informatiedisplay, zitten
de ventilatieopening en het filter
mogelijk verstopt. Raadpleeg blz. 348
voor informatie over het
schoonmaken van de
ventilatieopening.
1.5 Antidiefstalsysteem
1.5.1 Startblokkering
De sleutels van de auto zijn uitgerust
met ingebouwde transponderchips die
voorkomen dat het hybridesysteem
gestart kan worden met een sleutel die
niet in een eerder stadium is
geregistreerd in de computer van de
auto. Laat de sleutels nooit in de auto
achter als u de auto verlaat.
Dit systeem is ontworpen om autodiefstal
te voorkomen, maar absolute beveiliging
tegen elke vorm van diefstal kan niet
worden gegarandeerd.Het controlelampje knippert nadat het
contact UIT is gezet om aan te geven dat
het systeem in werking is.
Het controlelampje stopt met knipperen
als het contact in stand ACC of AAN wordt
gezet om aan te geven dat het systeem is
uitgeschakeld.
Onderhoud van het systeem
De auto is voorzien van een
onderhoudsvrije startblokkering.
Omstandigheden waardoor het
systeem mogelijk niet goed werkt
• Als de greep van de sleutel tegen een
metalen voorwerp wordt gehouden
• Als de sleutel dicht bij of tegen een
sleutel met ingebouwde
transponderchip van een andere auto
wordt gehouden
OPMERKING
Ervoor zorgen dat het systeem goed
werkt
Verander of verwijder het systeem niet.
Na veranderen of verwijderen kan de
juiste werking van het systeem niet
worden gegarandeerd.
1 .4 Hybridesysteem
59
1
Veiligheid en beveiliging
Page 75 of 510
Waarschuwingslampjes Bladzijde
*1LaadstroomcontrolelampjeBlz. 370
*1Waarschuwingslampje lage oliedrukBlz. 370
*1MotorcontrolelampjeBlz. 371
*1Waarschuwingslampje SRSBlz. 371
*1Waarschuwingslampje ABSBlz. 371
*1Waarschuwingslampje elektrische stuurbe-
krachtiging (rood/geel)Blz. 371
*1, 2Waarschuwingslampje PCS (indien aanwezig)Blz. 371
Controlelampje LTA (oranje) (indien aanwezig)Blz. 371
*1Controlelampje Traction ControlBlz. 372
*1Waarschuwingslampje hoge koelvloeistoftem-
peratuurBlz. 372
*1, 3Controlelampje PKSB OFF (indien aanwezig)Blz. 372
Waarschuwingslampje open portier/achterklepBlz. 372
2.1 Instrumentenpaneel
73
2
Instrumentenpaneel
Page 77 of 510
Controlelampjes Bladzijde
Controlelampje mistlampen voor Blz. 172
Controlelampje mistachterlicht Blz. 172
Controlelampje antidiefstalsysteem Blz. 59,
blz. 60
Controlelampje READY Blz. 158
Schakelstandindicatoren Blz. 162
*1, 2Controlelampje Traction Control Blz. 287
*1, 3Controlelampje VSC OFF Blz. 287
Controlelampje cruise control Blz. 216,
blz. 220
Controlelampje Dynamic Radar Cruise Control
(indien aanwezig)Blz. 210
Controlelampje cruise control SET Blz. 210,
blz. 220
*1, 3Waarschuwingslampje PCS (indien aanwezig) Blz. 191
*4Controlelampje LTA (indien aanwezig) Blz. 202
Controlelampje stuurregeling (indien aanwezig) Blz. 202
2.1 Instrumentenpaneel
75
2
Instrumentenpaneel
Page 288 of 510
Toyota-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
OPMERKING
Voorkomen dat het
benzineroetfiltersysteem niet goed
werkt
• Gebruik geen andere brandstof dan
het voorgeschreven type brandstof
• Breng geen wijzigingen aan de
uitlaatpijp aan
4.5.14 Ondersteunende
systemen
Om de veiligheid en de prestaties
tijdens het rijden te verbeteren is uw
auto uitgerust met de volgende
systemen die automatisch in werking
treden als de omstandigheden daar om
vragen. Houd er echter rekening mee
dat dit aanvullende systemen zijn en
vertrouw niet in al te sterke mate op
deze systemen als u de auto bedient.
ECB (elektronisch geregeld
remsysteem)
Het elektronisch geregelde remsysteem
genereert remkracht overeenkomstig de
bediening van de remmen.
ABS (antiblokkeersysteem)
Helpt het blokkeren van de wielen te
voorkomen bij plotseling remmen of
remmen op een glad wegdek
Brake Assist
Zorgt voor een grotere remkracht nadat
het rempedaal is ingetrapt als het
systeem oordeelt dat er sprake is van een
noodstop
VSC (Vehicle Stability Control)
Helpt de bestuurder de auto onder
controle te houden bij uitwijkmanoeuvres
en het nemen van bochten op een glad
wegdek.VSC+ (Vehicle Stability Control+)
Coördineert de werking van ABS-, TRC-,
VSC- en EPS-systemen. Zorgt ervoor dat
de voertuigstabiliteit behouden blijft bij
uitwijkmanoeuvres op een glad wegdek
door de stuurcommando's aan te passen.
TRC (Traction Control)
Zorgt ervoor dat de aandrijfkracht
behouden blijft en voorkomt dat de
aandrijvende wielen gaan doorslippen bij
het wegrijden met de auto of bij het
accelereren op gladde wegen
Active Cornering Assist (ACA)
Helpt te voorkomen dat de auto naar de
buitenkant van de bocht uitwijkt door
remregeling uit te oefenen op de wielen
aan de binnenzijde wanneer tijdens het
rijden in een bocht wordt geprobeerd te
accelereren
Hill Start Assist Control
Helpt te voorkomen dat de auto achteruit
rolt bij helling op wegrijden
EPS (elektrische stuurbekrachtiging)
Maakt gebruik van een elektromotor om de
benodigde kracht voor het ronddraaien van
het stuurwiel te verminderen
Noodstopsignaal
Als het rempedaal plotseling wordt
ingetrapt, gaan de alarmknipperlichten
automatisch knipperen om het
achteropkomende verkeer te waarschuwen.
E-Four (elektronisch on-demand
AWD-systeem) (AWD-uitvoeringen)
Schakelt afhankelijk van de
rijomstandigheden automatisch van
voorwielaandrijving naar permanente
vierwielaandrijving (AWD), wat bijdraagt
aan betrouwbaar rijgedrag en stabiliteit.
Voorbeelden van omstandigheden
waaronder het systeem overschakelt op
AWD zijn het nemen van bochten,
heuvelopwaarts rijden, wegrijden of
accelereren en als het wegoppervlak glad
is ten gevolge van sneeuw, regen, enz.
4.5 Gebruik van de ondersteunende systemen
286
Page 289 of 510
Als het TRC/VSC/ABS-systeem in
werking is
Het controlelampje Traction Control
knippert wanneer het TRC/VSC/ABS-
systeem in werking is.
Uitschakelen van het TRC-systeem
Als u met uw auto vast komt te zitten in
modder of sneeuw, kan het TRC-systeem
het aandrijfvermogen van het
hybridesysteem naar de wielen beperken.
Alsuop
drukt om het systeem uit te
schakelen, kunt u de auto waarschijnlijk
gemakkelijker los krijgen door te
‘schommelen’.
Schakel de TRC uit door
snel in te
drukken en weer los te laten.
“Traction Control Turned Off” (Traction
Control uitgeschakeld) wordt op het
multi-informatiedisplay weergegeven.
Druk nogmaals op
om het systeem
weer in te schakelen.Zowel TRC als VSC uitschakelen
Houd
meer dan 3 seconden
ingedrukt terwijl de auto stilstaat om de
TRC en VSC uit te schakelen.
Het controlelampje VSC OFF gaat
branden en “Traction Control Turned Off”
(Traction Control uitgeschakeld) wordt op
het multi-informatiedisplay
weergegeven.
*
Druk nogmaals opom de systemen
weer in te schakelen.
*: Bij auto's met het Pre-Crash
Safety-systeem worden ook de Pre-Crash
Brake Assist en het Pre-Crash
Brake-systeem uitgeschakeld. Het
waarschuwingslampje PCS gaat branden
en de melding wordt op het
multi-informatiedisplay weergegeven.
(→371)
Wanneer de melding dat de TRC is
uitgeschakeld wordt weergegeven op
het multi-informatiedisplay, zelfs al is
niet ingedrukt
TRC is tijdelijk uitgeschakeld. Als de
melding niet verdwijnt neem dan contact
op met een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
Voorwaarden voor werking Hill Start
Assist Control
Als aan de volgende vier voorwaarden
wordt voldaan, werkt de Hill Start Assist
Control:
• Er is een andere schakelstand dan P of
N geselecteerd (bij het vooruit/
achteruit bergop wegrijden)
• De auto staat stil
• Het gaspedaal wordt niet ingetrapt
• De parkeerrem is niet geactiveerd
Automatisch uitschakelen van Hill
Start Assist Control
De Hill Start Assist Control wordt in de
volgende situaties uitgeschakeld:
4.5 Gebruik van de ondersteunende systemen
287
4
Rijden
Page 292 of 510
WAARSCHUWING!(Vervolg)
• Als wordt gereden met
sneeuwkettingen
• Als wordt gereden op slechte wegen
• Als wordt gereden over wegen met
diepe gaten of andere grote
oneffenheden
De TRC/VSC werkt mogelijk niet
effectief als
Het insturen van de juiste richting en
het overbrengen van de aandrijfkracht
kunnen op een gladde weg niet onder
alle omstandigheden gerealiseerd
worden, zelfs niet als het
TRC/VSC-systeem in werking is. Rijd
voorzichtig met de auto onder
omstandigheden waarbij de stabiliteit
en de aandrijfkracht verloren kunnen
gaan.
De Active Cornering Assist werkt niet
effectief als
• Vertrouw niet alleen op de Active
Cornering Assist. De Active
Cornering Assist werkt mogelijk niet
effectief bij het accelereren op een
helling of bij het rijden op een glad
wegdek.
• Wanneer de Active Cornering Assist
vaak in werking is getreden, wordt de
werking ervan mogelijk tijdelijk
gestopt om een goede werking van
de remmen, TRC en VSC te
garanderen.
De Hill Start Assist Control werkt niet
effectief wanneer
• Vertrouw niet uitsluitend op de Hill
Start Assist Control. De Hill Start
Assist Control werkt mogelijk niet
effectief op steile hellingen en op
met ijs bedekte wegen.
• In tegenstelling tot de parkeerrem is
de Hill Start Assist Control niet
bedoeld om de auto gedurende
langere tijd op zijn plaats te houden.
Gebruik de Hill Start Assist Control
niet om de auto op een helling op zijn
plaats te houden omdat dat kan
leiden tot een ongeval.
WAARSCHUWING!(Vervolg)
Als TRC/ABS/VSC is geactiveerd
Het controlelampje Traction Control
knippert. Rijd altijd voorzichtig.
Roekeloos rijgedrag kan leiden tot
ongevallen. Wees bijzonder voorzichtig
als het controlelampje knippert.
WAARSCHUWING!
Als TRC/VSC is uitgeschakeld
Wees zeer voorzichtig en pas uw
snelheid aan de conditie van het
wegdek aan. Schakel de TRC en de VSC
alleen in geval van nood uit, aangezien
deze systemen zorgdragen voor de
voertuigstabiliteit en het
aandrijfvermogen.
Vervangen van banden
Controleer of alle banden dezelfde
maat hebben, van hetzelfde merk zijn
en hetzelfde profiel en draagvermogen
hebben. Controleer verder of alle
banden de aanbevolen spanning
hebben.
Het ABS-, TRC- en VSC-systeem
werken niet goed als er verschillende
banden onder de auto gemonteerd zijn.
Neem contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige voor meer informatie over
het vervangen van de wielen of
banden.
Omgaan met banden en
wielophanging
Problemen met de banden of
wijzigingen aan de wielophanging
hebben een negatief effect op de
ondersteunende systemen en kunnen
een storing veroorzaken.
4.5 Gebruik van de ondersteunende systemen
290
Page 350 of 510
OPMERKING(Vervolg)
Voorkomen van schade aan de
afdekkap van het filter
Oefen bij het bewegen van de afdekkap
van het filter in de richting van de pijl om
de bevestiging los te nemen, geen over-
matige kracht uit op de klauwen. Anders
kunnen de klauwen beschadigd raken.
6.3.9 Schoonmaken van de
ventilatieopening en het filter
van het batterijpakket
(tractiebatterij)
Controleer, om een hoger
brandstofverbruik te voorkomen, de
ventilatieopening van het batterijpakket
(tractiebatterij) periodiek op
verontreinigingen. Als deze verontreinigd
is of als “Maintenance Required for
Traction Battery Cooling Parts See
Owner's Manual” (onderhoud vereist voor
koelonderdelen tractiebatterij, zie
handleiding) wordt weergegeven op het
multi-informatiedisplay, moet de
ventilatieopening gereinigd worden
volgens onderstaande procedure:
Schoonmaken van de ventilatieopeningVerwijder het stof van de
ventilatieopening met een stofzuiger of
iets dergelijks.
Zorg ervoor dat u alleen een vacuüm
gebruikt om stof en verontreinigingen op
te zuigen. Als er perslucht wordt gebruikt
om verontreinigingen te verwijderen,
kunnen de verontreinigingen in de
ventilatieopening geblazen worden.
(→351)
Als stof en verontreinigingen niet
volledig kunnen worden verwijderd
Als de verontreinigingen niet volledig
kunnen worden verwijderd met de
afdekkap van de ventilatieopening in
gemonteerde toestand moet de afdekkap
worden verwijderd en moet het filter
worden gereinigd.
1. Zet het contact UIT.
2. Gebruik een kruiskopschroeven-
draaier om de clip te verwijderen.
3. Verwijder de kap van de
ventilatieopening.
1Trek aan de kap zoals aangegeven
in de afbeelding om de
6.3 Zelf uit te voeren onderhoud
348
Page 352 of 510
8. Plaats de clip.
Wanneer is vaker periodiek onderhoud
nodig?
Afhankelijk van de
gebruiksomstandigheden van de auto,
zoals veelvuldig gebruik of bij het rijden in
druk verkeer of in stoffige gebieden, moet
de ventilatieopening mogelijk vaker
worden schoongemaakt. Zie voor details
het onderhoudsboekje of het
garantieboekje.
Schoonmaken van de ventilatieopening
• Stof in de ventilatieopening kan de
koeling van het batterijpakket
(tractiebatterij) beïnvloeden. Als het
laden/ontladen van het batterijpakket
(tractiebatterij) beperkt wordt, kan de
afstand waarover gereden kan worden
op de elektromotor (tractiemotor)
kleiner worden en kan het
brandstofverbruik toenemen.
Controleer en reinig de
ventilatieopening regelmatig.
• Onjuist omgaan met de kap en het
filter van de ventilatieopening kan
schade eraan tot gevolg hebben.
Indien u twijfels hebt over het
schoonmaken van het filter, neem dan
contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.Als “Maintenance Required for
Traction Battery Cooling Parts See
Owner's Manual” (onderhoud vereist
voor koelonderdelen tractiebatterij,
zie handleiding) wordt weergegeven
op het multi-informatiedisplay
• Verwijder de afdekkap van de
ventilatieopening en reinig het filter
als deze waarschuwingsmelding
wordt weergegeven op het
multi-informatiedisplay. (→Blz. 348)
• Start na het reinigen van de
ventilatieopening het hybridesysteem
en controleer of de
waarschuwingsmelding niet langer
weergegeven wordt. Het kan tot
20 minuten na het starten van het
hybridesysteem duren voordat de
waarschuwingsmelding uitgaat. Laat
de auto nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige wanneer de
waarschuwingsmelding niet
verdwijnt.
WAARSCHUWING!
Bij het schoonmaken van de
ventilatieopening
• Maak de ventilatieopening niet
schoon met water of andere
vloeistoffen. Als er water op het
batterijpakket (tractiebatterij) of
andere componenten terechtkomt,
kan dit leiden tot een storing of
brand.
• Zet het contact UIT om het
hybridesysteem uit te schakelen
alvorens de ventilatieopening
schoon te maken.
Bij het verwijderen van de afdekkap
van de ventilatieopening
Raak de servicestekker die zich in de
buurt van de ventilatieopening bevindt
niet aan. (→Blz. 57)
6.3 Zelf uit te voeren onderhoud
350
Page 374 of 510
Waarschuwingslampje Waarschuwingslampje/details/handelingen
Controlelampje Traction Control
Geeft aan dat er een storing is in:
■Het VSC-systeem;
■De TRC; of
■De Hill Start Assist Control
Laat de auto onmiddellijk nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Het lampje gaat knipperen wanneer het ABS, VSC- of TRC-systeem
in werking is.
Waarschuwingslampje hoge koelvloeistoftemperatuur (auto's
zonder uitlaatgaswarmterecirculatiesysteem)
Geeft aan dat de koelvloeistoftemperatuur te hoog is. Verandert
van een knipperend lampje in een brandend lampje wanneer de
koelvloeistoftemperatuur toeneemt.
Breng de auto zo snel mogelijk op een veilige plaats tot stilstand.
(→Blz. 413)
Waarschuwingslampje hoge koelvloeistoftemperatuur (auto's
met uitlaatgaswarmterecirculatiesysteem)
■Wanneer het lampje knippert: Geeft aan dat de
koelvloeistoftemperatuur te hoog is. Het lampje verandert van
een knipperend lampje in een brandend lampje wanneer de
temperatuur verder toeneemt.
Breng de auto zo snel mogelijk op een veilige plaats tot stilstand.
(→Blz. 413)
■Als het lampje gaat branden zonder te knipperen: Geeft aan dat
er een storing aanwezig is in het
uitlaatgaswarmterecirculatiesysteem
Laat de auto onmiddellijk nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
(Knippert)
(indien aanwezig)Controlelampje PKSB OFF
Geeft aan dat er een storing aanwezig is in de Parking Support
Brake-functie
Laat de auto nakijken door een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
Het waarschuwingslampje werkt als volgt, zelfs wanneer er geen
storing zit in het systeem:
■Het lampje gaat branden wanneer de Parking Support
Brake-functie wordt uitgeschakeld (→blz. 255)
■Het lampje gaat branden wanneer de Parking Support
Brake-functie in werking is (→blz. 258)
■Het lampje gaat knipperen wanneer het systeem tijdelijk niet
kan worden gebruikt (→blz. 259)
Waarschuwingslampje (waarschuwingszoemer) open portier/
achterklep*3
Geeft aan dat een van de portieren of de achterklep niet geheel
gesloten is
Controleer of alle portieren en de achterklep gesloten zijn.
7.2 Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
372
Page 386 of 510
• De functie voor het automatisch
selecteren van stand P (→blz. 164)
werkt mogelijk niet. Druk alvorens het
contact UIT te zetten de schakelaar
stand P in en controleer of
schakelstand P is ingeschakeld door
de schakelstandindicator of het
controlelampje stand P te controleren.
Waarschuwingszoemer
→Blz. 376
OPMERKING
Als “Maintenance Required for
Traction Battery at Your Dealer”
(Onderhoud bij dealer vereist voor
tractiebatterij) wordt weergegeven
Het batterijpakket (tractiebatterij) moet
worden nagekeken of vervangen. Laat
de auto onmiddellijk nakijken door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
• Wanneer u door blijft rijden zonder
het batterijpakket (tractiebatterij) te
laten nakijken, kan het
hybridesysteem niet worden gestart.
• Raadpleeg onmiddellijk een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige als het hybridesysteem
niet gestart kan worden.
7.2.5 Als uw auto een lekke band
heeft (auto's zonder een
reservewiel)
Uw auto is niet uitgerust met een reser-
vewiel, maar wel met een bandenrepara-
tieset.
Een lek dat wordt veroorzaakt
door een spijker of schroef die door het
loopvlak van de band steekt, kan
tijdelijk worden gerepareerd met de
bandenreparatieset. (De set bestaat uit
een fles met bandenreparatievloeistof.
De bandenreparatievloeistof kan
slechts één keer worden gebruikt voorde tijdelijke reparatie van één band,
waarbij de spijker of schroef in het
loopvlak moet blijven zitten.). Laat na
de noodreparatie met de bandenrepa-
ratieset de band repareren of vervan-
gen door een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
WAARSCHUWING!
Als uw auto een lekke band heeft
Rijd niet door met een lekke band.
Zelfs als er over een korte afstand met
een lekke band wordt doorgereden,
kunnen band en velg zodanig
beschadigd worden dat reparatie niet
meer mogelijk is en kan er een ongeval
ontstaan.
Vóór het repareren van de band
• Breng de auto tot stilstand op een
veilige plaats en een stevige, vlakke
ondergrond.
• Activeer de parkeerrem.
• Selecteer schakelstand P.
• Schakel het hybridesysteem uit.
• Schakel de alarmknipperlichten in.
• Controleer de mate waarin de band
beschadigd is.
Een band mag alleen met de
bandenreparatieset worden
gerepareerd indien de beschadiging te
wijten is aan perforatie van het
loopvlak door een spijker of schroef.
7.2 Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
384