TOYOTA PRIUS PLUG-IN HYBRID 2018 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2018, Model line: PRIUS PLUG-IN HYBRID, Model: TOYOTA PRIUS PLUG-IN HYBRID 2018Pages: 778, PDF Size: 75.72 MB
Page 371 of 778

3705-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
PRIUS PHV_OM_OM47C18E_(EE)
OPMERKING
■Voorkomen van ontlading van de 12V-accu
Laat de verlichting niet langer ingeschakeld dan noodzakelijk i s als het
hybridesysteem niet is ingeschakeld.
PRIUS PHV_OM_OM47C18E_(EE).boo k Page 370 Tuesday, January 2, 2018 2:59 PM
Page 372 of 778

3715-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
PRIUS PHV_OM_OM47C18E_(EE)
5
Rijden
AHS (Adaptive High Beam-systeem)
●Past de helderheid en het verlichte gebied van het grootlicht a an op
basis van de rijsnelheid.
● Regelt het variabele grootlicht
zo, dat het gebied rond tegen-
liggers en voorliggers gedeelte-
lijk niet wordt verlicht terwijl
andere gebieden wel verlicht
worden door het grootlicht.
Het variabele grootlicht helpt het
zicht naar voren te verbeteren ter-
wijl tegenliggers en voorliggers
minder worden verblind.
●Past de intensiteit van het grootlicht tijdens het rijden in bo chten
aan, zodat het gebied in de richting waarin de auto draait held erder
wordt verlicht dan andere gebieden.
● Past het stralingsbere ik van de dimlichten aan in overeenstemmi ng
met de afstand tot een voorligger.
Het Adaptive High Beam-systeem gebruikt een camerasensor
aan de bovenzijde van de voorruit om de helderheid van de ver-
lichting van tegenliggers en voorliggers, straatverlichting, en z.
te beoordelen en, indien nodig, automatisch de verspreiding van
het licht van de koplampen te regelen.
Verlicht gedeelte door grootlicht
Verlicht gedeelte door dimlicht
WAARSCHUWING
■ Beperkingen van het Adaptive High Beam-systeem
Vertrouw niet blindelings op het Adaptive High Beam-systeem. Ri jd altijd
voorzichtig, houd hierbij de omgeving in de gaten en schakel in dien nodig
handmatig het grootlicht in of uit.
■ Voorkomen van onjuiste werking van het Adaptive High Beam-systeem
Voorkom overbelading van uw auto.
PRIUS PHV_OM_OM47C18E_(EE).boo k Page 371 Tuesday, January 2, 2018 2:59 PM
Page 373 of 778

3725-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
PRIUS PHV_OM_OM47C18E_(EE)
Duw de hendel van u af terwijl
de lichtschakelaar in de stand of staat.
Druk op de schakelaar van het
Adaptive High Beam-systeem.
Het controlelampje van het Adap-
tive High Beam-systeem gaat
branden als de koplampen auto-
matisch worden ingeschakeld om
aan te geven dat het systeem is
ingeschakeld.
Het Adaptive High Be am-systeem activeren
IO53PH033
1
IO53PH034
2
PRIUS PHV_OM_OM47C18E_(EE).boo k Page 372 Tuesday, January 2, 2018 2:59 PM
Page 374 of 778

3735-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
PRIUS PHV_OM_OM47C18E_(EE)
5
Rijden
■Dimlicht inschakelen
Trek de hendel naar u toe,
zodat deze in de oorspronke-
lijke stand terugkomt.
Het controlelampje van het
Adaptive High Beam-systeem
gaat uit.
Duw de hendel van u af om het
Adaptive High Beam-systeem
weer in te schakelen.
■
Grootlicht inschakelen
Druk op de schakelaar van het
Adaptive High Beam-systeem.
Het controlelampje van het
Adaptive High Beam-systeem
dooft en het controlelampje van
het grootlicht gaat branden.
Druk op de schakelaar om het
Adaptive High Beam-systeem
weer in te schakelen.
Handmatig in- en uitsch akelen van het grootlicht
IO53PH031
PRIUS PHV_OM_OM47C18E_(EE).boo k Page 373 Tuesday, January 2, 2018 2:59 PM
Page 375 of 778

3745-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
PRIUS PHV_OM_OM47C18E_(EE)
■Omstandigheden waarin de regeling van de lichtverspreiding van de
koplampen automatisch verandert
● Als aan alle onderstaande voorwaarden wordt voldaan, wordt het grootlicht
automatisch ingeschakeld en werkt het systeem:
• De rijsnelheid is ongeveer 60 km/h of hoger.
*
*
: Het gebied in de richting waarin de auto draait wordt helderde r verlicht dan
andere gebieden tijdens het rijden in bochten.
● Als aan alle onderstaande voorwaarden wordt voldaan, wordt het variabele
grootlicht ingeschakeld en wordt het stralingsbereik van het di mlicht auto-
matisch aangepast, afhankelijk van de locatie van tegenliggers en voorlig-
gers:
• De rijsnelheid is ongeveer 60 km/h of hoger.
• Er zijn tegenliggers of voorliggers met ingeschakelde koplampe n of ach-
terlichten.
• Het gebied voor de auto is niet verlicht.
● Als aan een van onderstaande voorwaarden wordt voldaan, wordt a utoma-
tisch geschakeld van grootlicht of variabel grootlicht naar dim licht:
• De rijsnelheid is lager dan ongeveer 40 km/h.
• Het gebied voor de auto is verlicht.
• Er zijn veel tegenliggers en/of voorliggers.
• De positie van tegenliggers of voorliggers verandert snel en h et grootlicht
kan de bestuurders van de andere voertuigen verblinden.
■ Informatie werking camerasensor
●In de volgende situaties wordt mogelijk niet automatisch gescha keld van
grootlicht naar variabel grootlicht:
• Als plotseling een tegenligger uit een bocht opdoemt
• Als plotseling een andere auto voor de eigen auto invoegt
• Als tegenliggers of voorliggers aan het zicht zijn onttrokken als gevolg
van een reeks bochten, wegafscheidingen of bomen langs de weg
• Wanneer tegenliggers opdoemen uit de rechter tegemoetkomende r ij-
strook op een brede weg
• Wanneer er tegenliggers of voorliggers met uitgeschakelde verl ichting
zijn
● Er wordt mogelijk niet geschakeld van grootlicht naar variabel grootlicht als
een tegenligger wordt gesignaleerd die zijn mistlampen aan heef t terwijl de
koplampen uit zijn.
● Door de aanwezigheid van huisverlichting, straatverlichting, ve rkeerslichten
of verlichte billboards of andere borden wordt mogelijk geschak eld van
grootlicht naar variabel grootlicht, wordt mogelijk niet geschakeld van groot-
licht naar variabel grootlicht of wordt het niet verlichte gebied mogelijk gewij-
zigd.
PRIUS PHV_OM_OM47C18E_(EE).boo k Page 374 Tuesday, January 2, 2018 2:59 PM
Page 376 of 778

3755-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
PRIUS PHV_OM_OM47C18E_(EE)
5
Rijden
●De volgende factoren kunnen van invloed zijn op de reactietijd voor het in-
of uitschakelen van het grootlicht of op de snelheid waarmee de niet ver-
lichte gebieden veranderen:
• De helderheid van koplampen, mistlampen en achterlichten van t egenlig-
gers en voorliggers
• De beweging en richting van tegenliggers en voorliggers
• Als de verlichting van een tegenligger of voorligger slechts aan één kant
werkt
• Als een tegenligger of voorligger een voertuig op twee wielen betreft
• De toestand van de weg (stijgingspercentage, bochten, toestand van het
wegdek, enz.)
• Het aantal inzittenden en de hoeveelheid bagage
● De regeling van de lichtverspreiding van de koplampen kan onver wacht ver-
anderen.
● Fietsen of vergelijkbare objecten worden mogelijk niet gesignal eerd.
● In de onderstaande situaties kan het systeem de helderheid van het omge-
vingslicht mogelijk niet juist signaleren. Hierdoor blijven de dimlichten moge-
lijk branden of zorgt het grootlicht mogelijk voor problemen bij voetgangers,
tegenliggers of voorliggers of anderen. In dergelijke gevallen moet handma-
tig worden geschakeld tussen grootlicht en dimlicht.
• Bij slecht weer (regen, mist, sneeuw, zandstormen, enz.)
• Het zicht door de voorruit wordt belemmerd door damp, wasem, i js, vuil,
enz.
• De voorruit is gebarsten of beschadigd.
• De camerasensor is vervormd of vuil.
• De temperatuur van de camerasensor is extreem hoog.
• De helderheid van het omgevingslicht komt overeen met die van koplam-
pen, achterlichten of mistlampen.
• Tegenliggers hebben de koplampen niet ingeschakeld of de kopla mpen
zijn vuil, hebben een andere kleur of zijn niet correct afgeste ld.
• De auto wordt geraakt door water, sneeuw, stof, enz. van een v oorligger.
• In gebieden waar lichte en donkere stukken elkaar afwisselen.
• Als geregeld en herhaaldelijk over stijgende en dalende wegen wordt
gereden, of over wegen met een slecht of oneffen wegdek (zoals klinker-
wegen, zandwegen, enz.).
• Als geregeld en herhaaldelijk over bochtige wegen wordt gereden.
• Er bevindt zich een sterk spiegelend voorwerp, zoals een spieg el, voor
de auto.
• De achterzijde van een voorligger is sterk spiegelend, zoals een contai-
ner op een truck.
• De koplampen van de auto zijn beschadigd of vuil.
• De auto helt naar één kant over door bijvoorbeeld een lekke ba nd of ligt aan
de achterzijde wat lager door dat een aanhangwagen is aangekoppe ld.
• Er wordt herhaaldelijk en op een abnormale manier geschakeld t ussen
dimlicht en grootlicht.
• De bestuurder meent dat andere bestuurders of voetgangers last hebben
van het grootlicht.
PRIUS PHV_OM_OM47C18E_(EE).boo k Page 375 Tuesday, January 2, 2018 2:59 PM
Page 377 of 778

3765-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
PRIUS PHV_OM_OM47C18E_(EE)■
Als “Headlight System Malfunction Visit Your Dealer” (Storing i n kop-
lampsysteem. Ga naar uw dealer) op het multi-informatiedisplay wordt
weergegeven
Er is mogelijk een storing in het systeem aanwezig. Laat de aut o nakijken
door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
■ Persoonlijke voorkeursinstellingen
Bepaalde functies kunnen worden aangepast aan de persoonlijke v oorkeur.
( →Blz. 740)
PRIUS PHV_OM_OM47C18E_(EE).boo k Page 376 Tuesday, January 2, 2018 2:59 PM
Page 378 of 778

3775-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
PRIUS PHV_OM_OM47C18E_(EE)
5
Rijden
Schakelaar mistlampen
Schakelt de mistlam-
pen voor en de mist-
achterlichten uit
Schakelt de mistlam-
pen voor in
Schakelt de mistlam-
pen voor en het mist-
achterlicht in
Als de schakelaarring wordt losge-
laten, keert de ring terug naar de
stand .
Door de schakelaarring nogmaals te draaien, worden alleen de mistachter-
lichten uitgeschakeld.
■Mistlampen kunnen worden gebruikt als
Mistlampen voor: De parkeerlichten voor zijn ingeschakeld.
Mistachterlichten: De mistlampen voor zijn ingeschakeld.
De mistlampen zorgen voor uitstekend zicht bij ongunstige
rijomstandigheden, zoal s bij regen of mist.
Bedieningsinstructies
IO53PH036
1
2
3
OPMERKING
■Voorkomen van ontlading van de 12V-accu
Laat de verlichting niet langer ingeschakeld dan noodzakelijk i s als het
hybridesysteem niet is ingeschakeld.
PRIUS PHV_OM_OM47C18E_(EE).boo k Page 377 Tuesday, January 2, 2018 2:59 PM
Page 379 of 778

3785-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
PRIUS PHV_OM_OM47C18E_(EE)
Ruitenwissers en -sproeiers
De werking van de ruitenwisser wordt geselecteerd door de hende l
als volgt te bewegen:
UIT
Stand AUTO
Lage snelheid
Hoge snelheid
Enkele slag
In de stand AUTO werken de rui-
tenwissers automatisch wanneer
de sensor signaleert dat het
regent. De wissnelheid wordt auto-
matisch afgestemd op de hoeveel-
heid neerslag en de rijsnelheid.
In de stand AUTO kan de senso rgevoeligheid worden ingesteld.
Verhoogt de gevoeligheid
Verlaagt de gevoeligheid
Bedienen van de ruitenwisserhendel
IO53PH037
1
2
3
4
5
6
7
PRIUS PHV_OM_OM47C18E_(EE).boo k Page 378 Tuesday, January 2, 2018 2:59 PM
Page 380 of 778

3795-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
PRIUS PHV_OM_OM47C18E_(EE)
5
Rijden
Gelijktijdig inschakelen ruiten-
sproeiers en ruitenwissers
De ruitenwissers zullen automa-
tisch een aantal slagen maken als
de ruitensproeiers worden inge-
schakeld.
■De ruitenwissers en ruitensproe iers kunnen worden bediend als
Het contact AAN staat.
■ Wisslag om druppelvorming te voorkomen
Na enkele slagen volgt een pauze en maken de wissers nog een sl ag om de
laatste druppels te verwijderen. Deze functie werkt echter niet tijdens het rij-
den.
■ Effecten van de rijsnelheid op de ruitenwisserwerking
De rijsnelheid heeft invloed op de intervalwerking.
■ Regensensor
●Als de ruitenwisserschakelaar in de stand AUTO wordt gezet terwijl het con-
tact AAN is, maken de ruitenwissers één wisbeweging om aan te geven dat
de stand AUTO is ingeschakeld.
● Als de ruitenwisser gevoeliger wordt afgesteld, kan de wisser één keer wer-
ken om aan te geven dat de gevoeligheid is gewijzigd.
● Als de temperatuur van de regensensor 85 °C of hoger is, of -10 °C of lager
is, werkt de automatische functie mogelijk niet. Zet de ruitenw isserschake-
laar in dat geval in een andere stand dan AUTO.
■ Als er geen ruitensproeiervloeist of op de voorruit terechtkomt
Controleer of er ruitensproeiervloeistof in het reservoir aanwe zig is en contro-
leer als dat het geval is of de sproeierkoppen niet verstopt zi jn.
■ Persoonlijke voorkeursinstellingen
De instellingen van de bediening van de AUTO-modus kunnen worde n gewij-
zigd.
(Systemen met mogelijkheden voor persoonlijke voorkeursinstelli ngen:
→Blz. 740)
8
● De regensensor registreert de hoeveel-
heid neerslag.
De auto is voorzien van een optische
sensor. Deze werkt mogelijk niet goed
als zonlicht van de opkomende of
ondergaande zon af en toe op de voor-
ruit valt of als er insecten o.i.d. op de
voorruit zitten.
IO53PH040
PRIUS PHV_OM_OM47C18E_(EE).boo k Page 379 Tuesday, January 2, 2018 2:59 PM