climate control TOYOTA PRIUS PLUG-IN HYBRID 2023 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2023, Model line: PRIUS PLUG-IN HYBRID, Model: TOYOTA PRIUS PLUG-IN HYBRID 2023Pages: 554, PDF Size: 107.79 MB
Page 73 of 554
geleidelijk opkomen zodat de auto
zachtjes vooruitrijdt en vermijd
overmatig gebruik van het gaspedaal.
Dit helpt het elektriciteits- en
benzineverbruik te beperken.
Rijden op de snelweg
• Rijd met een constante snelheid.
Neem als u ergens moet stoppen de
tijd voor het loslaten van het
gaspedaal en trap rustig het
rempedaal in. Er kan meer elektrische
energie worden geregenereerd tijdens
het decelereren.
• Het elektriciteitsverbruik neemt
aanzienlijk toe als er in de EV-modus
met hoge snelheid wordt gereden. Als
na het verlaten van de snelweg de
afstand tot het volgende externe
laadpunt groot is, wordt aanbevolen
om op de snelweg in de HV-modus te
rijden en pas bij het verlaten van de
snelweg naar de EV-modus over te
schakelen.
Airconditioning
• Zet de aircoschakelaar (
) uit
wanneer u de airco niet nodig hebt.
Dit helpt het elektriciteits- en
benzineverbruik te beperken.
In de zomer: Gebruik bij hoge
temperaturen de recirculatiemodus. Dit
beperkt de belasting van de
airconditioning en vermindert ook het
elektriciteits- en brandstofverbruik.
In de winter: Voorkom overmatig en
onnodig gebruik van de verwarming. Het
gebruik van de stoelverwarmingen is
effectief. (→Blz. 361)
• Als de op afstand bedienbare
airconditioning (→blz. 359) wordt
gebruikt terwijl de laadkabel is
aangesloten op de auto, wordt het
elektriciteitsverbruik direct na het
wegrijden verminderd doordat de
airconditioning vooral werkt op de
elektriciteit van de externe
voedingsbron.• Als bij het instellen van het
laadschema de modus instellen
starttijd wordt geselecteerd en de
optie “Climate Prep”
(aircovoorbereiding) op “On” (aan)
wordt ingesteld, kan het
elektriciteitsverbruik direct na het
wegrijden worden gereduceerd
doordat de airconditioning reeds in
werking is getreden tijdens het laden.
(indien aanwezig) (→Blz. 111)
Controle van bandenspanning
Controleer de bandenspanning
regelmatig. Als de bandenspanning niet
in orde is, leidt dat tot een kleinere
actieradius voor elektrisch rijden en een
hoger brandstofverbruik in de
HV-modus. Winterbanden kunnen veel
wrijving veroorzaken en kunnen, als ze
worden gebruikt op droge wegen, dus
ook een hoger elektriciteits- en
brandstofverbruik veroorzaken.
Bagage
Zware bagage leidt tot een hoger
brandstofverbruik. Neem geen onnodige
bagage mee. Ook een groot imperiaal
leidt tot een hoger brandstofverbruik.
Opwarmen voor het rijden
Opwarmen van de motor is niet nodig,
omdat de benzinemotor automatisch
start en weer wordt uitgeschakeld.
Tijdens het opwarmen van de motor
Het vermogen van het hybridesysteem
wordt mogelijk beperkt.
2.1 Plug-in hybridesysteem
71
2
Plug-in hybridesysteem
Page 114 of 554
Herhalingsinstelling
Het periodieke laadschema kan worden
ingesteld door de gewenste dag van de
week te selecteren.
Aircogekoppelde instelling (“Climate
Prep”) (aircovoorbereiding) (indien
aanwezig)
Als de laadmodus is ingesteld op
“Departure” (vertrek), kan de airco van de
auto (→blz. 352) zo worden ingesteld dat
de airco automatisch wordt ingeschakeld
*
afhankelijk van het ingestelde tijdstip.
Door op voorhand de temperatuur in het
interieur te regelen, kunnen passagiers
direct na het instappen genieten van een
aangenaam klimaat.
*: Het inschakelen gebeurt ongeveer
10 minuten voor de ingestelde
vertrektijd.
Aan- en uitzetten van “Charge Now”
(nu laden)
Ook als er maar één laadschema is
opgeslagen, start het laden pas op het
ingestelde tijdstip, zelfs al wordt de
laadkabel aangesloten op de auto. Om
met het laden te beginnen zonder het
ingestelde laadschema te wijzigen moet
“Charge Now” (nu laden) aangezet
worden om het laadschema tijdelijk te
annuleren en laden na het aansluiten van
de laadkabel mogelijk te maken.
Wijzigen van “Next Charging Event”
(volgende laadprocedure)
*1
Het is mogelijk tijdelijk het tijdstip van de
volgende geplande laadprocedure in te
stellen zonder de opgeslagen
herhalingsinstelling te wijzigen.
*2
*1
: “Next Charging Event” (volgende
laadprocedure) verwijst naar het
laadschema dat van de opgeslagen
laadschema's het dichtst bij het actuele
tijdstip ligt. Het laadschema wordt
uitgevoerd op basis van “Next Charging
Event” (volgende laadprocedure).
*2: Als “Next Charging Event” (volgende
laadprocedure) wordt gewijzigd, wordt
het huidige laadschema tijdelijk
genegeerd en wordt het laden pas
uitgevoerd op het tijdstip dat is
vastgelegd bij “Next Charging Event”
(volgende laadprocedure). (Als
bijvoorbeeld bij “Next Charging Event”
(volgende laadprocedure) het laden
2 dagen later is ingesteld, wordt er niet
eerder geladen dan op het tijdstip dat is
ingesteld bij “Next Charging Event”
(volgende laadprocedure), zelfs al zijn er
items opgeslagen in het laadschema.)
Laadschema
• Het laadschema kan niet tijdens het
rijden worden ingesteld.
• Er kunnen maximaal 15 laadschema's
opgeslagen worden.
Controleren of de laadschemafunctie
goed werkt
Controleer het volgende.
• Stel de klok in op het juiste tijdstip
(→blz. 136)
• De kalender wordt op de juiste datum
ingesteld (→blz. 137)
• Controleer of het contact UIT staat.
• Sluit na het opslaan van het
laadschema de laadkabel aan.
Het starttijdstip voor het laden wordt
vastgesteld op basis van het laadschema
op het moment dat de laadkabel werd
aangesloten.
• Controleer na het aansluiten van de
laadkabel of de laadindicator knippert
(→blz. 76)
• Gebruik geen contactdoos met
uitschakelfunctie (of timerfunctie)
Gebruik een contactdoos waar constant
spanning op staat. Bij contactdozen met
uitschakelfunctie door bijvoorbeeld een
timer verloopt het laden mogelijk niet
volgens plan als de spanning tijdens de
ingestelde tijd uitgeschakeld wordt.
2.2 Laden
112
Page 174 of 554
Item Instellingen Resultaat van instelling
“Pop-up Display On/
Off” (pop-updisplay
aan/uit)“Instrument
Panel Light”
(verlichting in-
strumentenpa-
neel)
*2
“On” (aan)
Schakelt het pop-updisplay van
het geselecteerde item op het
multi-informatiedisplay in en uit. “Off” (uit)
“Climate set-
tings” (instellin-
gen klimaatre-
geling)“On” (aan)
“Off” (uit)
“Cruise Control
Operation Dis-
play” (weergave
werking cruise
control)“On” (aan)
“Off” (uit)
“HUD Settings”
(instellingen
HUD)
*3
“On” (aan)
“Off” (uit)
“Driving Mode
Select” (rijmo-
dusselectie)“On” (aan)
“Off” (uit)
“Traction Bat-
tery Cooler”
(koeler tractie-
batterij)
*3
“On” (aan)
“Off” (uit)
“Language” (taal)
*4
“English” (Engels)
Wijzigt de taal die op het scherm
wordt weergegeven. “Français” (Frans)
“Español” (Spaans)
“Deutsch” (Duits)
“Italiano” (Italiaans)
“
” (Russisch)
“Calendar” (kalender) Dag/maand/jaarWijzigt de datum die wordt ge-
bruikt voor het registreren van
de elektriciteits- en brandstof-
verbruiksgegevens en de laad-
schemafunctie.
“History Reset” (re-
setten geschiedenis)“Eco-Diary
(Daily)” (eco-
logboek (dage-
lijks))“Yes” ( ja)
Wist gegevens van “Eco-Diary
(Daily)” (eco-logboek (dage-
lijks)). (→Blz. 164)
“No” (nee)
“Eco-Diary
(Monthly)”
(eco-logboek
(maandelijks))“Yes” ( ja)
Wist gegevens van “Eco-Diary
(Monthly)” (eco-logboek (maan-
delijks)). (→Blz. 164)
“No” (nee)
“Electricity Con-
sumption Reset” (re-
setten van elektrici-
teitsverbruik)“Yes” ( ja)
Wist de gegevens van het totale
gemiddelde elektriciteitsver-
bruik. (→Blz. 149, blz. 163)
“No” (nee)
3.1 Instrumentenpaneel
172
Page 417 of 554
Auto's met rechtse besturing
1Ontgrendel de afdekkap van het
filter.
2Beweeg de afdekkap van het filter
in de richting van de pijl en trek hem
los uit de klauwen.
7. Verwijder de filterhouder.8. Verwijder het interieurfilter uit de
filterhouder en vervang het.
De merktekens “↑UP” op het filter
moeten naar boven wijzen.
9. Plaatsen: Herhaal de genoemde
stappen in omgekeerde volgorde.
Controle-interval
Controleer en vervang het interieurfilter
volgens het onderhoudsschema. In
gebieden met veel stof of met veel verkeer
moet vervanging vaker plaatsvinden. (Zie
het onderhoudsboekje of het garantie-
boekje voor het onderhoudsschema.)
Als er te weinig lucht uit de
ventilatieroosters stroomt
Het filter kan verstopt zitten. Controleer
het filter en vervang het indien nodig.
WAARSCHUWING!
Bij het vervangen van het
interieurfilter
Neem de volgende voorzorgsmaatre-
gelen in acht. Anders kan de aircondi-
tioning tijdens de procedure in werking
treden, hetgeen kan leiden tot letsel.
• Controleer of de laadstekker niet is
aangesloten.
De airconditioning werkt mogelijk
door de instelling “Climate Prep”
(aircovoorbereiding) (→blz. 112) of
“Traction Battery Cooler” (koeler
tractiebatterij) (→blz. 96). (indien
aanwezig)
• Gebruik de op afstand bedienbare
airconditioning niet
7.3 Zelf uit te voeren onderhoud
415
7
Onderhoud en verzorging