filter TOYOTA PROACE 2022 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2022, Model line: PROACE, Model: TOYOTA PROACE 2022Pages: 360, PDF Size: 70.82 MB
Page 8 of 360
8
Milieuvriendelijk rijden
Milieuvriendelijk rijden verwijst naar een aantal dingen die u als automobilist in de dagelijkse praktijk kunt doen om het energieverbruik (brandstof en/of elektriciteit) en de CO2-uitstoot zo laag mogelijk te houden.
Maak optimaal gebruik van de transmissie
Rijd bij auto's met een handgeschakelde
transmissie rustig weg en schakel zo snel mogelijk op. Schakel tijdens het accelereren vroegtijdig op.Kies bij een automatische transmissie voor de automatische modus. Trap het gaspedaal niet stevig of plotseling in.De schakeladviesindicator spoort u aan om de meest geschikte versnelling in te schakelen. Wanneer het schakeladvies op het instrumentenpaneel wordt weergegeven, volg dit dan direct op.Bij auto's met een automatische transmissie wordt deze indicator alleen in de handgeschakelde stand weergegeven.
Pas een soepele rijstijl toe
Houd een veilige afstand tot andere auto's aan, rem bij voorkeur af op de motor in plaats van met het rempedaal en trap het gaspedaal geleidelijk in. Hiermee kunt u het energieverbruik en de CO2-uitstoot verlagen en verkeerslawaai beperken.Selecteer de cruise control wanneer het verkeer vlot doorstroomt.
Houd het gebruik van elektrische uitrusting onder controle
Als het passagierscompartiment te warm is, ventileer dit voor het wegrijden dan door de ruiten en de uitstroomopeningen te openen voordat u de airconditioning gaat gebruiken.Sluit bij een snelheid hoger dan 50 km/h de ruiten en laat de uitstroomopeningen geopend.Overweeg het gebruik van uitrusting die kan helpen
de temperatuur in het passagierscompartiment laag te houden (bijv. zonnescherm van het schuifdak of zonneschermen van de portierruiten).Wanneer de airconditioning niet automatisch wordt geregeld, schakel dan de airconditioning uit zodra de gewenste temperatuur is bereikt.Schakel de ontwasemings- en ontdooifuncties uit als deze niet automatisch worden geregeld.Schakel de stoelverwarming zo snel mogelijk uit.Pas het gebruik van de koplampen en/of mistlampen aan de hoeveelheid zicht aan, overeenkomstig de wetgeving van het land waarin u rijdt.Laat de motor vooral 's winters na het starten niet stationair warmdraaien (behalve in extreem koude omstandigheden: temperatuur lager dan -23°C). De auto warmt sneller op tijdens het rijden.Sluit als passagier zo min mogelijk multimedia-apparaten (zoals een DVD-speler, MP3-speler, spelcomputer) op de auto aan om het energieverbruik te beperken.Koppel alle draagbare apparaten los voordat u de auto verlaat.
Beperk de oorzaken van een overmatig brandstofverbruik
Verdeel het gewicht evenredig over de auto. Plaats de zwaarste voorwerpen in de bagageruimte zo dicht mogelijk bij de achterstoelen.Beperk de belading en de luchtweerstand (bijvoorbeeld dakdragers, imperiaal, fietsendrager, aanhangwagen) van uw auto. Gebruik bij voorkeur een dakkoffer.
Verwijder dakdragers en een imperiaal na gebruik.Vervang na de winter winterbanden zo snel mogelijk door zomerbanden.
Houd u aan de onderhoudsvoorschriften
Controleer regelmatig de bandenspanning, bij koude banden, en houd daarbij de bandenspanning aan zoals vermeld op het label in de deuropening aan bestuurderszijde.Voer deze controle met name uit:– voor een lange rit,– bij de wisseling van de seizoenen,– wanneer de auto gedurende langere tijd niet is gebruikt.Vergeet het reservewiel en, indien van toepassing, de banden van uw aanhangwagen of caravan niet.Laat uw auto regelmatig onderhouden (bijv. motorolie verversen, oliefilter, luchtfilter en interieurfilter vervangen). Houd u daarbij aan het onderhoudsschema van de fabrikant.Als bij auto's met een dieselmotor het SCR-systeem defect is, zal uw auto schadelijke stoffen uitstoten. Neem zo snel mogelijk contact op met een erkende Toyota-dealer of Toyota-hersteller/
Page 17 of 360
17
Instrumenten
1
Voorpassagiersairbag (UIT)Blijft branden.De voorpassagiersairbag is uitgeschakeld.De schakelaar staat in de stand “OFF”.U kunt een kinderzitje “tegen de rijrichting in” plaatsen, behalve in het geval van een storing in het airbagsysteem (brandend waarschuwingslampje airbags).
Airbags
Blijft branden.Een van de airbags of pyrotechnische gordelspanners is defect.Voer (3) uit.
Laag brandstofniveauof Blijft branden (lampje of led) met de naald in het rode gebied (afhankelijk van de uitvoering), in combinatie met een geluidssignaal en een melding.Het geluidssignaal en de melding worden steeds vaker herhaald naarmate het brandstofniveau verder naar nul zakt.Als het lampje gaat branden, zit er minder dan 8 liter brandstof in de tank.Tank bij de eerstvolgende gelegenheid om een lege brandstoftank te voorkomen.Rijd nooit door tot de tank helemaal leeg is, hierdoor kunnen het emissieregelsysteem en het inspuitsysteem beschadigd raken.
Lage capaciteit tractiebatterij (elektrisch)
0 %
100
Led blijft branden met de naald in het rode gebied, in combinatie met een geluidssignaal en een melding.De ladingstoestand van de tractiebatterij is laag.Geef de resterende actieradius weer.Laad uw auto zo spoedig mogelijk op.
Schildpadmodus met beperkte actieradius (elektrisch)
Blijft branden.De ladingstoestand van de tractiebatterij is zeer laag.Het motorvermogen neemt geleidelijk af.U dient uw auto op te laden.Als het waarschuwingslampje blijft branden, voer dan (2) uit.
Voetgangerclaxon (elektrisch)Blijft branden.Storing in claxon gesignaleerd.Voer (3) uit.
Aanwezigheid van water in het dieselfilterBlijft branden (met LCD-instrumentenpaneel).Er zit water in het dieselfilter.Kans op beschadiging van het inspuitsysteem: voer onmiddellijk (2) uit.
Roetfilter (diesel)Blijft branden, in combinatie met een geluidssignaal en een melding over de kans op verstopping van het roetfilter.Het roetfilter begint verzadigd te raken.
Regenereer zodra de omstandigheden het toelaten het roetfilter door met een snelheid van ten minste 60 km/h te rijden tot het lampje dooft.Blijft branden, in combinatie met een geluidssignaal en een melding over een te laag additiefniveau voor het roetfilter.Het minimumniveau van het additiefreservoir is bereikt.Vul zo snel mogelijk bij: voer (3) uit.
StuurbekrachtigingBlijft branden.Er is een storing in de stuurbekrachtiging.Rijd voorzichtig, matig uw snelheid en voer vervolgens (3) uit.
MistachterlichtBlijft branden.De verlichting brandt.
Voet op het rempedaalBlijft branden.Onvoldoende of geen druk op het rempedaal.Bij de automatische transmissie of de keuzeschakelaar is het mogelijk nodig om het rempedaal in te trappen om de transmissie vanuit stand N in een andere stand te zetten.
Voet op het koppelingspedaalBlijft branden.Stop & Start: er wordt niet overgeschakeld naar de START-stand, omdat het koppelingspedaal niet volledig wordt ingetrapt.Trap het koppelingspedaal volledig in.
Page 21 of 360
21
Instrumenten
1
WARNI NG
Bij een storing in de elektrische oliepeilmeter, wordt het oliepeil niet langer in de gaten gehouden.Als er een storing in het systeem zit, dient u het motoroliepeil handmatig te controleren m.b.v. de peilstok. Deze bevindt zich in de motorruimte.Zie het desbetreffende hoofdstuk voor meer
informatie over het controleren van de niveaus.
AdBlue®-
actieradiusindicatoren
De dieselmotoren zijn uitgerust met een systeem dat het SCR-emissieregelsysteem (Selective Catalytic Reduction) en het roetfilter (DPF) combineert voor de nabehandeling van uitlaatgassen. Dit systeem kan niet functioneren zonder AdBlue®-vloeistof.Wanneer het AdBlue®-niveau tot onder het reserveniveau daalt (tussen 2.400 en 0 km), gaat een waarschuwingslampje branden wanneer het contact AAN wordt gezet en wordt er een schatting van de afstand die kan worden afgelegd voordat het starten van de motor niet meer mogelijk is, weergegeven op het instrumentenpaneel.
WARNI NG
Als het AdBlue®-reservoir leeg is, zorgt een wettelijk verplicht systeem er automatisch voor dat de motor niet opnieuw kan worden gestart. Het is dan niet meer mogelijk om de motor te starten totdat het minimumniveau van AdBlue® is aangevuld.
Handmatig weergeven van de
actieradius
Wanneer de actieradius groter is dan 2.400 km, wordt deze niet automatisch weergegeven.
► Druk op deze toets om de actieradius tijdelijk weer te geven. Met touchscreenU kunt de informatie m.b.t. de actieradius weergeven in het menu “Rijden/Auto”.
Vereiste acties in verband met een
gebrek aan AdBlue®
De volgende waarschuwingslampjes gaan branden wanneer de hoeveelheid AdBlue® lager is dan het reserveniveau dat overeenkomt met een bereik van 2.400 km.Samen met de waarschuwingslampjes herinneren meldingen u regelmatig aan de noodzaak om bij te vullen om te vermijden dat starten van de motor
niet meer mogelijk is. Raadpleeg het hoofdstuk Waarschuwings- en controlelampjes voor meer informatie over de weergegeven meldingen.
NOTIC E
Zie het desbetreffende hoofdstuk voor meer informatie over AdBlue® (dieselmotoren) en met name over het bijvullen.
Page 93 of 360
93
Ergonomie en comfort
3
Verwarming en ventilatie
Advies
NOTIC E
Gebruik van het ventilatie- en airconditioningsysteem► Let er voor een gelijkmatige verdeling van de lucht naar het interieur op dat het luchtinlaatrooster onder de voorruit, de verschillende luchtkanalen, ventilatieroosters en overige uitstroomopeningen alsmede de luchtafvoeropening in de bagageruimte vrij blijven.► Dek de zonlichtsensor op het dashboard niet af; deze wordt gebruikt voor het regelen van de automatische airconditioning.► Zet de airconditioning ten minste één of twee keer per maand 5 tot 10 minuten aan om het systeem in perfecte staat te houden.► Als het systeem geen koude lucht aanvoert, schakel het dan uit en neem contact op met een erkende Toyota-dealer of Toyota-hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.Bij een zware belasting van de motor (trekken van een aanhangwagen op een steile helling
bij een hoge buitentemperatuur) kan de airconditioning tijdelijk worden uitgeschakeld voor een optimale trekkracht van de motor.
WARNI NG
Vermijd te lang rijden met een uitgeschakelde aanjager en het te lang gebruiken van de luchtrecirculatie. Zo voorkomt u dat de ruiten beslaan of de luchtkwaliteit vermindert.
Als de binnentemperatuur zeer hoog is wanneer de auto lang in de zon heeft gestaan, is het raadzaam het passagierscompartiment korte tijd te ventileren.Zorg ervoor dat de aanjagersnelheid voldoende hoog is ingesteld, zodat de lucht in het passagierscompartiment goed ververst wordt.
NOTIC E
Condensvorming door de airconditioning kan ertoe leiden dat zich een klein plasje water onder de auto vormt Dit is een normaal verschijnsel.
NOTIC E
Onderhoud van het ventilatie- en airconditioningsysteem► Controleer regelmatig de staat van het interieurfilter en laat de filterelementen periodiek vervangen.Het is raadzaam om een gecombineerd interieurfilter te gebruiken. Het specifieke
actieve additief helpt te beschermen tegen schadelijke gassen en stank.► Om een correcte werking van de airconditioning te garanderen, moet u deze overeenkomstig de aanbevelingen in het onderhoudsschema van de fabrikant laten controleren.
Bevat gefluoreerde broeikasgassen R134aAfhankelijk van de uitvoering en het land van bestemming bevat het airconditioningsysteem gefluoreerde broeikasgassen R134a.Gascapaciteit 0,5 kg (+/- 0,025 kg), GWP-index 1430 (CO2-equivalent: 0,715 t).
Page 229 of 360
229
Praktische informatie
7
Motorruimte
De weergegeven motor dient slechts ter illustratie.De locaties van de volgende onderdelen kunnen variëren:– Luchtfilter.– Oliepeilstok.– Motorolievuldop.– Ontluchtingspomp.
Dieselmotor
1.Reservoir ruitensproeiervloeistof
2.Koelvloeistofreservoir
3.Remvloeistofreservoir
4.Accu
5.Afzonderlijk massapunt (aansluiting “-”).
6.Zekeringenkast
7.Luchtfilter
8.Motorolievuldop
9.Oliepeilstok
10.Ontluchtingspomp*
11 .Reservoir stuurbekrachtigingsvloeistof
* Afhankelijk van de motoruitvoering.
WARNI NG
DieselbrandstofsysteemDit systeem staat onder zeer hoge druk.Alle werkzaamheden moeten worden uitgevoerd door een erkende Toyota-dealer of Toyota-hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Elektromotor
1.Reservoir ruitensproeiervloeistof
2.Koelvloeistofreservoir (alleen niveau)
3.Remvloeistofreservoir
4.Accu/zekeringen
5.Afzonderlijk massapunt (aansluiting “-”).
6.Zekeringenkast
7.Elektrisch circuit 400 V
8.Stroomonderbreker voor onderhoud in noodgevallen en onderhoudsmonteurs
9.Reservoir stuurbekrachtigingsvloeistof
Zie het desbetreffende hoofdstuk voor meer informatie over het laadsysteem (elektrisch).
Controleren van de niveaus
Controleer de volgende niveaus regelmatig overeenkomstig het onderhoudsschema van de fabrikant. Vul indien nodig bij, tenzij anders aangegeven.
Laat het desbetreffende systeem nakijken door een erkende Toyota-dealer of Toyota-hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige als een niveau aanzienlijk daalt.
WARNI NG
De vloeistoffen moeten voldoen aan de aanbevelingen van de fabrikant en in overeenstemming zijn met de motor van de auto.
WARNI NG
Let bij werkzaamheden onder de motorkap goed op, want bepaalde delen van de motor kunnen zeer heet zijn (kans op brandwonden) en de koelventilator kan ieder moment aanslaan (zelfs met het contact UIT).
Page 232 of 360
232
WARNI NG
Vul het reservoir nooit bij met kraanwater (kans op bevriezing, kalkafzetting, enz.).
Dieselbrandstofadditief
(dieselmotor met roetfilter)
of Het minimumniveau van het
additief wordt aangegeven door het permanent branden van dit waarschuwingslampje in combinatie met een geluidssignaal en een melding met betrekking tot een te laag additiefniveau voor het roetfilter.
Bijvullen
Dit additief moet op zeer korte termijn bijgevuld worden.Ga naar een erkende Toyota-dealer of Toyota-hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
AdBlue (dieselmotoren)
Wanneer het reserveniveau is bereikt, wordt een waarschuwing geactiveerd.Zie het desbetreffende hoofdstuk voor meer informatie over de indicatoren en met name de AdBlue-actieradiusindicatoren.Om te voorkomen dat de auto conform de voorschriften niet meer kan worden gestart, moet u het AdBlue-reservoir bijvullen.
Zie het desbetreffende hoofdstuk voor meer informatie over AdBlue en met name het bijvullen van AdBlue.
Controles
Controleer, tenzij anders aangegeven, deze onderdelen overeenkomstig het onderhoudsschema van de fabrikant en uw motor.
Laat ze anders controleren door een erkende Toyota-dealer of Toyota-hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
WARNI NG
Gebruik uitsluitend producten die worden aanbevolen door TOYOTA of producten van een vergelijkbare kwaliteit en met vergelijkbare specificaties.Om de werking van belangrijke onderdelen als die van het remsysteem te optimaliseren, heeft TOYOTA een selectie van zeer specifieke producten in haar aanbod.
12V-accu
De accu is onderhoudsvrij.Niettemin is het raadzaam om regelmatig te
controleren of de accupoolklemmen goed vastzitten (bij uitvoeringen zonder snelsluiting voor de accupoolklemmen) en of de aansluitingen schoon zijn.
NOTIC E
Raadpleeg voordat u werkzaamheden uitvoert aan de 12V-accu het desbetreffende hoofdstuk voor meer informatie over de te nemen voorzorgsmaatregelen.
WARNI NG
Uitvoeringen met het Stop & Start-systeem zijn voorzien van een speciale 12V-loodzuuraccu.Laat hem altijd vervangen door een erkende Toyota-dealer of Toyota-hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Interieurfilter
Als de omgeving en het gebruik (bijv. veel stof, veel stadsverkeer) daartoe aanleiding geven, moet het filter twee keer zo vaak worden vervangen.
NOTIC E
Een verstopt interieurfilter kan de prestaties van de airconditioning negatief beïnvloeden en onaangename geuren veroorzaken.
Page 233 of 360
233
Praktische informatie
7
Luchtfilter
Als de omgeving en het gebruik (bijv. veel stof, veel stadsverkeer) daartoe aanleiding geven, moet het filter twee keer zo vaak worden vervangen.
Oliefilter
Laat bij het olie verversen tevens het oliefilter vervangen.
Roetfilter (diesel)
Als het roetfilter verstopt begint te raken, gaat dit waarschuwingslampje tijdelijk branden, in combinatie met een waarschuwingsmelding.Regenereer zodra de omstandigheden het toelaten het roetfilter door met een snelheid van ten minste 60 km/h te rijden tot het lampje dooft.
NOTIC E
Als het waarschuwingslampje blijft branden, heeft het dieseladditief zijn minimumniveau bereikt.Zie het desbetreffende hoofdstuk voor meer informatie over het controleren van de niveaus.
NOTIC E
Als langdurig met zeer lage snelheid wordt gereden of de motor langdurig stationair draait, kan in uitzonderlijke gevallen bij gasgeven waterdamp uit de uitlaat komen. Dit heeft geen invloed op de prestaties en heeft geen gevolgen voor het milieu.
NOTIC E
Nieuwe autoDe eerste paar keer dat het roetfilter geregenereerd wordt, kunt u een brandlucht ruiken. Dit is volkomen normaal.
Handgeschakelde transmissie
De transmissie is onderhoudsvrij (olie verversen niet noodzakelijk).
Automatische transmissie
De transmissie is onderhoudsvrij (olie verversen niet noodzakelijk).
Keuzeschakelaar (elektrisch)
De keuzeschakelaar is onderhoudsvrij.
Handmatig bediende
parkeerrem
Als de parkeerrem een te grote slag heeft of als het systeem minder goed werkt, moet de parkeerrem, zelfs tussen twee onderhoudsbeurten door, worden afgesteld.Dit systeem moet worden gecontroleerd door een erkende Toyota-dealer of Toyota-hersteller/
reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Elektrisch bedienbare
parkeerrem
Dit systeem heeft geen routineonderhoud nodig. Aarzel echter niet om in geval van problemen het systeem te laten nakijken door een TOYOTA-dealer of een gekwalificeerde werkplaats.
NOTIC E
Zie het desbetreffende hoofdstuk voor meer informatie over de elektrisch bedienbare parkeerrem.
Remblokken
De slijtage van de remblokken is sterk afhankelijk van de rijstijl, vooral in
stadsverkeer en bij veel korte ritten. Hierdoor kan het noodzakelijk blijken om de remblokken vaker, tussen twee onderhoudscontroles door, te laten nakijken.
Page 235 of 360
235
Praktische informatie
7
AdBlue® (dieselmotoren)
Om het milieu zo min mogelijk te belasten en om aan de Euro 6-norm te voldoen, heeft TOYOTA ervoor gekozen zijn auto's met dieselmotor te voorzien van een systeem waarbij SCR (Selective Catalytic Reduction) wordt gecombineerd met een roetfilter (DPF) voor de nabehandeling van de uitlaatgassen zonder dat de prestaties verminderen
of het brandstofverbruik toeneemt.
SCR-systeem
Met behulp van een vloeistof die AdBlue® wordt genoemd en ureum bevat, kan een katalysator tot 85% van de stikstofoxide (NOx) omzetten in stikstof en water (stoffen die niet schadelijk zijn voor de gezondheid en het milieu).De AdBlue® bevindt zich in een speciaal reservoir van ongeveer 20 liter.Hiermee is een actieradius van ongeveer 5.000 km mogelijk (zeer afhankelijk van uw rijstijl en het type auto). Wanneer u met de resterende hoeveelheid nog maximaal ongeveer 2.400 km kunt rijden, oftewel wanneer het reserveniveau is bereikt, wordt automatisch een waarschuwingssysteem geactiveerd.Tijdens de resterende 2.400 km worden achtereenvolgens verschillende waarschuwingen weergegeven voordat het reservoir helemaal leeg is en de motor niet meer gestart kan worden.Wanneer de geschatte afgelegde afstand tussen twee onderhoudsbeurten meer is dan 5.000 km, moet AdBlue worden bijgevuld.
NOTIC E
Zie de desbetreffende hoofdstukken voor meer informatie over de waarschuwings- en controlelampjes en de bijbehorende waarschuwingsmeldingen, of de indicatoren.
WARNI NG
Als het AdBlue®-reservoir leeg is, zorgt een wettelijk verplicht systeem ervoor dat de motor niet opnieuw kan worden gestart.Als het SCR-systeem niet goed werkt, stoot uw auto te veel schadelijke stoffen uit waardoor hij niet meer aan de Euro 6-emissienorm voldoet.Ga bij een bevestigde storing in het SCR-systeem zo snel mogelijk naar een erkende Toyota- dealer of Toyota-hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige. Na 1.100 km wordt automatisch een systeem geactiveerd dat het starten van de motor blokkeert.In beide gevallen geeft een actieradiusindicator aan hoever u nog kunt rijden voordat de motor niet meer gestart kan worden.
NOTIC E
Bevriezen van AdBlue®
AdBlue® bevriest bij temperaturen lager dan ongeveer -11°C.Het SCR-systeem is voorzien van een voorverwarmingssysteem voor het AdBlue®-reservoir waardoor u ook in zeer koude omstandigheden kunt blijven rijden.
Bijvullen van AdBlue®
Het is raadzaam om zo snel mogelijk AdBlue® bij te vullen zodra de eerste waarschuwing wordt gegeven dat het reserveniveau is bereikt.
WARNI NG
Voor een juiste werking van het SCR-systeem:– Gebruik alleen AdBlue®-vloeistof die aan de ISO 22241-norm voldoet.– Giet nooit AdBlue® in een andere houder, anders verliest de vloeistof zijn zuiverheid.– Verdun AdBlue® nooit met water.
AdBlue® is verkrijgbaar bij een erkende Toyota-dealer of Toyota-hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige, en bij tankstations met een AdBlue®-pomp die speciaal is bedoeld voor personenauto's.
Page 315 of 360
315
TOYOTA Pro Touch met navigatiesysteem
12
Zeg "ja" als het klopt. Anders zegt u "nee" en dan beginnen we opnieuw.
Spraakcommando's
“Navigatie”
Spraakcommando's
Navigeer naar huisNavigeer naar het werk
Navigeer naar favoriet adres, ''Tennis club''Navigeer naar contact, ''Jan Janssen''Navigeer naar adres Dorpstraat 11, AmsterdamHelpberichten
Om een route te plannen of een routepunt toe te voegen, zegt u "navigeer naar" en dan het adres, de naam van de contactpersoon of een kruispunt. Bijvoorbeeld "navigeer naar adres Kerkstraat 11 Amsterdam", "navigeer naar contactpersoon Jan Janssen" of "navigeer naar kruispunt van de Dorpstraat". U kunt aangeven of het een favoriete bestemming of een POI is. Bijvoorbeeld "navigeer naar favoriete adres Tennisclub" of "navigeer naar POI vliegveld Schiphol in Amsterdam". U kunt ook "navigeer naar huis" zeggen. Om POI's op een kaart te zien, kunt u bijvoorbeeld "toon POI hotels in Rotterdam" zeggen. Voor meer informatie kunt u "hulp bij POI" of "hulp bij routebegeleiding" zeggen.
Om een bestemming te kiezen, zegt u bijvoorbeeld "navigeer naar regel drie" of "selecteer regel twee". Als u de bestemming niet kunt vinden maar de straat wel juist is, zeg dan bijvoorbeeld "selecteer de straat in regel drie". Om door een lijst op het scherm te navigeren, zegt u "volgende pagina" of "vorige pagina". Om uw selectie ongedaan te maken en opnieuw te beginnen, zegt u "terug". Of zeg "annuleren" om
de huidige actie te annuleren.Spraakcommando's
Wat is de resterende afstand?Wat is de resterende tijd?Wat is de aankomsttijd?Stop navigatieHelpberichten
U kunt "hervat" of "stop navigatie" zeggen. Om informatie over uw huidige route te krijgen, kunt u bijvoorbeeld zeggen "wat is de nog af te leggen tijd" of "af te leggen afstand", of "aankomsttijd". Om meer commando's te leren, kunt u "hulp bij navigatie" zeggen.Spraakcommando's
Toon POI ''hotel'' op de bestemmingToon ''tankstation'' in de buurtNavigeer naar POI vliegveld Schiphol in AmsterdamNavigeer naar ''tankstation'' langs de routeHelpberichten
Om POI's op een kaart te zien, kunt u bijvoorbeeld "toon hotels in Rotterdam", "toon dichtstbijzijnde parkeerplaats", "toon hotel op de bestemming" of "toon tankstation langs de route" zeggen. Als u de voorkeur heeft direct naar een POI te navigeren, kunt u zeggen "navigeer naar tankstation in de buurt". Als u het gevoel hebt dat u niet goed wordt begrepen, kunt u "POI" voor de POI zeggen. Zeg bijvoorbeeld "navigeer naar
POI restaurant op de bestemming".Om een POI te kiezen, zegt u bijvoorbeeld "selecteer regel twee". Als u naar een POI heeft gezocht en deze niet in de lijst ziet staan, kunt u deze verder filteren door bijvoorbeeld "selecteer POI in regel 2" of "selecteer stad in regel 3" te zeggen. U kunt door de lijst scrollen door "volgende pagina" of "vorige pagina" te zeggen.
NOTIC E
Geef, afhankelijk van het land, de spraakcommando's voor de bestemming (adres) in de taal die in het systeem is ingesteld.
Spraakcommando's “Radio
Media”
Spraakcommando's
Zet bron radio aan - Streaming Bluetooth - …Helpberichten
Page 344 of 360
344
Flessenhouder 80Follow me home-verlichting 32Follow me home verlichting ~ Follow-me-home-verlichting 108–109Frequentie (radio) 327Functie snelweg (richtingaanwijzers) 107
G
Gekoppeld navigatiesysteem 320–323Geluidssignaal stil voertuig (elektrische auto) 11 9, 158Geluidssignaal voor voetgangers (elektrische auto) 11 9, 158Geprogrammeerd laden 29, 222Geprogrammeerd laden (elektrische auto) 28–29, 213, 220Gereedschap 244, 249Gereedschapskist 243Gesproken commando's ~ Spraakcommando's 313–317Gevarendriehoek 242Gewichten 269–270, 274GPS 320Grootlicht 106, 254–255Grootlichtassistent 109–11 0
H
Halogeenlampen 254–255
Handgeschakelde versnellingsbak ~ Versnellingsbak, handgeschakeld 168–169, 177, 233Handrem 164, 233Handsfree-schuifdeur 48–49Handsfree set 288–289, 304–305, 330–331Head-up display 182–183Helderheid 306
Het opslaan van de snelheid 184Hill-Holder ~ Hill Start Assist 168–169Hoedenplank 82Hoek van de stoel 56Hoek van de stoel verstellen 56, 58Hoofdsteunen verstellen 58Hoofdsteunen vóór 58Hoogspanning 212Hoogte- en diepteverstelling stuurwiel ~ Stuurverstelling 61Hoogteverstelling veiligheidsgordels ~ Gordelverstelling 125Hulpoproep 11 7–11 8
I
Identificatiegegevens 279Identificatieplaatjes constructeur 279Identificatie (stickers) 279Indeling achter 86Indeling interieur ~ Interieurindeling 80–81, 86Individuele achterstoel(en) op rails 75–77, 126Informatie, voertuig 339
Infraroodcamera 181Inhoud brandstoftank ~ Brandstoftank (inhoud) 209–2 11Inrichting laadruimte 84Instapverlichting 108–109Instellen van de uitrustingen 27–28Instellingen van het systeem 307, 334Instrumentenpaneel 10, 182
Intelligente tractiecontrole 121Interieurfilter 93, 232Interieurfilter (vervangen) 232Interieurverlichting 104, 111ISOFIX 151, 151–152ISOFIX bevestigingen 139, 151, 151–152ISOFIX kinderzitjes 142–143, 151, 151–152, 151–152
K
Kaartleeslampjes 104Kentekenplaatverlichting 258Keyless entry and start 31–33, 35–38, 161–163Kilometerteller 24Kinderbeveiliging 155–156Kinderbeveiliging achterportierruiten 156Kinderen 127, 135, 142–143, 151, 151–152, 151–152Kinderen (veiligheid) 155Kinderzitjes 127, 131–139, 152Kinderzitjes (conventioneel) 134–139Kinderzitjes i-Size 152