sensor TOYOTA PROACE CITY VERSO 2021 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2021, Model line: PROACE CITY VERSO, Model: TOYOTA PROACE CITY VERSO 2021Pages: 269, PDF Size: 57.66 MB
Page 158 of 269

158
NOTIC E
De op het touchscreen weergegeven beelden van de camera('s) kunnen door het terrein worden vervormd.Bij schaduw, fel zonlicht of onvoldoende licht kan het beeld donkerder en minder contrastrijk zijn.
De manoeuvre kan op ieder gewenst moment definitief worden onderbroken, hetzij door de bestuurder zelf of automatisch door het systeem.Onderbreking door de bestuurder:– de controle over de auto terugnemen.– de richtingaanwijzers activeren aan de tegenovergestelde zijde van die van de manoeuvre.– losmaken van de veiligheidsgordel van de bestuurder.– UIT zetten van het contact.Onderbreking door het systeem:– bij overschrijding van de snelheidslimiet: 7 km/h tijdens inparkeren en 5 km/h bij het verlaten van de parkeerruimte.
– activering van de antispinregeling op een glad wegdek.– openen van een portier of de achterklep.– afslaan van de motor.– storing in het systeem.– na 10 manoeuvres om in te parkeren of een parkeervak te verlaten (fileparkeren) of na 7 manoeuvres om in te parkeren (haaks op de rijbaan inparkeren).
Het onderbreken van de manoeuvre schakelt automatisch de functie uit.Het symbool van de manoeuvre wordt in het rood weergegeven in combinatie met de melding “Manoeuvre geannuleerd” op het touchscreen.Een melding verzoekt de bestuurder om de controle over de auto terug te nemen.De functie wordt na een paar seconden uitgeschakeld; dit lampje gaat uit en de functie keert terug naar de beginweergave.
Einde van de inparkeer- of
uitparkeermanoeuvre
De auto stopt zodra de manoeuvre is voltooid.Het symbool van de manoeuvre wordt in het rood weergegeven in combinatie met de melding “Manoeuvre voltooid” op het touchscreen.De uitschakeling van de functie wordt bevestigd door het doven van dit lampje in combinatie met een geluidssignaal.Bij het inrijden van een parkeerplek is het mogelijk dat de bestuurder de manoeuvre zelf moet voltooien.
Beperkingen van het systeem
– Het systeem kan een ongeschikte parkeerplek voorstellen (parkeerverbod, plaats waar werkzaamheden aan het wegdek worden uitgevoerd, plaats naast een greppel, enz.).– Het systeem kan aangeven dat een plaats is gevonden, maar vermeldt deze niet vanwege een vast obstakel aan de tegenoverliggende zijde van de manoeuvre; de auto kan geen traject voor het parkeren volgen.– Het systeem kan aangeven dat een plaats is gevonden, maar de manoeuvre niet uitvoeren omdat de weg te smal is.– Het systeem is niet ontworpen voor het uitvoeren van parkeermanoeuvres bij scherpe bochten.– Het systeem detecteert geen parkeerplekken die veel groter zijn dan de auto zelf of die begrensd worden door obstakels die te laag (trottoirbanden, drempels, enz.) of te dun (bomen, palen, draadhekken, enz.) zijn.– Bepaalde obstakels die aanvankelijk wel worden gedetecteerd, worden mogelijk niet meer
gedetecteerd als ze zich in de dode hoek van het detectiebereik van de sensoren bevinden.– Bepaalde materialen (stoffen) kunnen geluidsgolven absorberen: hierdoor worden voetgangers mogelijk niet gedetecteerd.– Een aanrijding aan de voorzijde of achterzijde van de auto kan de sensorinstellingen verstoren, hetgeen niet altijd door het systeem wordt vastgesteld: de afstandsmetingen kunnen hierdoor incorrect zijn.
Page 159 of 269

159
Rijden
6
– Als de bagageruimte zwaar is beladen, gaat de auto mogelijk wat hellen, wat de afstandsmetingen negatief kan beïnvloeden.De sensoren en camera('s) van de auto kunnen negatief worden beïnvloed door:– opeenhoping van sneeuw of afgevallen bladeren op het wegdek,– slechte weersomstandigheden (zware regenval, dichte mist, sneeuwval),– geluidsverstoringen door lawaai van voertuigen en machines (vrachtwagens, drilboren, enz.).
WARNI NG
Gebruik de functie niet onder de volgende omgevingsomstandigheden:– Langs een zachte berm (greppel enz.), een kade of de rand van een afgrond.– Bij een glad wegdek (ijzel enz.).
WARNI NG
Gebruik het systeem niet in de volgende
situaties:– Bij een te lage bandenspanning.– Als een van de bumpers is beschadigd.– Als een van de camera's is beschadigd.
W ARNI NG
Gebruik de functie evenmin in de volgende situaties:– Wanneer voorwerpen worden vervoerd die langer zijn dan de auto (ladder op de dakdragers, fietsendrager op de achterklep, enz.).– Indien een niet-goedgekeurde trekhaak gemonteerd is.– Als sneeuwkettingen zijn gemonteerd.– Indien een noodreservewiel wordt gebruikt.– Als de auto is voorzien van andere wielen dan de oorspronkelijke.– Bij wijzigingen aan één of beide bumpers (aanvullende bescherming).– Als de sensoren opnieuw gespoten zijn buiten het TOYOTA-dealernetwerk.– Bij gebruik van sensoren die niet voor uw auto zijn goedgekeurd.
Storingen
Als de functie niet is ingeschakeld, knippert dit lampje tijdelijk en klinkt er een geluidssignaal om een storing in het systeem aan te geven.Als de storing optreedt tijdens het gebruik van het systeem, gaat het lampje uit.Als de storing in de parkeersensoren, die door het branden van dit lampje wordt aangegeven, tijdens het gebruik van het systeem optreedt, wordt de functie uitgeschakeld.Laat in het geval van een storing het systeem controleren door een TOYOTA-dealer of een gekwalificeerde werkplaats.In het geval van een storing in de stuurbekrachtiging wordt u gewaarschuwd door het branden van dit lampje op het instrumentenpaneel, in combinatie met de weergave van een waarschuwingsmelding.Zet de auto zo snel mogelijk op een veilige plaats stil. Neem contact op met een TOYOTA-dealer of een gekwalificeerde werkplaats.
Page 177 of 269

177
Praktische informatie
7
► Trap het rempedaal in en druk op de bedieningshendel om de parkeerrem te deactiveren.► Laat het rempedaal los en zet het contact UIT.
Herstellen van de normale werking
► Houd het rempedaal ingetrapt en start de motor.
NOTIC E
Keyless entry and startTrap het rempedaal niet in bij het AAN of UIT zetten van het contact. Als u dat wel doet zal de motor starten, waardoor u opnieuw moet beginnen met de procedure.
Onderhoudstips
Algemene adviezen
Houd u aan de volgende voorschriften om beschadiging van uw auto te voorkomen.
Exterieur
WARNI NG
Gebruik nooit een hogedrukreiniger voor het reinigen van de motorruimte, omdat hierdoor het elektrische systeem beschadigd kan raken.Was de auto niet in fel zonlicht of in extreem koude omstandigheden.
NOTIC E
Wanneer uw auto wordt gewassen in een wasstraat met rolborstels, sluit dan alle portieren en, afhankelijk van de uitvoering, verwijder de elektronische sleutel.Houd bij gebruik van een hogedrukreiniger de lans op een afstand van ten minste 30 cm van de auto (vooral bij het reinigen van delen met schilferende lak, sensoren of afdichtrubbers).Verwijder vlekken die chemische stoffen bevatten meteen van de auto, omdat die de lak kunnen beschadigen (dit geldt ook voor hars van bomen, vogelpoep, insectenuitwerpselen, pollen en teer).Was de auto vaker als de situatie hiertoe aanleiding geeft, bijvoorbeeld om zoutresten (in kustgebieden), roet (in industriegebieden) of modder (in natte of koude gebieden) te verwijderen. Deze resten kunnen leiden tot corrosie.Neem contact op met een TOYOTA-dealer of een gekwalificeerde werkplaats als u
advies nodig hebt over het verwijderen van hardnekkige vlekken waarvoor speciale producten nodig zijn (zoals teer of insectenverwijderaars).Laat lakbeschadigingen bij voorkeur bijwerken door een TOYOTA-dealer of een gekwalificeerde werkplaats.
Interieur
WARNI NG
Reinig tijdens het wassen van uw auto nooit het interieur met een waterstraal.Vloeistof die in de bekerhouder wordt vervoerd (bijvoorbeeld in een mok) en wordt gemorst, kan bij contact met schakelaars op het dashboard en de middenconsole storingen veroorzaken.
Wees voorzichtig!
Carrosserie
Hoogglanslak
WARNI NG
Gebruik voor het reinigen van de carrosserie geen schurende producten of oplosmiddelen, benzine of olie.Gebruik nooit een schuurspons om hardnekkige vlekken weg te krijgen. Kans op krassen op het lakwerk!Gebruik geen autowas in fel zonlicht of op onderdelen van kunststof of rubber.
Page 266 of 269

266
RDS 226, 253Regeling luchtopbrengst ~ Aanjager, regeling 60Regeling luchtverdeling ~ Luchtverdeling 60Regelmatige controles ~ Controles 171–173Regelmatig onderhoud 126, 172Regeneratie roetfilter 173Reinigen (adviezen) 177–178Rembekrachtigingsysteem 81Remblokken 172–173Remlichten 192Remmen 172–173Remschijven 174Remvloeistof 171Reservewiel 122, 174, 179–180, 183–184, 188Reservoir ruitensproeiers ~ Ruitensproeierreservoir 172Resetten bandenspanningscontrolesysteem 123Richtingaanwijzers 69, 69–70, 69–70, 189, 190–191, 192Rijadviezen 7, 104–105Rijden 104–105
Rijhulpcamera (waarschuwingen) 125Rijhulpsystemen (algemene adviezen) 125Rijstrookcontrolesystemen 81Rijverlichting 68Roetfilter 171–172Ruitensproeier achter 74Ruitensproeiers vóór 73Ruitenwisser achter 74Ruitenwisserbladen (vervangen) 74–75Ruitenwisserbladen vervangen 74–75
Ruitenwissers 73, 76Ruitenwisserschakelaar 73–74, 76Ruitenwissers vóór 73
S
Schakelaars stoelverwarming ~ Stoelverwarming, schakelaars 43Schakel sneeuwketting 163Schuifdeuren 34SCR (Selective Catalytic Reduction) 174SCR-systeem 174Selectiehendel automatische transmissie ~ Schakelen automatische versnellingsbak 11 5–11 9Selectiehendel handgeschakelde versnellingsbak ~ Schakelen elektronisch bediende versnellingsbak 11 4–11 5Sensoren (waarschuwingen) 126Serienummer auto 206Set voor tijdelijke bandenreparatie ~
Bandreparatieset 179–183Sierdeel 188Signalering onoplettendheid 150Sjorogen 56Sleepoog 201Slepen 200Slepen van een auto 199–200Sleutel 24, 26, 28–30Sleutel met afstandsbediening 28SMS 259
Sneeuwkettingen 122, 163Snelheidsbegrenzer 129–132, 140Snelheidslimietherkenning 127–128Snelheidsregelaar 129–130, 133–135, 139–140Snelheidsregeling met snelheidslimietherkenning 129–130Soort lamp 189Spaarfase 167Spiegel naar achterpassagiers 45Sproeiers, verwarmd 63Starten 197Starten dieselmotor ~ Dieselmotor starten 161Starten van de auto 107, 109–11 0, 11 5–11 9Starten van de motor 106Stickers 179Stickerset 179Stilzetten van de auto 109–11 0, 11 5–11 9Stoelen achter ~ Achterbank 40, 45–48, 93Stoelen verstellen 41, 47Stoelverwarming 43Stop & Start 22, 58, 63, 120–121, 161, 169, 173, 197, 200
Streaming audio Bluetooth 216, 228, 255Stuurwiel (verstellen) 43Supervergrendeling 29Synchroniseren afstandsbediening 32Synchroniseren van de afstandsbediening ~ Afstandsbediening synchroniseren 32
Page 267 of 269

267
Alfabetische index
T
Tankbeveiliging 163Technische gegevens 203–204Te laag brandstofniveau ~ Brandstofniveau 160–161Telefoon 52, 217, 219, 228–230, 253–256Teller 126Temperatuurregeling 60Tijdelijke bandenspanning (met set) ~ Banden, noodreparatie 181, 183Tijd instellen 234, 261TMC (verkeersinformatie) 246Toegang tot de 3e zitrij 47Toegang tot het reservewiel 183–184Toevoer van buitenlucht ~ Luchttoevoer (bediening) 60Top Rear Vision 153Trailer Stability Management (TSM) 83Trekhaak 83, 163–164, 165
U
Uitgebreide verkeersbordherkenning 130Uitschakelen airbag passagier ~ Passagiersairbag uitschakelen 90, 94–95Uitschakelen ASR/CDS (ESC) 82USB 214, 228, 249, 254USB-aansluiting 51, 214, 228, 249, 254USB-poort 214, 228, 254
V
Veiligheidsgordels 86–88, 96Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen 90, 92–95, 97, 100–101, 102Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen ~ Kinderen (veiligheidsvoorzieningen) 90, 92–95, 97, 100–101, 102Ventilatie 57–59, 64–66Ventilatieroosters 57Verbonden apps 251Vergrendelen 24, 26, 28Vergrendeling van binnenuit 32Verkeersinformatie (TA) 212Verkeersinformatie (TMC) 246Verklikkerlampjes 68Verklikkerlampjes ~ Controlelampjes 11Verklikkerlampjes ~ Waarschuwingslampjes 11Verklikkerlampje veiligheidsgordel bestuurder niet vastgemaakt ~ Gordellampje 87–88Verklikkerlampje veiligheidsgordels ~
Gordel (lampje) 87–88Verlichting 68Verlichting overdag ~ Dagrijverlichting 70, 188–189Verversen 170Vervuiling van het roetfilter (diesel) 173Verwarming 57–59, 64–66Video 255Voorruitverwarming 63Voorstoelen 41–42
W
Waarschuwing kans op aanrijding 140–141Waarschuwing oplettendheid bestuurder 150Waarschuwingssignaal sleutel in contact 109Waarschuwing vergeten verlichting 69Wassen 126Wassen (adviezen) 177–178Webbrowser 247, 251Wiel demonteren 185, 187Wiel monteren 185, 187Wiel verwisselen 181, 184WiFi-netwerkverbinding 252Window-airbags 91–92
Z
Zekeringen 193–195Zekeringen vervangen 193–195Zekeringkast dashboard 194Zekeringkast motorruimte 194, 196
Zij-airbags 90, 92Zijknipperlicht 190Zonnesensor 57Zuinig rijden 7