display TOYOTA PROACE VERSO 2017 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2017, Model line: PROACE VERSO, Model: TOYOTA PROACE VERSO 2017Pages: 504, PDF Size: 74.22 MB
Page 40 of 504

40
Enkele definities
Actieradius
(km of miles)
Aantal kilometers dat u nog met de
resterende hoeveelheid brandstof
kunt rijden (berekend op basis van
het gemiddelde verbruik over de
laatste afgelegde kilometers).
Deze waarde kan variëren door een
gewijzigde rijstijl of het rijden op een
helling, waardoor het momentele
brandstofverbruik aanzienlijk kan wijzigen.
Als de actieradius minder dan 30 km bedraagt, verschijnen
streepjes op het display. Na het tanken van minimaal
8 liter brandstof wordt de actieradius opnieuw berekend en
weergegeven als deze meer dan 100 km bedraagt.
Neem contact op met een erkende Toyota-dealer
of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige
als er tijdens het rijden continu streepjes worden
weergegeven in plaats van cijfers.
Deze functie wordt alleen weergegeven
bij snelheden vanaf 30 km/h.
Huidig verbruik
(l/100 km, km/l of mpg)
Berekend over de laatste
verstreken seconden.
Gemiddeld verbruik
(l/100 km, km/l of mpg)
Berekend sinds de laatste nulstelling
van de trajectgegevens.
Gemiddelde snelheid
(km/h of mph)
Berekend sinds de laatste nulstelling
van de trajectgegevens.
Afgelegde afstand
(km of miles)
Berekend sinds de laatste nulstelling
van de trajectgegevens.
Stop & Start-teller
(minuten/seconden of
uren/minuten)
Als uw auto is uitgerust met het Stop & Start-
systeem, registreert een teller hoelang de
STOP-stand tijdens een traject is geactiveerd.
De teller wordt elke keer als u het contact
aanzet weer op nul gezet.
Instrumentenpaneel
Page 44 of 504

44
Met touchscreen
Datum en tijd instellen
F Selecteer " Instellen
tijd-datum ".
F
Druk op de toets Instellingen
om de verschillende menu's weer
te geven.
F Wijzig de instellingen in de desbetreffende
velden " Datum" of "Tijd" en druk
vervolgens op " Bevestigen".
F Druk op " Bevestigen" om de
instellingen op te slaan en het
menu te verlaten.
F
Selecteer " OPTIES".
F Selecteer het tabblad " Datum" of "Tijd". U kunt de datum en tijd synchroniseren
met het GPS-navigatiesysteem (indien
aanwezig); deze instellingen worden
dan automatisch geregeld.
Met autoradio
F
Druk op de toets MENU om het algemene
menu weer te geven.
F Druk op de toetsen " 7" of " 8" om het menu
Persoonlijke instellingen - configuratie
te selecteren en bevestig uw keuze door op
de toets " OK" te drukken.
F Druk op de toetsen " 5" of " 6" en " 7"
of " 8" om de gewenste waarden voor de
datum en de tijd in te stellen en druk op de
toets "OK" om uw keuze te bevestigen.
F
Druk op de toets " 5" of " 6" om het menu
Configuratie display , te selecteren en
bevestig uw keuze door op de knop "OK" te
drukken.
Instrumentenpaneel
Page 49 of 504

49
ProaceVerso_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2016
Elektronische startblokkering
In de afstandsbediening is een chip
aangebracht die over een specifieke code
beschikt. Om te kunnen starten, moet bij het
aanzetten van het contact deze code worden
herkend door de startblokkering.
Deze elektronische startblokkering blokkeert
het motormanagementsysteem zodra het
contact wordt afgezet en voorkomt zo het
starten van de motor bij een inbraak.
F
Druk op deze knop.
Lokaliseren van de auto
Met deze functie kunt u uw auto op afstand
lokaliseren, wat vooral praktisch is bij weinig
licht. De auto dient hiervoor wel gedurende ten
minste 5 seconden vergrendeld te zijn.
Hierna zullen gedurende ongeveer
tien seconden de plafonniers gaan branden en
de richtingaanwijzers gaan knipperen.
Verlichting via de afstandsbediening
Druk kort op deze knop om de
verlichting via de afstandsbediening
te activeren (inschakelen van het
parkeerlicht, het dimlicht en de
kentekenplaatverlichting).
Door deze knop een tweede keer
in te drukken ter wijl de verlichting
nog brandt, wordt de verlichting
via de afstandsbediening weer
uitgeschakeld.
Diefstalbeveiliging
Bij een storing in het systeem wordt u
gewaarschuwd door dit verklikkerlampje
in combinatie met een geluidssignaal
en een melding op het display.
Bewaar de sticker die u bij de aflevering
van uw auto samen met de sleutels is
overhandigd zorgvuldig op een plaats
buiten de auto.
In dit geval zal uw auto niet starten. Neem zo snel
mogelijk contact op met een erkende Toyota-dealer
of hersteller/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Afhankelijk van de uitvoering van uw auto.
2
Toegang tot de auto
Page 51 of 504

51
ProaceVerso_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2016
Batterij vervangen
Gooi de lege batterijen van de
afstandsbediening niet weg: ze bevatten
metalen die schadelijk zijn voor het milieu.
Lever lege batterijen in bij een speciaal
verzamelpunt.Als de batterij van de
afstandsbediening leeg is, wordt u
gewaarschuwd door dit lampje op het dashboard,
een geluidssignaal, en een melding op het display.
Synchroniseren
De achterdeuren met ruiten
vergrendelen
F
Controleer of de elektrische
kinderbeveiliging (indien aanwezig) niet is
ingeschakeld.
F Open de linker achterdeur. Batterij ref.: CR1620 / 3 V.
F Ontgrendel het bestuurdersportier
met de sleutel.
F Druk op een van de knoppen van
de afstandsbediening.
F Zet de sleutel in de stand 2 (Contact) .
F Zet het contact af en ver wijder de sleutel
uit het contactslot.
De afstandsbediening werkt nu weer.
Ontgrendelen
F Gebruik de binnenportiergreep.
Storing afstandsbediening
Na het losnemen en weer aansluiten van de
accukabels, het vervangen van de batterij
van de afstandsbediening of een storing in de
afstandsbediening kan de auto niet meer met de
afstandsbediening ontgrendeld, vergrendeld en
gelokaliseerd worden.
F Ontgrendel of vergrendel de auto eerst met de
sleutel in het slot.
F Synchroniseer vervolgens de
afstandsbediening.
Neem, als het probleem aanhoudt, zo snel mogelijk
contact op met een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
F Steek de sleutel (zonder te forceren) in het
vergrendelingssysteem op de zijkant van
de deur en schuif het geheel omhoog.
F Verwijder de sleutel.
F Sluit de deur en controleer van buitenaf of
de auto correct is vergrendeld. F
Wip het deksel los door een kleine
schroevendraaier in de uitsparing te
steken.
F Til de deksel op.
F Verwijder de lege batterij.
F Plaats de nieuwe batterij in de juiste
richting.
F Klik het deksel vast.
2
Toegang tot de auto
Page 59 of 504

59
ProaceVerso_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2016
Als uw auto niet is voorzien van het
alarmsysteem, wordt het inschakelen van
de supervergrendeling bevestigd door het
gedurende ongeveer 2 seconden branden
van de richtingaanwijzers.
Met achterklep
F U kunt de auto vergrendelen met
de afstandsbediening binnen
het detectiebereik A door de
vergrendelschakelaar van de achterklep in
te drukken.
F Druk binnen vijf seconden nogmaals op
de knop om de supervergrendeling in te
schakelen.
Lokaliseren van de auto
Met deze functie kunt u uw auto op afstand
lokaliseren, wat vooral praktisch is bij weinig
licht. De auto dient hiervoor wel gedurende ten
minste 5 seconden vergrendeld te zijn.
F Druk op deze knop.
Hierna zullen gedurende ongeveer
tien seconden de plafonniers gaan branden en
de richtingaanwijzers gaan knipperen.
Verlichting via de afstandsbediening
Afhankelijk van de uitvoering van uw auto.
Druk kort op deze knop om de
verlichting via de afstandsbediening
te activeren (inschakelen van het
parkeerlicht, het dimlicht en de
kentekenplaatverlichting).
Door deze knop een tweede keer
in te drukken ter wijl de verlichting
nog brandt, wordt de verlichting
via de afstandsbediening weer
uitgeschakeld.
Diefstalbeveiliging
Elektronische startblokkering
In de afstandsbediening is een chip
aangebracht die over een specifieke code
beschikt. Om te kunnen starten, moet bij het
aanzetten van het contact deze code worden
herkend door de startblokkering.
Deze elektronische startblokkering blokkeert
het motormanagementsysteem zodra het
contact wordt afgezet en voorkomt zo het
starten van de motor bij een inbraak.
Bij een storing in het systeem
wordt u gewaarschuwd door dit
verklikkerlampje in combinatie met
een geluidssignaal en een melding
op het display.
In dit geval zal uw auto niet starten. Neem
zo snel mogelijk contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
Bewaar de sticker die u bij de aflevering
van uw auto samen met de sleutels is
overhandigd zorgvuldig op een plaats
buiten de auto.
2
Toegang tot de auto
Page 62 of 504

62
ProaceVerso_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2016
Batterij vervangen
Batterij ref.: CR2032 / 3 V.Deze vervangingsbatterij is verkrijgbaar bij een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Als de batterij vervangen moet worden, wordt u gewaarschuwd door
een melding op het display van het instrumentenpaneel.
Gooi de lege batterijen van de
afstandsbediening niet weg: ze bevatten
metalen die schadelijk zijn voor het milieu.
Lever lege batterijen in bij een speciaal
verzamelpunt.
F
Houd de afstandsbediening tegen de lezer.
F Houd hem in deze positie en zet het
contact aan door op de knop "START/
STOP" te drukken.
De afstandsbediening werkt nu weer.
Synchroniseren
Probleem met de
afstandsbediening
Na het losnemen en weer aansluiten van de
accukabels, het vervangen van de batterij
van de afstandsbediening of een storing in de
afstandsbediening kan de auto niet meer met
de afstandsbediening worden ontgrendeld,
vergrendeld en gelokaliseerd.
F Steek eerst de geïntegreerde sleutel in het
slot om de auto te openen of te sluiten.
F Synchroniseer vervolgens de
afstandsbediening.
Neem, als het probleem aanhoudt, zo snel mogelijk
contact op met een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
F Ontgrendel het bestuurdersportier met de
geïntegreerde sleutel.
F Druk op een van de knoppen van
de afstandsbediening.
F Steek de geïntegreerde sleutel in het slot
om de auto te openen. F
Wip het deksel met een kleine
schroevendraaier bij de uitsparing los.
F Verwijder het deksel.
F Verwijder de lege batterij.
F Plaats een nieuwe batterij in de juiste
richting in de houder.
F Druk het deksel vast.
Toegang tot de auto
Page 113 of 504

113
ProaceVerso_nl_Chap03_ergonomie-et-confort_ed01-2016
12V-aansluiting(en)
(afhankelijk van de uitvoering)
USB-aansluiting
F Open, wanneer u een 12V-accessoire
(maximaal vermogen: 120 W) wilt
aansluiten, het kapje en sluit een geschikte
adapter aan. Hierop kunt u draagbare apparatuur aansluiten,
zoals een iPod
® of een USB-stick.
Via deze aansluiting kunt u de audiobestanden
op uw draagbare apparatuur beluisteren via de
luidsprekers van uw audiosysteem.
U kunt deze bestanden beheren met de toetsen
op het stuur wiel of de toetsen van de autoradio.
Tijdens het gebruik van de USB-
aansluiting kan de draagbare apparatuur
automatisch worden opgeladen.
Tijdens het laden wordt een melding
weergegeven als het stroomverbruik van
de draagbare apparatuur hoger is dan de
door de auto geleverde stroomsterkte.
Raadpleeg de rubriek Audio en
datacommunicatie voor meer informatie
over het gebruik van deze voorziening.
Houd u aan het maximaal toegestane vermogen
om schade aan uw apparatuur te voorkomen.
Het aansluiten van elektrische
apparatuur die niet door Toyota is
goedgekeurd, zoals een lader met USB-
aansluitingen, kan leiden tot storingen
in de werking van de elektrische
componenten van de auto, zoals een
slechte radio-ontvangst of storingen in
de weergave van de displays.
3
Ergonomie en comfort
Page 127 of 504

127
ProaceVerso_nl_Chap03_ergonomie-et-confort_ed01-2016
Instelling op een waarde van ongeveer
21 biedt een optimaal comfort. Desgewenst
kunt u een andere waarde instellen, die
gebruikelijk tussen 18 en 24 ligt.
Het is raadzaam het verschil tussen de
instellingen links en rechts niet meer dan 3
te laten bedragen.
Automatische airconditioning met gescheiden regeling
Voor het beste compromis tussen
thermisch comfort en een laag
geluidsniveau.
Voor een aangenaam comfort en
een zo laag mogelijk geluidsniveau,
aangezien de aanjagersnelheid
beperkt wordt. Voor een doeltreffende en
dynamische luchttoevoer.
F
Druk herhaaldelijk op de
toets "AUTO" .
Automatisch programma
"comfort" TemperatuurF
Duw de impulstoets
omlaag om de waarde te
verlagen of omhoog om
de waarde te verhogen.
Om bij koude motor de toevoer van
koude lucht te beperken, wordt de
ventilatie geleidelijk op het optimale
niveau gebracht.
Bij koud weer wordt de warme lucht
uitsluitend naar de voorruit, de zijruiten
en de beenruimte van de passagiers
verdeeld.
Het geactiveerde programma wordt zoals hieronder
beschreven weergegeven op het display:
Het is mogelijk één of meer functies van de
airconditioning handmatig in te stellen, terwijl
de overige functies automatisch worden
geregeld.
Zodra u een instelling wijzigt, verdwijnt het
symbool "
AUTO".
Handmatige stand
De bestuurder en voorpassagier kunnen de
temperatuur afzonderlijk naar wens instellen.
De op het display weergegeven waarde heeft
betrekking op een bepaald comfortniveau en
niet op de temperatuur in graden Celsius of
Fahrenheit.
3
Ergonomie en comfort
Page 160 of 504

160
ProaceVerso_nl_Chap05_securite_ed01-2016
Antiblokkeersysteem
(ABS) en elektronische
remdrukregelaar (REF)
Trap het rempedaal bij een noodstop
krachtig en volledig in en laat het
niet los. Zorg er bij vervanging van de wielen
(banden en velgen) voor dat wielen
worden gemonteerd die voor uw auto
zijn gehomologeerd.
De normale werking van het
antiblokkeersysteem kan merkbaar zijn
door het trillen van het rempedaal.
Als dit lampje blijft branden, duidt dit
op een storing in het ABS-systeem.
De normale remwerking van uw auto
blijft behouden. Rijd wel voorzichtig
en matig uw snelheid.
Als dit lampje gaat branden
in combinatie met de
verklikkerlampjes STOP en
ABS, een geluidssignaal en een
melding op het display, duidt dit
op een storing in de elektronische
remdrukregelaar.
Zet de auto zo snel mogelijk op
een veilige plaats stil.
Laat in beide gevallen het systeem
zo snel mogelijk nakijken door
een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
Intelligente tractiecontrole
Afhankelijk van de uitvoering is uw auto
uitgerust met een systeem dat zorgt voor extra
tractie op besneeuwde wegen: intelligente
tractiecontrole .
Deze functie signaleert situaties met weinig
grip, zoals wegrijden en voortbewegen van
de auto in verse en diepe sneeuw of over
platgereden sneeuw.
In dergelijke omstandigheden regelt de
intelligente tractiecontrole het doorslippen
van de voor wielen om voor een optimale
grip te zorgen. Zo wordt de aandrijving en de
bestuurbaarheid verbeterd.
Onder gladde omstandigheden is het
raadzaam te rijden op winterbanden.
Veiligheid
Page 161 of 504

161
ProaceVerso_nl_Chap05_securite_ed01-2016
Dynamische stabiliteitscontrole
(ESP) en antispinregeling (ASR)
Inschakelen
Deze systemen worden automatisch ingeschakeld zodra de motor
wordt gestart.
Zodra deze systemen signaleren dat de wielen te weinig grip hebben
of de koers van de auto afwijkt van de door de bestuurder gewenste
richting, grijpen ze in op de werking van de motor en het remsysteem.
In dat geval gaat dit verklikkerlampje
op het instrumentenpaneel
knipperen.
Uitschakelen
In bijzondere omstandigheden (als de auto
vastzit in de modder, sneeuw, in mulle
grond, ...) kan het nuttig zijn het CDS-systeem
uit te schakelen, zodat de wielen kunnen
spinnen en weer grip kunnen krijgen.
Het is echter aanbevolen het systeem zo snel
mogelijk weer in te schakelen.
Storing
Opnieuw inschakelen
F Druk op deze knop.
F
Zet de draaiknop in deze stand.
Of
Als het lampje op de (draai)knop gaat branden,
grijpt het CDS-systeem niet meer in op de
werking van de motor. Het systeem wordt automatisch weer
ingeschakeld als het contact opnieuw wordt
aangezet of vanaf snelheden boven 50 km/h.
Maar bij snelheden tot 50 km/h kunt u het
systeem handmatig opnieuw inschakelen. F
Druk op deze knop.
Of
F Zet de draaiknop in deze stand.
Het lampje op de (draai)knop gaat uit. Het CDS-systeem zorgt voor meer
veiligheid tijdens het rijden. De
bestuurder mag zich echter nooit laten
verleiden tot het nemen van meer
risico's of te hard rijden.
De goede werking van het systeem
wordt verzekerd door de naleving van
de voorschriften van de constructeur
met betrekking tot de wielen (banden
en velgen), onderdelen van het
remsysteem, elektronische onderdelen
alsmede de montageprocedure en het
uitvoeren van werkzaamheden door het
Toyota-netwerk.
Laat na een aanrijding het systeem
nakijken door een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.Als dit verklikkerlampje gaat branden
in combinatie met een geluidssignaal
en een melding op het display, duidt
dit op een storing in het systeem.
Neem contact op met een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige om het systeem te laten nakijken.
5
Veiligheid