TOYOTA PROACE VERSO 2017 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2017, Model line: PROACE VERSO, Model: TOYOTA PROACE VERSO 2017Pages: 504, PDF Size: 74.22 MB
Page 81 of 504

81
ProaceVerso_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2016
Zie het desbetreffende hoofdstuk voor
meer informatie over de sleutel, de
afstandsbediening of het Smart entry-
systeem met startknop, in het bijzonder
voor het vergrendelen van de auto.Zie het desbetreffende hoofdstuk voor
meer informatie over de sleutel, de
afstandsbediening of het Smart entry-
systeem met startknop, in het bijzonder
voor het vergrendelen van de auto.
Achterklep
F
Trek na het ontgrendelen van de
auto met behulp van de sleutel, de
afstandsbediening of het Smart entry-
systeem met startknop, aan de handgreep
en beweeg de achterklep omhoog.
Openen
F Beweeg de achterklep omlaag met behulp van de lus aan
de binnenzijde en druk hem vervolgens helemaal dicht.
Sluiten Noodbediening
Hierdoor kan de achterklep mechanisch
worden ontgrendeld wanneer de accu ontladen
is of de centrale vergrendeling defect is.
Ontgrendelen
F Klap indien nodig de achterbank (indien
aanwezig) naar voren om van binnenuit bij
het slot te komen.
Vergrendeling na het sluiten
Als het probleem na het nogmaals sluiten
aanhoudt, blijft de achterklep vergrendeld.
Als de achterklep niet geheel gesloten is:
-
brandt bij stilstaande auto
en draaiende motor dit
verklikkerlampje in combinatie
met een waarschuwingsmelding
die gedurende enkele seconden
wordt weergegeven,
F Steek een kleine schroevendraaier in
opening A van het slot en ontgrendel de
achterklep.
F Verplaats de nok naar rechts.
-
brandt tijdens het rijden (wagensnelheid hoger dan
10 km/h) dit verklikkerlampje in combinatie met een
geluidssignaal en een waarschuwingsmelding die
gedurende enkele seconden wordt weergegeven.
2
Toegang tot de auto
Page 82 of 504

82
ProaceVerso_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2016
Zie het desbetreffende hoofdstuk voor
meer informatie over de sleutel, de
afstandsbediening of het Smart entry-
systeem met startknop, in het bijzonder
voor het vergrendelen van de auto.Zie het desbetreffende hoofdstuk voor
meer informatie over de sleutel, de
afstandsbediening of het Smart entry-
systeem met startknop, in het bijzonder
voor het vergrendelen van de auto.
De achterklep en de achterruit kunnen
niet tegelijkertijd open zijn, dit om
beschadiging ervan te voorkomen.
Separaat te openen achterruit achterklep
Door de achterruit te openen hebt u
rechtstreeks toegang tot de achterzijde van
de auto zonder dat u de achterklep hoeft te
openen.
Openen
Sluiten
Druk na het ontgrendelen van de auto (met
behulp van de sleutel, de afstandsbediening
of het Smart entry-systeem met startknop,
afhankelijk van de uitrusting) op de bediening
van de achterruit om de ruit te openen. Sluit de achterruit door op het midden van de
ruit te drukken totdat deze volledig gesloten is.
Als de ruit van de achterklep niet
goed is gesloten:
- bij stilstaande auto en
draaiende motor brandt dit
verklikkerlampje in combinatie
met een waarschuwingsmelding
die enkele seconden wordt
weergegeven,
- tijdens het rijden (wagensnelheid
hoger dan 10 km/h) brandt dit
verklikkerlampje in combinatie
met een geluidssignaal en
waarschuwingsmelding
die enkele seconden wordt
weergegeven.
Toegang tot de auto
Page 83 of 504

83
ProaceVerso_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2016
Dit systeem beveiligt uw auto tegen inbraak en
diefstal.
AlarmOmtrekbeveiliging
Dit systeem houdt de te openen carrosseriedelen van de auto in
de gaten.
Het alarm gaat af als iemand een van de te openen
carrosseriedelen (waaronder ook de motorkap) probeert te openen.
Automatische
beveiligingsfunctie
Dit systeem treedt in werking als iemand probeert
het alarm te saboteren.
Het alarm gaat af als iemand probeert de accu, de
knop of de kabels van de sirene uit te schakelen of
te beschadigen.Neem voor alle werkzaamheden aan het
alarmsysteem contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
Interieurbeveiliging
Dit systeem treedt in werking als er
bewegingen in het interieur worden
waargenomen.
Het alarm gaat af als er een ruit wordt
ingeslagen, als iets of iemand de auto
binnendringt of als iets of iemand in de auto
beweegt.
Als uw auto is uitgerust met een (op
afstand bedienbare) brandstofbrander,
is dit systeem niet compatibel met
volumetrische bewaking.
Zie het desbetreffende hoofdstuk voor
meer informatie over de (op afstand
bedienbare) brandstofbrander. F
Vergrendel de auto met het Smart entry-
systeem met startknop.
Totale beveiliging
Inschakelen
F Vergrendel de auto met de
afstandsbediening.
of
Het alarmsysteem is geactiveerd: het
verklikkerlampje van de knop zal één keer per
seconde knipperen en de richtingaanwijzers
knipperen gedurende ongeveer 2 seconden.
Na een opdracht om de auto te vergrendelen
met de afstandsbediening of het Smart entry-
systeem met startknop wordt na een vertraging
van 5 seconden de bewaking van de directe
omgeving van de auto geactiveerd en de
volumetrische bewaking van het interieur.
Als een portier, de achterklep/achterdeur,
de motorkap, e.d. niet volledig is gesloten,
wordt de auto niet vergrendeld, maar wordt de
bewaking na een vertraging van 45 seconden
geactiveerd. F Zet het contact af en verlaat de auto.
2
Toegang tot de auto
Page 84 of 504

84
ProaceVerso_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2016
Interieurbeveiliging
UitschakelenF Zet het contact af en druk binnen
10 seconden op deze toets en
houd deze ingedrukt tot het
verklikkerlampje blijft branden.
F Stap uit.
Inschakelen
Het verklikkerlampje van de knop gaat uit. F
Vergrendel de auto direct met de
afstandsbediening of het Smart
entry-systeem met startknop.
Alleen de omtrekbeveiliging wordt
ingeschakeld: het verklikkerlampje van de knop
zal één keer per seconde knipperen.
Om de interieurbeveiliging uit te schakelen
moet deze procedure elke keer na het afzetten
van het contact worden uitgevoerd.
F
Deactiveer de bewaking van de
directe omgeving van de auto door
de auto te ontgrendelen met de
afstandsbediening of het Smart
entry-systeem met startknop.
F Activeer het volledige
alarmsysteem door de auto
te vergrendelen met de
afstandsbediening of het Smart
entry-systeem met startknop.
Het verklikkerlampje van de knop knippert weer
één keer per seconde.
Afgaan van het alarm
Als het alarm afgaat, treedt de sirene in
werking en knipperen de richtingaanwijzers
gedurende dertig seconden.
Als het alarm voor de 11
e keer afgaat, worden
de alarmsystemen uitgeschakeld.
Wanneer de auto wordt ontgrendeld
met de afstandsbediening of het
Smart entry-systeem met startknop,
gaat het controlelampje in de toets
snel knipperen om u te informeren
dat het alarm is geactiveerd tijdens
uw afwezigheid.
Het lampje stopt met knipperen als
het contact wordt aangezet.
Uitschakelen
F Druk op deze ontgrendelknop
van de afstandsbediening.
of
F Ontgrendel de auto met het Smart entry-
systeem met startknop.
Als de auto automatisch opnieuw wordt
vergrendeld (als 30 seconden zijn
verstreken zonder dat een van de te
openen carrosseriedelen is geopend),
wordt het alarmsysteem automatisch
weer ingeschakeld.
Het alarmsysteem is uitgeschakeld: het
verklikkerlampje van de knop is uit en de
richtingaanwijzers knipperen gedurende
ongeveer 2 seconden.
Beveiliging - met alleen de
omtrekbeveiliging ingeschakeld
Schakel de interieurbeveiliging uit om te
voorkomen dat het alarm onnodig wordt
ingeschakeld als bijvoorbeeld:
-
iemand in de auto aanwezig is,
- een ruit op een kier blijft staan,
- de auto wordt gewassen,
- een wiel wordt ver wisseld,
- de auto wordt gesleept,
- de auto op een boot wordt vervoerd.
Toegang tot de auto
Page 85 of 504

85
ProaceVerso_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2016
Storing afstandsbediening
Om de alarmsystemen uit te schakelen:
F Ontgrendel de auto met de sleutel
(geïntegreerd in de afstandsbediening met
Smart entry-systeem met startknop) in het
slot van het bestuurdersportier.
F Open het portier; het alarm gaat af.
F Zet het contact aan, het alarm stopt. Het
verklikkerlampje van de knop gaat uit.
Vergrendelen van de auto
zonder het alarm in te schakelen
F Vergrendel de auto of activeer de
supervergrendeling met de sleutel
(geïntegreerd in de afstandsbediening met
Smart entry-systeem met startknop) in het
slot van het bestuurdersportier.
Storing
Als bij het aanzetten van het contact
het verklikkerlampje van de knop blijft
branden, duidt dit op een storing in het
systeem.
Laat het nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
Automatisch inschakelen
Deze functie is niet beschikbaar, optioneel of
standaard.
Het systeem wordt 2 minuten nadat het
laatste te openen carrosseriedeel is gesloten,
automatisch ingeschakeld.
F Druk, om te voorkomen dat het alarm
wordt geactiveerd wanneer u in de auto
stapt, eerst op de ontgrendeltoets van
de afstandsbediening of ontgrendel de
auto met het Smart entry-systeem met
star tknop.
2
Toegang tot de auto
Page 86 of 504

86
ProaceVerso_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2016
1. Schakelaar ruitbediening bestuurderszijde
2. Schakelaar ruitbediening passagierszijde
Resetten
Nadat de accukabels los zijn geweest, moet de
ruitbediening opnieuw gereset worden.
F Open de ruit volledig en sluit de ruit.
Telkens als de schakelaar omhoog wordt
getrokken, sluit de ruit enkele centimeters.
F Laat de schakelaar los en trek hem
opnieuw omhoog totdat de ruit volledig is
gesloten.
F Houd de schakelaar na het sluiten nog
minimaal één seconde vast.Elektrisch bedienbare ruiten
U kunt de ruiten op twee manieren bedienen: Tijdens deze handelingen is de beveiliging
tegen beknellen uitgeschakeld.
Neem bij het verlaten van de auto, zelfs voor
een korte periode, altijd de sleutel mee.
Wanneer tijdens het bedienen van de ruit
iets tussen de ruit en de sponning bekneld
raakt, moet de ruit weer worden geopend.
Druk daarvoor op de desbetreffende
schakelaar.
Wanneer de bestuurder de ruiten van de
passagiers bedient, moet hij er zeker van
zijn dat niets het correcte sluiten van de
ruiten hindert.
De bestuurder moet er zeker van zijn dat
de passagiers op de juiste manier gebruik
maken van de elektrische ruitbediening.
Let er goed op dat kinderen zich tijdens
het bedienen van de ruiten niet kunnen
bezeren.
Handbediening
Duw of trek de schakelaar tot aan het zware
punt om de ruit te openen of te sluiten. De ruit
stopt zodra de schakelaar wordt losgelaten.
Automatische bediening
Duw of trek de schakelaar voorbij het zware
punt. Als u de schakelaar hebt losgelaten,
opent of sluit de ruit volledig. Druk nogmaals
op de schakelaar om het openen of sluiten te
stoppen.
De elektrische ruitbediening wordt
uitgeschakeld:
-
ongeveer 45 seconden na het afzetten van
het contact.
- als bij afgezet contact een voorportier
wordt geopend.
Beveiliging tegen beknellen
(volgens uitvoering)
Als de ruit sluit en tegen een obstakel stuit,
stopt de ruit en gaat deze direct gedeeltelijk
weer open.
Als de ruit niet wil sluiten, druk dan op de
schakelaar om de ruit helemaal te openen. Trek
vervolgens binnen 4 seconden de schakelaar
omhoog tot de ruit volledig is gesloten.
Tijdens deze handelingen is de beveiliging
tegen beknellen uitgeschakeld.
Toegang tot de auto
Page 87 of 504

87
ProaceVerso_nl_Chap03_ergonomie-et-confort_ed01-2016
Stuurwielverstelling
F Zorg dat de auto stilstaat en duw
de hendel omlaag om het stuur wiel te
ontgrendelen.
F Verstel het stuur wiel in hoogte en diepte
voor een optimale zithouding.
F Trek aan de hendel om het stuur wiel te
vergrendelen.
Voer deze handelingen om
veiligheidsredenen uitsluitend uit bij
stilstaande auto.
Handmatig verstelbare voorstoelen
F Til de beugel op en schuif de stoel in de
gewenste stand. F
Trek de hendel omhoog of duw deze
omlaag tot de gewenste stand bereikt is.
Verstelling in lengterichtingHoogteverstelling (volgens uitvoering)
Uit veiligheidsoverwegingen mogen de stoelen uitsluitend bij stilstaande auto worden versteld.
Zorg er bij het verstellen van de stoel naar achteren voor dat het schuiven van de stoel niet
wordt verhinderd door personen of hinderlijke voor werpen op de vloer achter de stoel om te
voorkomen dat de stoel wordt geblokkeerd. Onderbreek het schuiven van de stoel meteen
als dit het geval is.
3
Ergonomie en comfort
Page 88 of 504

88
ProaceVerso_nl_Chap03_ergonomie-et-confort_ed01-2016
F Draai aan de draaiknop om de rugleuning
te verstellen.
Rugleuningverstelling
F Draai aan de knop om de lendensteun in
de gewenste stand te zetten.
Lendensteun
Raadpleeg de desbetreffende
rubriek voor meer informatie over de
veiligheidsgordels . F
Trek de hendel zo ver mogelijk omhoog en
kantel de rugleuning naar voren of naar
achteren.
Ergonomie en comfort
Page 89 of 504

89
ProaceVerso_nl_Chap03_ergonomie-et-confort_ed01-2016
F Zet de hoofdsteun in de laagste stand, zet
de armsteun (indien aanwezig) rechtop en
klap het uitklaptafeltje aan de achterzijde
van de rugleuning in.
Tafelstand van de rugleuning
van de bestuurders- en/of
voorpassagiersstoel
Controleer of er geen voor werpen
boven of onder een stoel de beweging
van de stoel kunnen hinderen.
Als de rugleuning van de voorpassagiersstoel in
de tafelstand is gezet, kunnen lange voor werpen
worden vervoerd.
Als de rugleuning van de bestuurdersstoel in de
tafelstand is gezet, kunnen de achterpassagiers
door de hulpdiensten uit de auto worden gehaald.
F Trek de hendel zo ver mogelijk omhoog en
kantel de rugleuning naar voren.
Om de stoel weer in de normale stand te zetten
moet u de hendel omhoog trekken om de
rugleuning te ontgrendelen en vervolgens de
rugleuning rechtop zetten.
3
Ergonomie en comfort
Page 90 of 504

90
ProaceVerso_nl_Chap03_ergonomie-et-confort_ed01-2016
Elektrisch verstelbare voorstoel
In lengterichtingRugleuninghoekZittinghoogte
Voer deze elektrische verstellingen
alleen bij draaiende motor uit om te
voorkomen dat de accu leegraakt.
F
Duw de schakelaar naar voren of naar
achteren om de gewenste stand te
verkrijgen. F
Duw de schakelaar naar voren of naar
achteren om de gewenste hoek te
verkrijgen. F
Beweeg de schakelaar omhoog of omlaag
om de gewenste hoogte in te stellen.
Zorg er bij het verstellen van de stoel naar achteren voor dat het schuiven van de stoel niet
wordt verhinderd door personen of hinderlijke voor werpen op de vloer achter de stoel om te
voorkomen dat de stoel wordt geblokkeerd. Onderbreek het schuiven van de stoel meteen
als dit het geval is. Raadpleeg de desbetreffende
rubriek voor meer informatie over de
veiligheidsgordels
.
Ergonomie en comfort