sensor TOYOTA PROACE VERSO 2019 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2019, Model line: PROACE VERSO, Model: TOYOTA PROACE VERSO 2019Pages: 505, PDF Size: 56.63 MB
Page 253 of 505

252
ProaceVerso_nl_Chap06_conduite_ed01-2019
Deze functie signaleert met behulp van sensoren in de bumper obstakels in de nabijheid van de auto (zoals voetgangers, auto's, bomen en slagbomen) die binnen het detectiebereik vallen.Bepaalde obstakels (zoals paaltjes en pionnen) die aanvankelijk wel worden gedetecteerd, worden mogelijk niet meer gedetecteerd als ze zich in de dode hoek van het detectiebereik van de sensoren bevinden.
Parkeerhulp
De functie wordt geactiveerd zodra de achteruitversnelling wordt ingeschakeld.Dit wordt bevestigd door een geluidssignaal.Zodra de achteruitversnelling wordt uitgeschakeld, is de functie niet meer actief.
Geluidssignalen
Parkeerhulp achter
De grafische weergave is een aanvulling op het geluidssignaal. Op het scherm of op het instrumentenpaneel worden blokjes weergegeven die het pictogram van de auto steeds dichter naderen. Als de auto het obstakel zeer dicht genaderd is, verschijnt het symbool "Gevaar".
Grafische weergave
Deze functie is een hulpsysteem: de bestuurder dient altijd alert te blijven.
De bestuurder wordt via een onderbroken geluidssignaal gewaarschuwd bij het naderen van obstakels. De frequentie van het geluidssignaal neemt toe naarmate de auto het obstakel nadert.Aan de weergave van het geluidssignaal via de luidspreker (rechts of links) is te herkennen aan welke zijde van de auto het obstakel zich bevindt.Zodra de afstand tussen de auto en het obstakel kleiner wordt dan dertig centimeter, klinkt het geluidssignaal ononderbroken.
Rijden
Page 254 of 505

253
ProaceVerso_nl_Chap06_conduite_ed01-2019
Parkeerhulp vóór
De parkeerhulp vóór is een aanvulling op de parkeerhulp achter en wordt geactiveerd zodra er bij een wagensnelheid van maximaal 10 km/h vóór de auto een obstakel wordt gedetecteerd.De parkeerhulp vóór wordt uitgeschakeld zodra de auto langer dan drie seconden stilstaat met een ingeschakelde versnelling vooruit, als er geen obstakel meer wordt gedetecteerd of wanneer de wagensnelheid hoger wordt dan 10 km/h.
Met autoradio
Uitschakelen/inschakelen
De functie kan worden uitgeschakeld of ingeschakeld via het configuratiemenu van de auto.
Aan de hand van het geluid dat via de luidspreker (voor of achter) wordt weergegeven, is te herkennen of het obstakel zich voor of achter de auto bevindt.
De functie wordt automatisch uitgeschakeld als een aanhanger wordt aangekoppeld of een fietsendrager op de trekhaak wordt bevestigd (indien de auto is uitgerust met een volgens de voorschriften van het Toyota-netwerk gemonteerde trekhaak).
Open het menu "Persoonlijke instelling - configuratie" en activeer/deactiveer "Parkeerhulp".
Met touchscreen
Open het menu Rijden en activeer/deactiveer "Parkeerhulp".
Als bij het inschakelen van de achteruitversnelling een storing wordt gesignaleerd, gebeurt afhankelijk van de uitvoering het volgende:
Neem contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Dit verklikkerlampje gaat branden en er verschijnt een melding, in combinatie met een geluidssignaal.
Het lampje van deze toets gaat knipperen en er verschijnt een melding, in combinatie met een geluidssignaal.
Controleer bij slecht weer of in winterse omstandigheden of de sensoren soms bedekt zijn met modder, ijs of sneeuw. Bij het inschakelen van de achteruitversnelling geeft een geluidssignaal (lange pieptoon) aan dat de sensoren vuil kunnen zijn.De parkeerhulp kan geluidssignalen geven als reactie op bepaalde omgevingsgeluiden (motoren, vrachtwagens, drilboren, enz.).
Wassen met hogedrukspuit
Houd tijdens het wassen van de auto het uiteinde van de hogedrukspuit op minimaal 30 centimeter van de sensoren, omdat ze anders beschadigd kunnen raken.
Storing
6
Rijden
Page 256 of 505

255
ProaceVerso_nl_Chap06_conduite_ed01-2019
180°-camerasysteem achter
Met dit systeem kunt u op het scherm de nabije omgeving van uw auto zien dankzij camera's aan de achterzijde van de auto. Ter aanvulling wordt voor het beeld van bovenaf van de omgeving van uw auto (birdview-beeld, rechter gedeelte) gebruik gemaakt van de informatie van de parkeersensoren achter en/of voor.Naast het birdview-beeld van de auto (rechter gedeelte) kunnen andere typen beelden worden weergegeven (linker gedeelte):- standaardbeeld van de omgeving achter de auto,- 180°-beeld van de omgeving achter de auto,- ingezoomd beeld van de omgeving achter
de auto (samengesteld).
Principe van de
beeldsamenstelling
Het systeem geeft een aan de omstandigheden aangepast beeld (linker gedeelte) en een birdview-beeld van de auto in zijn nabije omgeving weer.Standaard is de modus auto (automatisch) geactiveerd.In deze modus bepaalt het systeem zelf, op basis van de informatie van de parkeerhulp, welk beeld (standaard of ingezoomd) het beste kan worden weergegeven.Het 180°-beeld kan alleen via de menu's worden geselecteerd.
De weergave verdwijnt bij een wagensnelheid van ongeveer 10 km/h.De functie wordt automatisch uitgeschakeld ongeveer 7 seconden
na het uit de achteruitversnelling schakelen of als een achterdeur of de achterklep wordt geopend.
Ondanks de aanwezigheid van dit visuele hulpsysteem moet de bestuurder altijd alert blijven.De door de camera's geleverde beelden kunnen door het reliëf zijn ver vormd.Bij schaduwzones achter de auto (bij zonnig weer) of bij onvoldoende licht kan het beeld donkerder worden en het contrast afnemen.
Tijdens het achteruitrijden registreert het systeem met behulp van de camera's achter de omgeving van de auto. Er wordt in realtime een birdview-beeld samengesteld van de nabije omgeving van de auto (tussen de blauwe haken) dat tijdens de manoeuvre permanent wordt aangepast.Dit beeld maakt het correct inparkeren gemakkelijker en biedt u de mogelijkheid alle obstakels in de buurt van de auto te zien.Dit samengestelde beeld verdwijnt automatisch als de auto langere tijd stilstaat.
6
Rijden
Page 258 of 505

257
ProaceVerso_nl_Chap06_conduite_ed01-2019
Inschakelen
Het systeem wordt automatisch ingeschakeld als de achteruitversnelling wordt ingeschakeld.De functie wordt weergegeven op het touchscreen. Druk op het rode kruis links boven op het venster om het weergegeven venster te sluiten.
Wanneer het submenu wordt weergegeven, kunt u een van de vier beeldopties kiezen:
"Standaardbeeld".
"180°-beeld".
"Ingezoomd beeld".
" M o dus AUTO ".
Door op deze zone te drukken kunt u op elk gewenst moment de weergavemodus kiezen.
Controleer regelmatig of de lenzen van de camera's schoon zijn.Reinig regelmatig de achteruitrijcamera met een zachte en droge doek.
"Modus AUTO"
Deze modus is standaard geactiveerd.Dankzij de sensoren in de achterbumper kan, wanneer de auto een obstakel nadert, automatisch worden overgeschakeld van het beeld van de omgeving achter de auto naar het birdview-beeld.
De functie wordt automatisch uitgeschakeld als een aanhanger wordt getrokken of als een fietsendrager op de trekhaak is gemonteerd (auto met een volgens de voorschriften van de fabrikant gemonteerde trekhaak).
Snelstartmodus
Met de snelstartmodus kan zo snel mogelijk de omgeving van de auto (linker gedeelte) en de bovenzijde van de auto worden weergegeven.
Wassen met hogedrukspuit (bijv. bij modder op de camera's)Houd tijdens het wassen van de auto het uiteinde van de hogedrukspuit op minimaal 30 cm van de lenzen van de camera's, omdat
deze anders beschadigd kunnen raken.
Een melding (in het Engels) geeft aan dat u de omgeving van de auto moet controleren voordat u de manoeuvre uitvoert.
6
Rijden
Page 259 of 505

258
ProaceVerso_nl_Chap06_conduite_ed01-2019
Tyre Pressure Warning System (TPWS)
Het systeem bewaakt de spanning van de vier banden zodra de auto begint te rijden.Het systeem vergelijkt de signalen van de snelheidssensoren van de wielen met de referentiewaarden die elke keer nadat de banden op spanning zijn gebracht of na het verwisselen van een wiel moeten worden gereset.Het systeem geeft een waarschuwing zodra wordt gesignaleerd dat de spanning van een of meer banden te laag is.
Het bandenspanningswaarschuwingssysteem (TPWS) kan nooit de noodzaak voor de bestuurder om zelf alert te blijven vervangen.Het systeem onthoudt u niet van de verantwoordelijkheid om elke maand de bandenspanning te controleren (ook die van het reser vewiel). Doe dit ook voordat u een
lange rit gaat maken.Het rijden met een te lage bandenspanning heeft een nadelige invloed op het weggedrag en de remweg van de auto en veroorzaakt vroegtijdige bandenslijtage, vooral onder zware omstandigheden (zware belading, hoge snelheden, een lange rit).
Dit systeem controleert automatisch de bandenspanning tijdens het rijden.
De voor uw auto voorgeschreven bandenspanningen staan op het bandenspanningslabel.Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer informatie over de identificatie van de auto.De bandenspanning moet worden gecontroleerd als de banden "koud" zijn (de auto staat langer dan een uur stil of er is minder dan 10 km gereden met een beperkte snelheid).Onder andere omstandigheden (bij warme banden) moet de bandenspanning ten opzichte van de op de sticker vermelde spanning met 0,3 bar worden verhoogd.
Het rijden met een te lage bandenspanning veroorzaakt bovendien een hoger brandstofverbruik.
Sneeuwkettingen
Het systeem hoeft niet gereset
te worden na het aanbrengen of verwijderen van sneeuwkettingen.
Reservewiel
Het stalen reser vewiel heeft geen bandenspanningswaarschuwingssensor.
Rijden
Page 298 of 505

297
ProaceVerso_nl_Chap08_En-cas-de-panne_ed01-2019
F Draai met de wielsleutel 1 en de dop 4 de slotbout (indien aanwezig) vast.F Draai met alleen de wielsleutel 1 de overige wielbouten vast.F Berg het gereedschap op in de gereedschapskist.
Op deze sticker staat de bandenspanning aangegeven.
Na het verwisselen van het wiel
Berg het wiel met de lekke band correct op in de reservewielhouder.Laat een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige controleren of de bouten goed zijn vastgezet en of de bandenspanning van het reservewiel juist is.Laat de lekke band zo spoedig mogelijk repareren en verwissel hem met het reservewiel.
Als uw auto is voorzien van een bandenspanningswaarschuwingssysteem, controleer dan de bandenspanning en initialiseer het systeem opnieuw.
Tyre Pressure Warning System (TPWS)
Het stalen reser vewiel is niet voorzien van een bandenspanningssensor.
Wiel met full-cover
wieldop
Bij het monteren van het wiel: bevestig de wieldop door de opening er van ter hoogte van het ventiel te houden en druk
ver volgens met de handpalm tegen de
gehele omtrek van de wieldop.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer informatie over het bandenspanningscontrolesysteem.
8
Storingen verhelpen
Page 314 of 505

313
ProaceVerso_nl_Chap08_En-cas-de-panne_ed01-2019
Zekeringn r.Ampère(A)Functies
F110Elektrische stuurbekrachtiging, koppelingspedaalschakelaar.
F415Claxon.
F520Ruitensproeierpomp voor/achter.
F620Ruitensproeierpomp voor/achter.
F71012V-aansluiting achter.
F820Ruitenwisser(s) achter.
F10/F1130Sloten binnen- en buitenzijde, voor en achter.
F1310Bediening airconditioning vóór, bediening autoradio, selectiehendel, head-up display.
F145Alarm, noodoproepsysteem ERA-GLONASS.
F175Instrumentenpaneel.
F193Stuurkolomschakelaars.
F213Smart entry-systeem met startknop of contactslot.
F223Regen-/lichtsensor, multifunctionele detectiecamera.
F235Pictogrammendisplay veiligheidsgordels losgemaakt/niet vastgemaakt.
F245Touchscreen, achteruitrijcamera en parkeerhulp.
F255Airbags.
F2920Autoradio, touchscreen, CD-speler, navigatiesysteem.
F3115Autoradio (+ accu).
F321512V-aansluiting vóór.
F345Dodehoekbewaking, elektrische functies buitenspiegels.
F355Ruitensproeierverwarming, hoogteverstelling koplampen.
F365Instapverlichting achter.
Versie 1 (Eco)
De aanwezigheid van de hieronder beschreven zekeringen is afhankelijk van de uitrusting van uw auto.
8
Storingen verhelpen
Page 315 of 505

314
ProaceVerso_nl_Chap08_En-cas-de-panne_ed01-2019
Zekeringn r.Ampère (A)Functies
F13Smart entry-systeem met startknop of contactslot.
F55Touchscreen, achteruitrijcamera en parkeerhulp.
F710Bediening airconditioning achter, hifi-versterker.
F820Ruitenwisser(s) achter.
F10/F1130Sloten binnen- en buitenzijde, voor en achter.
F123Inbraakalarm.
F171012V-aansluiting achter.
F185Noodoproepsysteem ERA-GLONASS.
F213Instapverlichting achter.
F223Verlichting dashboardkastje, plafonniers achter.
F235Dodehoekbewaking, elektrische functies buitenspiegels.
F245Stuurkolomschakelaars.
F255Hoogteverstelling koplampen.
F263Pictogrammendisplay veiligheidsgordels losgemaakt/niet vastgemaakt.
F273Regen-/lichtsensor, multifunctionele detectiecamera.
F2810Bediening airconditioning vóór, bediening autoradio, selectiehendel, head-up display.
F30A of B15Autoradio (+ accu).
F315Airbags.
F331512V-aansluiting vóór.
F355Instrumentenpaneel.
F3620Autoradio, touchscreen, CDs-speler, navigatiesysteem.
Versie 2 (Full)
De aanwezigheid van de hieronder beschreven zekeringen is afhankelijk van de uitrusting van uw auto.
Storingen verhelpen