display TOYOTA RAV4 2014 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2014, Model line: RAV4, Model: TOYOTA RAV4 2014Pages: 760, PDF Size: 20.5 MB
Page 117 of 760

1172. Instrumentenpaneel
2
Instrumentenpaneel
RAV4_OM_OM42A21E_(EE)
WAARSCHUWING
■Waarschuwing bij het instellen van het display
Aangezien de motor tijdens het instellen van het display moet draaien, dient
de auto te worden geparkeerd op een plaats met voldoende ventilatie. In
een afgesloten ruimte, zoals een garage, kunnen uitlaatgassen die het
schadelijke koolmonoxide (CO) bevatten, zich ophopen en in de auto
terechtkomen. Dit kan zeer schadelijk zijn voor de gezondheid.
OPMERKING
■Informatiedisplay bij lage temperaturen
Laat het interieur van de auto op temperatuur komen alvorens het informa-
tiedisplay te gebruiken. Bij extreem lage temperaturen kan het informatie-
display trager reageren en worden wijzigingen mogelijk met enige
vertraging weergegeven.
■Tijdens het instellen van het display
Om te voorkomen dat de accu leegraakt, dient de motor te draaien terwijl de
displayinstellingen worden aangepast.
Page 119 of 760

1192. Instrumentenpaneel
2
Instrumentenpaneel
RAV4_OM_OM42A21E_(EE)■
Historische gegevens
Kies “Historische gegevens” als het scherm “Historische gegevens”
niet wordt weergegeven.
Het beste gemeten brand-
stofverbruik
Het vorige gemeten brand-
stofverbruik
Actueel brandstofverbruik
Vorige data resetten
Vorige data bijwerken
Scherm “Reisinformatie”
wordt weergeven
De volgende afbeeldingen zijn slechts voorbeelden en kunnen
afwijken van de werkelijke situaties.
■De gegevens resetten
Als u “Wissen” kiest op het scherm “Reisinformatie”, worden de reisinforma-
tiegegevens gereset.
Als u “Wissen” kiest op het scherm “Historische gegevens”, worden alle histo-
rische gegevens gereset.
■De historische gegevens bijwerken
Als u “Updaten” kiest op het scherm “Historische gegevens”, worden de histo-
rische gegevens bijgewerkt.
Ook het gemiddelde brandstofverbruik dat op het multi-informatiedisplay
wordt weergegeven, wordt gelijktijdig gereset.
■Actieradius
Toont de berekende maximale afstand die nog kan worden gereden met de
resterende brandstof.
Deze afstand wordt berekend op basis van het gemiddelde brandstofver-
bruik. Hierdoor kan de werkelijke afstand die nog kan worden gereden, afwij-
ken van de weergegeven afstand.
1
2
3
4
5
6
Page 131 of 760

1313-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
3
Bediening van elk onderdeel
RAV4_OM_OM42A21E_(EE)■Alarmsignalen en waarschuwingslampjes
Een combinatie van binnen- en buitenalarm en waarschuwingsmeldingen op
het multi-informatiedisplay zorgen ervoor dat diefstal van de auto en ongeluk-
ken door een onjuiste bediening worden voorkomen. Neem de juiste maatre-
gelen als reactie op de waarschuwingsmeldingen op het multi-
informatiedisplay. (Blz. 636)
In onderstaande tabel worden de omstandigheden en de correctieprocedures
beschreven in de gevallen waarin alleen het alarm klinkt.
AlarmSituatieCorrectieprocedure
Buiten de auto hoor-
baar alarm klinkt één
keer gedurende 5
secondenEr is geprobeerd de
auto te vergrendelen
terwijl er nog een por-
tier geopend was.
Sluit alle portieren en
vergrendel ze opnieuw.
Het alarm in de auto
klinkt continu
Het contact werd in
stand ACC gezet terwijl
het bestuurdersportier
geopend was (of het
bestuurdersportier
werd geopend terwijl
het contact in stand
ACC stond).
Zet het contact UIT en
sluit het bestuurders-
portier.
Page 135 of 760

1353-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
3
Bediening van elk onderdeel
RAV4_OM_OM42A21E_(EE)■Aanwijzing voor het vergrendelen van de portieren
●Wanneer u de vergrendelsensor aanraakt terwijl u handschoenen draagt,
kan de reactie van het systeem trager zijn of worden de portieren mogelijk
niet ontgrendeld. Trek de handschoenen uit en raak de vergrendelsensor
opnieuw aan.
●Wanneer is vergrendeld met de vergrendelsensor, worden maximaal twee-
maal achter elkaar identificatiesignalen getoond. Vervolgens worden geen
identificatiesignalen gegeven. (indien aanwezig)
●Als de portiergreep nat wordt terwijl de elektronische sleutel zich binnen het
werkzame gebied bevindt, kan het portier herhaaldelijk worden vergrendeld
en ontgrendeld. Volg in dat geval de correctieprocedure hieronder bij het
wassen van de auto:
• Plaats de elektronische sleutel op een afstand van ten minste 2 meter
van de auto. (Zorg ervoor dat de sleutel niet gestolen wordt.)
• Schakel de energiebesparende functie voor de batterij in om het Smart
entry-systeem met startknop uit te schakelen. (Blz. 132)
●Als de elektronische sleutel zich in de auto bevindt en een portiergreep
wordt nat tijdens het wassen van de auto, wordt er mogelijk een melding
weergegeven op het multi-informatiedisplay en klinkt er een zoemer buiten
de auto. Vergrendel alle portieren om het alarm uit te schakelen.
●Als de vergrendelsensor in aanraking komt met ijs, sneeuw, modder, enz.,
werkt deze mogelijk niet goed. Reinig de vergrendelsensor en raak hem
opnieuw aan of gebruik de vergrendelsensor aan de onderzijde van de por-
tiergreep.
■Aanwijzing voor de ontgrendelfunctie
●Bij een plotselinge nadering van het detectiegebied of de portiergreep kan
het voorkomen dat de portieren niet ontgrendeld worden. Laat in dat geval
de portiergreep los en controleer of de portieren worden ontgrendeld voor-
dat u opnieuw aan de portiergreep trekt.
●Als u de portiergreep vastpakt terwijl u handschoenen draagt, worden de
portieren mogelijk niet ontgrendeld.
●Als de portiergreep nat wordt terwijl de elektronische sleutel zich binnen het
werkzame gebied bevindt, kan het portier herhaaldelijk worden vergrendeld
en ontgrendeld. Volg in dat geval de correctieprocedure hieronder bij het
wassen van de auto:
• Plaats de elektronische sleutel op een afstand van ten minste 2 meter
van de auto. (Zorg ervoor dat de sleutel niet gestolen wordt.)
• Schakel de energiebesparende functie voor de batterij in om het Smart
entry-systeem met startknop uit te schakelen. (Blz. 132)
●Als er zich een andere elektronische sleutel binnen het detectiegebied
bevindt, is de reactietijd voor het ontgrendelen van de portieren nadat een
portiergreep is vastgepakt, mogelijk langer.
Page 200 of 760

2003-5. Openen en sluiten van de ruiten en het schuifdak
RAV4_OM_OM42A21E_(EE)■Waarschuwingsfunctie schuifdak open
Auto's zonder Smart Entry-systeem en startknop
Een zoemer klinkt en er verschijnt een melding op het multi-informatiedisplay
wanneer het contact UIT wordt gezet en het bestuurdersportier wordt
geopend terwijl het schuifdak geopend is.
Auto's met Smart entry-systeem en startknop
Een zoemer klinkt en er verschijnt een melding op het multi-informatiedisplay
wanneer het contact UIT wordt gezet en het bestuurdersportier wordt
geopend terwijl het schuifdak geopend is.
■Als de accukabels worden losgenomen of het schuifdak niet normaal
sluit
Het schuifdak moet voor een juiste werking eerst worden geïnitialiseerd.
Zet het contact AAN.
Houd de toets CLOSE of UP ingedrukt tot de hieronder beschreven bewe-
ging stopt.
Het schuifdak kantelt omhoog en blijft gedurende ten minste 1 seconde in
die stand. Dan kantelt het omlaag, gaat open en sluit volledig.
Laat de toets los en druk deze in om een correcte werking te waarborgen.
Als het schuifdak niet automatisch beweegt, moet de procedure vanaf het
begin worden herhaald.
■Persoonlijke voorkeursinstellingen
De instellingen (bijv. de waarschuwingsfunctie schuifdak open) kunnen wor-
den gewijzigd.
(Systemen met mogelijkheden voor persoonlijke voorkeursinstellingen:
Blz. 730)
1
2
3
Page 236 of 760

2364-2. Rijprocedures
RAV4_OM_OM42A21E_(EE)
Startknop (auto's met Smart entr y-systeem
en startknop)
Controleer of de parkeerrem geactiveerd is.
Auto's met automatische transmissie of Multidrive CVT:
Controleer of de selectiehendel in stand P staat.
Auto's met handgeschakelde transmissie:
Controleer of de selectiehendel in stand N staat.
Auto's met automatische transmissie of Multidrive CVT:
Trap het rempedaal stevig in.
wordt op het multi-informatiedisplay weergegeven.
Als dit niet wordt weergegeven, kan de motor niet worden gestart.
Auto's met handgeschakelde transmissie:
Trap het koppelingspedaal stevig in.
wordt op het multi-informatiedisplay weergegeven.
Als dit niet wordt weergegeven, kan de motor niet worden gestart.
Als u de volgende handelingen uitvoert terwijl u een elektroni-
sche sleutel bij u hebt, wordt de motor gestart of de stand van
het contact veranderd.
Starten van de motor
1
2
3
Page 237 of 760

2374-2. Rijprocedures
4
Rijden
RAV4_OM_OM42A21E_(EE)
Druk op de startknop.
De motor wordt gestart totdat hij
aanslaat, waarbij elke startpoging
maximaal 30 seconden duurt.
Houd het rempedaal ingetrapt tot
de motor draait.
Alleen dieselmotor: Het controle-
lampje gaat branden. De
motor start zodra het controle-
lampje is gedoofd.
De motor kan in elke stand van het
contact worden gestart.
Breng de auto tot stilstand.
Auto's met automatische transmissie of Multidrive CVT:
Zet de selectiehendel in stand P.
Auto's met handgeschakelde transmissie:
Zet de selectiehendel in stand N.
Activeer de parkeerrem. (Blz. 274)
Druk op de startknop.
Laat het rempedaal los en controleer of de melding POWER ON
(contact AAN) op het multi-informatiedisplay uit is.
4
Uitzetten van de motor
1
2
3
4
5
Page 238 of 760

2384-2. Rijprocedures
RAV4_OM_OM42A21E_(EE)
De stand kan worden gewijzigd door op de startknop te drukken als
het rempedaal niet is ingetrapt. (De stand verandert iedere keer dat
op de knop wordt gedrukt.)
Uit*
De alarmknipperlichten kunnen
worden gebruikt.
Het multi-informatiedisplay wordt
niet weergegeven.
Stand ACC
Sommige elektrische componen-
ten zoals het audiosysteem kun-
nen worden gebruikt.
POWER ON (contact AAN) wordt
op het multi-informatiedisplay
weergegeven.
AAN
Alle elektrische componenten kun-
nen worden gebruikt.
POWER ON (contact AAN) wordt
op het multi-informatiedisplay
weergegeven.
*: Auto's met automatische transmis-
sie of Multidrive CVT: Als de selec-
tiehendel in een andere stand dan
P staat terwijl de motor uit wordt
gezet, verandert de stand van het
contact in ACC, niet in UIT.
Wijzigen van de standen van het contact
Page 241 of 760

2414-2. Rijprocedures
4
Rijden
RAV4_OM_OM42A21E_(EE)■Als het stuurslot niet ontgrendeld kan worden
■Oververhitting van de stuurslotmotor voorkomen
Om te voorkomen dat de stuurslotmotor oververhit raakt, kan het voorkomen
dat de werking van de stuurslotmotor wordt onderbroken als de motor in een
korte tijd herhaaldelijk wordt gestart en uitgezet. Wacht in dat geval met het
starten van de motor. Na ongeveer 10 seconden zal de stuurslotmotor weer
functioneren.
■Als op het multi-informatiedisplay CHECK SMART ENTRY & START
SYSTEM (controleer Smart entry-systeem met startknop) wordt weerge-
geven
Er is mogelijk een storing in het systeem aanwezig. Laat de auto meteen
nakijken door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
■Als de batterij van de elektronische sleutel ontladen is
Blz. 570 STEERING LOCK ACTIVE (stuurslot
geactiveerd) wordt op het multi-informa-
tiedisplay weergegeven.
Controleer of de selectiehendel in stand P
staat (behalve handgeschakelde trans-
missie). Druk op de startknop terwijl u het
stuurwiel naar links en rechts draait.
Page 243 of 760

2434-2. Rijprocedures
4
Rijden
RAV4_OM_OM42A21E_(EE)
OPMERKING
■Voorkomen van ontlading van de accu
●Laat het contact niet gedurende langere tijd in stand ACC of AAN staan
zonder dat de motor draait.
●Als POWER ON (contact AAN) op het multi-informatiedisplay wordt weer-
gegeven, is het contact niet UIT.
Verlaat de auto nadat u het contact UIT hebt gezet.
●Auto's met automatische transmissie of Multidrive CVT: Zet de motor niet
uit als de selectiehendel in een andere stand dan P staat. Als de motor
wordt uitgezet terwijl de selectiehendel in een andere stand staat, wordt
het contact niet UIT, maar in de stand ACC gezet. Als het contact in stand
ACC blijft staan, kan de accu ontladen raken.
■Bij het starten van de motor
●Jaag een nog koude motor nooit op toeren.
●Laat uw auto onmiddellijk controleren als hij dikwijls moeilijk start of vaak
afslaat.
■Symptomen die kunnen duiden op een probleem met de startknop
Wanneer u merkt dat de bediening van de startknop niet helemaal gaat
zoals u gewend bent, bijvoorbeeld als de startknop bij het indrukken iets
blijft hangen, kan dit duiden op een defect. Neem onmiddellijk contact op
met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.