brake sensor TOYOTA RAV4 2022 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2022, Model line: RAV4, Model: TOYOTA RAV4 2022Pages: 602, PDF Size: 173.22 MB
Page 283 of 602

AVermogen hybridesysteem
BRemkracht
CTijd
DBegrenzingsregeling hybridesysteem
wordt geactiveerd (het systeem
bepaalt dat de kans op een aanrijding
met een gesignaleerd object groot is)
ERemregeling wordt geactiveerd (het
systeem bepaalt dat de kans op een
aanrijding met een gesignaleerd
object zeer groot is)
Als de Parking Support Brake in
werking is getreden
Als de auto is stilgezet door de werking
van de Parking Support Brake, wordt de
Parking Support Brake uitgeschakeld en
gaat het controlelampje PKSB OFF
branden. Als de Parking Support Brake
onnodig in werking treedt, kan de
remregeling worden geannuleerd door
het rempedaal in te trappen of door
ongeveer 2 seconden te wachten totdat
deze automatisch wordt geannuleerd.
Vervolgens kunt u verder rijden door het
gaspedaal in te trappen.
Opnieuw inschakelen van de Parking
Support Brake
Wanneer de Parking Support Brake is
uitgeschakeld door de werking ervan,
kunt u zelf het systeem weer inschakelen
(→blz. 279) of het contact UIT en
vervolgens weer AAN zetten. Het systeem
wordt automatisch weer ingeschakeld als
het obstakel zich niet langer in de
rijrichting van de auto bevindt of als de
auto van rijrichting verandert
(bijvoorbeeld achteruit in plaats van
vooruit of andersom).Wanneer “PKSB Unavailable” (PKSB
niet beschikbaar) op het multi-
informatiedisplay wordt weergegeven
en het controlelampje PKSB OFF
knippert
Wanneer deze melding wordt
weergegeven is een sensor op de voor- of
achterbumper mogelijk vuil. Reinig de
sensoren en het omliggende gebied op de
bumpers.
Wanneer “PKSB Unavailable” (PKSB
niet beschikbaar) en “Parking Assist
Unavailable Please Clean Parking Assist
Sensor” (Parking Assist niet
beschikbaar, reinig Parking
Assist-sensor) op het multi-
informatiedisplay worden weergegeven
en het controlelampje PKSB OFF
knippert
• Mogelijk is een van de sensoren
bedekt met bijvoorbeeld ijs, sneeuw of
vuil. Verwijder in dit geval het ijs, de
sneeuw, het vuil, enz. van de sensor
om te zorgen dat het systeem weer
normaal werkt. Laat de auto nakijken
door een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige als deze
melding ook na het verwijderen van
het vuil van de sensor wordt
weergegeven of wordt weergegeven
wanneer de sensor helemaal niet vuil
was.
• Mogelijk is een van de sensoren
bevroren. Zodra het ijs smelt, zal het
systeem weer normaal werken.
• Er kan continu water over de sensor
stromen, zoals bij zware regenval. Als
het systeem signaleert dat de
toestand weer normaal is, zal het
systeem weer normaal werken.
4.5 Gebruik van de ondersteunende systemen
281
4
Rijden
Page 284 of 602

Als een accuklem is losgenomen en
weer is aangesloten
Het systeem moet worden
geïnitialiseerd. Rijd om het systeem te
initialiseren gedurende ten minste
5 seconden recht vooruit met een
snelheid van ongeveer 35 km/h of
hoger.
4.5.11 Parking Support Brake-functie (voor stilstaande objecten)*
*Indien aanwezig
Als de sensoren een stilstaand object, zoals een muur, signaleren in de rijrichting van de
auto en het systeem oordeelt dat zich een aanrijding voor kan doen doordat de auto
plotseling naar voren beweegt doordat het gaspedaal per ongeluk wordt ingetrapt,
wanneer de auto de verkeerde kant op rijdt doordat de verkeerde schakelstand wordt
geselecteerd of tijdens het parkeren of het rijden met een lage snelheid, werkt het
systeem om de gevolgen van een aanrijding met het gesignaleerde stilstaande object zo
veel mogelijk te beperken.
Voorbeelden van het in werking treden van de functie
Deze functie werkt in situaties zoals hieronder aangegeven wanneer in de rijrichting van
de auto een object wordt gesignaleerd.
Er wordt langzaam gereden en het rempedaal wordt niet of te laat ingetrapt
4.5 Gebruik van de ondersteunende systemen
282
Page 285 of 602

Wanneer het gaspedaal diep wordt ingetrapt
Wanneer de auto de verkeerde kant op rijdt doordat de verkeerde schakelstand is geselecteerd
Soorten sensoren
→Blz. 268
WAARSCHUWING!
Ervoor zorgen dat het systeem goed
werkt
→Blz. 269
Als de Parking Support Brake-functie
(voor stilstaande objecten) onnodig
wordt geactiveerd, bijvoorbeeld op
een spoorwegovergang
→Blz. 281
WAARSCHUWING!(Vervolgd)
Opmerkingen bij het wassen van de
auto
→Blz. 269
4.5 Gebruik van de ondersteunende systemen
283
4
Rijden
Page 286 of 602

Voorwaarden voor werking van de
Parking Support Brake-functie (voor
stilstaande objecten)
De functie werkt als het controlelampje
PKSB OFF niet brandt of knippert
(→blz. 82, blz. 83) en aan alle
onderstaande voorwaarden wordt
voldaan:
• Begrenzingsregeling hybridesysteem
– De Parking Support Brake is
ingeschakeld.
– De rijsnelheid is ongeveer 15 km/h
of lager.
– Er bevindt zich een stilstaand object
in de rijrichting van de auto, op een
afstand van ongeveer 2 tot 4 m.
– De Parking Support Brake stelt vast
dat er harder dan normaal moet
worden geremd om een aanrijding
te voorkomen.
• Remfunctieregelsysteem
– De begrenzingsregeling van het
hybridesysteem is in werking.
– De Parking Support Brake stelt vast
dat er onmiddellijk moet worden
geremd om een aanrijding te
voorkomen.
Voorwaarden voor het stoppen van de
werking van de Parking Support
Brake-functie (voor stilstaande
objecten)
De werking van de functie stopt als aan
één van de volgende voorwaarden wordt
voldaan:
• Begrenzingsregeling hybridesysteem
– De Parking Support Brake is
uitgeschakeld.
– Het systeem stelt vast dat de
aanrijding voorkomen kan worden
met normaal remmen.
– Het statische object bevindt zich
niet langer op een afstand van
ongeveer 2 tot 4 m van de auto in de
rijrichting van de auto.• Remfunctieregelsysteem
– De Parking Support Brake is
uitgeschakeld.
– Er zijn ongeveer 2 seconden
verstreken nadat de auto door de
remregeling tot stilstand is
gebracht.
– Het rempedaal wordt ingetrapt
nadat de auto tot stilstand is
gebracht door de remregeling.
– Het statische object bevindt zich
niet langer op een afstand van
ongeveer 2 tot 4 m van de auto in de
rijrichting van de auto.
Detectiebereik van de Parking Support
Brake-functie (voor stilstaande
objecten)
Het detectiebereik van de Parking
Support Brake-functie (voor stilstaande
objecten) verschilt van dat van de Toyota
Parking Assist-sensor. (→Blz. 274)
Daardoor wordt de Parking Support
Brake-functie (voor stilstaande
objecten) mogelijk niet geactiveerd, ook
al signaleert de Toyota Parking
Assist-sensor een object en wordt er een
waarschuwing gegeven.
Situaties waarin de Parking Support
Brake-functie (voor stilstaande
objecten) mogelijk niet werkt
Als de selectiehendel in stand N staat.
Situaties waarin het systeem mogelijk
niet goed werkt
→Blz. 272
Situaties waarin het systeem mogelijk
werkt, zelfs als er geen kans op een
aanrijding is
→Blz. 273
4.5 Gebruik van de ondersteunende systemen
284
Page 287 of 602

4.5.12 Parking Support Brake-functie (voor voertuigen die achterlangs
rijden)*
*Indien aanwezig
Als een radarsensor achter een auto signaleert die van rechts of links achter nadert en het
systeem bepaalt dat een aanrijding waarschijnlijk is, activeert deze functie de remmen om
de kans op een aanrijding met de naderende auto te verkleinen.
Voorbeelden van het in werking treden van de functie
Deze functie treedt in werking in situaties zoals hieronder aangegeven wanneer in de
rijrichting van de auto een auto wordt gesignaleerd.
Bij het achteruitrijden nadert een auto en het rempedaal wordt niet of te laat ingetrapt
Soorten sensoren
→Blz. 261
WAARSCHUWING!
Ervoor zorgen dat het systeem goed
werkt
→Blz. 261
Voorwaarden voor werking van de
Parking Support Brake-functie (voor
voertuigen die achterlangs rijden)
De functie werkt als het controlelampje
PKSB OFF niet brandt of knippert
(→blz. 82, blz. 83) en aan alle
onderstaande voorwaarden wordt
voldaan:
• Begrenzingsregeling hybridesysteem
– De Parking Support Brake is
ingeschakeld.– De rijsnelheid is ongeveer 15 km/h
of lager.
– Er naderen voertuigen de auto van
rechts of links achter met een
snelheid van ongeveer 8 km/h of
meer.
– De selectiehendel staat in stand R.
– De Parking Support Brake stelt vast
dat er harder dan normaal moet
worden geremd om een aanrijding
met een naderende auto te
voorkomen.
• Remfunctieregelsysteem
– De begrenzingsregeling van het
hybridesysteem is in werking.
– De Parking Support Brake stelt vast
dat een noodstop noodzakelijk is om
een aanrijding met een naderende
auto te voorkomen.
4.5 Gebruik van de ondersteunende systemen
285
4
Rijden
Page 293 of 602

TRC (Traction Control)
Zorgt ervoor dat de aandrijfkracht
behouden blijft en voorkomt dat de
aandrijvende wielen gaan doorslippen bij
het wegrijden met de auto of bij het
accelereren op gladde wegen
Active Cornering Assist (ACA)
Helpt te voorkomen dat de auto naar de
buitenkant van de bocht uitwijkt door
remregeling uit te oefenen op de wielen
aan de binnenzijde wanneer tijdens het
rijden in een bocht wordt geprobeerd te
accelereren
Hill Start Assist Control
Helpt te voorkomen dat de auto achteruit
rolt bij helling op wegrijden
EPS (elektrische stuurbekrachtiging)
Maakt gebruik van een elektromotor om
de benodigde kracht voor het
ronddraaien van het stuurwiel te
verminderen.
E-Four (elektronisch on-demand
AWD-systeem) (AWD-uitvoeringen)
Regelt automatisch het aandrijfsysteem
zoals voorwielaandrijving of AWD
(vierwielaandrijving) overeenkomstig
verschillende rijomstandigheden,
waaronder normaal rijden, het nemen van
bochten, op een helling, bij het wegrijden,
tijdens accelereren of op door sneeuw of
regen gladde wegen en draagt zo bij aan
een stabiele bediening en rijstabiliteit.
Noodstopsignaal
Als het rempedaal plotseling wordt
ingetrapt, gaan de alarmknipperlichten
automatisch knipperen om het
achteropkomende verkeer te
waarschuwen.Secondary Collision Brake (indien
aanwezig)
Als de airbagsensor een aanrijding
signaleert en het systeem in werking is,
worden de remmen en remlichten
automatisch geregeld om de rijsnelheid
te verlagen en te helpen de kans op
verdere schade ten gevolge van een
tweede aanrijding te verkleinen.
Als de TRC/VSC/ABSTrail-modus//
Trailer Sway Control in werking is
Het controlelampje Traction Control
knippert wanneer de TRC/VSC/ABS/Trail-
modus/Trailer Sway Control in werking is
Uitschakelen van het TRC-systeem
Als u met uw auto vast komt te zitten in
modder of sneeuw, kan het TRC-systeem
het aandrijfvermogen van het
hybridesysteem naar de wielen beperken.
Als u dan op
drukt, kunt u de auto
waarschijnlijk makkelijker los krijgen door
te ‘schommelen’. Schakel de TRC uit door
snel in te drukken en weer los te laten.
4.5 Gebruik van de ondersteunende systemen
291
4
Rijden
Page 295 of 602

• Wanneer het bestuurdersportier
wordt geopend, kan aan de voorzijde
van de auto een geluid hoorbaar zijn
dat afkomstig is van het remsysteem.
• Werkingsgeluiden vanuit de
motorruimte die zich voordoen
wanneer na het uitschakelen van het
hybridesysteem een of twee minuten
zijn verstreken.
Geluiden en trillingen tijdens de
werking van de Active Cornering
Assist
Tijdens de werking van de Active
Cornering Assist kunnen geluiden en
trillingen vanuit het remsysteem worden
waargenomen, maar deze duiden niet op
een storing.
Geluid EPS
Wanneer het stuurwiel bediend wordt,
kan het geluid van een elektromotor
(zoemend geluid) hoorbaar zijn. Dit is
normaal en duidt niet op een storing.
Automatisch opnieuw inschakelen van
de TRC, de Trailer Sway Control en het
VSC-systeem
Als de TRC, de Trailer Sway Control en
het VSC-systeem zijn uitgeschakeld,
worden deze automatisch opnieuw
ingeschakeld in de volgende situaties:
• Als het contact UIT wordt gezet
• Als alleen het TRC-systeem is
uitgeschakeld, wordt de TRC weer
ingeschakeld zodra de rijsnelheid
toeneemt. Als zowel het TRC- als het
VSC-systeem is uitgeschakeld, worden
deze niet automatisch weer
ingeschakeld als de rijsnelheid
toeneemt.
Werkingsvoorwaarden van de Active
Cornering Assist
Het systeem werkt wanneer het
volgende zich voordoet.
• De TRC/VSC kan in werking treden
• De bestuurder probeert tijdens het
rijden in een bocht te accelereren• Het systeem signaleert dat de auto
naar de buitenkant van de bocht
uitwijkt
• Het rempedaal wordt losgelaten
Gereduceerde bekrachtiging door het
EPS-systeem
De mate van bekrachtiging door het
EPS-systeem wordt gereduceerd om het
systeem tegen oververhitting te
beschermen als er gedurende langere
tijd veel stuurbewegingen worden
uitgevoerd. Hierdoor kan de besturing
zwaar aanvoelen. Probeer als dat het
geval is minder frequent te sturen of
breng de auto tot stilstand en schakel
het hybridesysteem UIT. Het
EPS-systeem moet binnen 10 minuten
weer normaal werken.
Voorwaarden voor werking
noodstopsignaal
Als aan de volgende voorwaarden wordt
voldaan, werkt het noodstopsignaal:
• De alarmknipperlichten zijn uit.
• De werkelijke rijsnelheid is hoger dan
55 km/h.
• Het systeem oordeelt op basis van de
deceleratie van de auto dat het om
een noodstop gaat.
Automatisch uitschakelen van
noodstopsignaal
Het noodstopsignaal wordt in de
volgende situaties uitgeschakeld:
• De alarmknipperlichten worden
ingeschakeld.
• Het systeem oordeelt op basis van de
deceleratie van de auto dat het niet
om een noodstop gaat.
Werkingsvoorwaarden Secondary
Collision Brake (indien aanwezig)
Het systeem werkt als de airbagsensor
een aanrijding signaleert terwijl de auto
in beweging is. Het systeem werkt
echter niet wanneer onderdelen
beschadigd zijn.
4.5 Gebruik van de ondersteunende systemen
293
4
Rijden
Page 396 of 602

Controlelampje PKSB OFF*
Waarschuwingslampje Details/handelingen
(Knippert) (indien aanwezig)Wanneer er een zoemer klinkt: Geeft aan dat er een sto-
ring aanwezig is in het PKSB-systeem (Parking Support
Brake)
Laat de auto onmiddellijk nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskun-
dige.
Wanneer er geen zoemer klinkt: Dit geeft aan dat het sys-
teem tijdelijk niet beschikbaar is, doordat een sensor mo-
gelijk vuil is of is bedekt met bijvoorbeeld ijs.
Volg de instructies die worden weergegeven op het
multi-informatiedisplay. (→Blz. 281, blz. 398)
*Dit lampje brandt op het multi-informatiedisplay (alleen 7 inch display).
Controlelampje RCTA OFF
*(waarschuwingszoemer)
Waarschuwingslampje Details/handelingen
(Knippert)
(indien aanwezig)Wanneer er een zoemer klinkt: Geeft aan dat er een sto-
ring aanwezig is in de RCTA (Rear Crossing Traffic Alert)
Laat de auto onmiddellijk nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskun-
dige.
Wanneer er geen zoemer klinkt: Geeft aan dat de achter-
bumper rondom de radarsensor vuil is, enz. (→Blz. 261)
Volg de instructies die worden weergegeven op het
multi-informatiedisplay. (→Blz. 250, blz. 398)
*Dit lampje brandt op het multi-informatiedisplay (alleen 7 inch display).
Controlelampje Traction Control
Waarschuwingslampje Details/handelingen
Geeft aan dat er een storing is in:
■De VSC/Trailer Sway Control;
■Het TRC-systeem;
■De functie Trail-modus (indien aanwezig); of
■De Hill Start Assist Control
Laat de auto onmiddellijk nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
7.2 Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
394
Page 423 of 602

WAARSCHUWING!
Gebruik van het compacte
reservewiel (indien aanwezig)
• Houd er rekening mee dat het
reservewiel speciaal ontworpen is
voor gebruik onder uw auto. Gebruik
uw reservewiel daarom niet onder
een andere auto.
• Monteer niet gelijktijdig meer dan
één compact reservewiel onder uw
auto.
• Vervang het reservewiel zo snel
mogelijk door een wiel met een
standaardband.
• Vermijd plotseling accelereren,
abrupte stuuracties, plotseling
remmen en schakelhandelingen die
een plotselinge motorremwerking
veroorzaken.
Als het compacte reservewiel (indien
aanwezig) is gemonteerd
Het kan voorkomen dat de rijsnelheid
niet goed wordt weergegeven en dat de
volgende systemen niet goed werken:
– ABS en Brake Assist
– VSC/Trailer Sway Control
–TRC
– Cruise control (indien aanwezig)
– Dynamic Radar Cruise Control met
volledig snelheidsbereik (indien
aanwezig)
– PCS (Pre-Crash Safety-systeem)
(indien aanwezig)
– EPS
– LTA (Lane Tracing Assist) (indien
aanwezig)
– Bandenspanningswaarschuwings-
systeem
– AHB (Automatic High Beam) (indien
aanwezig)
WAARSCHUWING!(Vervolgd)
– BSM (Blind Spot Monitor) (indien
aanwezig)
– Rear View Monitor-systeem (indien
aanwezig)
– Panoramic View Monitor (indien
aanwezig)
– Toyota Parking Assist-monitor
(indien aanwezig)
– Toyota Parking Assist-sensor
(indien aanwezig)
– Navigatiesysteem (indien aanwezig)
Bovendien kan het onderstaande
systeem niet volledig worden gebruikt,
maar worden mogelijk ook de
onderdelen van de aandrijflijn negatief
beïnvloed:
– E-Four (elektronisch on-demand
AWD-systeem) (indien aanwezig)
Snelheidsbeperking bij gebruik van
het compacte reservewiel (indien
aanwezig)
Rijd niet harder dan 80 km/h als er een
compact reservewiel onder de auto is
gemonteerd.
Het compacte reservewiel is niet
ontworpen voor gebruik bij hoge
snelheden. Het niet opvolgen van deze
voorzorgsmaatregel kan leiden tot een
ongeval en ernstig letsel.
Na gebruik van gereedschap en krik
Controleer voor het rijden of het
gereedschap en de krik weer goed zijn
opgeborgen en bevestigd. Dit om te
voorkomen dat een van deze
voorwerpen bij een aanrijding of bij hard
remmen letsel veroorzaakt.
7.2 Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
421
7
Bij problemen
Page 456 of 602

RCTA (Rear Crossing Traffic Alert)*1(→blz. 249)
FunctieStandaardinstel-
lingPersoonlijke
voorkeursinstel-
lingABC
RCTA (Rear Crossing Traffic
Alert)Aan Uit – O –
Zoemervolume
*2Niveau 2Niveau 1
–O–
Niveau 3
*1Indien aanwezig
*2Deze instelling is gekoppeld aan het zoemervolume van de Toyota Parking
Assist-sensor.
Toyota Parking Assist-sensor
*1(→blz. 268)
FunctieStandaardinstel-
lingPersoonlijke
voorkeursinstel-
lingABC
Toyota Parking Assist-sensor Aan Uit – O O
Zoemervolume
*221
–OO
3
*1Indien aanwezig
*2Deze instelling is gekoppeld aan het zoemervolume van de RCTA-functie (Rear Crossing
Traffic Alert).
PKSB (Parking Support Brake)
*(→blz. 277)
FunctieStandaardinstel-
lingPersoonlijke
voorkeursinstel-
lingABC
PKSB-functie (Parking Sup-
port Brake)Aan Uit – O –
*Indien aanwezig
Airconditioning (→blz. 304)
FunctieStandaardinstel-
lingPersoonlijke
voorkeursinstel-
lingABC
Schakelen tussen buiten-
luchtmodus en de aan de
toets AUTO gekoppelde recir-
culatiemodusAan Uit O – O
Automatische bediening air-
coschakelaarAan Uit O – O
Schakelen naar de buiten-
luchtmodus als de auto ge-
parkeerd isAan Uit – – O
8.2 Persoonlijke voorkeursinstellingen
454