lane assist TOYOTA RAV4 2022 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2022, Model line: RAV4, Model: TOYOTA RAV4 2022Pages: 602, PDF Size: 173.22 MB
Page 4 of 602

Ter informatie....................5
Over deze handleiding...............7
Zoekmethoden....................8
Overzicht.......................9
1.Veiligheid en beveiliging
1.1 Voor een veilig gebruik............24
1.1.1 Voordat u gaat rijden.........24
1.1.2 Veilig rijden..............25
1.1.3 Veiligheidsgordels..........26
1.1.4 SRS-airbags..............30
1.1.5 Belangrijke voorzorgsmaatregelen in
verband met uitlaatgassen.....38
1.2 Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen . 38
1.2.1 Aan/uit-schakelaar airbag
*.....38
1.2.2 Rijden met kinderen in de auto . . . 40
1.2.3 Baby- en kinderzitjes.........40
1.3 Noodoproep..................54
1.3.1 eCall
*1, 2................54
1.4 Hybridesysteem................64
1.4.1 Kenmerken hybridesysteem....64
1.4.2 Voorzorgsmaatregelen
hybridesysteem............68
1.5 Antidiefstalsysteem.............73
1.5.1 Startblokkering............73
1.5.2 Supervergrendeling
*.........74
1.5.3 Alarm*.................74
2. Voertuigstatusinformatie en
controlelampjes
2.1 Instrumentenpaneel.............80
2.1.1 Waarschuwingslampjes en
controlelampjes............80
2.1.2 Meters en tellers (4,2 inch
display).................86
2.1.3 Meters en tellers (7 inch display) . . 90
2.1.4 Multi-informatiedisplay.......95
2.1.5
Energiemonitor/verbruiksscherm . . . 106
3. Voordat u gaat rijden
3.1 Informatie over sleutels..........112
3.1.1 Sleutels................112
3.2 Openen, sluiten en vergrendelen van de
portieren...................115
3.2.1 Portieren...............1153.2.2 Achterklep..............120
3.2.3 Smart entry-systeem met
startknop...............134
3.3 Verstellen van de stoelen.........139
3.3.1 Voorstoelen.............139
3.3.2 Achterstoelen............140
3.3.3 Ergonomisch geheugen
*......142
3.3.4 Hoofdsteunen............144
3.4 Verstellen van het stuurwiel en de
buitenspiegels................146
3.4.1 Stuurwiel...............146
3.4.2 Binnenspiegel
*...........147
3.4.3 Digitale binnenspiegel*......148
3.4.4 Buitenspiegels............156
3.5 Openen en sluiten van de ruiten en het
schuifdak...................157
3.5.1 Elektrisch bedienbare ruiten . . . 157
3.5.2 Panoramadak
*............160
4. Rijden
4.1 Voordat u gaat rijden............166
4.1.1 Rijden met de auto.........166
4.1.2 Lading en bagage..........172
4.1.3 Rijden met een aanhangwagen
(Azerbeidzjan en Georgië).....173
4.1.4 Rijden met een aanhangwagen
(behalve Azerbeidzjan en
Georgië)...............173
4.2 Rijprocedures................180
4.2.1 Startknop...............180
4.2.2 EV-modus..............184
4.2.3 Hybridetransmissie.........186
4.2.4 Richtingaanwijzerschakelaar . . . 190
4.2.5 Parkeerrem..............190
4.2.6 Brake Hold..............194
4.3 Bedienen van verlichting en
ruitenwissers................196
4.3.1 Lichtschakelaar...........196
4.3.2 AHB (Automatic High Beam)
*...198
4.3.3 Schakelaar mistlampen......201
4.3.4 Ruitenwissers en -sproeiers....202
4.3.5 Achterruitenwisser en -sproeier . 205
4.4Tanken ....................206
4.4.1 Openen van de tankdop......206
4.5 Gebruik van de ondersteunende
systemen...................208
4.5.1 Toyota Safety Sense
*........208
4.5.2 PCS (Pre-Crash Safety-
systeem)
*...............212
4.5.3 LTA (Lane Tracing Assist)*.....220
2
Page 15 of 602

ABedieningstoetsen
instrumentenpaneel blz. 96
BPaddle shift-schakelaars*1blz. 188
CTelefoontoets*2
DToets LTA (Lane Tracing
Assist)*1blz. 220
EAfstandsschakelaar*1blz. 239
FCruise control-schakelaars*1
Dynamic Radar Cruise Control met
volledig snelheidsbereik*1blz. 234
Cruise control*1blz. 245
Hoofdschakelaar
snelheidsbegrenzer
*1blz. 247
GAfstandsbediening audiosysteem*2
HSpraaktoets*1, 2
*1Indien aanwezig
*2Raadpleeg de handleiding voor het navigatie- en multimediasysteem of de handleiding
voor het multimediasysteem.
Overzicht
13
Overzicht
Page 21 of 602

ABedieningstoetsen
instrumentenpaneel blz. 96
BPaddle shift-schakelaars*1blz. 188
CTelefoontoets*2
DToets LTA (Lane Tracing
Assist)*1blz. 220
EAfstandsschakelaar*1blz. 239
FCruise control-schakelaars*1
Dynamic Radar Cruise Control met
volledig snelheidsbereik*1blz. 234
Cruise control*1blz. 245
Hoofdschakelaar
snelheidsbegrenzer
*1blz. 247
GAfstandsbediening audiosysteem*2
HSpraaktoets*1, 2
*1Indien aanwezig
*2Raadpleeg de handleiding voor het navigatie- en multimediasysteem of de handleiding
voor het multimediasysteem.
Overzicht
19
Overzicht
Page 97 of 602

Druk als het instellen is voltooid opom terug te keren naar het vorige
scherm.
Auto's met navigatiesysteem of
multimediasysteem
Raadpleeg de handleiding voor het
navigatie- en multimediasysteem of de
handleiding voor het multimediasysteem.
2.1.4 Multi-informatiedisplay
Het multi-informatiedisplay wordt
gebruikt om informatie met betrekking
tot het brandstofverbruik en
verschillende soorten rijgerelateerde
informatie weer te geven. Het
multi-informatiedisplay kan ook worden
gebruikt voor het wijzigen van de
display-instellingen en andere
instellingen.
Informatie op display
De onderstaande informatie wordt op het
multi-informatiedisplay weergegeven.
Auto's met 4,2 inch display
AInformatie ondersteunend systeem
Geeft herkende verkeersborden weer
terwijl het RSA-systeem (indien
aanwezig) in werking is. (→Blz. 230)
Geeft een afbeelding weer wanneer
de onderstaande systemen in
werking zijn en een ander
menu-icoon dan
wordt
geselecteerd:
• LTA (Lane Tracing Assist) (indien
aanwezig) (→blz. 220)• Dynamic Radar Cruise Control met
volledig snelheidsbereik (indien
aanwezig) (→blz. 234)
• Cruise control (indien aanwezig)
(→blz. 245)
• Snelheidsbegrenzer (indien
aanwezig) (→blz. 247)
BMenu-iconen (→blz. 97)
CInformatiedisplayzone
Er kunnen verschillende soorten
informatie worden weergegeven door
een menu-icoon te selecteren.
Daarnaast kunnen in bepaalde
situaties pop-updisplays met
waarschuwingen of suggesties/tips
worden weergegeven.
Auto's met 7 inch display
AInformatie ondersteunend systeem
Geeft herkende verkeersborden weer
terwijl het RSA-systeem (indien
aanwezig) in werking is. (→Blz. 230)
Geeft een afbeelding weer wanneer
de onderstaande systemen in
werking zijn en een ander
menu-icoon dan
wordt
geselecteerd:
• LTA (Lane Tracing Assist) (indien
aanwezig) (→blz. 220)
• Dynamic Radar Cruise Control met
volledig snelheidsbereik (indien
aanwezig) (→blz. 234)
• Cruise control (indien aanwezig)
(→blz. 245)
2.1 Instrumentenpaneel
95
2
Voertuigstatusinformatie en controlelampjes
Page 102 of 602

Begeleiding milieubewust bedienen
gaspedaal/“Eco Score” werkt niet
wanneer
In de volgende gevallen werkt
begeleiding milieubewust bedienen
gaspedaal/“Eco Score” niet:
• De hybridesysteemindicator werkt
niet.
• Er wordt met de auto gereden terwijl
de Dynamic Radar Cruise Control met
volledig snelheidsbereik is
ingeschakeld.
Weergave informatie ondersteunend
systeem
Weergave informatie ondersteunend
systeem
Hiermee kan de werkingsstatus van de
volgende systemen worden
weergegeven:
• LTA (Lane Tracing Assist)
*(→blz. 220)
• Dynamic Radar Cruise Control met
volledig snelheidsbereik
*(→blz. 234)
• Cruise control*(→blz. 245)
• Snelheidsbegrenzer*(→blz. 247)
*Indien aanwezig
Aan navigatiesysteem gekoppelde
weergave (indien aanwezig)
Hiermee kan de volgende aan het
navigatiesysteem gekoppelde informatie
worden weergegeven.
• Routebegeleiding
• Kompasdisplay
Aan audiosysteem gekoppelde
weergave (indien aanwezig)
Hiermee kunt u een audiobron of
nummer selecteren op het display.Weergave voertuiginformatie
Rij-informatie
2 items die worden geselecteerd met
behulp van de instelling van de “Drive
Info Items” (rij-informatie-items)
(gemiddelde rijsnelheid, afstand en totale
tijd) kunnen verticaal worden
weergegeven. De weergegeven
informatie wijzigt overeenkomstig de
instelling van “Drive Info Type” (rij-info
type) (sinds het starten van het systeem
of tussen resets). (→Blz. 101)
Gebruik de weergegeven informatie
slechts ter referentie.
De volgende items worden weergegeven.
• “Trip” (rit)
– “Average Speed” (gemiddelde
rijsnelheid): Geeft de gemiddelde
rijsnelheid sinds het starten van het
hybridesysteem weer
*
– “Distance” (afstand): Geeft de
gereden afstand sinds het starten
van het hybridesysteem weer
*
– “Total Time” (totale tijd): Geeft de
verstreken tijd sinds het starten van
het hybridesysteem weer
*
*
Deze items worden telkens wanneer
het hybridesysteem wordt
uitgeschakeld gereset.
• “Total” (totaal)
– “Average Speed” (gemiddelde
rijsnelheid): Geeft de gemiddelde
rijsnelheid sinds het resetten van de
weergave weer
*
– “Distance” (afstand): Geeft de
afgelegde afstand sinds het
resetten van het display weer
*
– “Total Time” (totale tijd): Geeft de
verstreken tijd sinds het resetten
van het display weer
*
*
Geef om te resetten het gewenste item
weer en houdingedrukt.
Energiemonitor
→Blz. 106
2.1 Instrumentenpaneel
100
Page 103 of 602

Weergave AWD-systeem (AWD-
uitvoeringen)
AWeergave richting voorwielen
Geeft de mate van bediening van het
stuurwiel en de bedieningsrichting
van het stuurwiel weer via
wijzigingen aan de voorwielen op het
display.
BWeergave koppelverdeling
Geeft de status van de aandrijving
van elk wiel weer in 6 stappen van
0 tot 5.
CWeergave G-krachten*
Geeft de G-krachten op de auto en de
richting ervan weer via wijzigingen
aan de positie van de bal op het
display.
DKoers maximale G-kracht*
Dit item is gekoppeld aan de
weergave van de G-krachten; de
koers van de vorige beweging van de
bal wordt weergegeven.
Houd
ingedrukt om de registratie
te resetten.
EWeergave doorslippen van
aangedreven wielen
Wanneer een band doorslipt, wijzigt
het icoon ervan op het display van
kleur en gaat het knipperen.
*Dit item wordt alleen weergegeven
wanneer de rijmodus is ingesteld op de
sportmodus.Weergave instellingen
De voertuiginstellingen en de op het
scherm weergegeven informatie kunnen
worden gewijzigd met behulp van de
bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel.
Instellen
1. Druk op
ofvan de
bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel en selecteer
.
2. Druk op
ofvan de
bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel en selecteer het
gewenste item.
• Als de functie wordt in- en
uitgeschakeld of als het volume, enz.
wordt gewijzigd op het instelscherm,
wordt de instelling, telkens wanneer
op
wordt gedrukt, gewijzigd.
• Het instelscherm wordt
weergegeven door
ingedrukt te
houden en wordt weergegeven voor
functies waarvoor informatie over
de werking, de informatie op het
display, enz. van een functie kan
worden geselecteerd. Selecteer, als
het instelscherm wordt
weergegeven, de instelling of de
gewenste waarde (tijd, enz.) met
behulp van
.
3. Druk na het wijzigen van de
instellingen op
van de
bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel.
“Clock :00” (klok :00) (indien aanwezig)
(→blz. 88, blz. 94)
Hiermee kunt u de klok instellen.
LTA (Lane Tracing Assist) (indien
aanwezig) (→blz. 220)
Hiermee kunt u de volgende zaken
instellen.
• “Lane Center” (mid. rijstrook)
Hiermee kunt u de Lane
Centering-functie in- of uitschakelen.
2.1 Instrumentenpaneel
101
2
Voertuigstatusinformatie en controlelampjes
Page 104 of 602

• “Steering Assist” (stuurhulp)
Hiermee kunt u de stuurassistentie in-
of uitschakelen.
• “Sensitivity” (gevoeligh.)
Hiermee kunt u de gevoeligheid van
de Lane Departure Alert instellen.
• “Sway Warning” (uitzw. waarsch.)
Hiermee kunt u de waarschuwing voor
slingeren in- of uitschakelen.
• “Sway Sensitivity” (gevoel. uitzw.)
Hiermee kunt u de gevoeligheid van
de waarschuwing voor slingeren
instellen.
PCS (Pre-Crash Safety-systeem)
(indien aanwezig) (→blz. 212)
Hiermee kunt u de volgende zaken
instellen.
• PCS aan/uit
Hiermee kunt u het Pre-Collision-
systeem in- of uitschakelen.
• “Sensitivity” (gevoeligh.)
Hiermee kunt u het
waarschuwingstijdstip van het
Pre-Crash Safety-systeem wijzigen.
BSM (Blind Spot Monitor) (indien
aanwezig) (→blz. 249)
Hiermee kunt u de volgende zaken
instellen.
• BSM (Blind Spot Monitor) aan/uit
Hiermee kunt u het BSM-systeem in-
of uitschakelen.
• “Brightness” (helderheid)
Hiermee kunt u de helderheid van de
indicatoren in de buitenspiegels
wijzigen. (→Blz. 250)
• “Sensitivity” (gevoeligh.)Hiermee kunt u de timing van de
waarschuwing voor een naderend
voertuig wijzigen.
(Toyota Parking Assist-sensor)
(indien aanwezig) (→blz. 268)
Hiermee kunt u de volgende zaken
instellen.
• Toyota Parking Assist-sensor aan/uit
Hiermee kan de Toyota Parking
Assist-sensor worden in- of
uitgeschakeld.
• “Volume”
Hiermee kunt u het volume van de
zoemer die bij het bedienen van de
Toyota Parking Assist-sensor klinkt
instellen.
RCTA (Rear Crossing Traffic Alert) (indien
aanwezig) (→blz. 249)
• RCTA (Rear Crossing Traffic Alert)
aan/uit
Hiermee kunt u het RCTA-systeem in-
of uitschakelen.
• “Volume”
Hiermee kunt u het volume van de
RCTA-zoemer wijzigen.
PKSB (Parking Support Brake
System) (indien aanwezig) (→blz. 277)
Hiermee kunt u de Parking Support
Brake-functie in- of uitschakelen.
RSA (Road Sign Assist) (indien
aanwezig) (→blz. 230)
Hiermee kunt u de volgende zaken
instellen.
• Road Sign Assist aan/uit
Hiermee kunt u het RSA-systeem in-
of uitschakelen.
• “Notification method”
(meldingsmethode)
Hiermee kunt u elke
meldingsmethode die wordt gebruikt
om de bestuurder te waarschuwen
wanneer het systeem een te hoge
snelheid, een verkeersbord voor een
2.1 Instrumentenpaneel
102
Page 167 of 602

4.1 Voordat u gaat rijden..........166
4.1.1 Rijden met de auto.........166
4.1.2 Lading en bagage.........172
4.1.3 Rijden met een aanhangwagen
(Azerbeidzjan en Georgië).....173
4.1.4 Rijden met een aanhangwagen
(behalve Azerbeidzjan en
Georgië)..............173
4.2 Rijprocedures..............180
4.2.1 Startknop.............180
4.2.2 EV-modus.............184
4.2.3 Hybridetransmissie........186
4.2.4 Richtingaanwijzerschakelaar. . . .190
4.2.5 Parkeerrem............190
4.2.6 Brake Hold.............194
4.3 Bedienen van verlichting en
ruitenwissers..............196
4.3.1 Lichtschakelaar..........196
4.3.2 AHB (Automatic High Beam)
*. . .198
4.3.3 Schakelaar mistlampen......201
4.3.4 Ruitenwissers en -sproeiers. . . .202
4.3.5 Achterruitenwisser en -sproeier . .205
4.4Tanken..................206
4.4.1 Openen van de tankdop......206
4.5 Gebruik van de ondersteunende
systemen................208
4.5.1 Toyota Safety Sense
*.......208
4.5.2 PCS (Pre-Crash Safety-systeem)*.212
4.5.3 LTA (Lane Tracing Assist)*.....220
4.5.4 RSA (Road Sign Assist)*......230
4.5.5 Dynamic Radar Cruise Control met
volledig snelheidsbereik
*.....2344.5.6 Cruise control
*...........245
4.5.7 Snelheidsbegrenzer*........247
4.5.8 BSM (Blind Spot Monitor)*.....249
4.5.9 Toyota Parking Assist-sensor*. . .268
4.5.10 PKSB (Parking Support Brake)*. .277
4.5.11 Parking Support Brake-functie (voor
stilstaande objecten)
*......282
4.5.12 Parking Support Brake-functie (voor
voertuigen die achterlangs
rijden)
*..............285
4.5.13 Rijmodusselectieschakelaar . . .286
4.5.14 Trail-modus (AWD-uitvoeringen) .288
4.5.15 GPF-systeem (benzineroetfilter)
*.................289
4.5.16 Ondersteunende systemen. . . .290
4.6 Rijtips..................296
4.6.1 Tips voor rijden met een
hybrideauto............296
4.6.2 Rijden in de winter.........297
4.6.3 Voorzorgsmaatregelen bij
terreinauto's............300
Rijden4
165
Page 210 of 602

2. Draai de tankdop langzaam open en
plaats hem in de houder in de
tankdopklep.
Als de tankdopklep niet kan worden
geopend
→Blz. 423
Sluiten van de tankdop
Draai na het tanken van brandstof de
tankdop tot u een klik hoort. Als u de dop
loslaat, zal hij iets in de andere richting
draaien.
WAARSCHUWING!
Vervangen van de tankdop
Gebruik alleen de originele
Toyota-tankdop voor uw auto. Als u
een andere tankdop gebruikt, kan er
brand ontstaan of kunnen er andere
problemen optreden met mogelijk
dodelijk of ernstig letsel tot gevolg.
4.5 Gebruik van de
ondersteunende systemen
4.5.1 Toyota Safety Sense*
*Indien aanwezig
Toyota Safety Sense bestaat uit de
volgende ondersteunende systemen en
draagt bij aan een veilige en comfortabele
rijervaring:
Ondersteunend systeem
PCS (Pre-Crash Safety-systeem)
→Blz. 212
LTA (Lane Tracing Assist)
→Blz. 220
AHB (Automatic High Beam)
→Blz. 198
RSA (Road Sign Assist) (indien aanwezig)
→Blz. 230
Dynamic Radar Cruise Control met
volledig snelheidsbereik
→Blz. 234
WAARSCHUWING!
Toyota Safety Sense
Toyota Safety Sense is ontworpen om
te werken met als uitgangspunt dat de
bestuurder voorzichtig rijdt om te
helpen de gevolgen van een aanrijding
voor de inzittenden en de auto te
beperken of de bestuurder te
assisteren onder normale
rijomstandigheden. Vertrouw niet
blindelings op het systeem, aangezien
er een grens is aan de mate van
nauwkeurigheid bij de herkenning en
de ondersteunende mogelijkheden die
dit systeem kan bieden. Het is altijd de
verantwoordelijkheid van de
4.4 Tanken
208
Page 222 of 602

– Als de wielen niet goed zijn
uitgelijnd
– Als een ruitenwisserblad de camera
voor blokkeert
– Er wordt met extreem hoge
snelheden gereden
– Als op een helling wordt gereden
– Wanneer de radarsensor of de
camera voor niet goed is uitgelijnd
• In sommige situaties, zoals de
onderstaande, kan wellicht
onvoldoende remkracht worden
gerealiseerd, waardoor het systeem
mogelijk niet goed werkt:
– Als de remfuncties niet optimaal
kunnen functioneren, bijvoorbeeld
doordat onderdelen van het
remsysteem extreem koud of warm,
of nat zijn
– Als de auto niet goed wordt
onderhouden (extreem versleten
remdelen of banden, onjuiste
bandenspanning, enz.)
– Als er met de auto gereden wordt op
grind of een andere gladde
ondergrond
– Bij diepe spoorvorming in het
wegdek
– Als op een helling wordt gereden
– Bij het rijden over wegen met
hellingen links of rechts
*1Van toepassing op uitvoeringen voor
landen waar geen fietsers kunnen
worden gesignaleerd (→blz. 212)
*2Van toepassing op uitvoeringen voor
landen waar voetgangers en/of fietsers
kunnen worden gesignaleerd
(→blz. 212)Als de VSC is uitgeschakeld
• Als de VSC wordt uitgeschakeld
(→blz. 292), worden ook de Pre-Crash
Brake Assist-functie en de Pre-Crash
Brake-functie uitgeschakeld.
• Het waarschuwingslampje PCS gaat
branden en “VSC Turned Off
Pre-Collision Brake System
Unavailable” (VSC uitgeschakeld,
Pre-Crash Brake-systeem niet
beschikbaar) wordt weergegeven op
het multi-informatiedisplay.
4.5.3 LTA (Lane Tracing Assist)*
*Indien aanwezig
Als wordt gereden op een weg met
duidelijke witte (gele)
rijstrookmarkeringen, waarschuwt het
LTA-systeem de bestuurder wanneer de
auto de huidige rijstrook of koers dreigt
te verlaten
*. Het systeem kan ook het
stuurwiel enigszins bedienen om te
helpen voorkomen dat de rijstrook of
koers wordt verlaten
*. Wanneer de
Dynamic Radar Cruise Control met
volledig snelheidsbereik is ingeschakeld,
bedient dit systeem het stuurwiel ook om
de auto goed op de rijstrook te houden.
Het LTA-systeem herkent witte (gele)
rijstrookmarkeringen of de rijbaan
*met
behulp van de camera voor. Het
detecteert ook voorliggers met behulp
van de camera voor en de radar.
*De grens tussen asfalt en de kant van de
weg, zoals gras, grond of een stoeprand
4.5 Gebruik van de ondersteunende systemen
220