steering TOYOTA RAV4 2023 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2023, Model line: RAV4, Model: TOYOTA RAV4 2023Pages: 646, PDF Size: 150.61 MB
Page 190 of 646

3. Trap het rempedaal (automatische
transmissie of Multidrive CVT) of het
koppelingspedaal (handgeschakelde
transmissie) stevig in.
en een melding worden op het
multi-informatiedisplay
weergegeven.
Als dit niet wordt weergegeven, kan
de motor niet worden gestart.
4. Druk kort en krachtig op de startknop.
Eén keer kort en stevig indrukken van
de startknop is voldoende om deze te
bedienen. U hoeft de startknop niet
ingedrukt te houden.
De motor wordt gestart totdat hij
aanslaat, waarbij elke startpoging
maximaal 30 seconden duurt.
Houd het rempedaal (automatische
transmissie of Multidrive CVT) of het
koppelingspedaal (handgeschakelde
transmissie) ingetrapt tot de motor is
aangeslagen.
De motor kan in elke stand van het
contact worden gestart.
Als de motor niet aanslaat
• De startblokkering is mogelijk niet
uitgeschakeld. (→Blz. 60) Neem
contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
• Lees de op het multi-
informatiedisplay weergegeven
melding m.b.t. het starten en volg de
aanwijzingen op.•
Als het portier wordt ontgrendeld met
de mechanische sleutel, kan de motor
niet worden gestart met het Smart
entry-systeem met startknop.
Raadpleeg
blz. 452 om de motor te
starten. Als de elektronische sleutel
zich echter in de auto bevindt en de
portieren worden vergrendeld
(→blz. 119), kan de motor worden
gestart.
Als de accu ontladen is
De motor kan niet worden gestart met
het Smart entry-systeem met startknop.
Raadpleeg blz. 454 om de motor weer te
starten.
Leegraken batterij elektronische
sleutel
→Blz. 110
Omstandigheden die de werking
kunnen beïnvloeden
→Blz. 137
Aanwijzing voor de instapfunctie
→Blz. 137
Stuurslotfunctie (indien aanwezig)
• Nadat het contact UIT is gezet en de
portieren zijn geopend en gesloten,
wordt het stuurwiel geblokkeerd door
de stuurslotfunctie. Als u nogmaals op
de startknop drukt, wordt het
stuurslot automatisch weer
uitgeschakeld.
•
Als het stuurslot niet kan worden
ontgrendeld, wordt “Push ENGINE
Switch while Turning The Steering
Wheel in Either Direction” (druk de
startknop in en draai het stuurwiel in
een willekeurige richting) weergegeven
op het multi-informatiedisplay.
Controleer of de selectiehendel in stand
P staat. Druk de startknop kort en stevig
in terwijl u het stuurwiel naar links en
rechts beweegt.
4.2 Rijprocedures
188
Page 228 of 646

4.5.2 PCS (Pre-Crash Safety-systeem)*
*Indien aanwezig
Het Pre-Crash Safety-systeem maakt gebruik van een radarsensor en een camera voor om
objecten (→blz. 226) vóór de auto te signaleren. Wanneer het systeem oordeelt dat de
kans op een frontale aanrijding met een object groot is, wordt een waarschuwing
geactiveerd om de bestuurder aan te sporen om uit te wijken en wordt de potentiële
remdruk verhoogd om de bestuurder te helpen een aanrijding te voorkomen. Wanneer het
systeem oordeelt dat de kans op een frontale aanrijding met een object zeer groot is,
worden de remmen automatisch bekrachtigd om te helpen een aanrijding te voorkomen
of om de impact van een aanrijding te helpen verminderen.
Het Pre-Crash Safety-systeem kan worden in-/uitgeschakeld en het
waarschuwingstijdstip kan worden gewijzigd. (→Blz. 229)
Signaleerbare objecten en beschikbaarheid functie
Het systeem kan de volgende zaken signaleren (de waarneembare zaken verschillen
afhankelijk van de functie):
Regio'sSignaleerbare
objectenBeschikbaarheid func-
tieLanden/gebieden
A■Voertuigen
■Fietsers
■VoetgangersDe Pre-Crash-
waarschuwing, Pre-
Crash Brake Assist, Pre-
Crash Brake-functie,
Emergency Steering
Assist en assistentie bij
het rechts/links afslaan
op een kruispunt zijn
beschikbaarIJsland, Albanië, Andorra, Italië, Oe-
kraïne, Estland, Oostenrijk, Nederland,
Kazachstan, Griekenland, Kroatië, Gi-
braltar, Zwitserland, Zweden, Spanje,
Slowakije, Slovenië, Tsjechië, Dene-
marken, Duitsland, Noorwegen, Hon-
garije, Finland, Frankrijk, Bulgarije,
België, Bosnië en Herzegovina, Polen,
Portugal, Macedonië, Monaco, Servië,
Montenegro, Letland, Litouwen, Roe-
menië, Luxemburg, de Faeröer, Israël,
Turkije, de Canarische Eilanden
B VoertuigenDe Pre-Crash-
waarschuwing, Pre-
Crash Brake Assist en
Pre-Crash Brake-
functie zijn beschikbaarAzerbeidzjan, Georgië, Armenië
De landen en regio's in het overzicht zijn van toepassing vanaf oktober 2022. Afhankelijk
van wanneer de auto is verkocht kunnen de landen en regio's echter verschillen. Neem
voor meer informatie contact op met uw Toyota-dealer.
Systeemfuncties
Pre-Crash-waarschuwing
Wanneer het systeem oordeelt dat een
frontale aanrijding waarschijnlijk is, klinkt
er een zoemer en wordt er een
waarschuwingsmelding weergegeven op
het multi-informatiedisplay om de
bestuurder aan te sporen om uit te wijken.
4.5 Gebruik van de ondersteunende systemen
226
Page 229 of 646

Pre-Crash Brake Assist
Wanneer het systeem oordeelt dat een
aanrijding aan de voorzijde waarschijnlijk
is, past het een grotere remkracht toe in
relatie tot de kracht waarmee het
rempedaal wordt ingetrapt.
Pre-Crash Brake-systeem
Wanneer het systeem oordeelt dat de
kans op een frontale aanrijding zeer groot
is, worden de remmen automatisch
bekrachtigd om te helpen een aanrijding
te voorkomen of de snelheid van de
aanrijding te verlagen.
Emergency Steering Assist (regio A)
Wanneer het systeem oordeelt dat een
aanrijding met een voetganger zeer
waarschijnlijk is, de auto voldoende ruimte
heeft op zijn rijstrook en de bestuurder
bezig is een uitwijk- of stuurmanoeuvre uit
te voeren, helpt de Emergency Steering
Assist bij het sturen. Op die manier wordt
gezorgd voor een betere voertuigstabiliteit
en wordt er voorkomen dat de rijstrook
wordt verlaten. Tijdens de werking brandt
het controlelampje groen.
Assistentie bij het rechts/links afslaan
op een kruispunt (regio A)
Wanneer het systeem in de onderstaande
situaties oordeelt dat een aanrijding zeer
waarschijnlijk is, geeft het een
Pre-Crash-waarschuwing en wordt
indien nodig de Pre-Crash Brake-functie
uitgevoerd.Afhankelijk van hoe het kruispunt eruit
ziet, is assistentie wellicht niet mogelijk.
• Wanneer u rechts/links afslaat op een
kruispunt en het pad van een
tegenligger kruist
• Wanneer u rechts/links afslaat, er
vóór u een voetganger wordt
gesignaleerd en het systeem inschat
dat deze uw pad zal kruisen (fietsers
worden niet gesignaleerd).
WAARSCHUWING!
Beperkingen van het Pre-Crash
Safety-systeem
• De bestuurder is zelf
verantwoordelijk voor een veilig
rijgedrag. Rijd altijd veilig en houd
rekening met de omgeving. Gebruik
het Pre-Crash Safety-systeem nooit
in plaats van normaal remmen. Dit
systeem kan niet in alle gevallen
aanrijdingen voorkomen of schade
of letsel verminderen. Vertrouw niet
uitsluitend op dit systeem. Als u dat
niet doet, kan dat leiden tot een
4.5 Gebruik van de ondersteunende systemen
227
4
Rijden
Page 230 of 646

WAARSCHUWING!(Vervolg)
ongeval met dodelijk of ernstig letsel
tot gevolg.
• Hoewel dit systeem is ontworpen om
aanrijdingen te helpen voorkomen of
de impact van een aanrijding te
helpen verminderen, is het effect
afhankelijk van allerlei
omstandigheden. Hierdoor bereikt
het systeem mogelijk niet altijd
hetzelfde prestatieniveau. Lees de
hierna gegeven aanwijzingen
aandachtig door. Vertrouw niet
blindelings op dit systeem en rijd
altijd voorzichtig.
– Omstandigheden waaronder het
systeem mogelijk werkt, zelfs als er
geen kans op een aanrijding is:
→blz. 232
– Omstandigheden waaronder het
systeem mogelijk niet juist werkt:
→blz. 234
• Probeer niet zelf de werking van het
Pre-Crash Safety-systeem te testen.
Afhankelijk van de objecten die voor
het testen worden gebruikt (dummy's,
kartonnen imitaties van signaleerbare
objecten, enz.) werkt het systeem
mogelijk niet goed, hetgeen kan
leiden tot een ongeval.
Pre-Crash Brake-systeem
• Als de Pre-Crash Brake-functie in
werking is, wordt er veel remkracht
toegepast.
• Als de auto wordt stilgezet door de
werking van de Pre-Crash
Brake-functie, wordt de werking van
de functie na ongeveer 2 seconden
uitgeschakeld. Trap indien nodig het
rempedaal in.
• Het Pre-Crash Brake-systeem werkt
mogelijk niet, afhankelijk van de
bediening van de auto door de
bestuurder. Als het gaspedaal diep
wordt ingetrapt of het stuurwiel
wordt gedraaid, oordeelt het systeem
mogelijk dat de bestuurder een
uitwijkactie uitvoert en werkt het
Pre-Crash Brake-systeem mogelijk
niet.
WAARSCHUWING!(Vervolg)
• Terwijl het Pre-Crash Brake-systeem
is ingeschakeld, wordt in sommige
gevallen de werking ervan mogelijk
uitgeschakeld, wanneer het gaspedaal
diep wordt ingetrapt of het stuurwiel
wordt gedraaid en het systeem
oordeelt dat de bestuurder een
uitwijkactie uitvoert.
• Als het rempedaal wordt ingetrapt,
oordeelt het systeem mogelijk dat de
bestuurder een uitwijkactie uitvoert
en stelt het mogelijk het
werkingstijdstip van de Pre-Crash
Brake-functie uit.
Emergency Steering Assist (regio A)
• De werking van de Emergency
Steering Assist wordt uitgeschakeld
wanneer het systeem vaststelt dat is
voorkomen dat de rijstrook is
verlaten.
• In de volgende gevallen werkt
Emergency Steering Assist mogelijk
niet of wordt het mogelijk
uitgeschakeld, aangezien het systeem
mogelijk vaststelt dat de bestuurder
handelend optreedt.
– Als het gaspedaal diep wordt
ingetrapt, er een ruk aan het
stuurwiel wordt gegeven, het
rempedaal wordt ingetrapt of de
richtingaanwijzerschakelaar wordt
bediend. In dit geval stelt het
systeem mogelijk vast dat de
bestuurder een uitwijkmanoeuvre
uitvoert en werkt de Emergency
Steering Assist mogelijk niet.
– Terwijl de Emergency Steering
Assist in werking is, wordt in
sommige gevallen de werking ervan
mogelijk uitgeschakeld wanneer het
gaspedaal diep wordt ingetrapt, er
een ruk aan het stuurwiel wordt
gegeven of het rempedaal wordt
ingetrapt en het systeem oordeelt
dat de bestuurder een
uitwijkmanoeuvre uitvoert.
4.5 Gebruik van de ondersteunende systemen
228
Page 231 of 646

WAARSCHUWING!(Vervolg)
– Wanneer de Emergency Steering
Assist in werking is en het stuurwiel
stevig wordt vastgehouden of de
andere kant op wordt gedraaid dan
die waarin het systeem koppel
genereert, wordt de functie
mogelijk uitgeschakeld.
Wanneer moet het Pre-Crash
Safety-systeem worden uitgeschakeld
Schakel in de volgende situaties het
systeem uit, omdat het mogelijk niet
juist werkt, hetgeen kan leiden tot een
ongeval waarbij dodelijk of ernstig letsel
kan ontstaan:
• Als de auto wordt gesleept
• Bij het slepen van een andere auto
• Bij transport van de auto op een
vrachtwagen, boot, trein of ander
vergelijkbaar transportmiddel
•
Als de auto met draaiende motor op een
brug omhoog wordt gebracht terwijl de
wielen vrij rond kunnen draaien
• Bij het controleren van de auto op een
rollenbank, bijvoorbeeld een
vermogensbank of een
snelheidsmetertester, of bij het
balanceren van de wielen op de auto.
• Als er veel kracht wordt uitgeoefend
op de voorbumper of de grille door
een aanrijding of een andere oorzaak
• Als de auto niet stabiel functioneert,
zoals na een ongeval of tijdens een
storing
• Als sportief met de auto wordt
gereden of als op onverharde wegen
wordt gereden
• Als de banden niet de juiste
bandenspanning hebben
• Als de banden zeer versleten zijn
• Als banden van een andere dan de
voorgeschreven maat zijn geplaatst
• Als er sneeuwkettingen zijn
aangebracht
• Wanneer er een compact reservewiel
is gemonteerd of een
bandenreparatieset is gebruikt
WAARSCHUWING!(Vervolg)
• Als er tijdelijk uitrusting
(sneeuwploeg, enz.) die de
radarsensor of de camera voor kan
hinderen op de auto is geplaatst
Wijzigen van instellingen van het
Pre-Crash Safety-systeem
In-/uitschakelen van het Pre-Crash
Safety-systeem
Het Pre-Crash Safety-systeem kan
worden ingeschakeld/uitgeschakeld via
het scherm
(→blz. 94, blz. 102) van
het multi-informatiedisplay.
Het systeem wordt iedere keer wanneer
het contact AAN wordt gezet
automatisch ingeschakeld.
Als het systeem wordt uitgeschakeld, gaat
het waarschuwingslampje PCS branden en
wordt er een melding weergegeven op het
multi-informatiedisplay.
Wijzigen van de timing van de
Pre-Crash-waarschuwing
De timing van de Pre-Crash-
waarschuwing kan worden gewijzigd via
het scherm
(→blz. 94, blz. 102) van
het multi-informatiedisplay.
De instelling van de timing van de
waarschuwing blijft behouden als het
contact UIT wordt gezet. Als het
Pre-Crash Safety-systeem echter is
uitgeschakeld en weer is ingeschakeld,
wordt de timing weer ingesteld op de
standaardinstelling (gemiddeld).
4.5 Gebruik van de ondersteunende systemen
229
4
Rijden
Page 232 of 646

Regio A: Als de timing van de Pre-Crash-
waarschuwing wordt gewijzigd, wordt
dienovereenkomstig ook de timing van de
Emergency Steering Assist gewijzigd.
Wanneer laat is geselecteerd, werkt de
Emergency Steering Assist niet in een
noodgeval.1. Vroeg
2. Gemiddeld
Dit is de standaardinstelling.
3. Laat
Werkingsvoorwaarden voor elke Pre-Crash Safety-functie
Het Pre-Crash Safety-systeem wordt ingeschakeld en het systeem oordeelt dat de kans
op een frontale aanrijding met een obstakel groot is.
Het systeem werkt in de volgende situaties mogelijk niet:
– Als de accuklem is losgenomen en weer is aangesloten en er daarna een bepaalde
tijd niet met de auto gereden is
– Als de selectiehendel in stand R staat
– Als het controlelampje VSC OFF brandt (alleen de Pre-Crash-waarschuwingsfunctie
werkt)
Hieronder staan de snelheden vermeld waarbij elke functie werkt en de omstandigheden
waaronder de werking wordt geannuleerd.
• Pre-Crash-waarschuwing
Signaleerbare objecten RijsnelheidSnelheidsverschil tussen uw
auto en het object
Voertuigen Ongeveer 10 - 180 km/h Ongeveer 10 - 180 km/h
Regio A: Fietsers en voetgan-
gersOngeveer 10 - 80 km/h Ongeveer 10 - 80 km/h
Wanneer de Pre-Crash-waarschuwingsfunctie in werking is en het stuurwiel stevig of
plotseling wordt gedraaid, wordt de functie mogelijk uitgeschakeld.
4.5 Gebruik van de ondersteunende systemen
230
Page 233 of 646

• Pre-Crash Brake Assist
Signaleerbare objecten RijsnelheidSnelheidsverschil tussen uw
auto en het object
Voertuigen Ongeveer 30 - 180 km/h Ongeveer 30 - 180 km/h
Regio A: Fietsers en voetgan-
gersOngeveer 30 - 80 km/h Ongeveer 30 - 80 km/h
• Pre-Crash Brake-systeem
Signaleerbare objecten RijsnelheidSnelheidsverschil tussen uw
auto en het object
Voertuigen Ongeveer 10 - 180 km/h Ongeveer 10 - 180 km/h
Regio A: Fietsers en voetgan-
gersOngeveer 10 - 80 km/h Ongeveer 10 - 80 km/h
Als zich een van de volgende situaties voordoet terwijl het Pre-Crash Brake-systeem in
werking is, wordt dit systeem uitgeschakeld:
– Het gaspedaal wordt diep ingetrapt.
– Er wordt een scherpe stuurbeweging gemaakt of het stuurwiel wordt plotseling
gedraaid.
• Emergency Steering Assist (regio A)
Wanneer de richtingaanwijzers knipperen, werkt de Emergency Steering Assist niet in een
noodgeval.
Signaleerbare objecten RijsnelheidSnelheidsverschil tussen uw
auto en het object
Voetgangers Ongeveer 40 - 80 km/h Ongeveer 40 - 80 km/h
Als zich een van de volgende situaties voordoet terwijl de Emergency Steering Assist in
werking is, wordt dit systeem uitgeschakeld:
– Het gaspedaal wordt diep ingetrapt.
– Er wordt een scherpe stuurbeweging gemaakt of het stuurwiel wordt plotseling
gedraaid.
– Het rempedaal is ingetrapt.
• Assistentie bij het rechts/links afslaan op een kruispunt (Pre-Crash-waarschuwing)
(regio A)
Wanneer de richtingaanwijzers niet knipperen, werkt de assistentie bij het rechts/links
afslaan op een kruispunt gericht op tegenliggers niet.
Signaleerbare objec-
tenRijsnelheid Snelheid tegenliggerSnelheidsverschil
tussenuwautoen
het object
VoertuigenOngeveer 10 -
25 km/hOngeveer 30 -
55 km/hOngeveer 40 -
80 km/h
VoetgangersOngeveer 10 -
25 km/h—Ongeveer 10 -
25 km/h
4.5 Gebruik van de ondersteunende systemen
231
4
Rijden
Page 238 of 646

– Als uw auto in een slip raakt
– Wanneer de voorzijde van de auto is
verhoogd of verlaagd
–
Als de wielen niet goed zijn uitgelijnd– Als een ruitenwisserblad de camera
voor blokkeert
– Er wordt met extreem hoge
snelheden gereden
– Als op een helling wordt gereden
– Wanneer de radarsensor of de
camera voor niet goed is uitgelijnd
– Regio A: Wanneer u op een rijstrook
rijdt en rechts/links afslaat terwijl er
ten minste 1 rijstrook verderop
tegenliggers rijden
– Regio A: Wanneer tijdens het
rechts/links afslaan tegenliggers
een eind bij u vandaan zijn
– Regio A: Wanneer tijdens het
rechts/links afslaan een voetganger
uw auto van achteren of opzij
nadert• Regio A: In aanvulling op het
bovenstaande werkt de Emergency
Steering Assist in sommige situaties,
zoals de onderstaande, mogelijk niet.
– Regio A: Wanneer de witte (gele)
rijstrookmarkeringen niet goed
zichtbaar zijn, bijvoorbeeld wanneer
deze vaag zijn of splitsen/
samenkomen of wanneer er een
schaduw over valt
– Regio A: Wanneer de rijstrook
breder of smaller is dan gebruikelijk
– Regio A: Wanneer er een licht en
donker patroon op het wegdek
aanwezig is, bijvoorbeeld als gevolg
van wegwerkzaamheden
– Regio A: Wanneer er een
voetganger wordt gesignaleerd in
de buurt van de hartlijn van de auto
– Regio A: Wanneer het doel te
dichtbij is
– Regio A: Wanneer er onvoldoende
ruimte is waar de auto veilig en
onbelemmerd in kan rijden
–
Regio A: Wanneer er tegenliggers zijn– Regio A: Wanneer de VSC-functie in
werking is
• In bepaalde situaties, zoals
onderstaande, wordt er mogelijk
onvoldoende remkracht of
stuurkracht (regio A) gegenereerd,
waardoor het systeem niet goed
werkt:
– Als de remfuncties niet optimaal
kunnen functioneren, bijvoorbeeld
doordat onderdelen van het
remsysteem extreem koud of warm,
of nat zijn
– Als de auto niet goed wordt
onderhouden (extreem versleten
remdelen of banden, onjuiste
bandenspanning, enz.)
– Als er met de auto gereden wordt op
grind of een andere gladde
ondergrond
– Bij diepe spoorvorming in het
wegdek
– Als op een helling wordt gereden
– Bij het rijden over wegen met
hellingen links of rechts
4.5 Gebruik van de ondersteunende systemen
236
Page 244 of 646

Instellingen LTA-systeem
De Lane Centering-functie
aan-/uitzetten
Druk op de toets LTA.
De Lane Centering-functie wordt telkens
wanneer de toets wordt ingedrukt
aan/uit gezet.
Lane Centering-functie ingeschakeld:
“LTA Steering Assist Active Lane
Centering Active” (Active Lane
Centering-functie van de LTA-
stuurassistentie ingeschakeld) wordt
weergegeven.
Als het LTA-systeem wordt ingeschakeld,
blijft de status van het LTA-systeem de
volgende keer dat de motor wordt gestart
ongewijzigd.
LTA-systeem uitschakelen
Houd de toets LTA ingedrukt.
Het controlelampje LTA dooft wanneer de
LTA wordt uitgeschakeld.
Druk nogmaals op de toets om het
systeem weer in te schakelen.
De LTA wordt ingeschakeld telkens
wanneer het contact AAN wordt gezet.
De Lane Centering-functie blijft echter
de status (AAN/UIT) houden die de
functie had voordat het contact UIT werd
gezet.Meldingen op het multi-
informatiedisplay
Auto's met 4,2 inch of 7 inch display
AControlelampje LTAAan de hand van de verlichtingsstatus
van de indicator wordt de bestuurder
geïnformeerd over de bedrijfsstatus
van het systeem.
Brandt wit: LTA-systeem is in
werking.
Brandt groen: De stuurassistentie van
de stuurassistentiefunctie of de Lane
Centering-functie is in werking.
Knippert oranje: Lane Departure
Alert-functie is in werking.
BDisplay werking van ondersteuning
stuurwielbediening
Wordt weergegeven wanneer het
multi-informatiedisplay wordt
overgeschakeld op het
informatiescherm voor
ondersteunende systemen.
Geeft aan dat de stuurassistentie van
de stuurassistentiefunctie of de Lane
Centering-functie in werking is.
Beide buitenkanten van de rijstrook
worden weergegeven: Geeft aan dat
de stuurwielassistentie van de Lane
Centering-functie in werking is.
Eén buitenkant van de rijstrook wordt
weergegeven: Geeft aan dat de
stuurwielassistentie van de
stuurassistentiefunctie in werking is.
Beide buitenkanten van de rijstrook
knipperen: Waarschuwt de
bestuurder dat hij in actie moet
4.5 Gebruik van de ondersteunende systemen
242